donderdag 28 maart 2024

De Revival van de Britse motormerken

Sla de motorgeschiedenis er op na en er is geen land dat zoveel motormerken heeft voortgebracht als het Verenigd Koninkrijk – neen, zelfs de Italianen niet. Tegenwoordig zijn er nog een twaalftal in omloop, maar meer dan zestig (!) merken werden onder een laag stof, wanbeheer en moordende concurrentie begraven. Al schijnt er licht aan het einde van de tunnel: enkele Britse motormerken staan sterker dan ooit, en her en der steken doodgewaande grootmachten opnieuw de kop op. Is een renaisance van de Britse merken op til? Wij nemen de meest opmerkelijke comebacks onder de loep.

BSA

BSA – de befaamde  Birmingham Small Arms Company – was ooit de grootste motorfietsfabrikant ter wereld en gooide hoge ogen met onder meer z’n Gold Star, Bantam en Super Rocket. Maar net zoals z’n Britse concurrenten had ook deze grootmacht problemen om in het spoor te blijven van de goedkopere en moderner gebouwde Japanse nieuwkomers op de markt. In 1973 ging het bedrijf over de kop, waarna het werd overgenomen door het vooraf gedoemde Norton-Villiers-Triumph-consortium. Om vervolgens in de vergetelheid te geraken. Eind 2016 kocht de Indiase Mahindra-groep de rechten op BSA via z’n dochteronderneming Yezdi. Niet om in de koelkast te bewaren, want het kondigde meteen aan dat het opnieuw BSA’s zou gaan bouwen. Vijf jaar later was het eindelijk zover: op de Birmingham Motorshow werd de nieuwe BSA Gold Star onthuld, die de 652cc-Rotax-ééncilinder uit de Aprilia Pegaso en BMW F650GS krijgt.

Eigenaar: Mahindra / Yezdi

Productie: Deels in het VK (Birmingham), deels in India

Levensvatbaarheid: Springlevend. Mahindra wil namelijk niet alleen de oude modellen laten reïncarneren, het werkt ook aan een volledig elektrisch gamma. Daarvoor kan Mahindra/BSA rekenen op steun van de Britse regering, die 4,6 miljoen pond in het project pompt. De toekomst is verzekerd.


Na de val van de bijl: het bloedbad van Euro 5

Triumph

Pfieuw, even in een notendop: Triumph’s eerste tekenen van leven dateren al van 1889, al zou het tot 1902 duren voor de eerste Triumph-motor werd gebouwd. Een veelvoud aan TT-overwinningen voor en na de Tweede Wereldoorlog én de voortgezette productie tijdens die donkere bladzijden in de geschiedenis zetten het merk op de rails voor een mooie toekomst. Maar het mocht niet zijn. Door de hevige concurrentie van de opkomende Japanse merken kwam het bedrijf in gevaarlijk vaarwater terecht: een reeks fusies en financiële reddingsboeien (waaronder miljoenen ponden van de Britse belastingbetaler) konden het bedrijf nog overeind houden tijdens de jaren 70. Begin de jaren 80 schold de Britse regering de schulden van het bedrijf zelfs nog kwijt. Vergeefse moeite: de productie werd in 1983 stopgezet. Gelukkig voor Triumph werden alle rechten bij de liquidatie opgekocht door projectontwikkelaar John Bloor. Hij liet Les Harris onder licentie een kleine reeks ‘oude’ Bonnevilles bouwen, terwijl een geheel nieuwe reeks motorfietsen in het geheim werd ontwikkeld in Hinckley. Sinds de onthulling van die nieuwkomers – de naked Trident 750 en 900 Triples, de tourmodellen Trophy 900 Triple en 1200 Four en de sportieve Daytona 750 Triple en 1000 Four  in 1990 – heeft het bedrijf er een steile opmars opzitten en is het anno 2022 levendiger dan ooit.

Eigenaar: Bloor Holdings Limited

Hoofdkwartier: Hinckley, VK

Productie: Zowel in het VK (Hinckley), in Thailand (Chonburi) als in Brazilië (Manaus)

Levensvatbaarheid: Springlevend en populairder dan ooit. Vorig jaar rolde de miljoenste Triumph – een Tiger 900 Rally Pro – van de band. In 2017 smeedde Triumph een deal met Bajaj Auto, de derde grootste motorproducent ter wereld om samen motoren te bouwen, waarvan de eerste gezamenlijke worp onderweg lijkt. Triumph doet het beter dan ooit.


Norton

Deze absolute wereldtopper, die erg succesvol was in de racerij tussen de jaren 30 en 50, stortte in rond het midden van de jaren 70, net als veel van z’n Britse concurrenten. Om vervolgens een duistere reeks doorstarts te maken gedurende de volgende 30 jaar. De rechten van Norton werden anno 2008 gekocht door Stuart Garner, een zakenman uit de Midlands, die al snel een nieuwe versie van Norton’s luchtgekoelde twin aankondigde. Ondanks enkele kinderziektes groeide aanvankelijk de kleinschalige productie en de toenemende internationale verkoop: het bedrijf verkaste naar een groter pand in Donington Hall in 2014, en deed het allesbehalve slecht in de TT’s. Maar Garner had niet bepaald het beste voor met zijn bedrijf, zo bleek enkele jaren later. Het bedrijf ging na een lange reeks wantoestanden failliet in 2020, waarna Garner veroordeeld werd tot een schadevergoeding van 14 miljoen pond – dat bedrag zou hij gestolen hebben van drie pensioenfondsen voor zijn eigen werknemers… In april 2020 nam TVS Motor Company Norton Motorcycles over voor 16 miljoen Britse pond, waarna al snel een verhuizing volgde naar een nieuw en hypermoderne productiefaciliteit en meteen ook enkele nieuwe modellen werden aangekondigd. Voorlopig staan alleen de V4SV en V4CR op de website. Over de Commando 961, de Atlas en de Nomad wordt (voorlopig) met geen woord gerept.

Eigenaar: TVS Motor Company

Hoofdkwartier: Solar Park, Solihull, VK

Productie: Solihull, VK

Levensvatbaarheid: Na een twijfelachtige reeks overnames en aankondigingen rond nieuwe modellen die al dan niet zouden komen, lijkt het met de overname door TVS en met CEO Robert Hentschel wel goed te komen. Maar voorlopig wachten we af op wat komen gaat.


Royal Enfield

120 jaar onafgebroken in productie, da’s een mijlpaal waar je als motorproducent mee kan uitpakken. Nochtans liep niet alles tijdens die periode van een leien dakje. Zoals veel van z’n concurrenten ontstond Royal Enfield uit een heel andere industrietak: van een naaldenfabriek, over een fietsenmakerij en een wapenleverancier tot motorbouwer. Het kan verkeren. Het geluk van deze producent uit Redditch was dat ook de dochteronderneming Enfield India (een partnership met Madras Motors) gedurende de jaren 50 en 60 enorm was gegroeid. Toen de Engelse hoofdfabriek het lastig kreeg onder invloed van de Japanse nieuwkomers – met een sluiting van de vestiging in Redditch in 1967 en de sluiting van de fabriek in Bradford-on-Avon in 1970 – was het over en uit voor het Britse Royal Enfield. Maar in India bleven ze duchtig verder Enfields produceren, waardoor de productie nooit helemaal stilviel. Integendeel, over de jaren steeg de vraag alleen maar. Na een samenwerking met Eicher vanaf 1990, volgde een samensmelting met die (vracht)autobouwer in 1994, waardoor de slagkracht enorm toenam. Getuige daarvan is de overname van framebouwer Harris Performance Products door Royal Enfield in 2015 en de oprichting van een indrukwekkend nieuw technologiecentrum in Leicester in 2017. Daar werkt een 155-koppig team aan de ontwikkeling en het design van de toekomstige RE-modellen.

Eigenaar: Eicher Motors Limited (India)

Hoofdkwartier: Chennai (India)

Productie: Chennai (India)

Levensvatbaarheid: Fris als een hoentje. Het merk is populairder dan ooit – zowel in India als in de rest van de wereld, met veel nieuwe modellen in het verschiet en een verkoop die ook in de Lage Landen beslist niet tegenvalt.


Dot

Mocht de naam Dot Motorcycles je niks zeggen, dan is het je bij dezen vergeven. Nochtans kan het merk pronken met een lange geschiedenis. Sinds z’n oprichting in 1903, en een onverwachte IOM TT-winst in de twin-klasse in 1908, is het bedrijf uit Manchester tot 1984 motoren blijven produceren. Al moest ook deze kranige Brit uiteindelijk het hoofd buigen voor de kwalitatieve massa uit het oosten. Desalniettemin bleef de Dot-fabriek steeds actief op Ellesmere Street in Manchester: het bedrijf produceerde en verkocht tot 2017 een reeks reserveonderdelen voor naoorlogse machines. Net voor de jaarwisseling kwam er heuglijk nieuws rond Dot: het wordt nieuw leven ingeblazen door Anthony en Daniel Keating, Gary Hewitt en Ian Martin. Het viertal slaat de handen in elkaar met TT-racer en tv-ster Guy Martin om een team van ingenieurs bij te staan rond de vormgeving, techniek en tests van nieuwe modellen. Het geeft in één adem mee dat er ook een reeks high-end elektrische motorfietsen op de planning staan. Zoals dat bij Dot altijd al het geval was, rekent ook het nieuwe bestuur van Dot op externe leveranciers voor de motorblokken: voor z’n twee nieuwkomers gaat Dot voor Kawasaki’s 649cc-paralleltwin, die goed is voor 68 pk bij 8.000 tpm en 64 Nm bij 6.700 tpm. Daarmee wil het twee motorfietsen bouwen op hetzelfde platform: de Dot Reed Racer en de Dot Demon.

Eigenaars: Anthony en Daniel Keating, Gary Hewitt en Ian Martin

Hoofdkwartier: Manchester, VK

Productie: Manchester, VK

Levensvatbaarheid: Kleinschalig, maar gaat prat op kwalitatieve onderdelen en bouw. Eerder te beschouwen als boetiekmerk dus, maar zeker kans op interesse en slagen.


Brough Superior

Brough Superior, het geesteskind van George Brough, heeft in z’n relatief korte levensloop (1919 tot 1939) een flinke reputatie opgebouwd. Waarbij de SS100-familie de hoogste ogen gooide: je kon er minstens 100 mph (160 km/u) mee halen, de afwerking stond op een waanzinnig niveau en het prijskaartje was ongekend hoog voor die tijd. Geen wonder dat de Broughs in die tijd het koosnaampje ‘Rolls-Roys van de motorfietsen’ opgespeld kreeg. Naam en faam die alleen maar groeide toen bleek dat TE Lawrence – Lawrence of Arabia – een fervent rijder bleek, al kwam die oorlogsheld ook jammerlijk aan z’n eind, aan boord van een Brough. Bij het begin van de tweede wereldoorlog werd de motorproductie bij Brough Superior stopgezet om krukassen te bouwen voor Rolls Royce Merlin-vliegtuigmotoren – die meteen richting het slagveld op het Europese vasteland mochten vertrekken. Om nadien niet meer heropgestart te worden… Tot 2008: meer dan 70 jaar nadat de laatste originele SS100 in 1939 in Nottingham werd gebouwd, is Brough Superior sinds 2008 weer in productie. De rechten werden in 2008 gekocht door een in Oostenrijk wonende Britse zakenman, Mark Upham. Hij werkte samen met het Franse bedrijf Boxer Design van Thierry Henriette om een volledig nieuwe machine te bouwen als ode aan de originele SS100, die in 2013 op EICMA werd gepresenteerd. In 2018 koopt Henriette de rechten op Brough Superior zelf over en bouwt tot op heden met een klein team verder aan de meest exclusieve motoren ter wereld. Prijskaartjes variëren van 60.000 tot meer dan 100.000 euro. Slik.

Van de Noordkaap naar de Zuidkaap: 30.000 km in het zadel

Eigenaar: Thierry Henriette

Hoofdkwartier: Saint-Jean (Toulouse, Frankrijk)

Productie: Saint-Jean (Toulouse, Frankrijk)

Levensvatbaarheid: De vraag naar hyperexclusieve motoren blijft – als we Ducati’s recente aankondiging rond ‘Ducati Unica’ correct interpreteren – ook in 2022 torenhoog. Dus wie zijn wij om te twijfelen of iemand zes cijfers zou neertellen voor een nieuwe motor? Vorig jaar nog presenteerde Brough Superior z’n nagelnieuwe ‘Lawrence’.


Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen