Tekst en foto’s Hans Avontuur
Op een steenworp afstand van de Zuid-Franse glim- en glitterkust ligt een andere wereld. Kleine dorpen waar het leven langzaam gaat, houden stand in een steeds snellere maatschappij. En – niet onbelangrijk – dit is een motorrijdersparadijs. Kleine weggetjes, duizenden bochten en robuuste natuur.
Aan de ontbijttafel van Grand Hotel Bain
in Comps-sur-Artuby worden de plannen besproken. Een groep Duitse motorrijders
wil richting Saint-Tropez, twee Fransen naar de Gorges du Verdon. Ik vertel dat
ik geen toppers op het programma heb, maar langs de onbekende hooggelegen
dorpen ga rijden, de villages perchés.
Sterke koffie, stokbrood ...
Tekst en foto’s Hans Avontuur
Op een steenworp afstand van de Zuid-Franse glim- en glitterkust ligt een andere wereld. Kleine dorpen waar het leven langzaam gaat, houden stand in een steeds snellere maatschappij. En – niet onbelangrijk – dit is een motorrijdersparadijs. Kleine weggetjes, duizenden bochten en robuuste natuur.
Aan de ontbijttafel van Grand Hotel Bain
in Comps-sur-Artuby worden de plannen besproken. Een groep Duitse motorrijders
wil richting Saint-Tropez, twee Fransen naar de Gorges du Verdon. Ik vertel dat
ik geen toppers op het programma heb, maar langs de onbekende hooggelegen
dorpen ga rijden, de villages perchés.
Sterke koffie, stokbrood en croissants
leggen het fundament voor de dag. Als eerste haal ik mijn motor uit de garage
van het hotel, draai rechtsaf de weg op en rijd de heuvels in. Dikke wolken
trekken door de vallei rechts, het restant van de regen- en onweersbui van
afgelopen nacht. De wereld glinstert van de waterdruppels, maar het wegdek
droogt snel. Binnen twintig minuten kan de rijmodus van Rain naar Road naar Dynamic.
Het is super sturen door de heuvels. Onder het prachtig gelegen dorpje Bargème gaat het strak door een paar opeenvolgende bochten om onder de muren van het kasteel stevig in de remmen te knijpen. Bargème is zo’n typisch hooggelegen dorp in het achterland van de glitterkust. De huizen staan schouder aan schouder boven de vlakte, in de rug beschermd door de hoge bergen van de Alpes Maritimes.
In plaats van Ferrari’s en Bentleys staan hier oude tractoren en gedeukte bestelauto’s
De Côte d’Azur ligt in vogelvlucht amper
35 kilometer verderop, maar dit is een andere wereld. Hier moet de mens het
hoofd bieden aan de elementen. De brandende zon in de zomer, de snijdende kou
in de winter. Alles is hier heviger: de regen, de wind, de sneeuw en het
onweer. Huizen hebben dikke muren en kleine ramen. In plaats van Ferrari’s en
Bentleys staan hier oude tractoren en gedeukte bestelauto’s voor de huizen.
Franse slag
Mijn reisgenoot, de BMW R1200GS, is blij
met de droge wegen. Het gewicht van de machtige allroad laat zich nauwelijks
voelen zodra de machine in beweging is. In de ruime bochten kan er gas bij, in
de krappe bochten hoef ik amper te werken om de boel op koers te houden. Het
gaat zo gemakkelijk dat de verleiding groot is om de randjes op te zoeken, maar
dat is in deze omgeving geen goed plan. Het is altijd oppassen voor de Franse
slag. Zo kunnen de wegen kilometers lang van uitstekende kwaliteit zijn en dan
rijd je van het ene op het andere moment – als niet oppast – door kuilen en
gaten. Of neem de scherpe bochten. Ze worden netjes met borden aangekondigd,
maar ook als er geen bord staat, kan de bocht verraderlijk zijn. Tot op zekere
hoogte moet je hier altijd met een veilige marge rijden. En zo vlecht ik de
bochten en dorpen aan elkaar: La Bastide, Valderoure, Grèolières.
Onderweg naar de Col de Vence, een bergpas van net onder de 1.000 meter hoogte, verandert het vriendelijke landschap in zoiets als een mini-uitgave van de Gorges du Verdon. Het is er minder diep en uitgestrekt dan in de beroemdste kloof van Europa, maar de Pas de Tous Vents is toch een spektakelstuk met tunnels, afgronden, rotsblokken en geweldige vergezichten. Hij staat niet voor niets op de website www.dangerousroads.org!
De wegen slingeren van dorp naar dorp, langs bossen, wijngaarden en velden vol olijfbomen
In de afdaling sla ik de afslag naar het
bekende Saint-Paul-de-Vence over. Ik ken het dorp en het is prachtig, maar ook
nogal toeristisch en dat is nu juist wat ik op deze rit wil vermijden. Dus
stuur ik de GS de andere kant op door de fantastische kloof van de Loup. De weg
wringt zich hier door een omniversum van steen en afgrond. Tot op de bodem en
vervolgens weer omhoog. Speelterrein voor de tweede en – af en toe – derde
versnelling.
Hoewel de dorpen Tourrettes en Gourdon
eerder al uitnodigden voor een pauze stap ik pas na de kloof uit het zadel in
het bescheiden Mons. Op mijn motorboots maak ik van schaduw naar schaduw een
rondje door het dorp en zoek ik een terras op voor koffie met een sandwich.
Scrollend door de navigatie zie ik dat er nog een boel bochtige stukken wachten
en dus neem ik een extra kop koffie als voorbereiding.
Provence unplugged
We beginnen met de route naar Seillans en,
over de Col de Saint-Arnoux, naar kunstenaarsdorp Bargemon. Via een voormalige
spoorlijn gaat het verder naar het kleine Claviers, één van de best bewaarde villages
perchés van de streek. Nog niet ten prooi gevallen aan het toerisme is het een
klassiek Frans dorp met een bakkertje, stamcafé, gezellig pleintje en winkeltje
waar ’s ochtends roddels en mooie verhalen worden uitgewisseld. Ook het
verderop gelegen Callas heeft deze pure sfeer.
De wegen slingeren nu van dorp naar dorp, langs bossen, wijngaarden en velden vol olijfbomen. Overal is het mooi, nergens wordt het te zoet. Dit is de Provence unplugged. Hier leven de bewoners hun leven, zijn bezoekers van harte welkom, maar maakt niemand een knieval voor het toerisme. Koffie bij het dorpscafé – de Cercle de la Fraternité in Claviers bijvoorbeeld – doe je in een ongepolijst decor tussen de bewoners. Hier geen hippe loungebanken en ingewikkelde koffies. Doe er de groeten aan kastelein Jean-Pierre.
Oudjes op een bankje, kids die spelen, de dorpshond die midden op de weg is gaan liggen
Zulke plekken geven de streek een sterk
eigen karakter en dat voel je als je er doorheen rijdt. Een streek ook van
bijzondere mensen. Zo wordt het wijnhuis Château de Saint-Martin in Taradeau
geleid door een vrouw, Adeline de Barry. Al vanaf het begin in 1740 stonden de
vrouwen hier aan het roer. Dat begon toen de mannen het te druk hadden met
politiek en oorlog voeren, dus maakten de vrouwen de wijn. Zo is het gekomen en
zo is het gebleven.
Of neem Max Doleatto in Flayosc. In misschien
wel de oudste nog werkende olijfmolen van heel Frankrijk maakt hij olijfolie
van hoge kwaliteit. Zonder compromis. Op een andere, meer commerciële manier
valt goed geld te verdienen, maar Max verkiest het ambacht. ‘Geld verdienen is
mooi hoor, maar ik wil de traditie voortzetten’, vertelt hij, terwijl hij de
oude molen laat zien die vroeger door waterkracht en nu door stroom wordt
aangedreven. ‘De olijfboom hoort bij deze streek. We hebben 130 soorten die
hier thuishoren. Daarmee maak je de olie die bij de omgeving hoort. Voor
topkwaliteit moet je ambachtelijk persen. Dat kost veel meer tijd en levert
veel minder olie op. Dat wordt niet gecompenseerd door de hogere prijs van een
fles, maar je kunt er wel trots op zijn!’
Max zwaait me uit als ik terug in het
zadel van de BMW stap. Terwijl ik opschakel trekt het landschap onverminderd
mooi aan me voorbij. De route op de navigatie brengt me naar TourTour en Ampus.
In beide gevallen rijd ik er niet langs, maar dwars doorheen. Vanuit het zadel
probeer ik de authentieke Provençaalse sfeer op te snuiven. Oudjes op een
bankje, kids die buitenspelen, de dorpshond die midden op de weg is gaan liggen
en niet van plan is om op te staan. Sterker nog, hij doet niet eens zijn ogen
open.
Strakke lijnen rijden
Kilometers glijden onder de wielen van de
GS door. Op lange trajecten kom ik nauwelijks ander verkeer tegen. De wereld is
hier af en toe een privécircuit. Zodra ik de hand van het gas doe, ruik ik de
omgeving: dennen in de zon, tijm en wilde lavendel. Onderbroken door dikke
dieseldampen van het plaatselijke boertje dat zijn antieke, maar nog altijd
werkende tractor naar huis rijdt. Het loopt tegen twaalf uur, het enige moment
van de dag waarop de bewoners haast hebben. Iedereen wil naar huis, want het is
tijd voor de lunch, de belangrijkste en meest uitgebreide maaltijd van de dag.
Als ik vanuit Ampus door de heuvels
slinger, zie ik plotseling nog zo’n parel liggen: Châteaudouble. Van de twee
kastelen die er ooit stonden, is er nog eentje over. Dat wil zeggen: de toren
en wat muren staan nog overeind. Het was letterlijk het slot op de deur van de
regio. Châteaudouble ligt zo hoog en strategisch dat niemand er ongemerkt langs
kon glippen. Ik tik het pleintje aan dat eersteklas op de omgeving uitkijkt en
rijd rustig verder.
Het laatste traject volgt een relatief grote weg die de regionale hoofdstad Draguignan met Comps-sur-Artuby verbindt. In de zomermaanden populair bij vakantiegangers die vanuit badplaatsen als Saint-Tropez, Sainte-Maxime en Fréjus de Gorges du Verdon willen bezoeken. Met dank aan het minder fraaie weer hebben de toeristen kennelijk voor een ander uitstapje gekozen, want het is rustig onderweg.
Ik geniet nog eens extra van de snelheid, de weg, de bochten en de omgeving
Het voordeel van een wat grotere weg is
dat je ook het tempo kunt opschroeven. Er zijn langere rechte stukken en de
bochten zijn ruim en overzichtelijk. Met de rijmodus op Road zoek ik de juiste
strakke lijnen. Op die manier hoef ik de toerenteller niet in het rood te jagen
om tempo te maken en te houden. Af en toe passeer ik een trage bestelbus of
personenauto. Vervolgens zo snel mogelijk terug op de juiste lijn.
Dertig of veertig kilometer zuidelijker vergapen de mensen zich aan de rijkdom van Monaco & Co. Het is ze van harte gegund. Ik schuif nog eens wat lager achter de ruit, zet mijn voeten steviger op de steps en geniet extra van de snelheid, de weg, de bochten en de omgeving. Op het terras van Grand Hotel Bain staat een grote pot bier op me te wachten.
3 x koffiestop
1. Mons
Maak een wandeling door het mooie, stille
dorp en zoek daarna een plaatsje op het terras van de Auberge Provençale. Een perfecte
plek voor een café noisette met ambachtelijke notentaart. Geweldig uitzicht
over de omgeving.
2. Claviers
Parkeer je motor voor de deur van de Cercle
de la Fraternité, een ongepolijst dorpscafé. Het is de huiskamer van Claviers,
waar bewoners en bezoekers ’s ochtends de dag beginnen en hem ’s avonds
eindigen in de laatste zonnestralen.
Dorpsplein uit het plaatjesboek met
verschillende terrassen. Niet helemaal onontdekt, maar bijzonder sfeervol.
Buiten het hoogseizoen bovendien een gezonde mix van bewoners en bezoekers.
3. TourTour
Dorpsplein uit het plaatjesboek met verschillende terrassen. Niet helemaal onontdekt, maar bijzonder sfeervol. Buiten het hoogseizoen bovendien een gezonde mix van bewoners en bezoekers.
3 x uit het zadel
Je hoeft natuurlijk nergens uit het zadel.
Rijden is het mooiste wat er is. Maar als je de benen eens wilt strekken of
jezelf wilt wagen aan zoiets als cultuur volgen hieronder onze drie favoriete
plekken.
1. Château de Saint-Martin, Taradeau
Op bezoek bij de vrouwelijke wijnmakers van
Saint-Martin. Laat je rondleiden door de eeuwenoude wijnkelders en doe
aansluitend een proeverij. Geen paniek. Elke slok na het proeven weer uitspugen
en de beste fles meenemen voor ’s avonds.
2. Olijfmolen van Flayosc
Even in de remmen bij de olijfmolen van Max
Doleath. Achter het kleine winkeltje zijn de eeuwenoude molen en pers te zien.
Techniek van perfecte eenvoud. Grote kans dat Max je ongevraagd alles vertelt
over goede olijfolie. Leuk, als je Frans verstaat.
3. Ruïne van Bargème
Parkeer je motor aan de voet van het dorp
en klim naar de restanten van het voormalige kasteel. Kijk, zó moet een ruïne
er uitzien. Verweerd en overwoekerd, maar nog altijd kun je er doorheen dwalen
en je fantasie de vrije loop laten.
DOWNLOAD TRACK, ROUTE & ITN
[sgpx gpx="/wp-content/uploads/gpx/TRK_M73_0220_achterland_cote_azur.GPX"]
Doorgaan met lezen?
Om verder te lezen heb je een abonnement nodig. Heb je die al? Dan kun je
hier inloggen.
Wil je graag toegang? Kies dan één van onze abonnementen, dat kan al vanaf €2,99 per maand.
Alle artikelen uit MOTO73, Promotor en Classic & Retro lees je iedere dag vers online via onze Premium artikelen of de (downloadbare) bladerbare PDF magazines.
Het beste magazine voor toerrijders valt iedere maand weer bij je in de bus. Motortests, leuke routes om zelf te rijden, producten en meer. Inclusief digitale toegang op Motor.nl (Premium artikelen) en bladerbare (en downloadbare) PDF magazines.
Iedere twee weken krijg je de laatste motortests, achtergrondverhalen, columns en sportnieuws direct op je deurmat. Maar daar houdt het niet op! Inclusief digitale toegang op Motor.nl (Premium artikelen) en bladerbare (en downloadbare) PDF magazines.
Rijdt al heel lang motor. Is niet zo geïnteresseerd in de motor zelf, maar wel in wat-ie kan. Sterke voorkeur voor allroads, maar hypernakeds zijn ook niet te versmaden. En natuurlijk classics vanwege de techniek én de aaibaarheid. Rijdt zo'n 40.000 km per jaar. Heeft drie motoren, waarvan één woon-werk. Bezit zelf geen auto.