maandag 9 december 2024

Toertocht Frankrijk: zwieren in de Corrèze

De Corrèze ligt verscholen aan de goede kant van het Massif Central. In deze onbekende streek begint het warme zuiden. We slingeren door eenzame natuur, langs meren en rivieren en dwars door de mooiste dorpen van Frankrijk. Ruim 250 kilo motorfiets met volle bepakking voelt hier bijna gewichtsloos.

De aanloop gaat dwars door het Massif Central met zijn oude vulkanen. Het is er koud. Alle dikke kleding aan, inclusief het regenpak, dat ook een beetje helpt tegen de harde wind. Maar dan daalt de weg richting de Corrèze. Als ik uiteindelijk de snelweg verlaat en voor de kerk van het vertrekpunt in Millevaches parkeer, word ik omarmd door de zon. Ik ben in het zuiden.

Het begint lekker ruig en ruw. Op het Plateau de Millevaches voert de weg door donkere bossen, langs ruisende rivieren, grote meren en slingerende beekjes. Hoewel de naam doet vermoeden dat de streek naar duizend koeien is genoemd, komt het waarschijnlijk van een oude taal en betekent het zoiets als verlaten bergen. En die typering past nog altijd.

030… 020… 010… Motorroute langs de stadions van FC Utrecht, AFC Ajax en Feyenoord

Op het eerste traject vragen tal van plekken om af te stappen, maar voorlopig blijf ik in het zadel. Sturen over bochtige wegen die op en af gaan. Soms lekker ruim, soms hoekig en scherp. Ik passeer gehuchten van drie huizen en een brievenbus en ontmoet herderinne Lise die met haar schaapskudde midden in het grote niets loopt. Ze vertelt dat ze houdt van haar werk. Het samenspel tussen mens, hond en schapen.

De vallei van de Vézère, aan de voet van het Monédières-massief, brengt me naar het heerlijke stadje Uzerche. Het historische centrum ligt op een enorm rotsblok in een slinger van de rivier. Hoog en veilig. Ik schakel terug en zoek de weg naar boven. Die gaat net als eeuwen geleden door een smalle stadspoort, destijds gemaakt voor de breedte van een ezel met bepakking, ongeveer het formaat BMW R 1200 GS met complete kofferset. Het past prima.

Ik parkeer mijn motor, breng de bagage naar het hotel, wissel van schoenen en maak een wandeling door het stadje. Mooi, mooier, mooist. De meeste stadspaleizen gebouwd met goudgele steen, net als de kerken en kapellen. Soms vergrijsd door de tijd. Vanaf een bankje is er uitzicht op het water en de omliggende heuvels. Een machtig gevoel. Onverslaanbaar. En dat was deze plek ook.

Afgestoft en opgepoetst

Vroeg op. Hoewel ik voorzichtig ben met het gas, echoot het geluid van de motor tussen de hoge herenhuizen. Een heerlijke route binnendoor voert naar Tulle, de Franse hoofdstad van de accordeon. Van de talrijke fabrieken die het plaatsje ooit telde, is er nog één over: Maugein. Daar worden de instrumenten nog altijd met de hand gemaakt. Er is sinds kort een museum over ingericht. Één van Frankrijks grootste accordeonisten, Jean Ségurel, speelde op een Maugein. Hij verkocht meer dan tien miljoen platen.

Het dal van de Corrèze, de rivier die de streek zijn naam heeft gegeven, brengt me naar Aubazine. Hoewel ik nog niet van plan was om af te stappen, bezoek ik toch even het voormalige klooster. Het is niet te veel afgestoft en opgepoetst, wat vooral de charme van de plek goed doet. Op mijn motorlaarzen stap ik over vloeren en trappen, door zalen en kamers. Modekoning Coco Chanel heeft er een deel van haar kindertijd doorgebracht, na het overlijden van haar moeder.

Het is onvoorstelbaar hoe slim de monniken hun abdij vroeger hadden opgebouwd. Met verschillende molens, uitgestrekte landbouwgronden en visvijvers was het een succesvolle en machtige onderneming. Ronduit indrukwekkend is het kanaal dat in de twaalfde eeuw uit de rotsen is gehakt om het water naar het klooster te brengen. Zoiets heet niet voor niks monnikenwerk.

Bij het kleine dorpswinkeltje tegenover de abdij haal ik een flesje water en een pak koeken als noodrantsoen. Daarna even stevig doorrijden naar de hoofdstad van de Corrèze: Brive-la-Gaillarde, waar je onder meer de distilleerderij van Denoix kunt bezoeken.

Spitsuur in Bassignac-le-Bas.

Een rood dorp

Na de korte stop met lunch stuur ik de motor het golvend landschap weer in. Zomerhandschoenen aan, de helm op maximaal ventileren, de rits van mijn jack halfopen. Zo waait het lekker een beetje door. Op de smalle wegen laat de GS weer eens voelen dat hij een stuk wendbaarder is dan je gezien zijn formaat zou verwachten. Zodra de machine rolt, lijken de kilo’s te verdampen in de Franse zon. Alleen als het echt hoekig wordt en de snelheid serieus daalt, heb je plots weer een massief gewicht in handen.

Bij Turenne laat ik mijn navigatie even voor wat het is voor een kriskras rondje tussen de velden aan de voet van het dorp. Op zoek naar het beste uitzicht op de torens, vestingmuren en donjon. Amper bekomen van zoveel schoonheid dient iets verderop Collonges-la-Rouge zich aan, een dorp dat bijna helemaal is gebouwd met de rode steen van de streek. De kleur heeft te maken met het ijzer dat erin zit.

Motor parkeren aan de doorgaande weg en afdalen naar het dorp dat je alleen te voet kunt ontdekken. Het is warm en het zweet staat in mijn laarzen, maar Collonges is het waard. Alles is er rood. De kerken, kapellen, herenhuizen, fonteinen, steegjes en herbergen. Zo mooi homogeen. Een levend openluchtmuseum.

Toertocht Zwitserland: op passenjacht met de Energica Eva

Dat was rond 1900 niet meer zo vanzelfsprekend. Het dorp raakte ernstig in verval maar werd in 1927 door de overgebleven bewoners zelf gered. Gezond verstand. Het lijkt alsof ze daar in Collonges net wat meer van hebben dan op veel andere plekken. Tijdens de godsdienststrijd tussen katholieken en gereformeerden werd de kerk gewoon eerlijk verdeeld. Een stukje godshuis voor beide partijen, iedereen tevreden.

Ik start de GS en rijd via Meyssac (ook veel rood) en Curemonte (drie kastelen) naar mijn slaapplek: Beaulieu-sur-Dordogne. De route is fantastisch. Het landschap golft op en neer, er zijn vergezichten en af en toe duikt er in al die vriendelijkheid een steile dreigende rotswand op.

Oude wegwijzers

Afdalen naar het water, een rondje door het dorp. Hand van het gas, vizier omhoog. Dit is zo’n stadje waar je aan het eind van een lange motordag graag wil zijn. Niet te groot, niet te klein en bovenal sfeervol met leuke straten, pleinen en terrasjes. Ik parkeer de motor in een middeleeuws gewelf dat bij mijn chambre d’hôte hoort, neem een douche en ga op zoek naar een fris biertje.

Het is nog vroeg als ik de volgende dag het dorp verlaat. De frisse ochtendmist hangt in de vallei van de Dordogne. Met de GS in de tweede versnelling rijd ik omhoog naar het gehucht Bassignac-le-Bas en verder over de oevers van de rivier. De route slingert mee met de loop van het water en dwaalt uiteindelijk af richting de spectaculaire ruïnes van Les Tours de Merle.

De torens dateren van de achtste tot vijftiende eeuw en staan onoverwinnelijk op een vijftig meter hoge rotspunt die bijna helemaal door de rivier de Marenne wordt omsloten. De vestingwerken strekken zich uit over een lengte van tweehonderd meter. Het was in de Middeleeuwen een strategische plek op het kruispunt van drie graafschappen: Auvergne, Toulouse en Aquitaine.

Even bewonderen en door. De Xaintrie, zoals dit deel van de Corrèze heet, is namelijk geweldig motorterrein. Kleine weggetjes, tunnels van bomen, plateaus met weilanden, veldkruizen, gehuchten, boerderijen en oude wegwijzers van Michelin die om welke reden dan ook nooit zijn vervangen. In de derde en soms vierde versnelling rijd ik in een strak maar ontspannen tempo door een droomdecor.

Cowboylaarzen van Clinton

Voorbij het grotere Égletons duikt de route het Monédières-massief weer in, de bergen waarmee ik de reis door de Corrèze ben begonnen. Het geplande stopje in Sarran gaat niet door. Het Musée du Président Jacques Chirac is tijdelijk gesloten. Jammer, want het museum is opgebouwd rond de duizenden cadeaus die de president tijdens zijn ambtsperiode ontving. Van de cowboylaarzen van Bill Clinton tot een porseleinen vaas van Wim Kok.

Ik heb de tijd voor een extra grote omweg naar het eindpunt. Mooi al die presidenten en regeringsleiders, maar nu is de beurt aan de Corrèze om cadeaus uit te delen: honderden bochten, vergezichten, dichte bossen, wilde rivieren, bruggen, rotswanden, hoogvlaktes. Met afwisselend breed en smal asfalt.

De GS laat zijn massieve koppel gelden én het vermogen zodra ik een bocht uit wil accelereren of vlug een tractor wil inhalen. Het gaat bijna te gemakkelijk en te soepel. Zeker met de rijmodus Dynamic. Net voor het vallen van de avond rol ik eindpunt Meymac binnen. Aan de oude herenhuizen valt hier en daar nog een zekere welvaart af te lezen. Die dateert van de negentiende eeuw, toen veel bewoners bij gebrek aan werk naar de Bordeaux trokken om er in de wijnbouw te gaan werken. Een groot aantal deed dat met veel succes en dat lieten ze thuis zien met onder meer mooie huizen.

’s Avonds schuif ik aan voor een streekgerecht en leg ik mijn dikke motorkleding klaar. Morgen gaat het de vulkanen over, terug naar het koude noorden.

Foto’s: Hans Avontuur

Download de route Zwieren in de Corrèze

Reisinfo

De reis De hoofdstad van de Corrèze, Brive-la-Gaillarde, ligt op zo’n 950 kilometer vanaf Utrecht. Je zou de streek kunnen combineren met een mooie rit in het vulkaanlandschap van de Auvergne.

Overnachten Je hebt tal van mogelijkheden. Van eenvoudig tot luxueus. Aanraders: Hôtel Joyet de Maubec in Uzerche (hotel-joyet-maubec.com), Le Clos Rodolphe in Beaulieu-sur-Dordogne (closrodolphe.fr) en Chez Françoise in Meymac. Ook zijn er drie Relais Motards (relais-motards.com) in Curemonte, Gumond en Gros-Chastang.

Informatie tourismecorreze.com; france.fr/nl

5 fijne pauzeplekken

  • Café de Paris, Avenue du Général de Gaulle, Treignac. Direct aan de route, typisch Frans dorpscafé waar de jeugd een ijsje komt halen, de oudjes een borrel en de rest een kop sterke koffie.
  • Vertigo Café, 20, boulevard de Puyblanc, Brive-la-Gaillarde. Lekker terras tussen de locals van Brive. Goede plek voor de lunch ook. De keuken is eigentijds, inclusief vegetarische opties, burgers en bowls.
  • Collonges-la-Rouge. Parkeer je motor onder de bomen aan de D38, daal het straatje af naar het dorpscentrum en pik er een terrasje uit dat je leuk vindt. Altijd goed.
  • Auberge des Gabariers, Argentat. Perfecte plek om een wafeltje te eten. Motor voor de deur, rivier aan je voeten. Ook goed voor een serieuze lunch of diner. aub-des-gabariers-argentat.fr
  • Chez Françoise, Meymac. Hier schuif je aan voor streekgerechten en een glas wijn uit de kelder vol uitstekende Bordeaux. Ook leuk in Meymac, Le Bistrot des Cath.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen