vrijdag 19 april 2024

Terug naar toen – 1995 – Deel 1

Fileren

Brabander Jan Lemmers is een volbloed Gold Wing-fan, maar hij houdt er een eigen visie op het slagschip van Honda op na. Hij ‘fileert’ ze namelijk het liefst tot naked bike. Al eerder deed hij dat met een GL1000, maar nu ook met een 1500, de kolossale zescilinder. Ter geruststelling: hij gebruikte daarvoor wel een schade-exemplaar. Lemmers ontdoet die GL1500 van alle technische en elektronische snufjes en luxe. Enkele voorbeelden: kuip, koffers, plaatwerk, radio, achteruitversnelling, elektronische regeling van vering en demping en cruisecontrol. Geen simpel klusje trouwens. De demontage kost hem twee maanden, vooral het ontmantelen en inkrimpen van de draadboom is een heidens karwei. Ook de ingewikkelde carburateurs verdwijnen: ‘Inclusief de achttien vacuümslangen die allemaal verbonden zijn met klepjes in het plaatwerk en de elektronica’. Simpele exemplaren van een gewone custom nemen hun plaats in. Al met al verdwijnt er zeventig kilo ‘overbodig materiaal’ van de Gold Wing.

Terug naar toen – 1995 – Deel 2

Lemmers verlaagt ook het rijwielgedeelte en verlengt juist de voorvork. De dummytank maakt plaats voor een verzaagde boiler. Het zadel – het misstaat niet in de hippische sport – is grotendeels zelfbouw. De lange flappen maskeren de afwezigheid van zijpanelen. Vampire-uitlaten vervangen de originele dempers. Geen blèrpijpen trouwens. Grappig is de aanpak van de massieve voorkant en het uitgebreide instrumentarium: die maken plaats voor de koplamp van een Suzuki en een simpel mijlentellertje van een Kawasaki-tweetakt.

Verbouwde Gold Wing – MOTOR 27, 6 juli 1995

Raad een blok

Kijk eens naar de foto. Herken je het blok? Het is duidelijk een eencilinder en gezien de forse carterplaat is er sprake van een crosser of een allroad. Maar ja, daar zijn er nogal wat van. Nou, het is de krachtbron van de Cagiva Canyon 600. Een 601cc-eenpitter met een vermogen van 34 pk bij 6.000 tpm. De Canyon wordt gepresenteerd als funduro. Dus voornamelijk voor gebruik op normale wegen en soms misschien een stukje gras. Crossen door rul zand of over rotsachtige paden zou trouwens echt onverstandig zijn. Want de Cagiva heeft dan wel een dikke metalen plaat ter bescherming van het blok, de kwetsbare oliekoeler daar net boven ligt er open en bloot bij.

Cagiva-blok – MOTOR 46, 16 november 1995

Krijsende remmen

Het merk Münch staat voor exclusiviteit. Grondlegger Friedel Münch begon in 1966 met de inbouw van een 1000cc-blok van een NSU Prinz in een door hem ontworpen rijwielgedeelte. In de loop der jaren groeide de cilinderinhoud naar 1177 en 1370 cc, vervolgens naar 1527 en 1786 cc om te eindigen bij de Titan, die 1996 cc telt. In totaal heeft Münch een kleine vijfhonderd straatmotoren gebouwd.

MOTOR-correspondent Alan Cathcart krijgt de gelegenheid om kennis te maken met de 1600 TTS-E. De E staat voor ‘Einsitzer’. Aan alles zie je het hoge gewicht van de motorfiets af. Die weegt 277 kg, droog welteverstaan. Het blok neemt daarvan honderd kilo voor zijn rekening. De ‘machtige’ motor levert 120 pk bij 7.500 tpm en heeft vier versnellingen. Misschien overbodig om te vertellen: de TTS-E kan zeer schakellui bereden worden.

Alles is indrukwekkend aan de viercilinder. Het blok natuurlijk, maar ook de hoge tank, dubbele stabilisatornokken aan de voorvork en de dubbele trommelrem met luchthappers in het voorwiel. Maar hoe indrukwekkend ook, als haarspeldbochten elkaar snel afwisselen krijgen de remmen het heel moeilijk: ‘De voorste stopper begint te krijsen, daarna valt de achterrem in, en nog enkele bochten verder weigeren beide gewoon alle dienst… in een dikke, stinkende rookwalm!’.

Tekst: Marcus Roggeveen

MOTOR 30/31, 27 juli 1995

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen