vrijdag 29 maart 2024

Het leven van Alex de Angelis na de Motegi-crash

Dit weekend neemt Alex de Angelis afscheid van de motorsport. Het ging Angelis niet alleen maar voor de wind in zijn carrière. Redacteur Marien had in 2016 een openhartig gesprek met Alex over zijn zware crash in de MotoGP en hoe dit zijn leven veranderde:

Het Misano World Circuit Marco Simoncelli, emotioneler wordt het niet snel. Toch scheelde het niets of er had zomaar ‘/Alex de Angelis’ achter gezet kunnen worden, nadat het op 10 oktober 2015 in het Japanse Motegi helemaal mis ging met de inwoner uit het naburige San Marino. Zijn IodaRacing Team ART-fiets brak aan de achterkant ineens uit, vond plotseling weer grip en knalde daarna met passagier en al snoeihard tegen de vangrail. Ondanks vijf gebroken en nog een paar zwaar gekwetste wervels, gebroken ribben, een longkneuzing en een hersenschudding is De Angelis er in 2016 bij alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Oké, de MotoGP is ingeruild voor het WK Superbike en het lichaam hapert, maar de wilskracht is sterker dan ooit.

NaamAlex de Angelis
Geboortedatum26 februari 1984
GeboorteplaatsRimini
NationaliteitSan Marinees
Gewicht67 kg
Lengte179 cm
Eerste motorervaring7 jaar
WK-debuut1999 (125cc, Imola)

Hoe is het ruim acht maanden na die verschrikkelijke crash met je?

“Het gaat goed, heel goed! Alleen midden maart ben ik geopereerd aan een beschadigde zenuw in mijn rechter schouder, waarbij ze die zenuw vervangen hebben door een zenuw uit mijn enkel. Het is nu wachten of deze operatie een succes is. Volgens de artsen moet ik in ieder geval tot en met augustus geduld hebben. Dan pas wordt duidelijker of ik van de problemen af ben, of dat ik er mee moet gaan leren leven. Het enige dat de arts na de operatie kon zeggen was dat de ingreep goed was verlopen. Helaas zegt dat niets over de toekomst. Gelukkig heb ik geen pijn en kan ik mij prima bewegen, ik heb alleen te weinig kracht in mijn rechterarm doordat mijn biceps erg onderontwikkeld zijn. Daarom train ik heel specifiek mijn onderarm en schouderpartij, om op die manier zoveel mogelijk te kunnen compenseren. Dat trainen van vooral mijn onderarm moet ik echter heel voorzichtig en bewust doen, want dat zijn volgens mijn arts momenteel de enige spieren die het goed doen. Raken die overbelast, dan blijft er weinig over.”

Klopt het dat je zelfs een stuur van je Aprilia RSV4 RF in huis hebt om te trainen?

“Ja, op die manier kan ik elke situatie op de motor simuleren en zo ontdekken hoe ik het best kan zitten op de motor. Natuurlijk, oefeningen met een stuur in de sportschool zijn nooit te vergelijken met het remmen en accelereren op een Superbike, maar de positie is hetzelfde. Je moet iets. Ik heb verder ook een elektrostimulatie-apparaat gekocht. Zo’n apparaat moet ervoor zorgen dat dankzij elektrische impulsen de spieren en zenuwen gestimuleerd worden. Wat ik niet wist was dat er ook speciale apparaten zijn die zich specifiek richten op de zenuwen. Ik had in eerste instantie de verkeerde gekocht, en daar kwam ik pas achter toen ik een dokter belde omdat ik het apparaat knap beroerd vond werken… Met de juiste elektrostimulatie merk ik zeker effect, maar nooit zoveel als met een goed werkende zenuw. En ik moet ook hierbij oppassen dat ik naast het zenuwprobleem er geen spierblessure bij krijg.”

Alex de Angelis

Een reddingshelikopter met Alex de Angelis vertrekt van het Twin Ring Motegi-circuit naar een ziekenhuis na de zware crash

Op Assen ging het weer mis, nadat je in de warming-up crashte met Josh Hook. Opnieuw een operatie!

“Ach, dat viel wel mee, hoor. Ik had alleen een kleine peesbeschadiging van mijn linker pink en daarvoor moest ik onder het mes. Zo’n zeventig procent van de coureurs heeft dit gehad, dus een echt probleem is het niet. Slechts de timing was vrij matig…”

Hoeveel operaties heb je sinds je crash eigenlijk gehad?

“Geloof het of niet, slechts de twee waar we net over spraken. Echt! Sterker nog: toen ik in Japan in het ziekenhuis lag, waren de dokters ervan overtuigd dat ik niets had overgehouden aan de crash. Natuurlijk, ik moest plat blijven liggen vanwege de rugwervelproblemen, maar dat herstelde op natuurlijke wijze. Het was winter, dus daar had ik tijd genoeg voor. Pas een maand later merkte ik, nadat ik een fles water probeerde op te tillen, dat er iets mis was. Met links was het geen probleem, met rechts lukte het amper. Echt zorgen maakte ik mij toen nog niet. Ik was door het vele liggen vijf kilo afgevallen en ik had van alles rondom mijn rechter schouder gebroken. Pas nadat ik later een keer voor de spiegel stond, zag ik het verschil in spieropbouw tussen mijn bovenarmen. Ik heb toen meteen de arts gebeld en voor ik het wist, was ik al geopereerd.”

Je praat opvallend gemakkelijk over de crash in Japan en over de gevolgen.

“Waarom niet?”

Omdat je de dood in de ogen hebt gekeken, misschien?

“De crash is gebeurd, daar kan ik niets meer aan veranderen. En als je kijkt naar wat er onlangs gebeurde in Barcelona kun je stellen dat het ook anders had kunnen lopen, dus waarom zou ik het zwaar voor mijzelf maken en er niet over praten?”

Maakt het overlijden van Luis Salom je nog bewuster van het feit dat je veel geluk hebt gehad?

“Dat is lastig te zeggen. Vooral omdat ik mij niets kan herinneren van de crash op Motegi en van de eerste twee dagen daarna. Ik kan dus niet zeggen of ik geluk heb gehad bij de crash of juist niet. Dat zou anders zijn geweest als ik alles daadwerkelijk had meegemaakt.”

Toch moet het zwaar en confronterend zijn geweest voor je.

“Zeker weten, maar niet te vergelijken met de jongens die na dat noodlottige ongeval van Luis weer de baan op moesten. Zij moesten het op een of andere manier zien te vergeten. Iets dat natuurlijk nooit gaat lukken, maar je moet je focussen op je werk.”

NTS RW Racing GP en Bo Bendsneyder; het verhaal

Heeft de crash op Motegi je veranderd?

“Nee, dat denk ik niet. Ik ben een ervaren rijder en heb jongens zien verongelukken en ken jongens die na een val noodgedwongen moesten stoppen. We weten dat dit kan gebeuren. Gelukkig worden de circuits steeds veiliger en ook de coureurs krijgen steeds betere protectie. Dit jaar rij ik bijvoorbeeld voor het eerst met een airbag-systeem. Eigenlijk is het eenvoudig: onze sport is fantastisch en schitterend, maar ‘fucking’ gevaarlijk.”

Zoals ook duidelijk werd in 2010 toen je op Misano, buiten je schuld om, betrokken raakte bij de crash waarbij Shoya Tomizawa het leven liet. Is het zwaar om elk jaar naar Misano terug te keren?

“Nee, ook dit weten we. De periode kort na de crash was heel moeilijk, maar als je in deze sport wilt acteren moet je proberen, voor zover mogelijk onder sommige omstandigheden, te genieten. Ik kan dat nog steeds, anders zou het nergens op slaan dat ik nog steeds race. Zelfs nu ik niet honderd procent fit ben. Maar echt genieten kan ik pas, als ik weer snel ben.”

Alex de Angelis in 2020 | foto: 2SNAP

Terug naar het WK Superbike; je eerste test met een ‘straat-RSV4’ was op een nat en koud Aragón. Kun je ons meenemen naar de eerste ronde van je rentree?

“Geen enkel probleem, want ik kan die ronde nog heel helder voor de geest halen. Net als mijn allereerste ronde ooit in de GP, in 1999 op Imola met een wildcard. Je zit dan in een compleet andere wereld. Toen ik na mijn crash op Valencia was voor de laatste MotoGP-race van 2015 zat ik ook in zo’n andere wereld, maar die was veel negatiever. Iedereen reed daar, behalve ik, en dat deed pijn. Daarom was Aragón zo bijzonder. Daar was het dat ik de bevestiging kreeg dat ik nog steeds kon racen. Daarvoor kon ik dat slechts hopen. Voorafgaand was ik niet nerveus, al had het een confronterende dag kunnen worden, want uiteindelijk beslist het rijden op een circuit of je echt in orde bent. Gelukkig kreeg ik al in de eerste ronde de bevestiging dat het goed zat. Ik kon remmen, de motor omgooien en druk op de voetsteunen zetten. Ik kon racen!”

Wat is je doel voor de komende periode?

Eerst fit zien te worden en dan resultaten pakken. Ik heb maar een contract voor één seizoen, dus ik moet mijn IodaRacing Team, of een ander team, ervan overtuigen met mij door te gaan. Ik heb nu zo’n schitterende kans, alleen ben ik niet fit. Ik zet daarom alles op alles om deze fantastische kans ook te krijgen als ik weer volledig hersteld ben. Motorrijden is niet mijn werk, het is mijn passie. Stoppen is daarom nooit een optie geweest.”

Marien Cahuzak
Marien Cahuzak
Marien Cahuzak, geboren op 3 juni 1982, was amper twee maanden oud toen hij voor het eerst met zijn vader naar de Citadel van Namen ging voor de Belgische cross-GP. Vanaf dat moment speelt de motorsport een grote rol in zijn leven en die rol is als MotorNL-sportcoördinator alleen maar groter geworden. Houdt ook van veldrijden trouwens.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen