vrijdag 29 maart 2024

Toerisme: Westwall/Siegfriedlinie

Op zoek naar de Westwall – Duitsland

Ongeveer 630 kilometer aan drakentanden, mijnenvelden, geulen, bunkers, mitrailleursnesten en loopgraven vormden samen de Westwall – of Siegfriedlinie – langs de Duitse grens met de Benelux en Frankrijk. Bijna tachtig jaar later moet je goed zoeken om nog resten van deze ‘ondoordringbare’ linie terug te vinden.

Onze trip begint niet aan de Zwitserse grens bij Bazel, maar een stuk verder naar het noorden, in Karlsruhe. Een tiental kilometers buiten die stad draaide de Westwall af naar het westen, richting het Saarland en de Eifel. We bevinden ons aan de Duitse kant van de Rijn, vlak buiten het dorp Wintersdorf, bij een oude spoorbrug. Nu is het een weg die Duitsland met Frankrijk verbindt. Een maand nadat Duitsland onverwacht Polen binnenviel, bliezen Franse troepen de brug op om te voorkomen dat Duitsland zomaar Frans grondgebied kon binnenrollen zoals ze in Polen hadden gedaan.

Frankrijk durfde op dat moment namelijk niet aan te vallen, wat tactisch gezien – met de kennis van nu – misschien een fout was. Want terwijl de blitzkrieg door Polen trok, wist Duitsland met een betrekkelijk klein aantal manschappen de westelijke linie te verdedigen tegen een mogelijke interventie van de Fransen. Dat was ingecalculeerd door de Duitse generaals, die rekenden op de afschrikkende werking van de Westwall en zorgde ervoor dat er veel meer troepen aan het Oostfront konden vechten. Een oorlog op twee fronten vechten was iets wat de Duitsers namelijk absoluut niet wilden, nadat dit in de Eerste Wereldoorlog al geen succes bleek.

De Siegfiedlinie, zoals de Westwall door de geallieerde landen werd genoemd, werd als ondoordringbaar geacht zonder veel verliezen te lijden, waardoor de Duitsers lange tijd vrijwel ongestoord hun gang konden gaan om vervolgens – na een verdrag met Rusland – letterlijk aan de slag te gaan in West-Europa. In die zin scharen sommigen de Westwall dan ook als een aanvalswerk in plaats van een verdedigingswerk. Zonder deze linie waren de acties in Oost-Europa waarschijnlijk niet zo vlot gelukt.

Onzichtbaar

Doordat de bunkers voor het overgrote deel ingegraven zijn in het landschap, was de Siegfriedlinie vrijwel onzichtbaar. Zeker nu, nadat de natuur flink wat jaren de tijd heeft gehad om de stellingen als het ware terug te nemen. Het enige dat je in het landschap nog gemakkelijk kan terugvinden zijn de zogenaamde drakentanden: kilometerslange rijen blokken van gewapend beton, die de doorgang van tanks moesten beletten. Voorheen liepen die rijen op de belangrijkste verdedigingspunten zover je kon kijken.

Nu is het anders. Op onze route vanaf Wintersdorf hebben we moeite die blokken vanaf de motor in het landschap te spotten. Vrijwel overal zijn ze verwijderd of bedolven onder een grote hoeveelheid aarde zodat weilanden niet meer opgesplitst zijn. Pas in Steinfeld vinden we de eerste strook, ietwat verstopt achter een rij huizen en geflankeerd door de lokale volkstuintjes.

Na de lunch vervolgen we onze route – speurend naar defensieve linies – en komen we aan in Pirmasens. Hier vinden we tot onze blijdschap een van de weinige musea die gewijd zijn aan de Westwall. Helaas blijven de grote stalen deuren van de oude bunker gesloten, omdat we – tegen onze verwachting in – te laat in het seizoen zijn voor een kijkje erachter.

De wegen worden mooier en mooier als we het Saarland verlaten en in de contreien van Trier aankomen. Niet ver van de Luxemburgse grens passeren we de dorpsgrens van Irrel, waar we halt houden als we een bordje zien dat naar het Westwall Museum verwijst. We volgen een kronkelend weggetje de heuvel op om oog in oog te komen met het zogenaamde ‘Panzerwerk Katzenkopf’, waarin het museum is gevestigd. Of ja, oog in oog staan met wat ervan overgebleven is, nadat de bovenkant in 1947 vakkundig is opgeblazen door Amerikaanse genisten.

De diepte in

Vanaf de heuvel is er een prachtig uitzicht over het dorp en het dal. Een rustiek plaatje dat je op veel plekken in de Eifel kan vinden. Toch geeft het een wat dubbel gevoel als je weet dat hier jaren geleden in het geheim gewerkt werd aan een enorme bunker, die de hoofdweg van Keulen naar Luxemburg-stad moest beschermen tegen vijandige pantservoertuigen. Katzenkopf is een zogenaamde b-werk bunker. Alleen a-werken waren belangrijk. Denk daarbij aan de Wolfsschanze in Oost-Pruisen en de Führerbunker in Berlijn. De bunker bij Irrel heeft muren die op sommige plaatsen tot wel twee meter dik zijn.

Het is tevens vrijwel de enige Westwall-bunker die nog te bezoeken is. Veel bunkers zijn zo vakkundig opgeblazen dat je er pas in zou kunnen komen als je flink wat graafwerkzaamheden zou doen. In de jaren zeventig is Katzenkopf door de lokale brandweer begaanbaar gemaakt door een nieuwe hoofdingang te maken, die een stuk lager zit dan voorheen. Binnen valt gevonden munitie, wapens, maar vooral de structuur en de ingenieuze bouwwijze te bezichtigen. Beneden in de bunker zit bijvoorbeeld een put van 180 meter diep die voor voldoende drinkwater moest zorgen voor de gelegerde militairen.

Bossen vol drakentanden

Na een welverdiende nacht slaap in Hotel Hauer in Bollendorf rijden we verder langs de Luxemburgse grens naar het noorden. Net voorbij Losheimergraben komen we parallel te rijden aan de Belgische grens. Vanaf deze hoofdweg zien we ineens  drakentanden. Zo ver het oog reikt, kunnen we de stroken spotten tussen de velden. Niet moeilijk, want tussen de betonnen blokken kunnen bomen en struiken ongestoord groeien zonder interventie van maaimachine of snoeischaar.

Bij Hollerath duiken we toevallig precies het juiste bospaadje op om een strook van de betonnen blokken te kunnen volgen. Niet ver van hier werd in de winter van 1944 het Ardennenoffensief uitgevochten, een van de laatste grote Duitse aanvalsmanoeuvres in West-Europa. In het bos zien we hoe een van de drakentanden is afgebroken en met fundering en al op de kop terecht is gekomen. Overigens ontdekken we hier voor het eerst ook hoe vernuftig de Duitse ingenieurs waren. Achter de acht rijen ‘tanden’ ligt namelijk een diepe geul. Die ligt er om een tank in te vangen, mocht die het onverhoopt gelukt zijn om over de blokken heen te komen. De kans is groot dat er nog een paar mijnen in gelegd zijn om het af te maken. Reden genoeg voor ons om op onze passen te letten. Nog ieder jaar worden er veel explosieven gevonden in de gebieden waar de Westwall doorheen loopt.

We vervolgen daarom de route en passeren het fabelachtig mooie Monschau. Dat plaatsje lijkt stil te zijn blijven staan in de tijd. Als alle dorpjes er zo uitzagen in de jaren dertig is het goed te verklaren dat de Duitsers zulke intensieve verdedigingswerken hebben aangelegd om het te beschermen. Voorbij Monschau vinden we nog meer drakentanden. Hier en daar is er een paar meter tussenuit gehaald om landbouwvoertuigen doorgang te bieden tussen de aan weerszijden liggen velden.

Opruimen

Wanneer het Ardennenoffensief is afgeslagen, kunnen de geallieerden hun focus weer op Duitsland richten. De eerste keer dat de geallieerde troepen op Duits grondgebied staan, is tijdens operatie Veritable. Deze operatie wordt door Britse troepen net over de grens bij Nijmegen uitgevoerd. Hier zijn de verdedigingswerken van de Westwall namelijk relatief makkelijk te omzeilen. De operatie is succesvol en zorgt dat de geallieerden de noordelijke stroom troepen in een tangbeweging door het Rijnland kunnen sturen. De zuidelijke tangbeweging moest via operatie Grenade komen, waarbij de Roerrivier zou worden overgestoken. Dat lukte uiteindelijk op 23 februari. De genie van de verschillende geallieerde landen kreeg de opdracht om de verdedigingswerken onklaar te maken voor het geval men zich nog moest terugtrekken en de Duitsers alsnog de bunkers konden gebruiken.

Dat gebeurde terwijl de troepen verder trokken en begonnen aan operatie Plunder, waarbij de Rijn werd overgestoken om het Rührgebied in te nemen. Toen dat lukte konden ze de gebroken Westwall definitief achter zich laten. In de jaren daarna werden mijnenvelden geruimd, prikkeldraad verwijderd, bunkers die in de weg stonden verder vernietigd en drakentanden weggehakt waar het nodig was.

Resten zijn er nog genoeg, zoals wij ontdekten, al moet je in veel gebieden erg goed zoeken. De tijd en moeite is het zeker waard, want je komt op verbazingwekkend mooie plekken via verrassend vermakelijke wegen.

Route

DOWNLOAD DE ROUTE

Westwall

Veel van de projecten die het Derde Rijk begon zijn zo groot dat ze al snel alleen in cijfers te vatten zijn. Neem de Westwall. De bouw van deze verdedigingslinie werd vlak na de remilitarisatie van Duitsland – in 1936 – gepland en tussen 1938 en 1940 uitgevoerd. De linie loopt van Bazel bij de Zwitserse grens tot het plaatsje Kleve, net over de grens bij Nijmegen. In totaal is dat zo’n 630 kilometer aan defensieve werken die het gebied tussen de Duitse grens en de Rijn moest afschermen. Ongeveer 15.000 gevechtsstellingen waren er nodig, die gezamenlijk een geschatte 8 miljoen ton cement, 1,2 miljoen ton staal, 20,5 miljoen ton kiezelzand en net geen 950.000 vaste kuub hout zouden kosten.

3 x afstappen

1. Westwall Museum Pirmasens

Aan de rand van het dorpje Pirmasens kun je in het Westwall Museum zien hoe een bunker er van binnen uit ziet. Daarnaast is er binnen en buiten veel materieel van Amerikaanse en Duits troepen te zien. Info: www.westwall-museum.de.

2. Panzerwerk Katzenkopf

In een heuvel bij het plaatsje Irrel zit het Panzerwerk Katzenkopf, dat door vrijwilligers is omgevormd tot museum. Hier leer je erg veel over de bunkerbouw van de Duitsers, maar misschien nog wel meer over hoe het leven in de bunker voor de soldaten moet zijn geweest. Indrukwekkend zijn de verschillende soorten munitie die diep onder de grond zijn uitgestald. Info: https://www.westwallmuseum-irrel.de/nl/.

3. Monschau

Even niet met oorlogsvoering bezig zijn? Dat kan in Monschau. Dit dorp op de grens van België en Duitsland lijkt in de tijd stil te zijn blijven staan door de authentieke huisjes, die bijna idyllisch langs de oevers van de Roer zijn gebouwd. Aan vrijwel niets is te merken dat er ooit een allesvernietigende oorlog werd gevoerd in de omliggende bossen van dit historische plaatsje.

Reisinformatie

Erheen

Van noord naar zuid of liever andersom? Dat is eigenlijk de vraag die je je moet stellen. Vanaf Kleve, net over de grens van Nijmegen, zou je helemaal naar Bazel kunnen rijden in het spoor van de linie. De meeste resten vind je echter tussen Aachen en Saarbrücken.

Overnachten

Zou je de route helemaal volgen, dan kom je door mooie motorgebieden en dus ook langs veel motorhotels. Van alles wat! Wij parkeerden onze motoren in de garage van Hotel Hauer in Bollendorf. Goed eten, lekker biertje en gastvrij personeel – met kennis van motorroutes in de buurt – dat meedenkt. Ook in Karlsruhe hingen we onze helm op. In het Leonardo Hotel om precies te zijn. Helaas moesten de motoren daar buiten de nacht spenderen. Voordelig was het dat je op loopafstand van het prachtige stadscentrum bent.

Informatie

Interessante websites:

www.hotel-hauer.de

www.leonardo-hotels.nl/leonardo-hotel-karlsruhe

www.tracesofwar.com/themes/4739/Overview-fortifications-Westwall

Tekst: Tom van Appeldoorn
Fotografie: Jacco van de Kuilen

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen