zaterdag 27 april 2024

Driedaagse spoedcursus tot WK-monteur tijdens het WorldSBK Assen

De coureurs kent natuurlijk iedereen en een beetje succesvolle teambaas of crewchief misschien ook nog wel, maar de monteurs? Die (her)kennen alleen familie en vrienden, terwijl er zonder hen geen meter wordt gereden. Tijdens het WorldSBK Assen kreeg Motor.NL de unieke kans om mee te lopen binnen Füsport – RT Motorsports by SKM Kawasaki in het WK Supersport 300. Marien greep deze kans met beide linkerhanden direct aan…

Er is voor mij niets mooier dan kijken naar monteurs, die vlak voor een herstart onder hoge druk nog snel een afgebroken rempomp, een kromgevallen voorvork of van mij part slechts een verbogen voetstepje moeten vervangen. Ik geef het toe, dit klinkt als het verhaal van een beroepsramptoerist en ergens ben ik dat ook wel, maar in dit geval ligt het wel een stukkie genuanceerder. De zekerheid, de rust en de heldere rolverdeling waarmee wordt gewerkt, is wat mij zo fascineert. Ooit zag ik op de grid van de Lausitzring drie monteurs gezamenlijk de koppeling vervangen van Chaz Davies’ fabrieks-Ducati, terwijl het vijf-minutenbord al omhoog ging. Zonder ook maar een woord te wisselen! Iedereen wist perfect wat-ie moest doen en met nog drie minuten voor de start waren ze klaar. Mijn hartslag was vermoedelijk twee keer zo hoog… En Davies? Die stond erbij alsof hij de dag voor vertrek bij z’n lokale garage nog even de bandenspanning van de caravan liet nakijken.

Paddockhumor

De rust en het vertrouwen is bij mij op vrijdagmorgen niet te vinden. In al z’n wijsheid heeft teameigenaar Rob Vennegoor besloten mij mee te laten lopen met Tom Booth-Amos. Precies, één van de titelkandidaten in het WK Supersport 300, een man die in het WK Moto3 heeft gereden en onlangs met een trainingsmotor even in het Brits Superbike-kampioenschap beide Supersport 300-races won. ‘Begin maar met de voorband erin te zetten, dat is het meest eenvoudige klusje wat er is. Kunnen we even kijken wat je kan.’ Omdat Bryan Amos, vader van Tom, z’n lach amper kan inhouden, weet ik dat ik over een paar seconden enorm voor lul sta. Leer mij die paddockhumor kennen. Vijf minuten later voelt het alsof ik net uit de sportschool kom met verzuurde armen en een rug nat van het zweet, maar het voorwiel zit erin en nog vast ook. Al moet ik eerlijk zijn, zonder tips van zijn vaste monteur Tim Loveday had de eerste vrije training (en ik denk ook de rest van het weekeinde) serieus in gevaar gekomen. Je moet namelijk wel je voet onder het voorwiel zetten en eerst even goed checken of de remschijf de boel niet tegenhoudt. Om zomaar even wat te noemen.

Tak, tak, vast

Al snel blijkt dat een goed monteur, naast heel veel vakkennis hebben, vooral precies weet welke handigheid je op welk moment moet gebruiken. Zoals bij het aandraaien van de voorrem. De voorrem! Als Tom Booth-Amos wegrijdt in de eerste vrije training, denkt hij er niet eens aan of die voorrem werkt en of ik de boutjes precies op het juiste moment heb vastgezet. Die rem doet het. Maar als die rem het niet doet, is de ramp niet eens te overzien. Einde weekeinde, einde seizoen of einde carrière, zonder voorrem kun je slechts hopen op een goede afloop. Het is precies deze verantwoordelijkheid van monteurs, die mij zo mateloos fascineert. Ik zou minstens vijftien keer controleren of ik die rem echt goed heb vastgezet en vervolgens mijn ogen en oren dichthouden bij de eerste keer echt aanremmen, maar daar is geen tijd voor als Tom met een nieuwe band nog een keer wil aanzetten om er zeker van te zijn dat hij er goed bijstaat. Tak, tak, vast.

Tim Loveday checkt nog even snel of de rem aangrijpt door met zijn hand de voorband een slinger te geven en vervolgens het remhendel in te knijpen. De band stopt, dus het is oké. Al zijn de krachten bij het aanremmen van de Haarbocht vermoedelijk net ietsje groter, maar ook daar is niemand mee bezig. Tom moet nú naar buiten, anders wordt hij afgevlagd voor hij kan aanzetten voor een snelle ronde en dat is nu alles wat telt. Niet twee boutjes en al helemaal niet de onzekerheid van mij… En, hoewel ik niet de eindverantwoordelijke ben, is de opluchting bij mij toch groot als Tom daadwerkelijk afremt bij de Haarbocht, bij Madijk, bij Ossebroeken en bij al die andere beroemde bochten van het TT Circuit.

Die focus van coureurs, zodra het er echt om gaat, blijft fascinerend. En ook best een beetje intimiderend…

IKEA-kastje

Met een vijfde plek op vrijdagmiddag staat Tom Booth-Amos er volgens mij prima bij – eerste twee startrijen is voldoende in de Supersport 300 heb ik eerder die dag geleerd –, maar Tom is verre van gelukkig. Sterker nog: hij is pislink. Het einde van de tweede vrije training is één grote chaos, met overal wachtende concurrenten die op de gekst mogelijke momenten van het gas gaan en zelfs Ramshoek uit op de ideale lijn durven te wachten. Snelle mannen als Tom, maar ook bijvoorbeeld Jeffrey Buis worden er knettergek van. Tom zelfs zo erg dat de briefing direct na de sessie niet doorgaat, want hij wil eerst praten met Race Control. Iets waar ik als monteur helaas niet bij mag zijn. Aan de andere kant: ‘mijn rijder’ zit nu toch niet te wachten op een journalist die al trots is als hij geen schroefjes overhoudt bij het in elkaar zetten van een IKEA-nachtkastje.

Paul Trevathan: de bijzondere carrière van een oranje Kiwi

Alle hens aan dek

Op zaterdagmorgen is alles gelukkig weer rustig en blijkt het sportschool-gevoel een centraal thema te zijn in een raceweekeinde van een monteur. Tijdens de Superpole-sessie heb ik de eer om het pitbord uit te hangen. Dat moet lukken en van stress is geen sprake. Tot Rob Vennegoor zegt dat ik nu de enige ben die contact heeft met Tom en dat Tom altijd op het bord kijkt. Oké, tof. Bedankt Rob. Met rondetijden van onder de 1.50, is het hard werken. Tot spilt 3 – Meeuwenmeer – heb je heel even om op adem te komen, want je hoeft dan hooguit de rondetijd aan te passen op het pitbord. Daarna is het alle hens aan dek, want ook een ‘300-tje’ is zo door de Ramshoek en de Geert Timmer-bocht. Het vinden van Booth-Amos tussen de kluwen van andere rijders valt nog niet mee, ontdek ik direct en al snel besluit ik het bord maar gewoon uit te hangen en te wachten tot ik Tom voorbij zie vliegen. Een tactiek die prima werkt, want na afloop heeft hij niet eens doorgehad dat iemand anders het deed. Dat vasthouden is trouwens nog best iets aparts omdat het bord enorm veel wind pakt en je soms het gevoel hebt een grote vlieger vast te houden. Die je liever niet laat opstijgen…

De oplettende lezer zal direct zien dat Tom Booth-Amos nooit deze tijd heeft gereden. Het verschil tussen een 8 en 9 is echter maar een zakje…

Hyperventileren

Nog geen drie uur na de Superpole is het op zaterdagmiddag tijd voor de eerste race. Er wordt binnen Füsport – RT Motorsports by SKM Kawasaki nog altijd ontspannen gelachen, maar je merkt per minuut dat de spanning toeneemt. Om exact 12.45 uur begint waarvoor iedereen vanuit heel de wereld naar Assen is gereden of gevlogen (de teamgenoten van Tom zijn Dorren Loureiro uit Zuid-Afrika en Harry Khouri uit Australië). Slechts veertien ronden of iets meer dan zestig kilometer heeft iedereen op deze zaterdagmiddag om zich echt te bewijzen, want een Superpole is hartstikke leuk, je wordt keihard afgerekend op de wedstrijden. Met slechts zestien races, verdeeld over maar acht weekeinden, een zeer beperkt aantal meetmomenten op een jaar. Tel daar de haast ondoenlijke stress rondom een gemiddelde Supersport 300-race bij op en je zou voor minder hyperventileren. Ik besluit dan ook mijn rol van journalist weer op te mij te nemen. Of beter gezegd: mijn rol als liefhebber, want er is niets mooier dan kijken naar monteurs die presteren onder maximale druk. Zeker nu ik weet hoe ingewikkeld het allemaal al is zonder enige druk…

Volle bak

Naast drie rijders in het WorldSSP300 rijdt Füsport – RT Motorsports by SKM Kawasaki ook in het IDM Supersport 300 (met Marvin Siebdrath, Luca de Vleeschauwer en Jorke Erwig) en IDM Supersport 600 (met Rob Hartog en Dino Iozzo). In totaal werken er liefst 23 monteurs binnen het team van Rob, 10 in het WorldSSP300 en 13 in het IDM. En al die 23 weten altijd precies wat ze moeten doen. Indrukwekkend!

Marien Cahuzak
Marien Cahuzak
Marien Cahuzak, geboren op 3 juni 1982, was amper twee maanden oud toen hij voor het eerst met zijn vader naar de Citadel van Namen ging voor de Belgische cross-GP. Vanaf dat moment speelt de motorsport een grote rol in zijn leven en die rol is als MotorNL-sportcoördinator alleen maar groter geworden. Houdt ook van veldrijden trouwens.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen