Tijdens de derde bijeenkomst over de invoering van de derde rijbewijsrichtlijn werd duidelijk dat Nederland een bijzondere positie lijkt te gaan kiezen bij de invoering van deze richtlijn. Dit meldt de RAI Vereniging. Een overzicht van CIECA maakte duidelijk dat op basis van de huidige feiten Nederland op twee wezenlijke punten afwijkt van de besluiten uit zeventien andere EU lidstaten.
Het gaat hierbij om de minimum leeftijd waarop men met een bromfiets of scooter mag gaan rijden én om de toekomstige leeftijd waarop men met een lichte motorfiets mag gaan rijden. De minimum leeftijd voor de brommer of scooter (inclusief de snor-varianten) is veertien jaar in Italië, Frankrijk, Letland, Hongarije en Estland. Spanje, Oostenrijk, Zweden, Finland en Litouwen kiezen voor vijftien jaar. Nederland blijft vasthouden aan de grens van zestien jaar, wat ook het geval is in Ierland, Noorwegen, België, Luxemburg en Engeland. Duitsland verlaagt de leeftijd met één jaar naar vijftien jaar.
De leeftijd waarop men na invoering van de richtlijn op een lichte motorfiets (maximaal 125cc en 11kW) of motorscooter mag gaan rijden blijft in tenminste twaalf lidstaten zestien jaar. Hiertoe behoren Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje. Engeland en Ierland kiezen voor zeventien jaar. Nederland lijkt vast te houden aan achttien jaar.
Eugene Daams, secretaris RAI Vereniging Afdeling Gemotoriseerde Tweewielers: “Het is onbegrijpelijk dat geen van de argumenten die we hebben aangedragen serieus wordt besproken en een kans krijgt. Het minste wat gedaan zou kunnen worden is dat men lessen kan gaan volgen vanaf vijftien jaar voor de bromfiets of scooter en vanaf zeventien jaar voor de motor of motorscooter. Dan kunnen cursisten op respectievelijk hun zestiende of achttiende verjaardag direct afrijden.”
“Een derde punt van aandacht is het gegeven dat consumenten na invoering van deze richtlijn drie keer een praktijkexamen moeten afleggen als ze op een motor met wat meer vermogen willen gaan rijden. Hoe kun je het goedpraten dat dit voor motoren wél zou moeten gelden en voor auto’s niet. We mogen onder begeleiding van een niet opgeleide en gekwalificeerde instructeur gaan deelnemen aan het verkeer in een auto met onbeperkt vermogen, maar we moeten wel drie keer een praktijkexamen voor de motor afleggen. Dat is niet uit te leggen en lijkt op een vorm van discriminatie die onacceptabel is!”
Foto: ANP