dinsdag 30 december 2025

De avontuurlijke reis van Jan door Marokko: zon, zand en zadelpijn

‘Ik ga een paar weken in m’n eentje met de motor naar Marokko,’ roep ik trots tegen wat vrienden. ‘Oh, wat leuk,’ antwoorden ze. ‘Geniet van die heerlijke verse muntthee.’ Thee? Laat me niet lachen! Voor mij geen rustgevende thee met munt, maar een ronkende motor, eindeloze Saharazanden en de opwindende geur van asfalt en avontuur!

Links raast kurkdroog zand aan mij voorbij. Rechts ook, maar dan nóg meer. In mijn spiegel kijk ik naar de eeuwige sneeuwtoppen van de Atlasbergen die mij uitzwaaien. Vóór mij lonkt een uitgestrekte zandvlakte vol dorre struiken. De warme wind blaast zand tegen hun verweerde takken, waardoor zich aan hun voet kleine zandduinen vormen. Ik geniet. De weidsheid, de (warme) wind in mijn gezicht en het geronk van 1200 cc… I love it.

De vele bochten en bergen op de route worden afgewisseld door lange rechte stukken asfalt. Perfect om even flink de gashendel open te trekken en het tempo wat op te schroeven. Maar (te) hard rijden is er hier niet bij. Verkeersborden dwingen mij tot veel tempowisselingen en schakelmomenten. Soms mag ik 80, maar meestal maar 60. Ik gehoorzaam de vele verkeersborden die langs de weg staan braafjes. Dit in de wetenschap dat na bijna elke bocht een agent achter een struikje kan liggen. Gewapend met een laser-gun en stopbord.

Maar ik moét wel tempo maken. Ik wil vandaag nog Azrou bereiken, een wintersportstadje (ja, je leest het goed) in de heuvels van het Midden-Atlasgebergte. En dat is nog ver.

Oogkleppen helpen

Vanochtend vroeg startte ik vanuit Khamlia (vlak bij de Algerijnse Grens). De rit van Khamlia naar Azrou is circa 400 kilometer, mijn gemiddelde snelheid in Marokko is slechts 50 km/u. Wisselende kwaliteit van wegen, politiecontroles, foto- en tankstops… doorrijden is er in Berberland niet bij. Ook vandaag weer heeft mijn zitvlees een uitdaging van minimaal acht uur te accepteren. Auw.

De eerste 80 kilometer zijn een eindeloze, verzengende beproeving. Khamlia, een klein dorpje aan de rand van de Sahara, ligt aan het einde van de wereld. De uitgestrekte woestijnduinen omarmen me verstikkend terwijl ik richting het noorden rij. De weg is een martelende strook asfalt omringd door niets anders dan een dorre zee van zand en stof. Ook de warmte van mijn motorblok werkt niet echt lekker mee. De hitte drukt zwaar op me. Nergens schaduw. Genadeloze zonnestralen en fijn zand tarten meedogenloos mijn gezicht en ogen. Vooral als er weer een mini-wervelwindje de weg oversteekt. Geen zonnebril of vizier beschermt mij hier. Oogkleppen wel.

Monstertoer Cannonball Bike Run 2025: waarom wij vanaf nu echt verslaafd zijn aan de Cannonball

Harige wegpiraten

Uren later rol ik met mijn Triumph Scrambler XE een vruchtbaar gebied in. Gelukkig. Ik ben wel klaar met dat zand. Om mij heen wordt het iets groener, ik passeer helderfrisse blauwe meren en ik zoef zelfs nog een palmboomplantage voorbij. Ook de temperatuur zakt wat, soms wel tot ónder de 30 graden.

Daar waar begroeiing opduikt, loeren schapen als harige wegpiraten. Ze lopen doodleuk met z’n allen over de weg, alsof ze de baas zijn. ‘Al is het asfalt nog zo snel, een schaap dempt je snelheid wel,’ mompel ik gefrustreerd. Wanneer ik (na alweer een schapen-stop) mijn weg weer vervolg, besluit ik resoluut: vanavond staat er lamsvlees op het menu. Dat zal ze leren.

Terwijl ik al rijdend mijn menu van de avond bij elkaar aan het dromen ben, zie ik zo’n tien kilometer voor het stadje Midelt (een van de meest hooggelegen berberdorpjes van Marokko) een klein mobiel koffiecafétje staan. Dorst heb ik niet, water heb ik genoeg bij me. Maar de smaak van koffie, goede geurige koffie, daar stop ik graag voor. Ik trap op m’n rempedaal en stop.

Jan van den Brink.

Diesel en dampende koffie

De mobiele cafés in Marokko zijn een bezienswaardigheid op zich. Kleine personenautootjes herbergen grote dampende espressomachines. Stroom halen ze uit zonne-energie of rokende dieselaggregaten. Noodgedwongen… ze staan meestal op desolate plekken waar stopcontacten nog niet bestaan.

Er staan bij de auto een aantal plastic stoeltjes en een tweetal parasols te verkleuren in de zon. In kartonnen dozen liggen koeken, mierzoete koeken. Ze liggen weliswaar in de schaduw maar lijken mij eerder te smaken naar warm appelgebak dan naar heerlijke kruimelkoek. Ik bestel een bakkie troost voor 10 dirham (90 eurocent). Weinig geld voor een onbetaalbaar lekkere expresso. ‘Wil je een koekje bij de koffie?’ vraagt de verkoper beleefd. Vriendelijk bedank ik.

Fadili (de-barista-van-dienst) is een vriendelijke kerel die wat Engels spreekt. Per dag verkoopt hij zo’n 30 tot 50 kopjes koffie. Hij is er tevreden mee. Hij kan zijn gezin er goed van onderhouden. Motorrijders zijn graag geziene gasten, het worden er steeds meer. Vooral groepen. Altijd buitenlanders, aldus de vrolijke verkoper. Niet alleen leuk voor de handel, maar ook fijn om even Engels te kunnen spreken. Engels wat hij leert door te kijken naar Engelstalige TV series.

De koffie is heerlijk. Ik nip mijn kopje leeg en bestel nog een bakkie. ‘Zo dadelijk rijden we weer verder,’ mompel ik richting mijn trouwe Triumph. Ik zoek nog even de beschutting van de parasol en gun mezelf een langere pauze. Die verdere rit naar Azrou komt later wel.

‘Welke bonen gebruik je?’ vraag ik om een dialoog met Fadili op gang te helpen.

‘100% arabica,’ zegt Fadili.

‘What else?’ mompel ik.

Ik denk nog even terug aan mijn gesprekken in Nederland. Vooral die ‘beschonken’ vragen over de thee.

‘Heb je ook thee, verse muntthee?’ vraag ik Fadili. Hij kijkt me verschrikt aan en zijn voorhoofd fronst. Ik wacht het antwoord niet af en weet voldoende. Berber Whiskey – de geuzennaam voor thee – kent z’n grenzen. Gelukkig.

Na mijn tweede bakkie woestijn-espresso zet ik mijn helm weer op en slenter naar mijn motor. Ik verheug mij nu al op de volgende koffiestop. Maar eerst nog wat mooie kilometers door de prachtige leegte van het Marokkaanse landschap.

Ik start mijn motor, zwaai naar Fadili en rij richting de verre horizon.

Over de auteur
Jan van den Brink schrijft, reist en fotografeert. Zijn verhalen gaan over mensen, landen en culturen. Filmpjes van deze trip zijn te zien op zijn Instagram account: @the.motorcycle.traveler

Tekst en foto’s: Jan van den Brink

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen