donderdag 28 maart 2024

Pal langs de Zuiderzee

Wat is nou saaier dan een rondje om het IJsselmeer? Op een mooie dag bijna alles!

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/Zuiderzee.gpx”]

Ja, voor het IJsselmeer moet je echt een zonnige, warme dag afwachten, want dan pas komt het tot leven. Dan is het water niet grauw, maar blauw, hangt er een roomachtig licht, zie je alleen maar mensen die vastbesloten zijn er per motor, fiets of zeilboot een mooie dag van te maken, zonder elkaar tot last te zijn, want er is ruimte genoeg.

We beginnen in Durgerdam, waar alles oud en van hout is. De Oude Taveerne is het eerste café dat je vandaag tegenkomt en nog een van de leukste ook. Na Durgerdam ga je langs de dijk het Water land in. Omdat vroeger de dijken nogal eens doorbraken, is hier een prachtige polder ontstaan. Geen rechttoe rechtaan landschap, maar een slingerdijk met meertjes erachter – de littekens van dijkdoorbraken.

Streng en vriendelijk
Je moet er een klein stukje voor omrijden, maar Marken mag je natuurlijk niet missen bij een rondje IJsselmeer – dat hier kabbelt onder de pseudoniemen Gouwzee en Markermeer. Het voelt alsof hier, ergens in de groene huisjes, tuintjes of nauwe straatjes de kern ligt van wat Holland zo Hollands maakt. Net zo beklemmend als gezellig, even streng als vriendelijk. Opvallend: Italiaans is hier op de menukaarten soms de tweede taal. Marken heeft namelijk een grote reputatie bij Italianen. Geen wonder, want die weten wat mooi is.

Als op Marken de sobere zondagsrust heerst, zijn in het katholieke Volendam de winkels open en de cafés afgeladen vol. Eigenlijk is het alle dagen feest, daar in het vissersdorp. En daarom mag je de Haven het gezelligste dijkje van het hele IJsselmeer noemen.

Edam, dat aan Volendam vastzit, was een van de stadjes die in de 17de eeuw gonsde van de activiteit. Het leefde van internationale scheepvaart, werven, haringvisserij, walvisvaart en kaashandel. Maar toen Amsterdam bijna alles naar zich toe trok, raakte Edam in de versukkeling. Net als bijna alle andere Zuiderzeestadjes. En juist dat maakt ze zo leuk. Omdat de ontwikkeling soms eeuwen heeft stilgestaan, bleef veel in originele staat.

Communistisch regime
We brengen wat schot in de zaak. Eerst knar ren we achter de dijk langs naar Hoorn (leuk) en daarna nemen we de Westfriese Omringdijk. Hier zit je op de mooiste dijk van het hele IJsselmeer, want je rijdt er bovenop in plaats van dat je er tegenaan kijkt. We passeren Enkhuizen (schitterend) en Medemblik (wel aardig) en dan opeens houdt het leven op. Welkom in de Wieringermeer. Kaarsrechte wegen, identieke boerderijen, dooie dorpen. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat Nederland in de vorige eeuw gebukt is gegaan onder een communistisch regime.

Door middel van de Afsluitdijk werd de wilde Zuiderzee in 1932 gesteriliseerd. Zout water werd zoet. Het getijdenverschil en hoge golven verdwenen. En de inpoldering kon beginnen. Na de Afsluitdijk duikt de Zuiderzeeroute achter een hoge dijk en zul je kilometers lang geen water meer zien. De eerste twee grotere plaatsjes die je tegenkomt zijn Makkum en Workum. Allebei zijn ze wereldberoemd om hun aardewerk en dat heeft ook weer alles met de Zuiderzee te maken. De benodigde klei lag hier voor het opscheppen. En de handelsschepen die vanaf Amsterdam de wereld overgingen, hadden ballast nodig voor de stabiliteit. Bij Hindeloopen zie je de ex-Zuiderzee weer.

Zeeschuimers
Dankzij avonturiers, walvisvaarders en andere zeeschuimers kende het ooit grote rijkdom, die je aan de fraaie oude huizen kunt aflezen. Even voorbij Stavoren gaat de route de Roode Klif op, een tien meter hoge keileembult, die bij helder weer van de overkant is te zien. Erbovenop staat het Friese vrijheidsmonument, met de spreuk ‘Leaver dea as slaef’. (Liever dood dan slaaf.)

Serengeti in de polder
De bochtige weggetjes naar Lemmer rijden heer lijk en het sfeervolle centrum van deze waterstad verleidt je tot een langdurig verblijf op een terras aan de Langestreek – een gracht vol plezierjachten. De tijd die je ermee verliest kun je daarna weer inhalen, want direct na Lemmer ga je Flevoland in. En daar hoef je slechts drie keer van het zadel af. Eerst in het levendige en bijzonder vriendelijke Urk, twaalf kilometer daarna bij de andere bult uit de ijstijd: Schokland. Nu is dat een openluchtmuseum met acht bewoners, maar in 1849 leefden er 641 mensen op het Zuiderzee-eiland. De rest van Flevoland is natuurlijk de boze droom van iedere motorrijder. Behalve dan het stukje dat niet van de ambtelijke tekentafel kwam: de Oostvaarders- plassen. Hier kun je soms bijna vanaf de weg wilde dierenkuddes zien rennen alsof je naar de Serengeti kijkt.

Dat is al net zo ongelooflijk als het klinkt. Aan het eind van de route wordt het voor de laatste keer toch nog even echt Zuiderzee als het sfeer volle stadje Muiden verschijnt. Op het terras van Ome Ko geniet je na van een heerlijke dag.

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen