Zelfs de wegen van en naar de mooie routes zijn mooie
routes. Duivels mooi, zelfs. En de Motorrad-Club Todtnau e.V. liet ons de
allermooiste zien.
Niek van der Heijden
Het gebied hoort bij het Zwarte Woud, vanouds een
motormekka. Dit stukje Duitsland ligt vol met mooie bochten, dito vergezichten,
legendarische wegen. Dat zie je terug aan het aantal motortoeristen dat er rond
rijdt. Geen nood, het gebied is groot genoeg. Alleen voor sommige
motorhooligans uit Zwitserland die de pakkans in eigen land te hoog vinden,
blijkt het wat klein: in de twee dagen dat we hier rondreden, zagen we ...
Zelfs de wegen van en naar de mooie routes zijn mooie
routes. Duivels mooi, zelfs. En de Motorrad-Club Todtnau e.V. liet ons de
allermooiste zien.
Niek van der Heijden
Het gebied hoort bij het Zwarte Woud, vanouds een
motormekka. Dit stukje Duitsland ligt vol met mooie bochten, dito vergezichten,
legendarische wegen. Dat zie je terug aan het aantal motortoeristen dat er rond
rijdt. Geen nood, het gebied is groot genoeg. Alleen voor sommige
motorhooligans uit Zwitserland die de pakkans in eigen land te hoog vinden,
blijkt het wat klein: in de twee dagen dat we hier rondreden, zagen we er twee
aan de kant van de weg liggen… Een duidelijke waarschuwing dat je hier wel
degelijk aan het bergrijden bent op de openbare weg, en niet op het circuit.
Het is niet voor niets dat Goethe in deze omgeving, in Staufen om precies te
zijn, dr. Faust zijn ziel aan Mephisto liet verkopen. Dit paradijselijke
landschap heeft duidelijk twee kanten, en die krijgen we in ons lange weekend
allebei te zien.
Hirschen
Elke tweede horeca-gelegenheid in dit gebied heeft Hirsch
(hert) in zijn naam. Wij slapen heerlijk in Gasthaus Hirschen, dat ligt in
Todtnau-Brandenburg, door een paar fraaie bochten verbonden met Todtnau zelf.
Lekker wakker worden zo. We – mijn motormaat Sjoerd op zijn Vulcan 1500 Classic
en ik op een Norge - hadden onze heenweg nodeloos lang gemaakt door te proberen
via uitsluitend landelijke weggetjes van Gouda naar het Zwarte Woud te rijden,
en daarna werden we ook nog gastvrij ontvangen in de Pfeffermühle, het
stamlokaal in Todtnau waar de club regelmatig verblijft. De waard is een
Engelse biker van de zwaar getattoode variant die luistert naar de naam Andy,
en er hangt een onmiskenbare motorsfeer, die je dus aan de naam niet afleest.
De clubleden zelf passen naadloos in Promotor: OSM, ons soort motorrijders.
Het verzamelpunt voor de club lag bij zo’n mooie
Schwarzwalder boerderij. Je verwacht elk moment een dirndl met taart, en een
paarsbonte koe op zo’n plekje. Maar dit is geen decor, dat hout is niet
gebruikt omdat het zo leuk op de foto gaat. En de mannen – plus één dame – om
ons heen zijn hier thuis.
Koetjes
Max Kröger, die naast prominent clublid ook nog eens van de
VVV is, belooft ons veel bochten, tijd om foto’s te maken, en fraaie
landschappen. En hij blijkt op zijn 1150 GS ook nog eens prima te kunnen
sturen. Als hij voor ons uit gaat slingeren, wil ik eigenlijk elk moment wel
stoppen voor foto’s, zo fraai is het hier. ‘Liefelijk’ borrelt naar boven, maar
het is daar eigenlijk net te groot voor. Bij het eerste uitkijkpunt stopt Max,
en dus iedereen. Hij wijst op de koeien die het landschap stofferen. En die
verhouden zich tot onze koeien als de bergen om ons heen zich verhouden tot de
Alpen. Koetjes voor op bergjes. Sjoerd – zelf twee meter en een meter
breed/diep – blijkt onmiddellijk een verstehensrelatie met de diertjes te
hebben; ze eten uit zijn hand en zijn helemaal niet bang voor deze reus. Het
landschap vervult me met diepe tevredenheid; zo moet onze lieve heer het
bedoeld hebben, toen hij het Zwarte Woud bedacht. We slingeren door. Naar het
volgende uitkijkpunt, waar je het beschermde natuurgebied de Gletscherkessel
Präg kan overzien. Genoemd naar de zes gletschers die hier ooit bij elkaar
kwamen. Het ijs was hier en daar een halve kilometer dik…
Blérpijp
Het prachtige uitzicht wordt nu gedomineerd door een
blérpijp, die met gemak het dal met herrie vult. Beneden ons zien we de
Rennweg, één van de redenen waarom zoveel Zwitsers hier komen motorrijden,
terwijl ze toch zelf ook niet echt om bergweggetjes verlegen zitten. ‘De
Rennweg is een dodenweg geworden’, somberen onze toergenoten. Jammer, want als
we hem later zelf rijden blijkt dat hij zijn naam niet ten onrechte heeft. Over
zijn reputatie kan ik niet oordelen, bij ons ging alles goed. Wat een bochten,
wat is dit lekker sturen! Ook met de demper nog in je uitlaat. De Guzzi gorgelt
en bromt onder me dat het een lieve lust is, maar wel in het nette.
We stoppen bij Gasthof Hirschen in Präg, waar ik de
lekkerste gebakken lever sinds jaren krijg voorgeschoteld. Heerlijk buiten
eten, onder de parasol. Je zou hier aan een middagdutje gaan denken, maar Max –
toch wat opgejaagd door alle fotostops – vertelt dat we nu langs de snelle
route naar Staufen gaan. Want daar wacht Mephisto op ons.
Hoogmoed
Dr. Faust woonde in de middeleeuwen in Staufen, waar hij
zijn werk uitzonderlijk goed scheen te doen. Goethe maakte gebruik van de
mythevorming rond de man, door hem in zijn Faust te beschrijven als slachtoffer
van de duivel, Mephisto. Die wedde met God dat hij iedereen, maar dan ook
iedereen kon overhalen een pact met hem te sluiten. En in Faust, die graag
beter wilde zijn dan iedereen, vond hij een willig slachtoffer. Dat liep
natuurlijk slecht af, voor de hoogmoedige dokter.
Cantharellen
Faust loopt nog steeds rond in Staufen, als een oud, gebogen
en zielig mannetje. Dat soms ineens verandert in Mephisto, die het stadje
verklaart volgens de duivelse principes: auto’s en motorfietsen zijn goed, want
die vervuilen, de kerk bezorgt hem angstgevoelens, in tegenstelling tot
vreemdgaande stadgenoten, die weer zijn volledige steun genieten. Je kunt als
toerist inschrijven op zijn rondleiding, die eindigt met een toneelspel, waarin
hij de deelnemers verleidt om mee te acteren. Geweldig leuk, deze
Mephisto-vertolker blijkt zich uitmuntend ingeleefd te hebben. Misschien heeft
hij ook wel een pact met de duivel gesloten…
De zon schijnt op de haarspeldbochten, als we naar Todtnau
terugrijden. Een pittige rit, met de nodige fraaie landschappen. In ons hotel
genieten we van de heerlijkste cantharellen, en we praten na met Felix en
Martin, twee van onze toergenoten van die dag. De eerste een echte
motortoerist, die graag samen met zijn vrouw op zijn ST1100 het Zwarte Woud
doorkruist. Zijn motorverleden begon al in de jaren zeventig, de tijd van de
Rockers. Martin is iets jonger; hij begon in ’79 en reed jarenlang alleen
motor, geen auto. Alles wat dankzij een verbrandingsmotor loopt – en stinkt –
heeft zijn warme belangstelling, maar open voertuigen voeren daarin toch de
boventoon. Sinds ’83 rijdt hij op zijn Ducati Darmah, en inmiddels heeft hij
daar de kinderziektes wel uitgesleuteld…
Rodelen
De dag begint bij een Rodelbaan voor in de zomer, in het
hart van Todtnau. Ik voel er weinig voor om mezelf meteen wagenziek te maken –
daar ben ik erg gevoelig voor. Sjoerd en de rest laten zich deze gratis rit
niet ontnemen, en ik klim langs de naastgelegen mountainbikebaan naar een punt
waar ik goed kan fotograferen. Dat lukt, en beneden zie ik het gezelschap weer.
Dat mountainbiken, daar moet je ook ballen voor hebben: die gasten storten naar
beneden langs een helling waar ik handen en voeten nodig heb. Indrukwekkend,
hoor.
Wij bestijgen onze eigen bikes, om een uurtje of twee door
allerlei vrij nauwe holle weggetjes te gaan rijden. Er komt niet veel zonlicht
op de weg, maar waar het even iets breder is, kunnen we een groepsfoto maken.
Hoort er bij, bij zo’n trip. De lunch in Dachsberg brengt forel, ook al iets wat
ze hier in de omgeving kunnen vangen. En hij smaakt wederom fantastisch, ook
culinair is het hier bijzonder. Toch heb ik nog nergens Schwarzwalder
Kirschtorte gescoord, daar moeten we nog wat aan doen. Tot nog toe was het meer
Hirsch dan Kirsch.
Sankt Blasien
De duivelse verleiding van gisteren wordt meer dan
goedgemaakt door de Dom van Sankt Blasien. Van buiten een mooi gebouw, van
binnen een prachtige witte koepel die alleen door zijn uitstraling je al in een
spirituele sfeer brengt. Soms heb je dat, ook bij mooie beeldhouwwerken: die
zijn zo in balans dat ze je ontroeren. Dat doet deze kerk ook met mij. Diep
onder de indruk leg ik mijn hoofd op de middenstip. Die zie je vaker in kerken
met een koepel, om aan te geven waar precies de bol van de koepel de grond zou
raken, als hij geen halve bol was geweest. Ik leg mijn hoofd daar om een foto
van de koepel te kunnen maken, maar mijn toch niet echt kinderachtige
groothoeklens kan het allemaal niet bevatten. Net als mijn denkraam. Evengoed
zie ik in de zoeker een fraai beeld. Duitse barok op zijn best. De kerk vormt
helemaal een mooi geheel, met prachtige details, die wat frivoler aandoen dan
de rest van de kerk. De engeltjes bij het orgel, bijvoorbeeld. We krijgen een
rondleiding van Emil en Amy, die ook meerijden met de groep. Zij weten veel van
de Dom, maar mijn geest wordt toch vooral steeds in beslag genomen door de
visuele aspecten van de sleutelgatvormige kerk. Aanpalend aan de ronde ruimte
vind je kapellen, stilteruimtes en dergelijke. Allemaal duidelijk nog volop in
gebruik voor meditatie en religie.
Aangeraakt door een andere werkelijkheid stap ik weer naar
buiten. Ik zou nog wel een uurtje door willen fotograferen. Vreemd eigenlijk,
als zo’n gebouw mij raakt, wil ik daar een visuele draai aan geven. Terwijl ik
toch met de pen mijn brood verdien… Hoe dan ook, de Dom is de moeite van een
bezoek waard, ik zal er zeker nog eens terug komen.
FF blazen
Samen met Martin verlaat ik St. Blasien, even niet
opgehouden door de groep. Een Duc is een Duc en een Guzzi een Guzzi. We rijden
even lekker door… Bij een stuwdam, net buiten de stad, klimmen we op het talud
voor een goede fotolocatie. Veel toeristen hier, en ook een biker op een
bizarre Harley-ratbike. Wij vervolgen met de groep onze weg. En raken vervolgens
een deel van de groep kwijt, als ik een heel fotogenieke herder met schapen in
de wei zie. Rolf Höfler, geflankeerd door twee Duitse Herders, vertelt me met
enige trots dat hij en zijn kudde voorrang hebben op motorrijders. Een aardige
ouwe baas, duidelijk vergroeid met zijn werk en zijn umgebung…
We rijden met een kleiner clubje verder. Tot mijn verbazing
zie ik op een gegeven moment borden langs de weg: Felsberg, 1127 meter.
Kennelijk zijn we een pas aan het rijden. En aan de andere kant gaat het ook lekker
naar beneden. De rit eindigt op het dorpsplein van Todtnau, onder het zicht van
het rustieke kerkje. De pullen bier laten er geen twijfel over bestaan waar we
zijn. En ik raak aan de praat met Hans-Georg. Afkomstig uit het Ruhrgebied,
alleen reizend op zijn fraaie BMW met zijspan, en een duidelijke stamgast bij
de Todtnauer motorclub. Begrijpelijk, je rijdt daar heerlijk. En de mensen zijn
allerhartelijkst. Volgende keer kom ik hier een weekje. Met mijn zoon, die dan
hopelijk ook een rijbewijs en een motor heeft. Kan ik’m leren bergrijden…
[sgpx gpx="/wp-content/uploads/gpx/TRK-Todtnau.GPX"]
Doorgaan met lezen?
Om verder te lezen heb je een abonnement nodig. Heb je die al? Dan kun je
hier inloggen.
Wil je graag toegang? Kies dan één van onze abonnementen, dat kan al vanaf €2,99 per maand.
Toegang tot MotorNL Digitaal en maandelijks Promotor edities op je deurmat
Het beste magazine voor toerrijders valt iedere maand weer bij je in de bus. Motortests, leuke routes om zelf te rijden, producten en meer. Inclusief digitale toegang op Motor.nl (Premium artikelen) en bladerbare (en downloadbare) PDF magazines.
Toegang tot MotorNL Digitaal en tweewekelijks MOTO73 op jouw deurmat
Iedere twee weken krijg je de laatste motortests, achtergrondverhalen, columns en sportnieuws direct op je deurmat. Maar daar houdt het niet op! Inclusief digitale toegang op Motor.nl (Premium artikelen) en bladerbare (en downloadbare) PDF magazines.
Rijdt al heel lang motor. Is niet zo geïnteresseerd in de motor zelf, maar wel in wat-ie kan. Sterke voorkeur voor allroads, maar hypernakeds zijn ook niet te versmaden. En natuurlijk classics vanwege de techniek én de aaibaarheid. Rijdt zo'n 40.000 km per jaar. Heeft drie motoren, waarvan één woon-werk. Bezit zelf geen auto.