In het verre oosten van de Lage Landen ligt een gebied waar motorrijders graag toeren. Er is cultuur in de vorm van kastelen en fraaie stadjes. En er is natuur. Heel veel natuur. Verlaten landweggetjes slingeren er door bossen en heuveltjes en langs wateren, weilanden en moerassen. Het is er altijd goed toeren. Welkom in de Achterhoek.
Hotel de Lindeboom ligt strategisch aan de oude rijksweg die Zutphen met het Duitse Ruhrgebied verbond. Op een oude foto is dat nog een smalle, onverharde weg. Nu ligt er bermbreed asfalt. Na een luttel aantal kilometers is de motor op bedrijfstemperatuur en sla ik van de N319 af om me in het labyrint van Achterhoekse binnenwegen zoek te rijden. De Italiaanse Meren worden de voormalige leemputten genoemd, waar rond 1900 de grondstof voor bakstenen uit werd geschept. Nu is het de naam van een vakantiepark. Om in mediterrane sferen te blijven rijd ik zelfs aan een wijngaard voorbij.
Toertocht de Noordkaap van Nederland: voor het donker weer thuis
Bij een glaasje wijn hoort een stukje kaas en daarvoor zorgt een aantal boerderijen, tevens mini-campings. Toerisme is belangrijk in deze ooit zo afgelegen streek. Stukjes bos en weilanden wisselen elkaar af. De route slingert langs de Nederlands-Duitse grens, nu eens knus door een bomenlaan als in Toscane, dan weer met puur-Nederlandse vergezichten over weilanden. ‘Geen doorgaande verharding’ waarschuwt een bord in de berm, maar het onverharde pad is ook zonder allroad-monster goed berijdbaar. Op de grens staat de rood-witte slagboom werkeloos open. Hier loopt het Kommiezenpad, genoemd naar de douaniers die hier patrouilleerden tegen smokkelaars, totdat grenscontroles in 1995 werden opgeheven.
Verderop staat op een kruising in het Woold een monument in het bos ter herinnering aan de gevechten die hier tachtig jaar geleden plaatsvonden. Tijdens de bevrijding van de Achterhoek stuitten Britse en Canadese troepen op taai Duits verzet. Op 30 maart 1945 vond de ‘Tankslag van Woold’ plaats, waarbij de Duitsers tien geallieerde tanks uitschakelden met hun antitankgeschut en Panzerfäuste. Op die dag sneuvelden negen geallieerden en zestien Duitse soldaten, waarvan er zeven minderjarig waren. Nu kwinkeleren vogels in de bomen en ruist de wind door de takken.
Silo Art Achterhoek
De Triumph bromt tevreden voort naar Bredevoort. Deze vesting ontstond in de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjolen, maar ademt tegenwoordig een sfeer van pais en vree uit. Bredevoort heeft de titel Boekenstad vanwege de antiquariaten en tweedehandsboekwinkels langs de weg. Op het centrale plein staat tussen een bierbrouwerij en een paar herbergen het standbeeldje van Hendrickje Stoffels. Zij trok na de dood van haar vader in 1646 naar Amsterdam, waar ze ging werken als dienstmeisje bij de schilder Rembrandt van Rijn. Ze werd zijn vrouw en het echtpaar kreeg het dochtertje Cornelia. In 1663 stierf Hendrickje, waarschijnlijk aan de pest. Maar nu staat ze fier en ferm op het plein ’t Zand. Bredevoort pronkt verder nog met de oude vestingwal en de ambachtelijke graanmolen Prins van Oranje. Bredevoort is de Achterhoek in een notendop: de tradities worden er gekoesterd en er is voor elk wat wils te beleven.
Wie Achterhoek zegt, zegt coulisselandschap. Daarin wisselen kabbelende beekjes, bos, essen, molens, boerenhoeves, weilanden en houtwallen elkaar af als op een lappendeken. En daar hebben de boeren een duidelijk zichtbare stempel op gedrukt. Ook met hun silo’s natuurlijk, die als torens uit het Achterhoekse landschap oprijzen. Die agrarische objecten worden meestal als lelijk bestempeld, maar zijn nu tot kunst verheven door het project Silo Art Achterhoek. De tien locaties worden gepromoot ter meerdere glorie van de Achterhoek. Als fietsroutes natuurlijk, maar verrassend genoeg is er ook een autoroute van gemaakt, die ik moeiteloos over mijn motorroute kan leggen om die nóg gevarieerder te maken.
De kunstzuil van Aalten beeldt torenhoog vier verschillende generaties Achterhoekers uit op het erf van boerderij ’t Westendorp van de familie Ruesink. Alle tien kunstwerken zijn gratis te zien en ook hier mag ik gewoon het erf oprijden. Ook bij ’t Moezeköttel in Asbroek geniet ik het vertrouwen. Er is niemand om mij een kaartje te verkopen of in de gaten te houden. Een kopje koffie met koek mag ik zelf in het keukentje pakken, wil ik het geld daarvoor in een doosje doen? Zo kan ik op mijn gemak de noodwoning bekijken die hier, als op meer plaatsen in De Achterhoek, na de Tweede Wereldoorlog was neergezet. ’t Ziet er best gezellig uit, met eigen waterpomp en kolenkachel, hele volksstammen zouden met zo’n woning anno 2025 nog heel blij zijn.

Grootste waterburcht
In het westen wordt De Achterhoek begrensd door de Oude IJssel. Hier staan veel statige gebouwen, zoals kasteel Huis Bergh in ’s Heerenbergh. Het Duitse Emmerich am Rhein is maar een kattensprong verwijderd, de Heeren van Bergh deden er dus goed aan om hier een vesting te bouwen. Een van de grootste waterburchten van Nederland is inclusief omringende gebouwen, huizen en straten piekfijn gerestaureerd. Ook oud en eerbiedwaardig is de molen van Zeddam. Op een bovenmaatse molshoop schittert de enige nog werkende middeleeuwse torenmolen van Nederland en ook nog eens een van de oudste gemetselde molens van West-Europa, voor het eerst genoemd in 1451. Heel wat cultuur dus, in dit deel van De Achterhoek.
Ergens tussen Doesburg en Laag-Keppel steek ik de Oude IJssel over. Ik pik bij Olburgen een bocht in de échte IJssel mee en rijd daarna met de IJsseldijk op de horizon vanaf Rha door het open agrarische land met hier en daar een boerderij of een windmolen. De Molenstraat brengt me vervolgens in Bronkhorst. Je hebt Bronkhorst en Bronckhorst, die namen staan op de kaart dicht bij elkaar. Dat zit zo: de gemeente Bronckhorst telt 44 kernen, waaronder Bronkhorst. Het kleinste stadje van Nederland ontstond rond het jaar 1000 als een versterkte boerennederzetting bij een kasteel. Het kasteel is verdwenen, maar de Anton Pieckachtige huisjes onder statige bomen zijn anno 2025 een ware toeristenmagneet. Maar de bewoners zijn niet dol op motorrijders, bellen zelfs met de redactie als we weer eens een route door het centrum laten lopen. De motorbanden roffelen dus snel, maar rustig, over kasseien Bronkhorst weer uit.
Met de IJssel in de rug rollen uitgestrekte landerijen voorbij waarop boeren een variatie aan landbouwgewassen telen. Verlaten wegen zoals de Kuilenburgerstraat slingeren door het zo typerende Nederlandse landschap. Ik kriskras oostwaarts over de Grote Beek en pak dan de N330 om het volgende waypoint op de route te bereiken.
Wie Achterhoek zegt, zegt Normaal. En wie Normaal zegt, zegt De Tol. Dit café was de stamkroeg van de band die de Achterhoek wereldberoemd in Nederland maakte – en niet alleen bij motorrijders.
In Bekveld staat op de silo van boerderij Feltsigt een afbeelding met een kip, varken, pauw, wortel en aardbeien erop. Die prent zou ik niet zo een-twee-drie op m’n benzinetank laten zetten. Maar hij verbeeldt wel mooi een stuk van het Achterhoek-mozaïek. En die is altijd goed.
TankTasTocht #3 De Linge, Gelderland/Utrecht: Langs de Amazone van de Lage Landen
Lege wegen, veel natuur
In Lochem staan aan het Twentekanaal de opslagsilo’s van Op- & Overslag Coöperatie Oost Nederland (OOCON). Over maar liefst 1.300 m2 plakt daar de Silo Art-afbeelding op met het thema ‘Verbonden’. En daarbij gaat het in de Achterhoek natuurlijk om: verbinding tussen mensen, het veelgeroemde naoberschap, maar ook over verbondenheid met de natuur en de landbouw.
Het kunstwerk wordt maar langzaam kleiner in de spiegels. En daar is de volgende highlight alweer. De Lochemse Berg is een van de mooiste natuurgebieden van de Achterhoek. Het hoogste punt ervan is 35 meter hoger dan de omgeving, met restanten van een schans uit de Tachtigjarige Oorlog erop. Daar omheen liggen prachtige bossen van dennenbomen en beuken.
Beltrum is bekend dankzij het jaarlijkse bloemencorso, vanwege de dahlia-velden rond het kerkdorp. Beltrum heeft nóg een historische trekpleister: de grootste klompenfabriek van de wereld. Haarlo, Groenlo en Meddo rijgen zich met slingerwegen aan de route, die nu weer door het oosten van de Achterhoek loopt. De cultuurschatten in het westen had ik niet uit de route willen laten. Maar het stuk rond Winterswijk, aan drie kanten ingeklemd door de Duitse grens, is het mooiste wat motorrijden betreft. Lege wegen, veel natuur.
De bodemopbouw rond Winterswijk is geologisch gezien het rijkste stukje van Nederland. Het gebied wordt daardoor ook wel de mozaïekvloer van Nederland genoemd. De steengroeve bij Ratum is al bijna een eeuw lang in gebruik. Door de kalksteenwinning zijn de honderden miljoenen jaren oude aardlagen duidelijk zichtbaar in de wanden van de groeve waar ook veel fossielen zijn gevonden. Zo ver hoef ik niet terug in de tijd om me bij Hotel de Lindeboom weer in de sfeer van mijn jeugd te wanen. Na een laatste blik op de silokunst van de steengroeve is het tijd voor een goed gedekte tafel. Dat zit in de Achterhoek ook altijd goed.
Foto’s: Michiel van Dam
Reisinfo
Slapen en eten in Achterhoekse stijl
De familie Stemerdink runt al sinds 1871 hotel De Lindeboom aan de rijksweg van Winterswijk naar Duitsland. De Lindeboom is een traditionele herberg waar in typisch Achterhoekse stijl het goede van het verleden behouden is. Noem het retro, noem het seventies; de inrichting ademt de fijne sfeer van weleer uit; www.hoteldelindeboom.com.
Adressen
• Stichting Achterhoek Toerisme: www.achterhoek.nl
• Silo Art-routes in de Achterhoek: www.siloarttourachterhoek.nl
Download de route TankTasTocht #5 Gelderland
