vrijdag 13 juni 2025

Toertocht Verdun, Frankrijk: toeren tussen oorlog en vrede in Noord-Frankrijk

De weg deint op en neer tussen heuvels en akkers. Hier en daar staat een plukje hoge bomen met bollen van maretak in de kruinen. Ook de entree van Romagne-sous-Montfaucon is ermee versierd. Ik ben zeker niet de eerste motorrijder die in dit dorp pauzeert. Het plaatselijke museum heeft een trouwe groep bezoekers uit alle windstreken, waarvan er veel op de motor komen – van een Harley-Davidson Heritage tot een knetter-Kreidler. Museumman Jean-Paul de Vries ziet ze graag komen, zelf rijdt hij Mobylette.

Het gezin De Vries was eigenlijk op weg naar Zuid-Frankrijk. Maar daar zouden ze nooit aankomen. Ze bleven hangen op de camping in Romagne-sur-Montfaucon in de Noord-Franse Ardennen en zouden er ook alle vakanties daarna doorbrengen. De zevenjarige Jean-Paul vatte een liefde voor de streek en ontdekte er zijn passie: de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog in dit gebied. In de jaren 90 ging hij in Romagne wonen, opende er zijn Eerste Wereldoorlog-museum en begon aan zijn missie om de oorlog de wereld uit te helpen.

Toertocht Bourgondië, Frankrijk: niet alleen voor de wijn

‘Ik heb altijd gedacht dat we door alleen maar te praten vrede kunnen stichten, maar dat gaat ‘m niet worden. Dus ben ik mijn oorlog begonnen om die vrede voor elkaar te krijgen.’ Oorlog voor vrede, zo noemt Jean-Paul dat. Zijn War for Peace Museum speelt daarin een rol, hij verkondigt zijn boodschap in media overal ter wereld en hij ontvangt schoolklassen, ook uit Nederland, om de jonge generaties de waanzin van oorlogvoeren duidelijk te maken. En omdat hij de streek kent als zijn broekzak kan hij ook de mooiste weggetjes aanbevelen voor motortochten in de omgeving. Weggetjes die hij zelf op zijn Mobylette verkent.

Vandaag moet Jean-Paul in zijn museum blijven om bezoekers te verwelkomen. Ik start dus alleen vanaf de museumstoep. Net buiten Romagne verbreedt de D123 zich in twee statige alleeën met boomrijen erlangs en keurig onderhouden grasvelden. Als ik even op de brede stoep ga staan, duikt er een soldaat op die mij vriendelijk verzoekt om hier niet te parkeren. Uit respect voor alle soldaten die op dit grootste Amerikaanse militaire kerkhof in Europa liggen begraven. Op tweeënvijftig hectare liggen 14.246 Amerikaanse jongens die hier in de herfst van 1918 sneuvelden. Of ik het nu leuk vind of niet, de Eerste Wereldoorlog is in deze streek rond Verdun nooit ver weg.

Duizelingwekkende cijfers

Ik wilde dit deel van Noord-Frankrijk eens nader verkennen. Op de motor via de autoroute onderweg naar het zuiden van Frankrijk leek het me een saai gebied met eindeloze akkers. Maar is dat ook zo? Dit keer kies ik dus voor de verandering geen Route des Grandes Alpes, Route Napoleon, Gorges du Tarn of andere Zuid-Franse motorklassiekers. Dichterbij huis in de Belgische Ardennen is het mooi rijden, dus waarom niet ook aan de Franse kant van de grens, in het departement La Meuse?

De Maas ontspringt zo’n tweehonderd kilometer zuidelijk in de buurt van Langres en stroomt in Nederland uiteindelijk in de Noordzee. Bizar dat het gedeelte van die rivier in Noord-Frankrijk voor motorrijders het mooiste is, terwijl juist hier de Eerste Wereldoorlog zulke verschrikkingen bracht.

Boven de linkeroever verrijzen monumenten op heuvels als Mort Homme en kan ik bij het plaatsje Chattancourt in een gerestaureerd stuk originele Franse loopgraaf rondstappen. Vergeet je gasmasker niet, waarschuwt een bord in het Frans. Bij de kassa zijn ook Eerste Wereldoorlogsouvenirs te koop, dat vind ik wat ongepast.

107 Jaar na de wapenstilstand maakt de Eerste Wereldoorlog nog steeds ongemakkelijke gevoelens wakker. Op de rechteroever van de Maas neemt de dichtheid van de slagvelden toe naarmate de stad Verdun dichterbij komt. Hele dorpen zijn hier door artilleriebombardementen van de kaart geveegd en nooit herbouwd. Ze lagen in de Rode Zone, een gebied vol onontplofte munitie, menselijke resten en gif.

De stad Verdun was van groot historisch belang voor Frankrijk en daarom wilden de Duitsers de stad innemen om de Franse trots en vechtlust te breken. Het Ossuarium van Douaumont buiten Verdun bestaat uit een zesenveertig meter hoge toren en museum in de vorm van een granaat. In de kelders liggen de botten van 130.000 onbekende Duitse en Franse soldaten begraven, op de dodenakkers eromheen nog veel meer. In de Slag om Verdun, tussen februari 1916 en augustus 1917, sneuvelden in totaal zo’n 800.000 soldaten. Duizelingwekkende cijfers.

Voie Sacrée

Iets ten zuiden van Verdun stroomt de Maas door Saint-Mihiel, dat in de Eerste Wereldoorlog een Duits bruggenhoofd was. Pas nadat de Amerikanen in 1917 op het strijdtoneel verschenen, werden de Duitsers hier verdreven. Mijn motorbanden rollen weer op de westoever van de Maas over een historische weg. De Voie Sacrée was van vitaal belang om Verdun te bevoorraden en was de enige transportroute die buiten het bereik van Duitse artillerie lag. Over de huidige RD 1916 rolden toentertijd elke week 90.000 manschappen en 50.000 ton munitie naar het front in vrachtwagens, gemiddeld elke veertien seconden een wagen. En dat terwijl het Franse leger in 1915 nog maar 170 auto’s had. In geval van panne werd een truck onmiddellijk naar de berm gesleept om geen oponthoud te veroorzaken. Soldaten schepten voortdurend kalk en grind op de weg, die anders in een moeras zou veranderen.

Nu bestaat de Voie Sacrée uit een asfaltbaan die omhoog slingert tussen heuvels en weilanden. Bij Heippes duik ik het binnenland weer in via een wirwar van kronkelweggetjes langs beekjes en door bos. Van die razendsnelle motorisatie van Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog is hier geen spat te merken. De wegen zijn leeg. En de Maas heeft geen monopolie op natuurschoon, de Vallée de l’Aire kan prima meekomen met Madame la Meuse. Het Forêt d’Argonne heet het grootste aaneengesloten bosgebied van heel Frankrijk te zijn. Kelten en Romeinen scharrelden hier al rond, er was ijzererts en hout voor de smederijen. Pas na 1918 lijkt deze streek in een Doornroosjeslaap te zijn beland waaruit la Bel’Argonne nog steeds niet is ontwaakt.

Natuurlijk heeft elk gehucht hier wel een oorlogsmonument voor de helden die hun jonge levens gaven ter meerdere eer en glorie van Frankrijk. Vaak verbeeldt het monument de schone dame die zo mooi de Marseillaise kan zingen. Overigens is die hymne ook hier in dit gebied bekend geworden, tijdens een oorlog die nog ouder is dan de Eerste Wereldoorlog.

Uit mijn orgelpijpen van Vance&Hines schalt een lied dat niet de oren van al die jongens meer kan bereiken die in dit gebied door de hel op aarde zijn verzwolgen. Een lied van vrijheid en plezier. Ik zou me er bijna schuldig over gaan voelen. Is dit gedeelte van Frankrijk daarom buiten de toeristische mainstream weggezakt? Verwacht hier niet op elke kruising, in elk dorp, om de zoveel kilometer een café, restaurant, winkel of benzinepomp. Aan dit gebied gaan de toeristenstromen voorbij. En dat is voor motorrijders natuurlijk alleen maar van voordeel.

Terwijl er zijn hier ook echt wel glanzende pareltjes aan een motorroute te rijgen valt. Beaulieu-en-Argonne ligt boven op een beboste heuvelkam als lintdorp langs een weg die, als ik Jean-Pierre mag geloven, al door de Romeinen werd gebruikt. Er lopen hier aardig wat historische wegen. En Beaulieu verrast met Duits aandoende vakwerkarchitectuur achter bloembakken met vrolijk gekleurde inhoud. Het is in de Argonne zeker niet alleen maar triestheid troef.

Schuldig landschap’

Het Forêt d’Argonne ligt in de bovenkant van de diagonaal ‘leeg Frankrijk’, een relatief dunbevolkt gebied dat van het noorden naar het zuidwesten loopt. Door het Forêt d’Argonne lopen verleidelijke weggetjes. Vanaf Clermont en Argonne leidt de D2C langs wat boerderijen en slingert daarna omhoog het bos in. Bordjes wijzen de weg, maar veel keuze aan afslagen heb ik niet. Het asfalt wordt steeds smaller en pokdaliger, ik kom meer vossen (twee) en herten (drie) tegen op de weg dan auto’s (nul).

Op aanraden van Jean-Paul rij ik over de Haute Chevauchée, de hoge weg over een centrale heuvelkam. De hellingen daarvan zijn voorzien van ravijnen en daarin groeven Duitsers en Fransen in de Eerste Wereldoorlog ook hun loopgraven en schuilplaatsen. Een mooi voorbeeld daarvan is Ravin du Génie, een Frans hoofdkwartier dat is gerestaureerd en zoals een soort openluchtmuseum in het bos een beeld geeft van de situatie honderdtien jaar geleden. Een korte wandeling brengt me bij een legerplaats met opslagloodsen, keuken, slaapvertrekken, washokken, toiletten gecompleteerd met tunnels en bunkers. Net als in het museum van Romagne overheerst hier de menselijke schaal, zit het unieke in de kleine dingen in plaats van de bombarie van megamonumenten. De boodschappen daarvan zijn zo overweldigend dat ik ze niet kan bevatten.

Bomen en struiken groeien er alsof er nooit iets is gebeurd. En toch: tijdens het Maas-Argonne-offensief van 1918 sneuvelden in het bos tweehonderdduizend soldaten. Het Forêt d’Argonne was een desolaat maanlandschap, kaalgemaaid door artillerie, machinegeweren en vlammenwerpers. Zo ver je kon zien was er niets behalve ordeloze loopgraven, bomkraters, zandzakken en prikkeldraad waaruit verkoolde en verwrongen boomstompen staken. Overal lagen resten wapentuig en onontplofte granaten. Het stonk er alleen naar chloorgas en kruit, maar ook naar ontbindende menselijke resten. En nu oogt het bos als een paradijs op aarde.

‘Schuldig landschap’ noemde de Nederlandse kunstenaar Armando dat, een lieflijk ogend landschap waar in het verleden toch vreselijke gebeurtenissen zijn gebeurd. Een schuldig landschap zou het verleden als een last met zich meedragen. Dat is natuurlijk onzin. Niet bomen maken oorlog, maar mensen. Maar Armando heeft er wel mooi het gevoel aangegeven dat me bekruipt als ik door dit bos rij. Met ook hier ineens op ’n open plek een begraafplaats met duizenden kruizen op een keurig gazon of een ossuarium op de rand van een enorme krater. Met een beleefd saluut tegen de helm rij ik eraan voorbij.

Toertocht Magistrale Adria, Kroatië: slingeren over bergen en langs zee over de Kroatische kustweg

Marie-Antoinette

Semper plus ultra. Altijd maar verder, de oude Romeinen zeiden het al. Na hen kwamen talloze anderen door het gebied. Fransen, Duitsers, Britten, Amerikanen. In geschiedenisboeken zijn alleen de namen van generaals bewaard, zoals Pétain, von Falkenhayn, Haig, Pershing. En die van een paar gekroonde hoofden.

Tijdens de Franse Revolutie van 1789 werden adel en kerk van hun macht ontdaan. Koning Lodewijk XVI en zijn vrouw, de Oostenrijkse prinses Marie-Antoinette vreesden voor hun leven. Ze besloten stiekem uit Parijs te vluchten naar het gedeelte van Noord-Frankrijk waar de vader van Marie-Antoinette zijn Habsburgse scepter zwaaide. In het plaatsje Varennes-en-Argonne, vlak voor de grensrivier de Aire, werden het koninklijk stel en hun gevolg herkend en gearresteerd.

Er zijn veel verhalen over die gebeurtenis, maar die van Jean-Paul de Vries is het mooiste daarvan. Volgens hem wilde het koningspaar nog één keer een favoriet Frans streekgerecht eten voordat ze het land verlieten. Ze stopten daarvoor bij een herberg bij de brug over de Aire. Dat oponthoud werd ze fataal, zo kwamen de snoepers te pas. Het koninklijk paar werd teruggebracht naar Parijs en daar ter dood veroordeeld door een revolutionair tribunaal. Marie-Antoinette was al de geschiedenis ingegaan met haar opmerking ‘laat ze dan cake eten’, toen ze hoorde dat het volk geen brood kon kopen. En ze voegde er kort voor haar onthoofding nog een aan toe: ‘oh, pardon, ik deed het niet expres’, toen ze op het schavot op de tenen van de beul ging staan. Lodewijk hield het zakelijker toen zijn gevangenwagen op het Place de la Révolution stilhield. ‘We zijn er, als ik me niet vergis’.

Symbool van liefde

Het Forêt d’Argonne ligt achter me, ik rij weer door open land met heuvels, weilanden en hier en daar een pluk hoge bomen met maretakbollen erin. Dat beeld is een krachtig symbool van deze streek. Eén mooie legende over de maretak gaat over Balder, zoon van de goden Wodan en Frigga. Balder was een god van het licht en de liefde en populair bij mensen en goden. Hij stierf door het gif van maretak. Mamma Frigga huilde en huilde maar en haar tranen veranderden in de witte bessen van de maretak. Frigga besloot daarom dat de maretak een symbool van liefde moest zijn. Deze legende is de oorsprong van de traditie waarom geliefden elkaar onder de maretak kussen. Volgens een andere legende moesten vijanden die elkaar onder de maretak ontmoetten hun wapens neerleggen en wapenstilstand houden. De maretak is dus ook een symbool voor vrede. En daarmee ben ik weer terug in Romagne-sur-Montfaucon.

Wat een wonderlijke motortocht heb ik gereden. Ik ben er beduusd van. Aan de ene kant die verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog en aan de andere kant een gebied vol bossen en lege wegen waar het fijne bochtenwerk niet ontbreekt. Heel anders dan het uitzicht vanaf de snelweg laat vermoeden. Van het hele departement La Meuse heb ik nog maar een fractie gezien en dat voorproefje smaakt naar meer.

Ik zit met Jean-Paul in de tuin achter zijn museum onder de notenboom aan het kabbelende riviertje de Ardon. Hij wijst me op de kaart een overdaad aan stuurweggetjes langs de Maas, Aire en door de Argonne.

Een tingelend belletje kondigt de komst van nieuwe museumbezoekers aan, Jean-Paul laat ze hoogstpersoonlijk binnen. Wordt hij nooit moe om over die ongeveer 300.000 voorwerpen te vertellen die hij persoonlijk in een straal van vijftig kilometer rond Romagne heeft gevonden en in zijn museum tentoonstelt in de vorm zoals hij ze uit de aarde haalde: gebutst, verroest, verrot? ‘Nee hoor. De boodschap van die voorwerpen is dat we de waanzin van oorlog moeten stoppen en daarvoor vrede in de plaats moeten stellen.’

Dat is nogal een opgave. Hopelijk houdt De Vries genoeg tijd over om z’n Mobylette op te voeren. Want de volgende keer dat ik kom moet-ie me natuurlijk persoonlijk gidsen over al die prachtweggetjes. Dan trakteer ik op een streekgerecht in zo’n herberg aan de Aire. Een plakje cake, dat moet kunnen.

Reisinfo
War For Peace Museum/Romagne 14-18 en gastenverblijf Gîte Le Musée; www.romagne14-18.com

Download de route Verdun, Frankrijk

Foto’s: Michiel van Dam

Michiel van Dam
Michiel van Dam
Michiel van Dams schrijft als freelance redacteur prachtige reisverslagen voor Motor.NL. Reizen die de fervente motorrijder inspireren om erop uit te trekken. Wordt het Slovenië om die prachtige privé-collectie motoren te bekijken? Een rondje bergpassen in de Dolomieten? Of de Nederlandse herberg in de Vogezen, exclusief voor motorrijders?

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen