Het begin van de tweede seizoenhelft op de Red Bull Ring in Oostenrijk was het uitgelezen moment om de balans op te maken met RW-Idrofoglia Racing GP-teammanager Jarno Janssen. We spraken over de eerste seizoenshelft, de plannen voor 2026 en de opvallende transformatie van Barry Baltus. Maar de hamvraag blijft natuurlijk: blijft Zonta van den Goorbergh bij het Nederlandse Moto2-team in 2026?
Jarno, ben je tevreden over de eerste seizoenshelft?
‘Laat ik beginnen met dit: de Moto2 is ontzettend onvoorspelbaar, juist omdat de klasse zo enorm competitief is. Het is moeilijk te zeggen of een toprijder van nu dat volgend jaar nog steeds zal zijn. Fysiek hoef je daar niet aan te twijfelen – dit zijn allemaal topsporters. De motoren zijn in feite identiek, op de kleur na. En ook de technische mensen binnen de teams opereren grotendeels op een vergelijkbaar niveau. Waar zit dan het verschil? Alles hangt af van hoe een rijder er mentaal voor staat. Een goed voorbeeld is Barry Baltus. Die vraag krijg ik regelmatig: waarom lukte het vorig jaar niet en nu ineens wel? Dat heeft puur te maken met hoe sterk hij in zijn hoofd is. Dat was hij vorig jaar niet en nu wel – en dat maakt het grootste verschil. Dán kun je als team samen groeien. Als je voortdurend moet vechten tegen kleine dingen, wordt het ontzettend lastig in deze klasse. Maar om terug te komen op je vraag: ben ik op dit moment tevreden? Nee. Ik denk dat we betere papieren hebben dan we tot nu toe laten zien.’
Je noemt het mentale aspect. Zit daar het verbeterpunt voor je coureurs?
‘Bij Ayumu (Sasaki) speelt mee dat hij jarenlang in de Moto3 heeft gereden. De overstap naar de Moto2 is dan erg lastig. Door al die jaren in de Moto3 neem je een bepaalde rijstijl en automatismen mee, en dan merk je pas hoe groot de stap naar Moto2 eigenlijk is – ook al is dit al zijn tweede seizoen. Hij heeft wel het voordeel van zijn lage gewicht; daarmee zit hij praktisch op het minimale. Maar zijn lengte is een nadeel. Hij is vrij klein, en in de Moto2 moet je veel met de positie van je lichaam op de motor doen om het verschil te kunnen maken. Daar hebben we het lastig mee. We zijn nog altijd zoekende naar een setup die hem daarin ondersteunt, zodat hij het maximale eruit kan halen.’
En bij Zonta van den Goorbergh?
‘Daar hebben we het op dit moment best lastig mee. Soms staan we er heel goed bij en laten we pure snelheid zien, maar we missen gewoon die laatste paar procent om echt volledig aansluiting te vinden bij de top-tien. We blijven zoeken: wat kun je hem extra bieden om net dat laatste stapje te zetten? En precies dát is op dit moment het moeilijke bij Zonta.’

Snap je dat Nederlandse volgers van de sport het soms lastig vinden om te begrijpen waar die wisselvalligheid vandaan komt?
‘Dat snap ik heel goed, maar het is heel moeilijk om te begrijpen hoe competitief de Moto2 is. Het is echt niet te vergelijken met welke andere raceklasse dan ook. Ik begrijp dan ook dat mensen zich afvragen: waarom lukt het Baltus nu ineens wél? Maar we praten hier over verschillen van slechts een paar tienden per ronde. Vorig jaar pakten we met Barry ook al een podium in Qatar, maar dit seizoen lukt het hem om dat meerdere keren achter elkaar te halen. Daar groeit je zelfvertrouwen enorm van. Aan het begin van het jaar keek hij nog een beetje op tegen zijn nieuwe teamgenoot Aron Canet. Maar nu zie je aan zijn hele houding dat hij het gevoel heeft dat hij hem aankan.’
Het is de periode van het seizoen waarin het ook veel gaat over de rijders line-up voor 2026. Hoe ziet het eruit voor RW-Idrofoglia Racing GP?
‘We zijn daar continu mee bezig: we verkennen mogelijkheden en bepalen onze strategie voor de toekomst. We hebben een redelijke lijn en weten welke richting we op willen. In ieder geval gaan we door met Kalex. De samenwerking met hen, in combinatie met het materiaal, zorgt er wat mij betreft voor dat zij momenteel het beste pakket in de Moto2 hebben.’

Verwacht je dat Van den Goorbergh en Sasaki volgend jaar nog op jullie motor zitten?
‘Buiten de baan is dat altijd een grote strijd. Want welke coureur past het beste binnen jouw project en kan jou de gewenste resultaten brengen? Het is ontzettend lastig om daar een sluitend antwoord op te geven. Je concurreert met rijders die beschikken over enorm veel ervaring. Elk jaar stromen er één of twee door naar de MotoGP. Dan is er een groep coureurs die nét niet dat laatste stapje maken – denk aan jongens als Aron Canet, Jake Dixon en Joe Roberts. Maar probeer die maar eens te verslaan. Dat zijn absolute topcoureurs. Als je als team succes wilt boeken, heb je een rijder nodig die de strijd aankan met dit soort toppers. Dus wat moet je hebben? Een toprijder. En daar draait het gevecht om: in een veld met 28 plekken die toprijder zien te contracteren.’
Maar dan kijk je wel verder dan de rijders die je op dit moment hebt?
‘Dat moet je altijd doen.’
Zijn er met Van den Goorbergh gesprekken gaande over een verlenging van het contract?
‘Dan kom ik weer terug op het verhaal van Barry Baltus. Met hem zijn we een project aangegaan dat vier jaar duurde. We wisten allemaal dat dat vierde jaar het laatste zou zijn. Wanneer je een rijder binnenhaalt – zeker als hij pas 16 jaar is, zoals Barry en ook Zonta waren – dan moet je op een bepaald punt van structuur veranderen. Een rijder heeft op een gegeven moment nieuwe input nodig. Een jongen van zestien denkt anders dan iemand van twintig. Als een rijder binnen hetzelfde team voortdurend dezelfde input krijgt, zonder echte stappen te maken, dan gaat hij misschien aan zichzelf twijfelen. Of hij gelooft zijn crew niet meer. Dan wordt het: “Ze zeggen altijd hetzelfde tegen mij.” Maar als zo’n jonge coureur van structuur verandert en in een nieuw team uiteindelijk exact dezelfde dingen hoort, dan realiseert hij zich: ook daar zeggen ze dit. En dat kan een enorm positief effect hebben. Dat zie je nu bij Barry.’
Als ik je goed begrijp: zou je Zonta adviseren om naar een ander team te gaan?
‘Ja, zeker. En ik denk dat het ook voor ons als team goed zou zijn. Anders blijf je in dezelfde cirkel ronddraaien. Die jongens zijn nog heel jong, moeten nog onwijs veel leren, maar de snelheid hebben ze wel.’
De kans is dus klein dat Zonta volgend jaar nog voor RW-Idrofoglia Racing GP rijdt?
‘Dat hangt een beetje van de situatie af, en daarbij kan ik opnieuw teruggrijpen op het verhaal van Barry. Vorig jaar begonnen we het seizoen met hem geweldig, maar daarna viel alles als een kaartenhuis in elkaar. Dat lag niet aan ons als team of dat de motor technisch niet in orde was, maar de mentale gesteldheid van Barry stortte volledig in. Dat had alles te maken met zeer zware familieomstandigheden (zijn moeder overleed). Je kunt je nauwelijks voorstellen wat dat betekent voor een jongen van twintig. Op een gegeven moment leek het erop dat hij misschien geen plek zou kunnen vinden voor het volgende seizoen. Toen hebben wij toch de deur opengezet, met het idee: als Barry geen ander team vindt, dan moeten we met z’n allen om de tafel en een plan maken zodat hij in dit kampioenschap kan blijven en nog een jaar bij ons rijdt. Want dat gun je hem. En de verstandhouding met zijn management was en is zó goed, dat je daar samen voor wilt vechten. Gelukkig vonden zij uiteindelijk toch nog een andere plek. Wat ik hiermee wil zeggen: je moet álle opties openhouden. Dat geldt voor het team en ook voor de rijder.’
Foto’s @ Randy van Maasdijk