Stefano Manzi vocht op knappe wijze naar een dubbele WorldSSP-zege in Cremona. Daarmee verstevigde de coureur van Pata Yamaha Ten Kate Racing zijn leidende positie in het wereldkampioenschap. Bo Bendsneyder – nummer twee in het WK-klassement – scoorde met een vijfde en zevende plaats niet slecht, maar zag zijn achterstand in de strijd om de wereldtitel wel flink oplopen.
Het zou zomaar eens kunnen uitmonden in een Nederlands gekleurde strijd om de Supersport-wereldtitel van 2025. Stefano Manzi – uitkomend voor Pata Yamaha Ten Kate Racing – begon met veertien punten voorsprong op Bo Bendsneyder aan de vierde ronde van het seizoen in het Italiaanse Cremona. Manzi eindigde de afgelopen seizoenen als tweede in de eindstand, achter respectievelijk Nicoló Bulega en Adrian Huertas. Nu lijkt Bendsneyder zijn grootste concurrent te zijn. Maar de Nederlander kende zijn moeilijkste weekend in zijn nog prille WorldSSP-carrière in Cremona. Tijdens de eerste training op vrijdag schoot het in zijn rug, wat hem later die dag ook parten speelde in de kwalificatie. Zijn baankennis was bovendien beperkt; de Rotterdammer had er slechts zo’n dertig ronden gereden tijdens een drukke circuitdag. Desondanks kwalificeerde hij zich als vijfde.

Manzi messcherp
Tijdens de racedagen ging het – mede dankzij medicatie – al wat beter met de rug van Bendsneyder. Hij gaf aan het ‘niet als excuus’ te willen gebruiken voor zijn resultaten. Maar de startproblemen bij de MV Agusta-coureurs bleken opnieuw een terugkerend probleem. In de eerste race zakte hij terug naar de twaalfde plaats. Bendsneyder knokte zich terug richting de top-tien en wist uiteindelijk op te schuiven naar plek zeven met zicht op de top-vijf. Verder dan dat kwam de 26-jarige niet.
Vooraan ontstond een boeiende strijd tussen vier rijders. Manzi toonde opnieuw zijn grote kwaliteit: messcherp zijn in onderlinge duels. In de slotfase gaf hij zijn concurrenten geen kans met late remacties en pakte overtuigend de winst voor Tom Booth-Amos, Valentin Debise en Jaume Masia. In de tweede race was hetzelfde viertal opnieuw vooraan te vinden. Masia reed vrijwel de hele race aan kop. Met nog drie ronden te gaan liet Manzi zijn vechtlust weer zien, nadat Debise kort daarvoor onderuit was gegaan. De laatste bocht bleek weer zijn favoriete plek voor een aanval. Net vóór het ingaan van de laatste ronde zette Manzi de beslissende move in. Daarachter vochten Booth-Amos en Masia om plek twee, waardoor Manzi zonder problemen zijn tweede overwinning van het weekend veiligstelde. Bendsneyder zakte opnieuw bij de start terug naar de twaalfde plek. Hij kwam terecht in een grote groep die vocht voor positie zes, waarin hij zich knap naar voren wist te werken. Door de crash van Debise eindigde hij uiteindelijk als vijfde. Bendsneyder na afloop: ‘We misten de snelheid om voor het podium te vechten. Dat kwam mede doordat we hier minder kilometers hadden gemaakt dan de concurrentie. In de tweede race was een vijfde plek het maximale. Dat had in de eerste race ook gekund, maar toen misten we wat grip. De starts blijven het grote probleem. Alle MV’s hebben daar last van. Het is niet dat wij slechter starten dan voorgaande jaren, maar de andere merken – en vooral de Yamaha’s – komen simpelweg steeds sneller van de plek. Het team werkt hard aan een oplossing. We gaan proberen of we met een andere koppeling iets kunnen verbeteren.’
Bendsneyder zag zijn achterstand in het WK-klassement oplopen naar 44 punten. Booth-Amos staat derde en heeft zeven punten minder dan de Nederlander. Beide coureurs staan voor een flinke uitdaging om Manzi in 2025 van de wereldtitel af te houden. De Italiaan is in de eerste acht races telkens als eerste of tweede gefinisht. Voor Glenn van Straalen blijft het tot nu toe een zwaar seizoen op de voor hem nieuwe Ducati. Na een zware hersenschudding bij de openingsronde op Phillip Island, heeft hij zijn oude niveau nog niet kunnen benaderen. In Cremona bleef hij – na diverse technische issues – met een zesentwintigste en achttiende plaats puntloos.

(foto: Damon Teerink)
Veneman en EAB Racing Team snel uit elkaar
Het leek vorig jaar nog zo veelbelovend: de 18-jarige Loris Veneman – vicewereldkampioen in de Supersport 300 – kreeg de kans om zich te bewijzen bij het Nederlandse EAB Racing Team in de WorldSSP. Toch hield de samenwerking tussen de jonge coureur en het team slechts drie raceweekenden stand. Voorafgaand aan de Italiaanse ronde van het WorldSSP-kampioenschap in Cremona maakten Veneman en het EAB Racing Team bekend dat zij per direct uit elkaar gingen. Na een stroeve voorbereiding met meerdere technische problemen, liep het in Portimão en Assen ook nog niet soepel tussen team en coureur, wat uiteindelijk leidde tot deze snelle breuk. Voor de races in Cremona wist het EAB Racing Team op het laatste moment een vervanger aan te trekken in de persoon van de Italiaan Bryan D’Onofrio. Hij reed de races op de Ducati Panigale V2 en eindigde als tweeëntwintigste en eenentwintigste. Hoe de toekomst van de jonge Veneman eruitziet, is op dit moment nog niet bekend. Wij vroegen zijn vader Barry Veneman om een reactie: ‘Natuurlijk hadden we het seizoen 2025 anders voorgesteld, maar racen is net als school: je moet een meerjarenplan hebben, anders kom je nergens. We gaan er eerst voor zorgen dat het plezier in het racen bij Loris terugkomt en dat hij kan blijven leren en trainen. Supersport 600 heeft dan de voorkeur. Qua wedstrijden kun je denken aan BSB en ESBK. En met de sponsoren zijn we al volop bezig richting 2026.’ De WorldSSP300 reed niet in Cremona. Deze klasse komt – net als de WorldSSP – weer in actie van 16 tot en met 18 mei op Autodrom Most in Tsjechië.