dinsdag 19 maart 2024

Denemarken: Eilandhoppen

Eilandhoppen? Dat doe je toch in Griekenland? Dat kan, maar voor ons is het in Denemarken minstens zo leuk. Met zon zeventig bewoonde eilanden hebben we keuze genoeg. Laten we de tocht beginnen op Falster om daarna via veerboten, bruggen en dijken nog eens twaalf eilanden aan te tikken.

Tekst en foto’s Hans Avontuur

De veerboot vanuit het Duitse Rostock glijdt de haven van Gedser binnen. Dit is Denemarken, waar de woorden zo lekker losjes klinken en je nog ouderwets met kronen betaalt. Ik rij eiland nummer een op, Falster, en meteen beukt de wind snoeihard op de zijkant van de BMW R1200GS Adventure. Goed vasthouden, stevig gaan zitten en sturen. De GS geeft geen krimp en houdt perfect het spoor.

Over de eilanden twee (Lolland) en drie (Bogø) gaat het binnen een uur bijna ongemerkt naar nummer vier: Møn, dat de motorrijder direct in de armen sluit met golvend terrein en bochtige wegen. Het is er heerlijk doorrijden. Braaf waar de situatie erom vraagt, agressief waar het kan. En voor dat laatste is op mn buiten de dorpen en gehuchten genoeg ruimte.

De navigatie moet me naar de spectaculaire kliffenkust Møns Klint brengen. Hoge krijtrotsen rijzen hier steil op uit zee. Als de zon schijnt, is het water azuurblauw, zoals in de Caribbean. Die mazzel heb ik vandaag niet, maar het uitzicht is er niet minder om. Je kunt er afdalen naar zwarte kiezelstranden om fossielen te zoeken.

Als je geen zin hebt in het traplopen naar zee (en terug! ) bezoek je het fraaie geocenter. Hier gaan bezoekers zeventig miljoen jaar terug in de tijd. Dat gebeurt onder meer in een 3d-bioscoop, met virtual reality en tentoonstellingen met het skelet van een dinosaurus als hoogtepunt.

Kasseien neutraliseren

rijden onder een grijze hemel zijn we in Nederland wel gewend, maar het grijs op de Deense eilanden is anders. Het is licht en helder. Geliefd bij landschapsschilders in de negentiende eeuw. De route voert naar het dorpje Møn. Door de oude stadspoort rij ik er binnen. De vering van de GS kan volle bak aan het werk om het gestuiter op de kasseien te neutraliseren. Na een rondje langs kleurrijke vakwerkhuizen leg ik aan bij Høyers Konditorei voor een grote beker koffie met Deense broodjes. Hoewel het niet warm is, zijn er meer mensen die voor een plekje op het terras kiezen. Zal wel iets met die lichte hemel te maken hebben: vitamine d tanken.

Niet veel later steek ik de brug over naar Sjælland, eiland nummer vijf. De stille westkust brengt me naar Karrebæksminde. In het haventje liggen de boten aan een kade met rokerijen en enkele visrestaurantjes. De vis gaat er van de boot rechtstreeks naar de rokerij en het bord. Een kortere voedselketen is nauwelijks mogelijk.

Aan de overkant van het haventje ligt Enø, eiland nummer zes. Ik rij de brug op en neer om de score af te tikken. De losse sfeer van de Deense eilanden doet zijn werk. Steeds vaker verruil ik de dwingende roze streep van de navigatie  de vooraf geprogrammeerde route voor zomaar een leuk weggetje of aardig dorp. Die roze lijn pik ik later wel weer ergens op. Met dank aan deze tactiek doe ik kleine, onverwachte ontdekkingen, zoals de Holsteinborg en het charmante dorp Skælskør .

Losbandige vrouwen

de kleinschaligheid eindigt ineens bij het industrieterrein van de stad Korsør. Al in de tijd van de Vikingen was dit een plaats van waar de mensen de grote belt overstaken naar het eiland Funen. Tot eind vorige eeuw speelde een veerdienst hierbij een belangrijke rol, niet alleen voor het vervoer van mensen, maar ook voor dat van goederen. Een brug heeft daar in 1998 een einde aan gemaakt. Mooi bouwwerk trouwens. Met € 19, – aan tol is hij pittig geprijsd, maar dan heb je ook wat. Het is prachtig rijden. Halverwege de achttien kilometer lange brug ligt eiland nummer zeven: Sprogø. Dit plukje land diende door de eeuwen heen onder meer als vesting, uitkijkpunt en vuurtorenlocatie. Van 1923 tot 1961 was het een ballingsoord voor losbandige vrouwen…

Terug op de brug heb ik het idee dat ik midden op zee aan het rijden ben. Overal om me heen is water en de kustlijn is niet of nauwelijks zichtbaar. De BMW R1200GS Adventure als amfibievoertuig. Eenmaal aan de overkant op Funen

– eiland nummer acht – , zak ik langs de oostkust omlaag naar mijn slaapplek in Troense. Het wordt een mooi slot van de dag door golvend terrein met vanaf de hoger gelegen plekken telkens uitzicht op zee. Het asfalt klimt, daalt, draait, wendt en keert door groene landerijen. Ideaal terrein om nog even naar de punt van het zadel te schuiven, de laarzen schrap te zetten en gas te geven.

Ik heb de ingegeven route ondertussen weer losgelaten. Zo lang de weg naar het zuiden gaat, is het oké. Op die manier kom ik door piepkleine gehuchten, langs eenzame boerderijen en rij ik uiteindelijk bij toeval pal langs het water. Het is een feest tot aan de deur van Hotel Troense. Daar wacht de hotelbaas me op om de garage aan te wijzen. Daar staat de GS vannacht veilig en droog. O, voor ik het vergeet, Troense bevindt zich op eiland nummer negen: Tåsinge.

Afluisterpost

na een stormachtige nacht is het ‘s ochtends windstil. Als ik het gordijn opzij schuif en uit mijn hotelraam kijk, ligt het water er als een spiegel bij. Stevig ontbijten, bagage in de koffers, navigatie terug in de houder en rijden. Wat een lekker begin! Langs het water naar het Valdemars slot, dat al twaalf generaties in dezelfde familie is. De doorgaande weg gaat er door twee slotpoorten. Mooi.

Na het vaak natte wegdek van gisteren is het nu lekker droog doorrijden. De banden kunnen wat meer op de kanten. Elke bocht is een nieuwe uitdaging. Via eiland nummer tien, Siø, rijd ik eiland nummer elf op: langeland. Volgens mijn routeboek zou dit niet zo bijzonder zijn, maar ik besluit om toch even naar het Koldkrigsmuseum te rijden, een museum over de koude oorlog dus. Het is gevestigd in een voormalige vesting, annex afluisterpost, annex artilleriebatterij. Langeland ligt namelijk nogal strategisch aan de doorgang vanuit de Oostzee naar de Noordzee en de Atlantische oceaan. Vanaf hier werden de russen, het rode gevaar, in de gaten gehouden.

3 x Afstappen

Geocenter Moens Klint
Ook als je dit eigentijdse museum over de geboorte van Denemarken niet vanbinnen bezoekt, doe je jezelf te kort als je er in het zadel blijft zitten. Vanaf de rand van de kliffen heb je uitzicht op een van de spectaculairste landschappen van Denemarken.
www.moensklint.dk

Koldkrigsmuseum
Vanaf deze plek werden tijdens de koude oorlog de russen in de gaten gehouden. Wandelen over het terrein voelt als een James Bond-film uit de jaren zeventig. Tot de hoogtepunten horen de afluisterpost, een onderzeeboot en een MIG 23-straaljager van de vijand!
www.langelandsfortet.dk

Faaborg Arrest
In de voormalige stadsgevangenis van Faaborg kun je jezelf laten opsluiten of gewoon luisteren naar de verhalen van ex-gevangenen. Cellen, luchtplaats, gangen; alles draagt bij aan een wat ongemakkelijke, maar ook onvergetelijke ervaring.
www.ohavsmuseet.dk

Niet alleen het museum is verrassend leuk (bunkers, kanonnen, onderzeeboot, vliegtuigen), ook de weg erheen en terug is fantastisch. Grote bezienswaardigheden zijn er niet, maar het terrein golft op en neer, ander verkeer ontbreekt en regelmatig staat er een vakwerkboerderij mooi te zijn in een leeg land.

In het stadje Rudkøbing stap ik af voor een koffiepauze. Het rondje dorp doe ik daarna op de motor. Net als verderop in Faaborg. Vanuit het zadel kijk ik naar de kleurrijke gevels, het oude hout, de leuke winkels (nauwelijks ketens) en de reclameborden van de plaatselijke bager, slagter en kaffehus.

Tempo omhoog

het is ondertussen zachtjes gaan motregenen. De fijne druppels leggen een sluier over het landschap. De wat mysterieuze sfeer past perfect bij Funen, het eiland van sprookjesschrijver Hans Christian Andersen, bedenker van onder meer Klaas Vaak, Het Lelijke Eendje en De Kleine Zeemeermin.

Ik stuur de GS over nog meer eilanden: Agernæs (nummer twaalf) en Helnæs (nummer dertien). De twee kleine eilanden worden door een lange, smalle dijk met elkaar verbonden. Ik was van plan om het tweetal aan de route toe te voegen en daarna snel weer door te rijden, maar ergens aan de verre horizon staat een vuurtoren. Ach, waarom ook niet? In de modus Road kan het tempo omhoog. Geen mens te zien. Einde van de wereld.

Via Middelfart en het Hindsgavl slot verlaat ik later op de dag het eiland Funen. Deze keer wacht aan de overkant van de brug geen eiland, maar het vasteland: Jutland. Dit stukje Denemarken gaat in het diepste zuiden over in Duitsland. Maar zover is het nog niet. Eerst doorbijten in de stadsdrukte van Kolding, daarna op zoek naar de luwte van het mooie platteland. Laag avondlicht strijkt over de landerijen, waar schapen en koeien grazen. Ik passeer een schilderachtig haventje en een leuk plaatsje waarvan ik vermoed dat het Haderslev is. Dat ik het niet weet, heeft alles te maken met de modus waarin ik zelf terecht ben gekomen. Los en vrij.

Deense hotdogs

als ik de route weer verruil voor een piepklein straatje langs boerderijen en er een foto maak van het landschap, komt er een Bonneville voorbij. Niet uit de succesvolle retrolijn van Triumph, maar uit de geschiedenis: een T120. Alleen dat geluid van het 650-blok al! Het is de eerste andere motor die ik vandaag zie en dat geeft aan dat mijn eindpunt dichterbij komt: Annies Kiosk. Deze eenvoudige kiosk aan de flensborg fjord is een legende onder motorrijders. Voor veel locals is Annies het excuus om s avonds nog even een rondje te rijden, voor anderen is annies kiosk het vertrek- of eindpunt van een lange dagtocht. Hoe dan ook, er is altijd wel iets te doen. En zo niet, dan bekroon je je eigen rit nog altijd met de beste pølser van jutland. Wat? Eh, de beste Deense hotdog. Naamgeefster Annie maakte hier sinds 1966 hotdogs, maar ze is in 2016 overleden. Het was nog even spannend of de kiosk daarna zou blijven bestaan, maar er werd een nieuwe pachter gevonden die ook meteen een nieuwe kiosk liet bouwen. Geen paniek. Het is met liefde voor de historie gedaan, in de kleuren van de laatste Annies.

Met een hotdog achter de kiezen en dertien eilanden op de teller rij ik langs het water op zoek naar een slaapplek. In mijn spiegels gaat de zon langzaam onder.

Reisinformatie

Erheen
De route begint in Gedser, maar kan natuurlijk ook andersom worden gereden. Eind- of vertrekpunt Annies Kiosk ligt op zo’n 600 kilometer vanaf Utrecht. Wie in Gedser wil beginnen, neemt vanuit Rostock de ferry van Scandlines. Deze rederij vaart ook vanuit andere steden naar Denemarken: www.scandlines.com

Overnachten
Tijdens het eilandhoppen sliepen we twee keer bij een hotel van small danish hotels: hotel Troense en Hotel Nenniksgaard; fijne persoonlijke adressen waar de motor in overleg veilig geparkeerd kan worden. De hotels worden in Nederland aangeboden door Denemarken-specialist www.dansk.nl. Grote plus: danks.nl is eigendom van echte motorliefhebbers.

Informatie
www.visitdenmark.nl

DOWNLOAD DE ROUTE ALS TRACK, GPX OF ITN

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen