Net over de Duitse grens liggen vijftien voormalige straf- en concentratiekampen van de nazi’s. De eerste zogenaamde Emslandlager werden al in 1933 gebouwd om tegenstanders van Hitler op te sluiten en erger. Dwars door het polderland rijden we langs plekken die ons vertellen wat er mis kan gaan als we elkaar en onze botsende meningen geen ruimte meer geven.
De weg gaat door een bos en langs grote akkers met maïs. Een bord verwijst naar een begraafplaats uit de oorlog, Kriegsgräberstätte. Een stuk gravel brengt me naar de ingang. Er liggen 195 onbekenden begraven. Allemaal gestorven in de kampen in de omgeving. Tegenstanders van het regime, andersdenkenden, krijgsgevangenen, verzetsstrijders en andere ongewensten van het regime. Onder hen ook Nederlanders en Belgen.
Toertocht Nederland: van laag naar hoog
Ik parkeer de motor en loop een rondje. Op de akkers achter het kerkhof stonden ooit de barakken van Emslandlager II Aschendorf. Het is stil op de begraafplaats. De wind ruist door de bomen. Bladeren ritselen. In dit kamp werden in april 1935 de eerste duizend gevangenen opgesloten. Daar kwamen al snel nog eens duizend mensen bij. Een van hen was de kunstenaar Ernst Walsken die met enkele vrienden een tijdschrift had tegen de nazi-ideologie.
In het boek ‘Gevangen in het Veen’ van Pieter Albers vertelde hij over zijn tijd in het kamp: ‘De honger was groot. Enkele kameraden liepen vertwijfeld in de onder stroom staande prikkeldraadversperring om zo een zekere dood te vinden.’ Ernst, die in 1939 werd vrijgelaten, slaagde erin om in het geheim 180 tekeningen over het kampleven te maken.
Mijn tocht is een kwartier geleden begonnen in Papenburg, het stadje van waaruit de kampen in het Emsland werden bestuurd. Het is er nu mooi en vredig. Met een kanaal en gezellige terrassen voor Kaffee und Kuchen. Papenburg is bekend vanwege de Meyer Werft, bouwer van enorme cruiseschepen. Het bedrijf uit 1795 ligt iets buiten het stadje aan de Eems, een grote rivier met toegang tot de zee. Tijdens de oorlog diende het vooral als werkplaats voor reparaties en de bouw van kleine hoeveelheden onderzeeërs. Meyer heeft een bezoekerscentrum.
Namen en gezichten
Rijden door boerenland. De akkers staan vol maïs, aardappels en bieten. Ooit was dit voor een groot deel hoogveen. Precies om die reden zijn de kampen hier gebouwd. De gevangenen moesten de veengronden ontginnen en klaarmaken voor turfwinning en landbouw. Werken onder erbarmelijke omstandigheden, tot de dood erop volgde.
Hoewel we vandaag vooral op zoek moeten naar verborgen begraafplaatsen en hoekjes met herinneringsborden, is er een plek met een groot museum: Gedenkstätte Esterwegen, geopend in 2011. Na de Tweede Wereldoorlog duurde het lang voor er aandacht kwam voor de Emslandlager. De aandacht ging naar de grote concentratiekampen en in de buurt wilden de mensen er liever niet meer aan denken.
Het is een indrukwekkend museum dat de gevangenen namen en gezichten geeft. Ook leren we hoe Hitler de Duitse democratie de nek omdraaide en er geen plaats meer was voor mensen met een andere mening, huidskleur, geaardheid of die om wat voor reden dan ook niet pasten in het plaatje van de nazi’s. Aantallen lopen uiteen maar volgens de cijfers van Esterwegen hebben er ongeveer 180.000 mensen in de vijftien kampen gezeten. Minstens 20.000 zijn er gestorven door honger, uitputting, ziekte, mishandeling of executie.
Een stuk wandelen over het buitenterrein. Veel van het oorspronkelijke kamp is niet terug te vinden. Bomen geven de locatie aan van verschillende barakken. Strakke ijzeren platen markeren onder meer de dubbele toegangspoort. In de grond zijn hier en daar resten te zien van funderingen en trappen. Met de verhalen van de slachtoffers in je achterhoofd, is kippenvel nooit ver weg.
Toertocht Verdun, Frankrijk: toeren tussen oorlog en vrede in Noord-Frankrijk
Gevoel van vrijheid
Ik start de motor en geef gas. De vrijheid van het motorrijden voelt extra lekker. Het is een luxe waar je niet vaak bij stilstaat. Een mooie route door het rustige platteland van het Emsland brengt me op slechts een paar kilometer van de Nederlandse grens. Informatiepanelen markeren de locaties van kampen IV (Walchum), V (Neusustrum) en VI (Oberlangen). Onbekende namen voor wie er nooit is geweest.
Het stadje Haren is een prettige onderbreking. Maar mijn koffiestop plan ik in Meppen dat een mooie hoofdstraat met marktplein heeft. Eerst nog even op zoek naar de Emslandlager van Wesuwe en Versen. In het boek Gevangen in het Veen staat over dit laatste kamp een citaat van een Deense gevangene: ‘De barakken hadden geen kooien of bedsteden. In de eerste maanden was er ook geen stro. De meeste gevangenen moesten daarom op de kale, koude bodem liggen en omdat het veel regende en de daken kapot waren, trokken we nooit onze kleren uit.’
Sturen door lichtgolvend landschap. Heerlijk. Spelen met de derde en vierde versnelling. Rijen bomen breken de wind. Af en toe pak ik een onverhard boerenpad mee. Staand op de steps, de hand wat steviger aan het gas, vier ik de vrijheid. Als eerbetoon aan iedereen die er gevangen zat. De route die op mijn navigatie staat, pak ik later wel weer op.
De Nederlandse grens is niet ver. In Esterwegen had ik gelezen dat voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gevangenen probeerden naar Nederland te vluchten. Dat bleek lang niet altijd een succes. Wie pech had werd door de politie teruggebracht naar Duitsland. Gelukkig bestonden er ook dappere mensen die de vluchtelingen wel hielpen. Vooral toen tijdens de oorlog het verzet op gang kwam. In het boek van Pieter Albers wordt een ooggetuige aangehaald: ‘Onder de vieze vuile modder gingen Franse militaire uniformen schuil… Ze zaten onder de luizen en vlooien… schone kleren werden geregeld, zodat de mannen na een poosje weer toonbaar waren.’
De motorroute volgt een stukje de vallei van de Eems. Ook dat is fijn rijden. Regelmatig krult er een langgerekte bocht door het rivierenlandschap. Af en toe gaat het bijna negentig graden de hoek om. Als er geen tegenliggers zijn kun je die strak aansnijden. Het hoeft niet hard. Gewoon lekker doorrijden past het terrein het best.

Lastig ontsnappen
In de Emslandlager verbleven gevangenen uit tal van landen. Duitsers, Denen, Russen, Belgen, Nederlanders, Italianen, Luxemburgers, Fransen, Serviërs, Polen. Oude foto’s laten zien hoe leeg, verlaten en wild het gebied er destijds bij lag. Als je mensen ongezien wilt opbergen op een plek waar het lastig ontsnappen is, lijken de veengronden ideaal.
In het zuidelijke deel van de motorroute rijd ik hier en daar nog door uitgestrekte veengrond. Fullener Moor, Rühler Moor, Geestmoor. En ik vind een bonus: Erinnerungsort Emslandlager XII in Dalum. Het trafostation en het wachtgebouw van het kamp zijn er bewaard gebleven. Ze hebben de status van monument. Het is onbemand maar via een telefoonnummer dat op het informatiebord staat, krijg je een handleiding om de deur te openen. De gebouwen zijn mooi gerenoveerd. De meeste indruk maakt de oude toegangsweg, geflankeerd door twee originele pilaren. Over deze stenen liepen de gevangenen destijds naar binnen. Velen zouden er nooit meer over naar buiten gaan.
Kom. Rijden. Gas geven en de wind weer langs het hoofd laten waaien. Rechts neem ik een afsteker naar het Dalum-Wietmarscher Moor en vervolgens het Fühlenfelder Moor. Het is er al snel duidelijk dat je hier niet zomaar kon ontsnappen. Moeras, veen, zompig terrein, waterpartijen en uitgestrekte stukken zonder schuilplaats. De zachte ondergrond heeft het asfalt vervormd. Het is een soort golfslagwegdek geworden. Het gaat op en neer. Omhoog, omlaag, omhoog, omlaag. Met – uiteraard – overal scheuren en gaten. Via Georgsdorf rijd ik terug naar de geplande route.
Armoede en honger
In Bathorn herken ik nog een trafostation, dat nu deel is van een woonhuis. Ook in het verderop gelegen Kamp XV Alexisdorf staat nog zo’n gebouw. In het dorp streken na de oorlog Duitse vluchtelingen uit het oosten neer. Ze moesten hun huizen daar verlaten omdat het grondgebied voortaan in Polen lag. Armoede en honger gingen nog even door. Maar nu voor de Duitsers zelf.
Aan de rand van het dorp bezoek ik de begraafplaats van Kamp XV. Op stenen tafels staan de namen van gevangenen die er begraven liggen of hebben gelegen – na de oorlog werden velen herbegraven in hun eigen land. Officieel zou het massagraf ooit zeshonderd slachtoffers hebben geteld, anderen houden het op zesduizend.
Na een korte stille pauze start ik de motor en neem ik het pad terug naar de bewoonde wereld. Als ik het bos uitrijd begint de zon te schijnen.
Download de route

Foto’s: Hans Avontuur
Alles over de Emslandlager |
Er is een aantal websites met uitgebreide informatie over de Emslandlager. Om te beginnen kun je terecht op de site van de Gedenkstätte Esterwegen, het grootste museum over de kampen. Ook in het Nederlands. De historie, de kampen, de begraafplaatsen. Alles komt aan bod, inclusief de vijftien locaties. Ook kun je er een archief raadplegen. Verder is er het Dokumentations- und Informationszentrum Emslandlager in Papenburg. Deze organisatie houdt zich vooral bezig met het verzamelen van documentatie, maar biedt op de website veel achtergrondinformatie. www.gedenkstaette-esterwegen.de; www.diz-emslandlager.de |
Lezen over de kampen |
Het beste boek over de Emslandlager is geschreven door Pieter Albers: *Gevangen in het Veen, 15 onbekende Duitse concentratiekampen langs de grens van Groningen en Drenthe* (verkrijgbaar bij o.a. Bol). De auteur gaat uitgebreid in op de achtergronden, beschrijft elk kamp en presenteert enkele hoofdrolspelers zoals Carl von Ossietzky, tegenstander van Hitler. Hij werd in 1933 opgepakt, kreeg in 1936 de Nobelprijs voor de Vrede (die hij als gevangene niet in ontvangst kon nemen) en zou in 1938 overlijden aan de ontberingen en martelingen tijdens zijn gevangenschap. |