Ik was bij Triumph-dealer BMC te Assenede, liep wat rond door de showroom, en ineens viel m’n oog op de Icon-uitvoering van de Speedmaster. Dat is een cruiser van 78 pk, een rustige motor, mogelijk geschikt om ermee m’n motorcarrière te eindigen. Hij heeft een breed stuur, een goeie zit en duozit, weegt niet overdreven veel voor dat soort machine, en beschikt over forward controls. Weten jullie dat zijn, forward controls? Want let op, niet iedereen weet dat. Ik zei tegen m’n tante Sonja: ‘Tante, ik denk eraan om de Speedmaster te kopen, een cruiser met forward controls.’ ‘Ik weet totaal niet wat je zegt, zei ze. ‘Je kent toch een cruiser?’ vroeg ik. ‘Nog nooit van gehoord,’ zei ze. ‘En van forward controls allicht ook niet?’ zei ik. ‘Al beten ze in m’n kont, ik zou ze nog niet kennen,’ zei tante Sonja. Ik bedoel, als je motor forward controls heeft, zit je kaarsrecht in het zadel en moet je je benen enigszins strekken om de versnellingspook en de achterrem te bedienen. Maar goed, ik mag dan wel gecharmeerd zijn door de Speedmaster, eigenlijk zou het zonde zijn om m’n Street Triple en m’n Speed Twin Breitling weg te doen. Drie motoren bezitten, dat zou van het goede te veel zijn, plus, ik heb geen plaats in de garage om een derde motor te stallen.
Herman Brusselmans: ‘Een motor bezitten, allemaal goed en wel, maar waar moet je hem stallen?’
Daar komt nog ‘ns bij dat ik ook zinnens ben om een 50 cc brommer of scooter te kopen, waar ik een kinderzit op zou laten installeren, teneinde m’n zoontje Roman vanaf september naar school te brengen. Wat echter te doen als de regen met bakken naar beneden valt? Daarom kwam er iets bij me op waarvan ik dacht dat het nooit bij me op zou komen: ik koop een auto. De kwestie is dat m’n vriendin geen rijbewijs heeft en dat het in mijn geval 35 jaar geleden is dat ik nog met de auto heb gereden. Voor die tijd reed ik wel ‘ns, en smakte ik dan tegen een muur of een telefoonpaal, te wijten aan m’n alcoholisme. Ik stopte in 1993 met drinken, maar nam het autorijden toch niet weer op, omdat ik ondertussen een full time motorrijder was geworden. Doch thans zou ik een auto wel kunnen gebruiken, niet alleen om Roman droog en veilig mee naar school te brengen, maar ook om met hem, en m’n vriendin, en onze hond, tochtjes te ondernemen naar dorpen of steden waar we wat zouden kunnen beleven, niet alleen in Vlaanderen, maar ook in Nederland, bij voorbeeld Spijkenisse, Woudrichem, of Zaandam. Met name in Zaandam heb je het Museum voor Negentiende Eeuws Speelgoed, en dat zou Roman wel ‘ns kunnen interesseren. Oké, een auto, maar welke auto? Hij moet ruim genoeg zijn, maar niet te groot, snel genoeg, maar geen vliegmachine, mooi genoeg maar niet per se een absolute eyecatcher, en beschikkend over een prima stel ruitenwissers, voor als het regent, dan komen die goed van pas. Op den duur kwam ik, via internet, uit op de Ford Puma. Leuk wagentje, en ook helemaal niet duur. Morgen ga ik een testrit doen. Ik rijd op m’n motor naar de Ford-dealer, kruip daar in de Puma, ga de baan op, en ondervind waarschijnlijk de nadelen van 35 jaar niet meer met een auto gereden te hebben. Hopelijk ram ik derhalve geen andere auto, of rijd ik niet van de weg de sloot in, of maai ik geen kind van het zebrapad. Ik twijfel ineens. Zou ik wel een auto kopen? Zou ik niet beter gewoon een full time motorrijder blijven? M’n gezin en ik kunnen toch ook met de trein naar Zaandam? En wat de Speedmaster betreft: die zal op z’n minst nog even moeten wachten.