Michael Dunlop, een van de meest succesvolle Isle of Man TT-racers, maakt dit jaar een opmerkelijke terugkeer naar het Classic TT-evenement. Na een afwezigheid van vijf jaar zal de Noord-Ierse coureur deelnemen aan het prestigieuze evenement op een bijzonder historisch beladen motorfiets: de Norton RCW588 met rotatiemotor. Het evenement, dat plaatsvindt van 20 tot 27 augustus, markeert niet alleen Dunlops terugkeer naar de Classic TT, maar ook een diepgaande verbinding met zijn familie-erfgoed.
Dunlop zal rijden voor het Wiz Norton Racing team op dezelfde legendarische machine waarmee zijn vader, Robert Dunlop, in de jaren ’90 indrukwekkende resultaten behaalde, waaronder podiumplaatsen in 1990 en 1992. Deze terugkeer brengt een emotionele lading met zich mee die verder reikt dan alleen de sportieve uitdaging.

De Norton RCW588: een technisch wonder
De Norton RCW588 vertegenwoordigt een fascinerende afwijking van conventionele motorontwerpen. Uitgerust met een 588cc Wankel rotatiemotor, onderscheidde deze racemachine zich in een tijdperk waarin viertaktmotoren met zuigers domineerden. De rotatiemotor, ontwikkeld en geperfectioneerd door ingenieur Brian Crighton, leverde ongeveer 135 pk bij 9.800 tpm en een koppel van 104 Nm bij 8.000 tpm – indrukwekkende cijfers voor die tijd.
Het frame bestond uit een Spondon dubbele aluminium buis, gecombineerd met White Power upside-down telescopische voorvorken en een White Power mono-schokdemper achter. De remmen waren even indrukwekkend: dubbele 320 mm schijven met vierzuiger Lockheed remklauwen voor, en een enkele 220 mm schijf met tweezuiger Brembo-klauw achter. De racer werd compleet gemaakt met lichtgewicht Dymag magnesium driespaaks wielen en Dunlop radiaalbanden.
Met een drooggewicht van minder dan 145 kg had de RCW588 een uitzonderlijke vermogen-gewichtsverhouding, wat bijdroeg aan zijn competitieve voordeel op technische circuits. De motorfiets was bijzonder wendbaar en bood een unieke rijervaring dankzij de soepele vermogensafgifte van de rotatiemotor.
Isle of Man TT-legende Michael Dunlop geëerd met koninklijke onderscheiding
Een roemrijke racegeschiedenis
De Norton RCW588 heeft een indrukwekkende racegeschiedenis opgebouwd sinds zijn debuut eind jaren ’80. Steve Spray domineerde in 1988 de Britse races en won in 1989 het Britse Supercup TT F1-kampioenschap. Robert Dunlop, Michaels vader, behaalde podiumplaatsen in de Formula 1 TT in 1990 en 1992.
Het hoogtepunt van de racecarrière van de RCW588 kwam wellicht in 1992, toen Steve Hislop de Senior TT won met een snelste rondetijd van 196,26 km/u (121.95 mph). Deze overwinning was bijzonder significant, aangezien het een einde maakte aan een wachttijd van meer dan 30 jaar voor Norton in deze prestigieuze race. De wedstrijd werd gekenmerkt door een bloedstollend duel met Carl Fogarty op een Yamaha, waarbij Hislop de overhand kreeg dankzij de wendbaarheid van de Norton in de meer technische delen van het circuit.
Later, in 1994, zette Ian Simpson de indrukwekkende reeks voort door het Britse Superbike-kampioenschap te winnen met de RCW588. Deze successen bevestigden de competitiviteit van de Norton, ondanks de technologische uitdagingen die inherent waren aan de rotatiemotor.

Brian Crighton: de geniale geest achter de Norton Rotary
Brian Crighton was de sleutelfiguur in de ontwikkeling van de Norton RCW588. Zijn technische expertise was van fundamenteel belang voor het overwinnen van de technische uitdagingen van de rotatiemotor en het creëren van een competitieve motorfiets. Crighton introduceerde verschillende innovaties, waaronder een verbeterd vloeistofkoelsysteem en een nieuw ontwerp voor de apex-afdichtingen van de rotor.
Crighton’s toewijding aan rotatiemotortechnologie ging verder dan het Norton-project. Hij bleef rotatiemotoren ontwikkelen na het einde van het Norton-project, wat uiteindelijk leidde tot de creatie van de Crighton CR700W (download pdf) – een modern eerbetoon aan het concept van de high-performance rotatiemotor voor racetoepassingen.
Uitdagingen van de rotatiemotortechnologie
Hoewel de rotatiemotor van de Norton RCW588 een hoge vermogen-gewichtsverhouding en een soepele werking bood, bracht deze ook aanzienlijke uitdagingen met zich mee. Het brandstofverbruik was een constante zorg, aangezien de motor aanzienlijk meer brandstof verbruikte dan zuigermotoren met vergelijkbare cilinderinhoud – een bijzonder kritiek probleem bij langeafstandsraces.
Een andere belangrijke uitdaging was de slijtage van de apex-afdichtingen van de rotor. Deze onderdelen waren onderhevig aan aanzienlijke slijtage en vereisten frequente en kostbare onderhoudsbeurten, vooral onder de extreme omstandigheden van races waarbij temperaturen en belastingen hoog waren.
Warmtebeheer was een derde cruciale uitdaging. De concentratie van verbrandingsgebeurtenissen in een compacte ruimte leidde tot warmteophoping die moeilijk te beheersen was, wat resulteerde in vermogensverlies en versnelde slijtage van componenten. Het Norton-team ontwikkelde een geavanceerd vloeistofkoelsysteem om dit probleem te verlichten, maar warmtebeheer bleef een constante uitdaging.
Tijdens de hoogtijdagen (eind jaren ’80/begin jaren ’90) concurreerde de Norton RCW588 met andere high-performance motorfietsen, de zogenaamde “homologation specials”. Deze motorfietsen, geproduceerd in beperkte oplage om deel te kunnen nemen aan Superbike-kampioenschappen, belichaamden het beste van de techniek en technologie van die tijd.
Onder de belangrijkste concurrenten waren de Yamaha OW01, bekend om zijn hoogwaardige viercilinder lijnmotor en Deltabox aluminium frame; de Honda RC30, iconisch voor zijn V4-motor en uitzonderlijke rijdbaarheid; en de Kawasaki ZXR750, een dominante kracht in het wereldkampioenschap Superbike.