De TT is altijd een mooie gelegenheid om interviews met coureurs te maken. Alleen of samen met een collega. Voor mij springen twee interviews er duidelijk bovenuit. Die met de Amerikanen Freddie Spencer en Eddie Lawson.
Freddie Spencer is de laatste coureur die in één seizoen een wereldtitel behaalde in twee klassen. In 1985 werd hij kampioen in de 250cc en 500cc. Twee jaar eerder had hij de 500cc-titel ook al veroverd. Op dat moment loste hij Mike Hailwood af als jongste wereldkampioen in de zwaarste klasse. Die titel moest hij later afstaan aan Marc Márquez. Spencer – bijgenaamd Fast Freddie – startte in 72 GP’s en won er 27. Hij reed steeds op Honda. Eddie Lawson maakte in eigen land naam bij de Superbikes, voordat hij naar de Grands Prix ging. Hij reed in de GP’s uitsluitend in de 500cc en startte in 127 GP’s. Daarvan won hij er 31. Vier keer was hij de beste, in 1984, 1986, 1988 en 1989. Lawson begon op Yamaha en reed later ook nog op Honda en Cagiva. Toen we met Freddie Spencer spraken, bleek dat hij in een hotel in Rolde verbleef. Na een leuk gesprek met hem opperden we dat het ons wel aardig leek om foto’s te maken bij het hunebed van Rolde. Na hem uitgelegd te hebben wat een hunebed was werd hij enthousiast.
Motorkeuring op het Veemarktterrein in Assen – TTerugblik #9
Dus wij met hem naar Rolde. Hij had een huurauto en volgde ons. Van een coureur verwacht je dat die er een stevig tempo op na zou houden, maar dat was bij Spencer niet het geval. Hij reed met een slakkengangetje. Of hij het Nederlandse verkeer niet vertrouwde, of dat hij niet gewend was aan een schakelauto, ik weet het niet, maar zijn uiterst rustige rijden in een auto verbaasde wel. Met een coureur achter je verwacht je niet continu in de spiegel te moeten kijken. Eddie Lawson stond bekend als een nukkige man, die niet al te veel met de media ophad. Hij stemde wel in met een interview en zette meteen de toon toen we bij hem aan tafel schoven: ‘Jullie krijgen vijftien minuten’. Hij zette zijn woorden kracht bij door met zijn horloge te gaan spelen. Het duurde niet al te lang of hij legde het horloge opzij. Op elke vraag antwoordde hij uitgebreid en hij leek het gesprek best aardig te vinden en maakte geen moment de indruk er een eind aan te willen maken. Uiteindelijk bleven we drie kwartier met hem praten. Waarom een half uur langer? Kennelijk hadden we het interview goed voorbereid en vond hij het wel een aardig gesprek.
Foto’s: NMBA
Jan Boer op de TT |
Jan Boer zag zijn eerste TT in 1964. Sindsdien miste hij slechts één keer. In dit jubileumjaar van de Dutch TT blikt hij op Motor.NL in meerdere delen terug op de geschiedenis van Nederlands bekendste sportevenement. Deel 1: De eerste Nederlandsche TT Deel 2: Van 1949 tot MotoGP: de evolutie van de Dutch TT Deel 3: Het verhaal van de GT Deel 4: Hoe banden de motorsport veranderden Deel 5: Zij lieten het leven Deel 6: Drie op één dag voor Jim Redman Deel 7: De Evolutie van de Stroomlijnmotor Deel 8: De geheime missie van Fergus Anderson Deel 9: Motorkeuring op het Veemarktterrein in Assen |
Reuze benieuwd naar de inhoud van dat interview