vrijdag 29 maart 2024

Culinaire motortocht door Friesland

Komt er, met die globale opwarming enzo, ooit nog een Friese Elfstedentocht op schaatsen? Daar gaan we, Friezen en ander volk, niet op zitten wachten. Er zijn prima alternatieven met bootjes, wandelschoenen, fietsen, auto’s en motorfietsen. Michiel van Dam stippelt een mooie route uit en als zijn motormaat Stevin, van beroep chef-kok, meegaat dan wordt dat dus de Friese Elfsmakentocht. Een culinaire motortocht door Friesland.

We hoeven ons niet te houden aan alle elf schaatssteden. Want op de motor rijden we niet graag door de stad, Leeuwarden slaan we dus over. We maken een alternatieve route, met elf lekkernijen erlangs. ‘Bûter, brea en griene tsiis. Wa’t dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries.’ Dat bekende Fries gezegde betekent in algemeen beschaafd Nederlands: ‘Boter, brood en groene kaas. Wie dat niet zeggen kan, is geen oprechte Fries’. In Friesland werkt de liefde voor lekker eten zelfs in de spreekwoorden door.

Toerisme Gelderland: uithoek Lobith

Drabbelkoeken

Eerste halte Sneek. Bij Haga’s Drabbelkoekenfabriek De Friese Sjees parkeren we de motoren onder een ouderwets uithangbord (Hofleverancier Willem III) en stappen een Anton Pieckachtig interieur binnen. Tussen tegelwanden, oude, oudere en nóg oudere blikken bussen en andere nostalgische attributen zit een mevrouw de drabbelkoeken te maken. Dat doet haar familie al sinds diep in de negentiende eeuw.

Het schudden van het boekweitdeeg, om het zo luchtig te maken, ging vroeger met de hand. Zouden die mensen ooit stil en rustig in de bedstee hebben gelegen, of ging het schudden dan, ongewild, ook door? Machines namen in 1927 het werk van de mensenhand over, maar de huidige eenentwintigste-eeuwse generatie neemt het ambachtsbedrijf van de drabbelkoekerij niet over. Jammer, want de koeken smaken best, met een juiste combinatie van vettige textuur (echte boter!), luchtigheid (vanwege dat schudden) en geheime Friese kruiderij. We stoppen een paar blikken in Stevins koffers en rijden naar het volgende waypoint.

Fryske dúmkes

Buiten Sneek pakken we een stukje Suidergo door de weilanden en dan zijn we al in IJlst. Bestel je in Friesland een kopje koffie, dan is de kans groot dat je er een Fryske dúmke bij krijgt. Dat naar anijs smakende koekje heet zo omdat de bakker het stukje deeg met zijn duim platdrukt. We stoppen voor die dúmpkes bij Bakkerij de Boer. ‘Natuurlijk, die hebben we’, zegt mevrouw De Boer.

‘Maar onze echte specialiteit zijn Kypmantsjes. Die koopmanskoekjes zijn ons eerbetoon aan de koopmannen die IJlst welvaart brachten.’ Dat wordt moeilijk kiezen, zeker als we ook beide koekjes mogen proeven. Zo verdwijnen er twee zakken koekjes naast de Haga-blikken in Stevins koffers. ‘Voorzichtig dat ze niet breken, Stevin!’

Roggebrood

Soms is er in waterland Friesland geen alternatief voor de doorgaande weg. De N354 brengt ons tot bij Spannenburg, daarna neemt de kleine maar fijne Gaestdijk ons naar Sloten. Dat is een prachtig plaatsje, beschermd stadsgezicht enzo, waar auto’s niet in mogen. Maar motorfietsen wel! Dat voorrecht gaan we niet verkwanselen met luid geluid en parkeren-waar-je-motor-lekker-in-de-weg-staan.

We stommelen naar binnen in bakkerswinkel ’t Kruimeltje, krap bemeten voor twee doorgewinterde motorrijders in vol ornaat. Is het broodkoopvolk ijlings gevlucht, toen het onze daverende schreden hoorde naderen? Nee, de zo goed als lege schappen vertellen een treurig verhaal aan ons en van een geslaagd business plan aan de bakkerin.

Het roggebrood, waarvoor wij hier in Sloten zijn neergedaald, is op. Ook andere lokale specialiteiten zijn al door Koning en Koningin Klant opgekocht, geen kruimel blijft er voor ons over.

Oranjekoek

Maar er is wel Oranjekoek! Dat dankt je de koekoek, dat bakkersproduct wordt als Friese Vlag gehesen in alle Friese Elf Steden en aldaar tegen klinkende munt verkocht.

Ook een Friese specialiteit dus en de bakkerij-mevrouw, die ondertussen alleraardigst verhaalt over de oude bakkersoven, onlangs in een achter- of bovenhuis ontdekt, maar te klein om aan de immer stijgende vraag in 2021 te voorzien, presenteert ons trots… onze Oranjekoeken! Nou heeft die naam helemaal geen verband met de kleur van het gebak, noch met een grote liefde van de Friezen voor het Huis Oranje, maar de naam komt van de sinaasappelschilletjes die subtiel door het baksel worden gemengd. En dat proeven we!

Kleinste weggetjes

Met kruimeltjes in de baard en het schuim ervan nog op de lippen koersen Stevin en ik tevreden voort naar de volgende bestemming. We kiezen daarvoor de kleinste weggetjes door het Gaasterland langs de IJsselmeerkust die we legaal mogen bemotoren en passeren daarbij interessante namen op de kaart: Steile Bank, Oudemirdumer Klif, Rode Klif… Echt berg- of heuvelachtig wordt het niet, maar het is deksels mooi rijden hier.

Na de bakmevrouwen in Sneek, IJlst en Sloten staat er in Stavoren weer een mevrouw te wachten. Het Vrouwtje van Stavoren van het oude volksverhaal staat versteend op haar sokkel uit te kijken over de golven van het IJsselmeer en naar de opengesperde muil van het visstandbeeld aan de andere kant van de brug, achter de viskraam waar wij kibbeling willen proeven.

Daan Trimpe

Maar vandaag is de Staverse vishandel gesloten. Een gevoelige klap voor ons moreel, een dreun die we alleen te boven komen dankzij een prachtig stukje toeren over de Himmeljumerdyk naar Koudum.

Daar staan de bonenstaken stevig in de grond en die Sjakie uit het volksliedje heet hier Daan Trimpe. We vangen hem in het bonenbos tussen de kassen, naast de bloemkolen, spinazie, bietjes en rabarber en andere groenten in de grond. Woudbonen, heet hier de specialiteit.

Dat klinkt exotisch naar enorme woudreuzen, waar gigantische peulen bungelen tussen kwetterende woudbewoners, exotisch gedragen op bonte vleugelpracht of zwaaiend aan lianen. Maar het zijn zo te zien grote sperziebonen. Met een zorgelijke blik op zijn toch al danig geteisterde achtervering moet Stevin nog wat zakken Koudumbonen verstouwen.

Eten wat de pot schaft

Terwijl de zon al ter kimme neigt, rijden we weer naar het IJsselmeer, naar onze tafel en bedden voor de nacht.

Hindeloopen is een eigenwijs en bijzonder stadje met nog geen negenhonderd inwoners. Het heeft eigen schilderwerk, klederdracht en notabene een eigen taal, het Hylpers genoemd, en een fantastisch restaurant direkt aan de dijk, bij de haven. Restaurant De Hinde serveert zoveel mogelijk (en dat is veel) lokale producten uit eigen tuin en kas en de streek Friesland. Geen uitgebreide menukaart waaruit de liefhebber maar niet kan kiezen, maar een eten-wat-de-pot-schaft-driegangenmenu. De gerechten corresponderen met de seizoenen en de aanvoer. ‘s Zomers is er bijvoorbeeld paling, snoekbaars en baars uit het IJsselmeer, ‘s  winters zijn er wildgerechten. Bijna altijd is het hoofdgerecht vis, vegetariërs kijken hier op hun neus.

‘Buikje vol, buikje blij’, zegt mijn disgenoot en motormaat graag. En zo is het. Na een uitwaaiwandeling over de dijk duiken we met een tevreden gevoel ons bedje in voor een welverdiende nachtrust in een oude kapiteinswoning.

Omgedraaide boerderij

Hoe zouden die mensen in dit huis aan de ontbijttafel zitten? Ook ondersteboven? Want de nieuwbouwboerderij een paar kilometer buiten Hindeloopen staat met het dak naar beneden in het weiland gestoken. De eigenaars wilden vanuit hun nieuwe woning over de zeedijk verderop kunnen kijken, maar dat is lastig in een boerderij. De oplossing was even simpel als briljant: de boerderij werd gewoon omgedraaid met het woongedeelte boven en het dak onder.

Wat is er gebeurd met die Friezen? Een eeuwtje of wat geleden verkondigde de Friese superman Grote Pier nog die spreuk over groene bonen en werden alle Hollanders en andere buitenlanders die ’m niet vlekkeloos konden uitspreken zonder pardon een kopje kleiner gemaakt.

Maar bij kaaswinkel Nylander worden Stevin en ik alleraardigst en in vloeiend algemeen beschaafd nederlands welkom geheten door de twee dames achter het kaasmes, de schaaf en de kassa. We stonden eerder vertwijfeld bij de koeienboerderij waar de Nylander-kaas wordt gemaakt. Maar dat is niet meer van deze tijd. Nylander vermarkt nu zijn producten in een eenentwintigste-eeuwse versie van een overdekte markt, Versmarkt De 3 Ambachten, een paar kilometer verderop in het centrum van Workum, samen met twee andere ambachtelijke producenten.

Als schatrovers in een grot worden worden Stevin en ik aangezogen door de goudgelen schijven die bij Nylander liggen opgestapeld. Nagelkaas klinkt vies, maar komt van de kruidnagel die erin is verwerkt. Samen met een vleugje komijn is dit een smaakvolle en pittige kaas waar elke Fries gek op is. We mogen vanalles proeven en het wordt na veel wikken en wegen, en gezucht van Stevin, de nagelkaas van Jerseykoeienmelk, die lekker romig is. Kom op Stevin, die paar stukken kaas passen er nog wel bij.

Fryske sûkerbôle

Makkumerdijk wordt Zeedijk, over Workumerdijk, Harlingerdijk en Houwdijk slingeren onze motoren voort door het fraaie Friesland.

Friezen hebben de naam echte zoetekauwen te zijn. Overal worden die Oranjekoeken verkocht en ze stoppen zelfs suiker in het brood.

Fryske sûkerbôle is, net als Oranjekoek, in het hele Friezenland verkrijgbaar. Vroeger kregen moeders het cadeau als ze een dochter kregen. Het suikerbrood van Mevrouw de Molenaar wordt op ambachtelijke wijze gemaakt in haar bakkerij naast de molen op het Mouneplein in Witmarsem. Vanwege ons telefoontje (‘bennu opuh?’) had ze een heel brood voor ons gereserveerd, want die dingen gaan als, eh…, zoete broodjes over de toonbank. We kunnen hem in zijn geheel nemen, Stevin kan ’m nog best tussen de andere lekkernijen in zijn koffers kwijt, want mevrouw laat ons graag een stukje van een al aangesneden brood proeven. Lekker! Eventjes komen we in de verleiding om onze eigen feeststol te slachten, maar dat geeft natuurlijk geen pas in het gezelschap van zo’n vriendelijke dame.

Kookkunsten

Bovendien moeten we hartig eten in Harlingen, waar chef-kok Marco Poldervaart van restaurant ’t Havenmantsje zijn kookkunsten op ons zal botvieren. Het voormalig gerechtsgebouw is in 1884 gebouwd op de plaats waar voorheen de Leeuwenburg, een gebouw van de Friese Admiraliteit stond.

De motoren staan op de kade, we schuiven aan een tafeltje met uitzicht op de binnenhaven. Of wij alles lusten? Ja, wij lusten alles. Maar speciaal willen wij graag iets proeven dat daar achter die binnenhaven en die dijk van het wad wordt geplukt, gestroopt en gejut. Zeewier, oesters, kokkels, schelpvruchten en zeedieren enzo. Kan dat? Ja, dat kan.

Er verschijnen alleraardigste amuses op tafel, hartige bonbons à la minute door Sjef&Co in elkaar geknutseld, waar toch zomaar de smaken van de kwelders der Waddenzee en de vruchtbare gronden achter de Waddendijk zich aan ons openbaren zoals we ons die hadden voorgesteld. Zónder smaak illegaal geloosde stookolie.

Droge worst en bier

In Franeker moeten we bij de delicatessenwinkel Jellema Specialiteiten moeten we zijn voor Friese droge worst. Die gaat mee naar huis, niet zeuren Stevin, met wat proppen kan er vast nog een kilootje in die originele BMW-Teilekoffer van je.

En we proeven hier vast een stukje, weet je wat: een heel worstje de man, voordat we de motoren richting Bolsward laveren.

Wie Bolsward zegt, zegt bier. Het proeflokaal van brouwerij Ûs Heit ziet er schitterend uit, mooie bar, maar de tent zit dicht. De eigenaar wil wel even een praatje maken. Nee, dit lokaal is geen gezellige buurtkroeg, maar een event center of hoe heet zoiets?

Ze brouwen er nog steeds bier, kijk maar naar de hophalmen die in een erehaag voor de ingang staan. Het is heel goed bier, maar er steken in Friesland steeds meer ambachtelijke brouwerijtjes de kop op. Dus de spoeling wordt dun, op de markt dan, niet in de bierketels. Om zich te onderscheiden legt Ûs Heit zich nu toe op het maken van whisky (of schrijf je dat als whiskey, op z’n Fries?). die wordt gemaakt van honderd procent mout uit de eigen mouterij en voor het rijpingsproces zijn eikenhouten vaten gebruikt.

Toerisme Luxemburg: van Noord naar Zuid

Van weiland naar stal

Hebben we het lekkerste voor het laatste bewaard? Na de waterwerken van Harlingen slokt het oude Friese land ons op, onder hemelen hoog als bonenstaken. Over stokoude en smalle dijken slingeren we boven het drooggelegde binnenland voort, gelukkig nog net binnen de grenzen van wat onze spijsverteringsorganen kunnen verdragen. We komen geen tegenliggers tegen, want dat kon voor Stevin, met die brede koffers van ’m, nog wel eens penibel worden.

We moeten alleen stilhouden voor een kudde stamboekvee, of zijn dat nou Jerseykoeien, dat van weiland naar stal moet, dwars over de dijk. De boer groet vriendelijk, wij groeten vriendelijk terug.

In Friesland krijgen we een en al vriendelijkheid voorgeschoteld. En een wat stereotiep wereldbeeld: vrouwen staan in de winkel, mannen zitten op de motor, op het land, of ze brouwen whisky.

Vriezen en dooien

Met onze motoren op stal, de laarzen voor het open raam en wat gemakkelijke kleding aangetrokken proeven we even later een glaasje Frysk Hynder-whiskey in de bar van het gezellige Logement 3B waar wij in Sneek de nacht doorbrengen.

Ons afscheidsmaal in Friesland genieten wij in een restaurant… aan het prachtige oude pleintje. Maar wat is er niet prachtig in Friesland? Het spul langs de wegen, op de borden en in de glazen is allemaal top. Het kan vriezen en dooien, maar wij vinden de Friese Elfsmakentocht een prima alternatief voor dat schaatsfestijn.

Download de route: Culinaire motortocht door Friesland

Culinaire motortocht door Friesland

Oranjekoek boven!

Oranjekoek is alles behalve oranje en wordt ook niet op Koningsdag gegeten. De naam komt van de sinaasappelsnippers die de traditionele koek zo lekker maken. Elke bakker in Friesland heeft zijn eigen geheime oranjekoekrecept. De Friese Oranjekoek wordt in verschillende bakkerijen in verschillende Friese plaatsen gebakken. Welke het lekkerste is? Daar zullen we eens een aparte toertocht aan moeten wijden. En dan pakken we alsnog die kibbeling in Stavoren mee.

Informatie Friesland

Michiel van Dam
Michiel van Dam
Michiel van Dams schrijft als freelance redacteur prachtige reisverslagen voor Motor.NL. Reizen die de fervente motorrijder inspireren om erop uit te trekken. Wordt het Slovenië om die prachtige privé-collectie motoren te bekijken? Een rondje bergpassen in de Dolomieten? Of de Nederlandse herberg in de Vogezen, exclusief voor motorrijders?

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen