donderdag 28 maart 2024

Waarom heeft iedereen juist nu een armpomp?

Gevoelloze handen, verkrampte vingers en pijnlijke armen. Als je iets in de wegrace niet wilt hebben, is het armpomp. Maar juist 2021 is hard op weg om Het jaar van de Armpomp te worden, met als recente slachtoffers Jack Miller, Iker Lecuona, Fabio Quartararo, Aleix Espargaró, Bo Bendsneyder en Maria Herrera. Een zoektocht naar het waarom.

Zeventien seconden! Het staat in de wegrace bijna gelijk aan negen lichtjaren, maar zoveel sneller ging de MotoGP-race dit jaar op Jerez sneller dan in 2020. Zeventien seconden! Hoe dan? Een uitleg is niet eenvoudig, maar Jerez leent zich zonder twijfel het best om de vooruitgang van de MotoGP samen te vatten want de baan is door de jaren heen gelijk gebleven. Daardoor kent elke coureur het circuit nog beter dan z’n eigen broekzak en de weersomstandigheden zijn bijna altijd identiek: zonnig en lekker warm. In 20 jaar MotoGP is de gemiddelde snelheid gestegen met 8,3 km/u op Jerez. Dat lijkt misschien niet zo bijzonder, maar schijn bedriegt! De 2002 MotoGP race ging over 27 ronden in plaats van 25 ronden in 2021, maar als we de laatste twee rondetijden van 2002-winnaar Rossi eraf halen, dan is het verschil tussen dat jaar en 2021 2 minuten en 19 seconden. Dat betekent dat het MotoGP veld van 2002 dus ruim op een ronde was gereden door Jack Miller. Eerlijkheidshalve: Het technisch reglement, de banden en de ontwikkeling van de motoren heeft in de loop der jaren wel een vlucht genomen. Maar het reglement is ook veel strikter, met bijvoorbeeld de eenheids-ECU. Nog een interessante vergelijking is dat Rossi in 2020 op het podium stond in Jerez. Dit jaar reed de negenvoudig wereldkampioen op de seconde nauwkeurig even lang over zijn race, maar finishte hij slechts als zeventiende. Op zijn 42e gaat hij niet minder snel, nee, de rest gaat steeds sneller! Vooruit, nog eentje dan om te laten zien dat ook de andere klassen steeds harder gaan. In 2013 lag de gemiddelde snelheid van de winnaar in de Moto2 race, Tito Rabat, al hoger dan dat van de 2002 MotoGP-winnaar Valentino Rossi.

Eurocircuit Valkenswaard: de toekomst van ‘een bijzonder stukje grondgebied’

Armpomp

Ieder jaar wordt er dus meer gevraagd van de coureurs. Maar waar houdt het op? Op dit moment vaak door armpomp. Die veelbesproken armpompproblemen worden veroorzaakt wanneer de onderarmspieren door verzuring vol beginnen te lopen. Vergelijk het met wanneer je heel lang aan een rekstok gaat hangen. Dat ga je wel voelen. MotoGP-coureurs hebben tegenwoordig nooit meer rust om de krachtige motoren in bedwang te houden, waardoor de spieren constant onder spanning staan en er verkramping ontstaat. Fysiek perfect afgetraind zijn kan het probleem voorkomen of uitstellen, net als te verkrampt met te veel spanning op de motor zitten. Een andere oplossing is een operatie waarbij er een snee wordt gemaakt in het vlies rondom de desbetreffende spier in de onderarm. In het verleden lieten rijders als Casey Stoner, Jorge Lorenzo en Dani Pedrosa zich al opereren aan armpomp. Dit jaar is het aantal armpompklachten enorm gestegen, waardoor de één na de ander onder het mes gaat. Maar een operatie blijkt niet dé oplossing te zijn. Fabio Quartararo werd in 2019 al geholpen, maar dat bleek niet voldoende want hij moest een zekere winst in Jerez laten schieten door armpomp. Quartararo ging daarom voor Le Mans opnieuw onder het mes. Het is overigens geen exclusief MotoGP-probleem, met Bo Bendsneyder als beste voorbeeld.

Aan de andere kant zijn er natuurlijk ook genoeg coureurs die geen last van armpomp hebben. De bouw van het lichaam is daarbij vooral bepalend, zoals bij onder andere Valentino Rossi. De Italiaan heeft na 25 jaar racen, waarin de motoren enorm zijn veranderd en de krachten toegenomen, nog geen enkel armpompoperatie gehad. Ook in de cross is armpomp trouwens een bekend verschijnsel. Jeffrey Herlings won onlangs na bij zijn rentree na acht maanden gelijk weer een motorcrosswedstrijd. Maar ook hij had er flink last van, maar dat was volgens hem ‘normaal’ na zo’n lange tijd van afwezigheid.

Waarom zoveel sneller?

De armpompklachten zijn duidelijk, net als dat het te maken heeft met de toenemende snelheid. Het motorvermogen en gewicht van de motoren is in twee decennia ook enorm toegenomen. Vergeet ook de remmen niet. Die hebben een enorme evolutie ondergaan, waardoor de G-krachten gigantisch zijn. Wat te denken van de ontwikkeling van banden en aerodynamica voor hogere (bochten)snelheden. Ook zal de huidige coronasituatie geen positieve invloed hebben op het armpompprobleem, omdat rijders minder testmogelijkheden hadden in het voorjaar om zich fysiek klaar te stomen. Ook dit jaar worden de races weer kort achter elkaar afgewerkt en de testen opéén gepropt in een week. Tel daar de stress van het korte 2020-seizoen, het weinig met andere (cross)motoren kunnen testen bij op en het mag duidelijk zijn dat de druk op GP-coureurs nog nooit zo groot was. Ontspannen is haast onmogelijk, goed voorbereiden ook.

Extreme belasting

Maar dan blijft nog de vraag staan waarom de MotoGP-fietsen juist dit jaar zoveel sneller gaan? Marc Márquez lijkt de beste persoon om dat te vragen, omdat hij in de tussenliggende periode aan de kant moest toekijken. Na zijn rentree was hij duidelijk: het ‘holeshot device’ heeft een grote verandering gebracht, niet alleen in de snelheid, maar ook qua mogelijkheden van inhalen tijdens de race. Het holeshot-systeem bestaat al jaren in de cross en wie anders dan Ducati introduceerde het in de MotoGP, in eerste instantie alleen voor de start. Bij het inschakelen van het systeem zakt de voorkant, de achterkant of soms zelfs de hele motorfiets, waardoor je meer power kan genereren bij de start. Ondertussen is het holeshot device zover ontwikkeld, dat het ook gebruikt kan worden bij het uitaccelereren van bochten. De andere fabrikanten hebben niet stilgezeten en monteerden inmiddels ook een holeshot device op hun motoren. ‘Doordat de motor bij gebruik van het systeem constant van hoogte verandert en de power bij het accelereren nog krachtiger wordt, is het in mijn ogen niet gek dat er zoveel armpompblessures zijn op dit moment. Onze onderarmen worden nog meer belast’, aldus Márquez. Door het gebruikt van het holeshot device is de motor bij het uitkomen van de bochten is ook stabieler. Dit heeft volgens de Repsol Honda-coureur voor- en nadelen. ‘Omdat de motor stabieler uit de bocht komt, wordt het nog moeilijker om een rijder te passeren in de daaropvolgende bocht. Het komt daarom de strijd voor het publiek niet ten goede. Aan de andere kant; een stabielere motor is natuurlijk wel veiliger.’

Meer snelheid, meer gevaar

De laatste zin van Márquez is geen woord aan gelogen, alleen betekent een stabielere motor ook dat de coureurs met meer snelheid op de volgende bocht afkomen.

Dat kun je ook zien aan de steeds snellere rondetijden van de GP-mannen en dan liggen gevaren op de loer. Dat de impact van de crashes toeneemt, was in Jerez te zien, waarbij veel rijders en hun motoren na een crash pas na een flinke klap in de luchtkussens tot stilstand kwamen. Ook Mugello heeft z’n beruchte plekken, maar je kunt niet eindeloos circuits blijven aanpassen. Werk aan de winkel dus voor Loris Capirossi en Franco Uncini. Maar de mannen van de Safety Commission staan voor een schier onmogelijke opgave, want de ontwikkelingen volgen elkaar in zo’n verschrikkelijk rap tempo op dat het amper bij te benen is. En succesvolle operaties aan armpomp verhogen de menselijke limieten slechts tijdelijk…

armpomp

Vroeger ging het nog harder!

Wanneer je zou denken dat de snelste Grand Prix ooit in de afgelopen jaren is verreden, dan is dat een foute constatering. De snelste MotoGP race (vanaf 2002) is in 2019 gereden op de Red Bull Ring. Winnaar Andrea Dovizioso reed zijn race met een gemiddelde snelheid van 1’83.283 km/h. Net als de motoren zijn de circuits in de loop van de tijd ook verandert. Nu zitten de circuits vol met bochtencombinaties en chicanes en dat was in het Spa-Francorchamps van de jaren ‘70 iets anders. Gigantische rechte stukken zorgden ervoor dat Barry Sheene in 1977 de allersnelste Grand Prix race ooit op zijn naam kon zetten met een gemiddelde snelheid van 217,370 km/h! Een jaar later reed Johnny Cecotto een kwalificatieronde van 222,362 km/h gemiddeld in België. Het gaat nu dus niet altijd sneller, wel krachtiger. De allerhoogste topsnelheid is wel weer van deze tijd. Deze is gezet door Johann Zarco met zijn Ducati in 2021. Op het rechte stuk van Qatar haalde de Fransman een snelheid van 362,4 km/h. Dat is ruim 100 meter per seconde!

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen