KTM organiseerde via Microsoft Teams een online persbijeenkomst met wereldkampioen MX2 Simon Längenfelder. Ook zijn teambaas Davide De Carli schoof aan. En Motor.NL nam deel.
De nu 87-jarige Fritz Betzelbacher werd in 1953 de eerste Duitse titelhouder in de motorcross. Op een Maico werd hij Europees kampioen 250cc. Drie jaar op rij (1966-68) was de Oost-Duitser Paul Friedrichs (op een CZ) wereldkampioen 500cc. Pas in 2005 ging er weer een wereldtitel naar Duitsland, Steffi Laier (KTM) was dat jaar de beste in de WMX. Van 2009 tot en met 2011 voegde zij er nog drie titels aan toe. In dat laatste jaar greep Ken Roczen op KTM de wereldtitel MX2. Dat was de gehele – uiterst magere – oogst aan crossgoud bij onze Oosterburen, die dit jaar eindelijk weer eens een wereldkampioen konden huldigen: Simon Längenfelder (21) behaalde net iets meer punten dan Kay de Wolf en bezorgde KTM sinds de invoering van de MX2-klasse in 2005 de vijftiende wereldtitel.
Simon, drie jaar achter elkaar derde en dan nu eerste.
‘Het was een lange weg om kampioen te worden. Ik ben blij dat ik het eindelijk heb bereikt. Ik kwam in 2020 bij KTM, eerst op een GasGas en dit jaar op een KTM. Ik ben van jaar tot jaar beter geworden met dank aan het team van De Carli, waarvoor ik nu vier jaar heb gereden. We hebben het stap voor stap opgebouwd. Nu was het moment gekomen waarop ik de kans had wereldkampioen te worden. En dat is me gelukt. Het is gek als ik eraan denk dat ik pas de derde Duitse wereldkampioen ben. Dat maakt mij heel erg trots.’
Kay de Wolf waagt sprong naar koningsklasse MXGP
Na Frankrijk had je de rode plaat. Slechts één GP, maar vanaf de Letse GP had je de leiding weer in handen. Eerst met een ruime voorsprong, later werd het verschil met Kay de Wolf steeds kleiner.
‘Kay en ik ontliepen elkaar niets. We reden beiden op een hoog niveau. Ik wilde winnen en daarom heb ik het hem niet gemakkelijk gemaakt. We hebben echt harde gevechten geleverd. Op zeker moment had ik zo’n vijftig punten voorsprong op hem. Toen leek het gemakkelijk voor mij te worden, want dan zou ik me enkele foutjes kunnen veroorloven. Maar na Arnhem werd het gat aanzienlijk kleiner. Door een val samen met enkele andere rijders bij de start van de kwalificatierace ging mijn voorwiel kapot. Daardoor kreeg ik voor de beide manches een startplaats helemaal aan de buitenkant, in Arnhem een zeer ongunstige positie. Ik verloor een groot deel van mijn voorsprong en dat betekende dat ik er bij de laatste drie GP’s echt moest staan. Ik vind dat ik goed met de situatie ben omgegaan. De mensen om mij heen hebben me goed geholpen te ontspannen op de momenten dat we niet aan het racen waren, maar ze zorgden er ook voor dat ik volledig geconcentreerd aan de races kon beginnen.’

De slotwedstrijd in Australië werd vanwege zware regenval onder moeilijke omstandigheden verreden.
‘Dat was heel apart. Toen de race voortijdig werd afgevlagd, was ik er niet zeker van dat ik kampioen was geworden. Op een gegeven moment zat ik zeker niet in een positie die me de titel zou opleveren. Ik was in aanraking gekomen met Kay en later ging ik nog een keer onderuit. Het was een zware race, maar de motor bleef het gelukkig goed doen. Ik heb er alles aan gedaan de motor te sparen om de titel zeker te stellen. Ik wist dat ik minimaal zesde moest worden als Kay zou winnen. Na mijn tweede val kreeg ik vanuit de pits door dat ik twaalfde lag. In de ronden daarna passeerde ik vier of vijf rijders en enkelen stonden met een kapotte motor aan de kant en ik kwam als zesde over de finish. Het was geen normale race in de modder. De enige kans voor Kay was als ik een fout zou maken, of als hij mij ten val zou brengen. Ik maakte zelf een stomme fout door buitenom te gaan, waar ik de binnenbocht had moeten nemen. In het begin van de race waren er nog wallen aan de buitenkant van de baan, maar die waren er niet meer en dus had ik naar de binnenbocht moeten gaan. Dan had Kay mij niet kunnen raken. Sommigen beweren dat hij mij met opzet raakte, maar hij ging ook tot het uiterste. Je weet dan dat zoiets kan gebeuren. Wij gingen beiden voor de titel.’
Hoe heb je je voorbereid op dit seizoen?
‘Zoals elk jaar hebben we veel gedaan. We hebben veel aan de motor gewerkt, aan de zaken die verbeterd moesten worden. KTM heeft deze winter een echt goede motor ontwikkeld. We hebben ons voorbereid in Riola Sardo. Daar hebben we getest en ook aan de vering gewerkt. In elk opzicht was de KTM dit jaar de beste motor. Het blok was zo goed dat we daar tijdens het seizoen niets aan hebben gewijzigd. Ik heb het hele jaar op dezelfde motor kunnen trainen en m’n wedstrijden kunnen rijden. Ik heb niet aan nieuwe dingen moeten wennen. Zelf heb ik me fysiek goed voorbereid. Ik heb een trainer in Rome, Giuseppe, met wie ik al vier jaar werk. Hij heeft eerder al andere rijders van De Carli begeleid. Heel geleidelijk hebben we stappen gemaakt. Ik denk dat dat goed is geweest, niet in één keer proberen grote stappen te zetten, maar stap voor stap vooruitgaan. Ik heb niets veranderd aan mijn fysieke voorbereiding. Naast Riola heb ik iets meer in Duitsland gereden om wat meer variëteit in circuits te krijgen. Ik wilde ook wel iets meer in Duitsland zijn, want daar ben ik geboren.’
Sacha Coenen is je teamgenoot, gaf dat extra druk?
‘Nee, want Sacha telde niet mee in de strijd om de wereldtitel, zeker niet in het tweede deel van de competitie. Hij heeft zich dit jaar wel verbeterd en stond geregeld op het podium. Sacha start altijd goed en hij is altijd moeilijk te passeren. Je wilt altijd je teamgenoot verslaan, maar het hoofddoel is de wereldtitel.’
Volgend jaar word je 22. Qua leeftijd mag je in de MX2 blijven. Ga je dat doen?
‘Tijdens het seizoen heb ik overwogen over te stappen naar de MXGP, maar ik kan nu bevestigen dat ik in de MX2 blijf. Wat mijn nummer zal zijn? Ik heb gereden met 27, maar denk dat ik met “1” ga rijden. Ik zag in Australië dat er een “1” op mijn motor was geplakt en dat vond ik wel een heel mooi gezicht. Dus ik denk dat het “1” gaat worden in 2026.’
Vertel eens iets over je beginjaren in de cross.
‘Als je begint te crossen op je vijfde of zesde kan dat niet zonder steun van je ouders. Dat is een heel verschil met voetbal. Je hebt je ouders nodig als monteur, eigenlijk voor alles. Ik ben mijn ouders erg dankbaar, ze hebben alles voor mij gedaan. Vooral in de tijd dat ik actief was in de 125cc. Dat was een zware tijd voor mijn vader en moeder. Het is zo fijn wat zij voor mij hebben gedaan. Het is onmogelijk om terug te doen wat zij voor mij hebben gedaan. En ze willen ook niets terug hebben. Voor hen is het geweldig te zien wat ik heb bereikt en wat we eerder samen hebben bereikt. En ook dank aan mijn vriendin Malin. Wij zijn al vijf jaar samen. Zoals ik al eerder zei, heb je mensen om je heen nodig met wie je het ook over andere zaken dan motorcross kunt hebben. Dat kan met Malin en daarom heeft zij ook een belangrijk aandeel gehad in mijn wereldtitel. Ik heb enorm veel geleerd sinds ik ben begonnen in de EMX. Het is belangrijk dat je aanvankelijk fouten maakt, zowel grote als kleine, want daar leer je van.’

Ter afsluiting een vraag aan Davide De Carli. Hoe heb jij al die jaren samengewerkt met Simon?
‘Het is erg fijn om met Simon te werken. Vanaf het moment dat hij voor ons is gaan rijden hebben we in hem geloofd. Hij heeft zich volledig gegeven in de vier jaar dat hij nu voor ons rijdt. Hij had maar één doel voor ogen: wereldkampioen worden. Simon is een harde werker en heeft alles voor zijn sport over. Ik zal zijn eerste GP bij ons nooit vergeten. Dat was Matterley Basin in 2022. Simon won de kwalificatierace op zaterdag en beide manches op zondag, waardoor hij toen de rode plaat kreeg. Vanaf dat moment hebben we hard gewerkt om kampioen te worden. Het geluk was niet aan zijn zijde met blessures in zowel 2023 als in 2024. Toch wist hij beide jaren derde te worden in het wereldkampioenschap. Dit jaar verliep geweldig. We kregen de rode plaat, verloren die in zijn eigen land en kregen de rode plaat weer terug in Letland. Als ik de Simon van vorig jaar vergelijk met die van dit jaar, dan zie ik dat hij fysiek beter voorbereid was, dat zijn rijtechniek is verbeterd en dat hij flexibeler was, waardoor hij meer openstond voor veranderingen. Ik ben er trots op wat wij dit jaar hebben bereikt. Het is fantastisch kampioen te zijn geworden, niet alleen voor Simon, maar ook voor ons team. Onze laatste MX2-titel was in 2019 met Jorge Prado. Des te langer je hebt moeten wachten op de volgende titel, des te fijner het is om kampioen te worden. We staan nu op vijftien wereldtiteDe beste drie van de MX2 van 2025: kampioen Simon Längenfelder, Kay de Wolf (links, tweede) en Andrea Adamo (derde).ls en hebben 171 GP’s gewonnen.’
Seedorf Racing: waar het begon voor Álvaro Bautista
Voor Simon Längenfelder eindigde het seizoen in mineur. Bij de MXoN in het Amerikaanse Crawfordsville kwam hij meteen in zijn eerste race ten val, werd overreden door enkele rijders en kon verder die dag niet meer in actie komen. ‘Het is heel jammer om het seizoen zo te beëindigen.’ Bij nader onderzoek bleek hij vier ribben en zijn schouderblad te hebben gebroken. De in de buurt van zijn team in Rome woonachtige Längenfelder kon in Italië niet direct in een ziekenhuis terecht. Daarop zocht hij contact met het ziekenhuis in het Duitse Weiden waar hij eerder was geweest. Daar kon hij terecht voor behandeling en liet hij meteen een plaatje op zijn sleutelbeen verwijderen, dat anderhalf jaar geleden was aangebracht. Längenfelder was erg te spreken over zijn behandeling: ‘In mijn sport heb je mensen nodig die je kunt vertrouwen als je geblesseerd bent. Over het ziekenhuis in Weiden heb ik altijd al een goed gevoel gehad.’
Foto’s: KTM, Jan Boer
.


