vrijdag 19 april 2024

Column Boudewijn Geels: Herman (1)

Al twintig jaar is de rug van het boek prominent zichtbaar in mijn boekenkast. Toen ik besloot met de schenker ervan, motormaat E., op reis te gaan naar Egypte, dacht ik: nu ga ik dat pronkstuk van mijn collega-columnist eindelijk ook maar eens lézen.

In een hangmat in Marsa Alam kijk ik naar het omslag. ‘De kus in de nacht’, is de titel. Auteur: Herman Brusselmans. Op de voorzijde een tekening van een man op een motorfiets. Maar gaat het boek ook echt over motorrijden? E. wist het in 2002 ook niet. ‘Ik zag de naam van de auteur en die motor en dacht: die is voor Bou!’

Wat steekwoorden uit de beschrijving op de achterzijde: ‘Vriendschap’, ‘regendansen’, ‘de troost der fantasie’, ‘Louis Armstrong’, ‘seksualiteit’, ‘het toerisme op het water’, ‘ijsberen en neerzitten’, ‘de toekomst van Chiquita en Kawasaki’, ‘onderhuidse beestjes’ en ‘gesloten bloemenwinkels’. Weinig richtinggevend dus. Dat, plus de kloeke omvang van 614 pagina’s, heeft er twee decennia voor gezorgd dat ik het lezen van deze ‘onherroepelijke mijlpaal der letteren’ (aldus nogmaals de achterflap) telkens voor me uitschoof.

Voortaan in één blad staan met Herman Brusselmans, toen ik het jaren geleden hoorde, maakte mijn ego een sprongetje. Dol was ik op dat soepele voor-de-vuist-weg-proza, dat droogkloterige gezwam. Zijn stijl proberen te kopiëren is zinloos; ik zou niet eens bij de langharige Triumph-adept in de buurt komen. Wel denk ik altijd: zou Herman míjn columns ook lezen? Waarna steevast meteen het besef indaalt: natuurlijk niet Geels! Daar heeft zo’n sterauteur het veel te druk voor.

Hoewel, Herman heeft het maatschappelijke tij niet mee. Wie satirische columns over zangeres Shirma Rouse en prinses Amalia schrijft, waarin ook bepaalde lichaamskenmerken van deze Bekende Nederlanders ter sprake komen, kan zomaar zijn Nieuwe Revu-column kwijtraken, ondervond hij in 2020. ‘De onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans beledigt overschatte personen uit de wereldgeschiedenis’, stond er telkens bij, om het satirische gehalte te benadrukken. Maar dat donderde niet. Exit Brusselmans.

In dit prachtblad is hij gelukkig still going strong. Ik hield zelfs rekening met Herman toen ik niet lang geleden een nieuwe tweewieler uitzocht. Het mocht geen Triumph zijn, want, zo vond ik, die zijn Hermans domein. Mede daarom rij ik nu op een Kawasaki Z1000SX. Geen spijt van, prima motor, maar omdat verboden vruchten nu eenmaal het lekkerst smaken, kijk ik bij elk bezoek aan een motorzaak of ik ergens een Triumph ontwaar, waar ik dan een paar minuten gelukzalig op ga zitten contempleren over wat had kunnen zijn.

Maar nu lig ik dus in mijn Egyptische hangmat, met ‘De kus in de nacht’ op mijn nog bleke buik. Als ik de eerste zin van de proloog lees, herinner ik me opeens dat ik tien jaar geleden ook een poging heb gewaagd. Er staat: ‘Ik heb alweer niks te melden, en dat zal ik doen in een pagina of 600 à 650, we zullen zien’.

‘Zou jij een roman zo durven beginnen?’, vraag ik aan E., die in de belendende hangmat bungelt. Hij haalt z’n schouders op. ‘Wat is de volgende zin?‘ Ik: ‘Komt-ie: “Ik liep over straat. Samen met mij geen enkel konijn. Achter de horizon gloorde de kim. De zon scheen als grotendeels onbekende materie die me geen reet interesseert”.’

‘Hm’, bromt E., ‘bijzonder. Nu maar hopen dat het snel over motoren gaat. Heb je daar al enig zicht op?’

Ik sla willekeurig aan het bladeren. ‘Op pagina 25 lees ik iets over een “nieuw Japans motormerk, Yaka”.’

E., grinnikend: ‘Zie je nou wel!’

Maar ik vertrouw het nog niet helemaal. Op plechtige toon: ‘I’ll keep you posted…’

Wordt vervolgd.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen