Zesvoudig World Superbike-kampioen Jonathan Rea stopt aan het einde van het seizoen. Op WK-niveau begon het allemaal bij Ten Kate Racing voor de inmiddels 38-jarige Noord-Ier, waar zijn enorme talent vanaf het eerste moment zichtbaar was. Samen met zijn toenmalige teammanager Ronald ten Kate blikken we terug op Rea’s periode van zeven seizoenen bij het Nederlandse team.
Ronald, weet je nog hoe jullie in contact kwamen met Jonathan Rea?
‘Dat is eigenlijk meteen een van de leukste anekdotes, want het had niet veel gescheeld of hij had nooit bij ons gereden. In 2007 reed hij nog in de British Superbike op de HM Plant Honda, en hij wilde graag de overstap maken naar het WK. Rond die tijd begonnen de gesprekken voor het nieuwe seizoen vaak net na de zomer tijdens de WorldSBK-ronde op Brands Hatch. Toen kwam er op een dag een heel jong ventje onze hospitality binnenlopen. Hij wilde een afspraak met mij. Dat was Jonathan. We wisten wel wie hij was en hielden hem een beetje in de gaten, maar veel verder ging het niet. Dus wij maakten kennis. Hij was een leuke, frisse gozer. Ik weet nog dat hij toen pas twintig was en geen rijbewijs had, maar toch kwam hij helemaal in z’n eentje naar dat gesprek. Dat zegt wel wat, vind ik. Ik gaf aan dat hij waarschijnlijk bij ons zou kunnen instappen in de World Supersport. Maar hij zei meteen: ‘Nee, ik ben een Superbike-rijder.’ En na tien minuten was hij eigenlijk alweer vertrokken.’

Waarom boden jullie hem alleen een Supersport-zitje aan? Hij werd in 2007 toch gewoon tweede in het British Superbike-kampioenschap, en dat was toen een ontzettend sterk veld.
‘Omdat hij nog heel jong was, en als je dan voor het eerst van het eiland afkomt, dan is de stap naar het WK echt nog wel een dingetje. Ons team was destijds ook zo opgebouwd dat een jonge rijder eigenlijk altijd eerst in de Supersport begon. Maar goed, Jonathan liet me dus alleen achter na dat eerste gesprek. Ik dacht nog: “Dat is wel een stijfkop.” Maar nog geen uur later kwam datzelfde koppie weer om de hoek bij mijn kantoor: “Heb je nog even?” Hij ging weer zitten en vroeg waarom we hem per se in de Supersport wilden laten beginnen. Hij wilde ook weten of hij dan wel de zekerheid zou krijgen dat hij later zou doorschuiven naar de Superbike. Toen zijn we vrij snel tot een deal gekomen: dat hij in 2008 bij ons in de Supersport zou starten.’
Rieko Dalhuisen van JetConsult regelt vluchten voor MotoGP-coureurs
Volgens de nieuwsberichten kon Rea ook meteen bij andere fabrikanten en teams in de World Superbike tekenen. Jullie speelden een gedurfd spel, want Honda had hem ook kunnen verliezen.
‘Dat had inderdaad gekund, maar soms is een beetje volharding en een goed plan hebben helemaal niet zo verkeerd. Hij kreeg meteen een langlopend contract, mede omdat hij al in het Honda-kamp zat. Zij hadden hem jaren eerder al opgepikt. Honda zag hem toen al als een van de sterren van de toekomst en dat hebben ze goed ingeschat. Maar in zulke contracten zitten natuurlijk altijd allerlei opties en ingewikkelde bepalingen. Dus als mensen echt van elkaar af willen, dan kan dat via clausules altijd wel.’
Hoe ging het in de Supersport?
‘Hij werd de teamgenoot van Andrew Pitt. Ze streden eigenlijk samen om de wereldtitel. Jonathan kwam wat moeizaam op gang, maar al snel was hij de beste van het veld. Hij leek ook echt de titel te gaan pakken, totdat hij in de hairpin van Magny-Cours door Robbin Harms van de motor werd gereden. Dat moment zal ik nooit vergeten. Pitt werd uiteindelijk wereldkampioen. Toen diende zich de volgende uitdaging aan. Pitt ging ervan uit dat hij als kampioen zou doorschuiven naar de World Superbike – zoals we dat eerder ook met Chris Vermeulen en Karl Muggeridge hadden gedaan. Maar met Rea hadden we iets bijzonders in handen: zo jong, zo getalenteerd. Dus het werd Jonathan. Dat was wel een bittere pil voor Andrew. Het werd geen schreeuwpartij of zo, maar hij was wel erg teleurgesteld. Voor Rea voelde het heel normaal dat hij die stap maakte. Ik denk dat hij daar geen seconde aan heeft getwijfeld.’
Waaraan zag je dat Rea zoveel talent had?
‘Als je langs de kant van het circuit stond en zag wat hij deed – maar ook als je naar de data keek – dan zag je het meteen: die doet heel bijzondere dingen. Ik weet nog hoe hij bij zijn allereerste race meteen een bocht indook, keihard op het gas ging en een dikke zwarte streep achterliet. Niet normaal. Hij stond helemaal dwars, maar hield het gas kogelwijd open. Geen moment van twijfel… zó mooi om te zien. Zo’n jonge gast met zóveel talent – dat was voor ons ook echt genieten. Wij hoefden Jonathan qua rijden eigenlijk niet veel meer te leren.’
Rea heeft zeven jaar bij jullie gereden. Ten Kate Racing staat ook bekend om de goede begeleiding buiten de baan. Had de jonge Rea daar nog wat te leren, en hoe was jouw verstandhouding met hem?
‘Hij was nooit een problemenmaker, is geen diva geweest en is ook nooit naast zijn schoenen gaan lopen. Hij was altijd dankbaar richting het team en voor het materiaal. Hij komt uit een familie met een motorcross-achtergrond. Het had trouwens niet veel gescheeld of hij was in de cross gebleven en nooit wegracecoureur geworden. De eerste keer op het asfalt vond hij maar saai – volgens hem gebeurde er veel meer op het zand, met die heuvels en sprongen. Maar bij de tweede keer kreeg hij de smaak te pakken en al snel ontdekte hij dat hij er talent voor had. Mijn verstandhouding met hem was heel goed. Tussen de races door was hij ook regelmatig in Nederland. Dan hielp hij mee met mijn kinderen op de crossbaan. Stond hij motoren naar het hek te duwen en zag je mensen kijken van: “Hé, dat is Jonathan Rea.” Hij is een echte liefhebber.’
Wat is typerend voor Jonathan Rea?
‘Bijzonder leergierig en hij stelde extreem hoge eisen aan zichzelf. Hij was altijd bezig met verbeteren, met verfijnen. Zijn absolute wil om te winnen en zijn doorzettingsvermogen – ook bij blessures – waren indrukwekkend. In de Supersport gaven we hem op dat moment, denk ik, de beste fiets van het veld. In de Superbike was dat anders: daar hadden we niet de beste machine. Maar Jonathan wist er toch regelmatig een winnende motor van te maken. De elektronica speelde in die tijd nog veel minder een rol. Je moest toen echt grote ballen hebben, vertrouwen en volledige commitment. En Jonathan had dat allemaal, in zeer grote mate. Buiten de baan is het een superrelaxte gozer. Maar als dat vizier dichtging, dan gebeurde er iets.’
Hij was megasnel bij jullie in de Superbike, maar hij viel er ook nog weleens af.
‘Hij moest bij ons echt enorm op de limiet rijden. Hij kon het slecht accepteren als hij de koplopers niet kon volgen. Als hij dacht dat hij met 1% extra wél kon aanhaken, dan deed hij dat ook. Hij heeft geweldige battles gehad en bijzondere zeges met ons behaald. Het is wel jammer dat we hem in zijn Superbike-periode nooit een motor onder z’n kont hebben kunnen geven waarmee hij echt voor de wereldtitel kon strijden. Later is natuurlijk wel gebleken dat hij daar absoluut toe in staat was.’
Wat was voor jou een van de bijzonderste momenten uit zijn periode bij Ten Kate Racing?
‘Er zijn er heel veel, maar ik weet er nog één heel goed: Misano in zijn eerste Superbike-jaar (2009). We reden al jaren met WP-vering, maar dat merk was verkocht aan KTM, en de support vanuit Nederland werd flink teruggeschroefd. Eén ding is heel belangrijk in de racerij: ontwikkeling. Helemaal voor ons als team, met een motor die nog nét dat beetje extra nodig had. Op aandringen van Jonathan zijn we toen halverwege het seizoen overgestapt naar Öhlins. We hadden maar één keer de kans om te testen. Het team had enorm veel werk verricht – eigenlijk ging het allemaal véél te snel. Maar Jonathan had zich iets in zijn hoofd gezet: “Ik ga deze race winnen om te laten zien dat dit de juiste stap is.” En hij won. Zijn allereerste zege in de World Superbike. Dat was wel echt een heel speciaal moment. En hij heeft natuurlijk heel vaak met ons gewonnen in Assen. Hij heeft alles in zijn carrière volledig zelf verdiend, en het is prachtig dat wij daar een kleine bijdrage aan hebben mogen leveren.’
Je had het ook over zijn doorzettingsvermogen. Heb je daar een voorbeeld van?
‘Ik weet nog een keer dat we hem in Magny-Cours zélf hebben uitgeschreven. Hij wilde daar rijden met een geblesseerde pols, maar dat kon écht niet. En ik herinner me ook een moment met een jonge rijder in ons Supersport-team. Die had een blauwe nagel en zat daar voortdurend over te klagen. Dat belandde al snel in onze “irritatiezone” – ook bij Jonathan, want die was er dat weekend zelf hard af gegaan. Zijn vingers stonden alle kanten op en het vel hing er letterlijk af. Ik weet nog dat na een sessie het bloed uit zijn handschoen droop. En toen zat die jonge coureur weer in een hoekje te mokken. Jonathan liep naar hem toe, hield zijn handen omhoog en zei: “Dán mag je zeuren. En mij hoor je niet, toch?” Dat maakte diepe indruk op die jongen. En over die nagel hebben we hem daarna nooit meer gehoord.’

Ondanks dat hij bij jullie geen motor had waarmee je kampioen kon worden, is hij toch lang gebleven.
‘Hij was echt een Honda-man. Honda had hem vanaf het begin een kans gegeven en zijn loyaliteit lag hoog. Op een gegeven moment begon het hem wel te knagen: dat hij af en toe kon winnen, maar niet structureel. Grip was bij onze motor een enorm issue. Als de baan veel grip bood, wist je: Jonathan gaat leveren. En helemaal als het nat was, dan was hij op z’n best. In die eerste jaren had hij ook zóveel rauwe snelheid. Daardoor heeft hij ook flinke klappers meegemaakt, die meestal aan hemzelf te wijten waren. Hij zocht de limiet continu op en zijn limiet lag vaak verder dan wat de motor aankon. Hij stond altijd vol aan. Ik kan me geen enkele race herinneren waarin hij ons heeft laten zitten.’
Eind 2014 verliet hij jullie om bij Kawasaki aan de slag te gaan. Weet je het moment nog waarop hij dat meldde?
‘Hij had inmiddels een manager, Chuck Aksland, met wie we regelmatig gesprekken voerden. Die gesprekken gingen over wat er nodig was aan de motorfiets om een kampioenschap binnen te halen. Maar Honda kwam niet met grote updates en ook het reglement werkte niet in ons voordeel. Je merkte dat de sfeer aan de andere kant van de tafel langzaam veranderde. Honda en wij voelden wel aan welke kant het op zou gaan. Niemand twijfelde aan het talent van Jonathan. Toen hij de overstap maakte naar Kawasaki, begon hij ook meteen te winnen. Natuurlijk is dat in het begin lastig om te zien, maar we zijn op een zeer respectvolle manier uit elkaar gegaan.’
Met Kawasaki won hij vanaf 2015 zes wereldtitels op rij. Had je dat verwacht?
‘De overmacht waarmee hij dat deed – zeker in de eerste jaren – had ik niet verwacht. Je wist wat hij kon, maar hij maakte het kampioenschap in die beginjaren bijna saai. Zo makkelijk won hij de races. Hij kwam terecht op een soort wolk: met een motor die perfect op hem was afgesteld en die op elk circuit kon winnen. Niemand kwam in de buurt.’
En nu stopt hij. Hoe kijk je daarnaar?
‘Ik had hem graag nog één keer zijn ding zien doen bij Yamaha. Ik vind het een moedige beslissing dat hij stopt. Het typeert hem ook wel, want ik weet zeker dat hij nog ergens aan de bak had gekund. Misschien niet direct bij een fabrieksteam, maar wel bij topteams die privé opereren. De laatste jaren moeten lastig voor hem zijn geweest. Of je de R1 nu wel of niet een fiets vindt waarmee je kunt winnen, ik had eigenlijk wel verwacht dat hij zijn merkgenoten zou verslaan. Maar als je in de herfst van je carrière komt – en daar zit Jonathan gezien zijn leeftijd – dan wordt het steeds moeilijker om terug te komen na tegenslag. Er komen jonge rijders bij met nieuwe trucjes. Vroeger was één van zijn grootste krachten dat hij problemen op de motor feilloos aanvoelde én er dwars doorheen reed. Ongekend.’

Ten Kate Racing heeft al twaalf wereldtitels, maar niet met Jonathan Rea. Is hij toch de beste rijder die ooit voor jullie heeft gereden?
‘Nu wordt het glad ijs, haha… Nee, die rangorde kan ik echt niet geven, dan doe ik mensen tekort. Maar als je kijkt naar rijders waar we het maximale uit hebben weten te halen, dan hoort Jonathan zéker bij de top van de top. Michael van der Mark is ook zo’n mooi voorbeeld. Jonathan is heel lang bij ons geweest. Natuurlijk sta je weleens met de neuzen tegen elkaar, maar dat moet dan binnen een uur weer klaar zijn. Dan kwam Jonathan weer terug met: “Ik vind dat ik gelijk had, maar… ik had het wel anders kunnen zeggen.” Jonathan is geen labrador, maar dat hoeft ook niet. Een rijder moet scherp zijn en racen met volle overgave. En dat eiste hij ook van iedereen om zich heen – van de kok, tot de bandenman, tot de monteurs. Dat typeert een échte toprijder. Maar voordat hij het circuit verliet, kreeg iedereen wél een bedankje of een hand. En dat zie je bij rijders toch ook wel eens anders… vooral als er dat weekend geen beker is gewonnen.’
Foto’s: Henk Teerink, ANP
Michael van der Mark over Jonathan Rea:
‘Op de motor veranderde hij compleet’
Michael van der Mark maakte kennis met Jonathan Rea toen hij nog voor Ten Kate Racing reed in de EK Superstock 600 en later in het World Supersport-kampioenschap. ‘Het was voor iedereen duidelijk hoeveel talent hij had. Hij was eigenlijk de enige die destijds écht snel was met de Honda. Ik keek wel tegen hem op toen,’ begint Michael als hem naar Rea wordt gevraagd. ‘Wat ik het mooiste vond aan Jonathan, is dat hij ondanks zijn talent zo lang trouw is gebleven aan Honda. En toen hij uiteindelijk de overstap naar Kawasaki maakte, klopte ineens het hele pakket – en werd hij zes keer op rij wereldkampioen. Die Kawasaki was goed, maar samen met Jonathan waren ze in die tijd bijna onverslaanbaar.’
Hoe was Jonathan als persoon?
‘Buiten de baan was hij een relaxte gozer, maar er zijn weinig coureurs die zó extreem veranderen zodra de helm opgaat. Op de motor is hij een compleet ander persoon. De gevechten met hem waren echt scherp. Je kon hem overal verwachten. Soms was het lomp, maar dat was ik ook. Het ging altijd wel goed.’

Wat was jouw mooiste duel met Rea?
‘Die waren toch wel op Assen. In 2019, met Yamaha, had ik hem daar eindelijk een keer verslagen. Maar toen had ik de pech dat Alvaro (Bautista) net in het kampioenschap was gekomen, waardoor ik niet eerste, maar tweede werd.’
En hoe kijk je naar de aankondiging van Rea’s afscheid?
‘Bij Yamaha ging het denk ik niet zoals hij gehoopt en gedacht had. Het zat hem ook niet helemaal mee. Het is jammer dat zo’n schitterende carrière op deze manier eindigt. Maar in Magny-Cours merkte ik dat het vuur er bij Jonathan nog steeds in zat op het moment dat hij weer eens kon strijden voor een goede klassering.’
De resultaten van Jonathan Rea in WorldSBK
Jaar | Fabrikant | Racezeges | Eindstand |
---|---|---|---|
2008 | Honda | 3 | 2e |
2009 | Honda | 2 | 5e |
2010 | Honda | 4 | 4e |
2011 | Honda | 2 | 9e |
2012 | Honda | 2 | 5e |
2013 | Honda | 1 | 9e |
2014 | Honda | 4 | 3e |
2015 | Kawasaki | 14 | 1e |
2016 | Kawasaki | 9 | 1e |
2017 | Kawasaki | 16 | 1e |
2018 | Kawasaki | 17 | 1e |
2019 | Kawasaki | 17 | 1e |
2020 | Kawasaki | 11 | 1e |
2021 | Kawasaki | 13 | 2e |
2022 | Kawasaki | 6 | 3e |
2023 | Kawasaki | 1 | 3e |
2024 | Yamaha | 0 | 13e |
*Alle seizoen met Honda waren met Ten Kate Racing.
*Vanaf werden er niet meer twee maar drie races per weekend verreden.
