zaterdag 20 april 2024

TankTasTocht 2: Toeren bij de Tukkers

Chauvinisme betekent alleen maar dat je nooit ergens anders bent geweest. Dan staat je dorp, stad of streek al snel op nummer één. Mag ik toch een uitzondering maken? Tanktastocht nummer twee voert door Twente en het aanpalende Duitsland. En ik geef die Tukkers gelijk. Zo gruwelijk mooi, dat licht golvende coulisselandschap bij Oldenzaal en Enschede, al die verstolen weggetjes, de bollende essen, de rode puntdaken van de boerderijen her en der.

DOWNLOAD DE ROUTE

En denk nu niet: saai! Ook diep in de provincie eisen seks, drugs en rock ’n roll de volle aandacht van al wat leeft. Zo stuiten we in het Palthe-huis in Oldenzaal op het boek Stoute jongens en meisjes, uit 1859 – ook toen al. En amper tien kilometer verder, in Huis Singraven, woonde vroeger ene Willem Frederik Jan Laan en die had een knecht en eh… die twee waren dus ook stout! Ja ja, en dan moet Nina Hagen nog komen. In het Rock’n’Popmuseum in Gronau doet zij op film voor hoe een vrouw het best kan worden bevredigd! Gekleed dan, hè, maar toch.

Nu kan licht de indruk ontstaan dat wij ons hier in het Sodom en Gomorra van het Oosten bevinden. Onzin natuurlijk, dit is nog steeds het land van de noabers, van het aloude klootschieten en – ik had er nog nooit van gehoord – het kindpinkeln. Terwijl moeder in het ziekenhuis bijkomt van de bevalling, komen de mannen uit de straat ’s avonds de gelukkige vader feliciteren. Dat betekent natuurlijk zuipen. En pinkeln, oftewel plassen!

Quando Quando

Totale onschuld dus en wie nu nog niet overtuigd is: onderweg werden wij op de boordradio achtervolgd door Radio Maximus Houthakker las Palmas. Ik verzin het niet, maar dankzij deze piratenzender (ik wist niet dat ze nog bestaan) zoeven wij langs beemd en dreef met in de oren ‘Liebeskummer lohnt sich nicht, my Darling, Schade um die Tränen in der Nacht’. Herrlich!

Het feestje begint aan het eind van de A1, in Oldenzaal, waarvoor ik altijd een zekere sympathie heb gevoeld. Je bent er zo doorheen, maar het voelt meteen vertrouwd. De Groote Markt met wat nauwe straatjes eromheen, de Steenstraat waarin zich nog een postzegelhandel bevindt, de kloeke toren van de Sint Plechelmus. En dan dat hoekje bij het Palthe-huis, maak het maar eens na.

We lopen ook nog even grandcafé Markant binnen, aan de Groote Markt. Prima adres, met Bob Marley op de draaitafel en een uitbaatster zonder opsmuk die veel heeft gezien; haar maak je niets meer wijs. De kleinzoon, een blonde jongen met bij wijze van spreken de blosjes nog op de wangen, mag al meehelpen. Even later komt een oeroude man binnenschuifelen, mager als ijzeren Hein, met dunne haren en amper in staat duidelijk te praten. Dat hoeft ook niet, want de kleinzoon weet wat hij hem moet voorzetten. Op de achtergrond zingt Engelbert Humperdinck ‘Quando Quando’. De baas van de zaak neuriet zachtjes mee.

Lekker sturen

Zodra we Oldenzaal via de Postweg verlaten, is het meteen raak. Smalle wegen door een licht golvend land met achter de bolle essen altijd wel de kraag van een bos of het rode puntdak van een Twentse boerderij. Lekker sturen, dat is het, door kleinschalig boerenland en dat kilometerslang. Met op de boardradio ‘So eine Nacht’ van Olaf Henning snellen we voort om pas bij Huis Singraven even halt te houden. Het ligt er fantastisch, in een bocht van de Dinkel, maar wat doet die algengroei in de vijvers? Vast een teken van een te hoge stikstofbelasting, ook hier!

Al snel stuiven we Duitsland binnen. Het is er een stuk rustiger, met minder bebouwing en minder verspreide boerderijen, maar ook saaier. In Gildehaus grijpt het me zelfs naar de keel. Hoe stil, hoe leeg, hoe nietszeggend kan een plaats zijn? Net als ik wil vragen ‘Gildehaus, vertel me je geheim’ toont zich het antwoord, op de Gronauer Straße en Im Sieringhoek. Daar blijkt een deel van het dorp boven op een heuvelkam te liggen, magnifiek, met heuse vergezichten. Waar komt dat ineens vandaan?

Zo waar!

Natuurlijk bezoeken we Schloß Bentheim – met muren van vijf meter dik, mensen – maar ik ben toch vooral onder de indruk van de laatste stop voordat we Nederland in duiken, bij het Rock’n’Popmuseum in Gronau. De stad zelf is een schim van zijn verleden. Het hart is een kale vlakte waar ooit enorme textielfabrieken stonden. De meeste zijn afgebroken en wat rest, wacht op een bestemming. In één van die restanten bevindt zich nu een museum dat tot de nok toe is volgestouwd met de iconen van na de oorlog, de iconen met wie wij zijn opgegroeid. Ik ga geen namen noemen, ze zijn er allemaal, ja, ook his Bobness, en Screamin’ Jay Hawkins en Aretha Franklin in het Concertgebouw en Freddy Mercury als hij in een vol Wembley-stadion ‘We are the Champions’ zingt. De begeestering van die massa… Maar gelukkig, geen Hansi Hinterseer! 

Op weg naar Oldenzaal bezoeken we tot slot de synagoge van Enschede. Niet alleen een gebedshuis, maar tegenwoordig ook museum. Architect Karel de Bazel voorzag het gebouw uit 1928 van buitengewoon rijke details, maar de mens ontbreekt, want, zo heet het in het joodse geloof: ‘De mens is de enige die nog niet af is.’ Wat een prachtig idee. En zo waar!

Route

De route start en eindigt bij McDonald’s Oldenzaal, Hanzepoort 2, 7575 DA Oldenzaal en is zo’n 135 km lang.

Tekst Paul Vreuls, foto’s Jacco van der Kuilen

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen