Marc en Alex Márquez zorgden in 2025 voor een unicum. De twee broers wonnen samen tijdens de 22 GP-weekenden niet alleen zeventien Sprints en veertien GP-races, ze werden ook nog eens eerste en tweede in het MotoGP-wereldkampioenschap. Een primeur! En dat terwijl Marc vanwege een blessure de laatste vier GP’s aan zich voorbij moest laten gaan. Dat gaf Aprilia de kans om iets aan de Ducati-dominantie te tornen. Kopman Marco Bezzecchi won namelijk de laatste twee GP’s van het seizoen en werd zo knap derde in de eindstand.
Met 22 Grands Prix, die plaatsvonden van 1 maart tot en met 16 november en werden verreden in achttien verschillende landen, was het MotoGP-seizoen 2025 het tot nu langste en zwaarste uit de 77-jarige geschiedenis van het wereldkampioenschap wegracen. Dat dit echter geen garantie hoeft te zijn voor een spannend seizoen, bleek dit jaar. De voorgaande drie jaren viel de beslissing omtrent de wereldtitel namelijk iedere keer in de laatste race. In 2022 pakte Pecco Bagnaia (Ducati) in de twintigste wedstrijd van het seizoen de titel ten koste van Fabio Quartararo (Yamaha). Door de invoering van de Sprint op zaterdag werd vanaf 2023 het aantal races verdubbeld. De titel ging dat jaar andermaal naar Bagnaia. Dat ging ten koste van Ducati-merkgenoot Jorge Martin en het gebeurde in de 39e van 39 wedstrijden. Afgelopen jaar viel de beslissing andermaal in de laatste race. Maar dat was nu de veertigste. De strijd ging opnieuw tussen de laatste twee genoemde coureurs. De uitkomst viel dit keer echter in het voordeel van Martin uit.
Omdat Marc Márquez na één seizoen het Gresini Ducati-team kon verruilen voor het fabrieksteam van het Italiaanse merk, werd de zesvoudig MotoGP-wereldkampioen direct tot dé favoriet voor de 2025-titel uitgeroepen. De inmiddels 32-jarige Spanjaard maakte al snel alle hoge verwachtingen waar. Na een dubbelzege (Sprint en GP-race) bij zijn debuut op de Lenovo Ducati in Thailand, volgden onder andere nog negen ‘dubbels’ (elk goed voor 37 punten), met als gevolg dat Marc Márquez zich al in Japan tot nieuwe wereldkampioen kroonde. Oftewel, vijf(!) GP’s voor het einde van het seizoen. Zo sloot MM93 een periode van vier jaar blessureleed af met wat één van de grootste comebacks in de sport kan worden genoemd.
Het was niet het enige succes van Ducati in Motegi. Want het Italiaanse merk mocht zich er ook al (en voor de zesde achtereenvolgende keer) wereldkampioen bij de constructeurs noemen. En het Ducati Lenovo-fabrieksteam stelde er ook de titel voor de teams veilig. Hoe groot de overmacht van Ducati ook in 2025 wel was, blijkt uit het feit dat bij de teams de Ducati-satellietteams BK8 Gresini Racing MotoGP tweede en het Pertamina Enduro VR46 Racing Team derde werden. Uiteindelijk wonnen Ducati-coureurs door Marc Márquez (14x), Alex Márquez (3x) en Pecco Bagnaia (2x) negentien van de 22 Sprints en door Marc Márquez (11x), Alex Márquez (3x), Pecco Bagnaia (2x) en rookie Fermín Aldeguer zeventien van de 22 GP-races. Bovendien eindigden de zes Ducati-rijders bij de eerste acht in de titelstrijd.
Geen enkel risico
Terug naar Marc Márquez. Nadat de Spanjaard zijn zevende MotoGP-titel, tevens zijn negende wereldtitel in totaal, had veiliggesteld, had hij de pech dat hij tijdens de volgende Grand Prix, die van Indonesië, door toedoen van Marco Bezzecchi ten val kwam. De daarbij opgelopen schouderblessure zorgde ervoor dat MM93 de rest van het seizoen 2025 niet meer in actie zou komen. Op advies van de medici werd er, mede gezien wat er in het verleden allemaal was gebeurd, geen enkel risico genomen. Wat ongetwijfeld ook meespeelde, was het feit dat de drie te behalen wereldtitels al waren binnengehaald. Voor Marc Márquez persoonlijk kwam daar nog een BMW M2 CS bij als winnaar van het MotoGP-kwalificatieklassement. Het was alweer de achtste keer dat hij er met de auto van Duitse makelij vandoor ging.
Hoe belangrijk Márquez dit seizoen wel voor Ducati was, blijkt ook uit een ander gegeven. Bij de eerste zeventien GP’s scoorde het Ducati Lenovo-team, met Pecco Bagnaia als tweede rijder naast Márquez, voor het teamklassement een gemiddelde van bijna 48 punten per GP-weekend. Met testrijder Michele Pirro of Superbike-coureur Nicolò Bulega als vervanger van Marc Márquez in de laatste vier GP’s kwam het team niet verder dan zestien punten. Oftewel, een gemiddelde van slechts vier punten per weekend.
Natuurlijk kwam dat ook door het zeer slechte presteren van Bagnaia. Voor aanvang van dit seizoen was verwacht dat de Italiaan de grootste uitdager van Márquez zou worden. Niet voor niets was de Italiaan in de laatste vier jaar twee keer als tweede (in 2021 en 2024) en twee keer als eerste (in 2022 en 2023) in de titelstrijd geëindigd. Maar al in de eerste Grand Prix van 2025, die van Thailand, had Bagnaia geen enkele kans tegen zijn nieuwe teamgenoot. Sterker nog, nadat hij als tweede in de Sprint was geëindigd, moest de Italiaan in de GP-race ook de jongere broer van Marc Márquez, Alex, voor zich dulden. Hoewel Bagnaia twee keer op het podium stond, kreeg hij toch wel direct een mentale dreun te verwerken. Daarna wist hij wel de GP in Austin te winnen, maar dat gebeurde pas nadat zijn teamgenoot ten val was gekomen. Meer en meer klaagde de Italiaan over het feit dat hij met de Ducati Desmosedici GP25 niet zo kon rijden als hij met de GP24 deed. Terwijl Marc Márquez met de nieuwste versie van de Ducati de ene na de andere overwinning behaalde, raakte Bagnaia volledig zijn zelfvertrouwen kwijt en zakte steeds verder weg. Dit gebeurde ondanks dat hij de volledige steun van zijn team bleef behouden. Zelfs de grote technische man van Ducati, Gigi Dall’Igna, stond voor een raadsel en stelde in een interview met MOTO73: ‘Het hoofd van de rijder is absoluut belangrijker dan de motor.’ En daar leek het op.
Slechts één keer in dit seizoen verliep alles op rolletjes voor Bagnaia. Dat was in Japan, nota bene tijdens de Grand Prix waar zijn teamgenoot de titel pakte. Hier veroverde de Italiaan de pole en won hij zowel de Sprint als de Grand Prix. Het maakte het raadsel alleen maar groter. Al helemaal omdat het met zijn prestaties op en vooral af bleef gaan. Zo ook in de laatste twee GP’s van 2025. Want in Portugal kwam hij ten val en in Valencia werd hij door de pechduivel achtervolgd. Omdat het team te weinig brandstof in de tank van zijn machine had gedaan, was hij niet in staat om zich voor Q2 te kwalificeren. Vervolgens werd de ongelukkige Italiaan in de laatste race van dit seizoen door een fout van Johann Zarco al in de vierde bocht de grindbak ingestuurd, om er vervolgens zonder machine, maar wel zwaar gedesillusioneerd uit te komen. Pecco was duidelijk aan vakantie toe! Dat hij uiteindelijk ook nog zijn derde plaats in de eindstand moest inruilen voor de vijfde, was niet belangrijk voor hem.

Uit de schaduw van
Zo slecht het in 2025 met Bagnaia ging, zo goed verliep dit seizoen voor Alex Márquez. De ‘jongere broer van’ voelde zich volledig thuis op de Ducati GP24 van het Gresini-team en zou daarmee de verrassing van het jaar worden. De drie jaar jongere broer van Marc trad compleet uit diens schaduw door niet alleen drie Sprints en drie GP-races te winnen, maar ook als tweede in de titelstrijd te eindigen. Al met al drukten de gebroeders Márquez een heel groot stempel op dit MotoGP-seizoen. Want bij slechts vier van de 44 podiumceremonies in 2025 was er geen Márquez betrokken. Dat was het geval na de Sprint in Indonesië, beide wedstrijden in Australië en de GP-race in Valencia.
Waar winnaars zijn, zijn natuurlijk ook verliezers. De grootste mag Jorge Martin worden genoemd. Niet alleen omdat zijn poging om vroegtijdig zijn contract met Aprilia te verbreken op niets uitliep. De coureur die als regerend wereldkampioen het trotse startnummer 1 op de voor hem nieuwe Aprilia mocht plakken, kwam al tijdens de test in Sepang zwaar ten val. Dat gebeurde nogmaals bij een privétraining, de GP van Qatar en tijdens de Sprint in Japan. Door alle blessureleed kwam de titelhouder slechts bij zeven van de 22 GP’s aan de start en veroverde maar 34 punten. Hij werd daarmee WK-eenentwintigste. Een nog lang niet fitte Martin deed in Valencia mee om twee longlaps te rijden (die hij als straf had gekregen omdat hij in Motegi teamgenoot Marco Bezzecchi onderuit had gereden) om zo het seizoen 2026 met een schone lei te kunnen beginnen.
Moto2 2025 eindrapport: historisch podium voor Veijer, Moreira wereldkampioen
Gelukkig voor Aprilia kwam na het snelle afhaken van Martin de tweede rijder van het team, Marco Bezzecchi, als nieuwe leider bovendrijven. Samen met de technici van Aprilia ontwikkelde de Italiaan de RS-GP tot de grootste uitdager van het almachtige Ducati. Na een enigszins gelukkige zege op Silverstone, omdat Fabio Quartararo met een defecte Yamaha uitviel, werd de combinatie Bezzecchi/Aprilia sterker en sterker. Daarbij hielp de vroegtijdige uitschakeling van Marc Márquez, nota bene door Bezzecchi, natuurlijk mee. Nadat bij de laatste twee GP’s van het seizoen, die van Portugal en Valencia, Alex Márquez beide Sprint-races had weten te winnen, sloeg ‘Bezz’ tweemaal toe tijdens het hoofdnummer, de GP-race. Al met al leidde dit ertoe dat Bezzecchi knap derde in de eindafrekening werd. Het succes van Aprilia werd compleet gemaakt door Raúl Fernández. Nadat de Spanjaard in Australië zijn eerste MotoGP-zege had weten te behalen, zorgde hij er tijdens de laatste GP van 2025 voor dat Aprilia met een één-twee-zege kon gaan overwinteren. Maar Aprilia-racebaas Massimo Rivola bleef realistisch door te benadrukken dat zijn team zeker grote stappen vooruit had gemaakt, maar dat ene Marc Márquez er op het einde van het seizoen niet meer bij was.
Geen enkele overwinning
Door grote financiële problemen en de daaropvolgende overnames kende KTM als motorfietsfabrikant roerige tijden. Dat gold ook voor de MotoGP-activiteiten van het Oostenrijkse merk. Met het aantrekken van routiniers als Maverick Viñales en Enea Bastianini werd gedacht (en gehoopt) de slagvaardigheid in 2025 te vergroten. Iets wat niet gebeurde. Uiteindelijk moest in de eerste plaats het jonge talent Pedro Acosta opnieuw de kastanjes uit het vuur halen. Helaas gebeurde dat pas in de tweede helft van het seizoen. Uiteindelijk scoorde Acosta in Brno als derde zijn eerste podiumplaats. Daarna werden zijn prestaties constanter en vertolkte hij in de laatste GP’s een hoofdrol. Zijn KTM bleek echter niet goed genoeg om de snelste Ducati’s en Aprilia’s van de zege af te kunnen houden. Weliswaar beëindigde Acosta het seizoen als WK-vierde, maar net als verleden jaar boekten de Spanjaard en KTM geen enkele overwinning. Het is nu zelfs zo dat niet Acosta, maar nieuwkomer Fermín Aldeguer (20) door zijn zege in Indonesië de jongste MotoGP-winnaar na Marc Márquez is.
Winnen deed Honda wel. Dit was te danken aan Johann Zarco, die als Fransman voor eigen publiek in een nat Le Mans net iets meer kon dan alle andere coureurs. Waarvoor hulde voor de Franse routinier, die uiteindelijk in de WK-stand als twaalfde ook nog eens de hoogst geklasseerde Honda-coureur werd. De inspanningen die de Japanse grootmacht ondernam en neemt om aan de top terug te keren zijn ongekend. Maar in navolging van collega-wereldkampioenen als Fabio Quartararo, Pecco Bagnaia en Jorge Martin kende ook Honda-fabriekscoureur Joan Mir een moeilijk seizoen. En dan met name in de laatste twee GP’s. In Portugal viel Mir twee keer uit met een kapotte machine. In Valencia ging hij tijdens de Sprint in de fout, waardoor ook teamgenoot Luca Marini onderuitging. Het was dat laatstgenoemde in de GP-race een zevende plaats behaalde, waardoor Honda voor 2026 in het concessieklassement van de D-categorie naar C promoveerde. En dat was één van de doelen van het trotse Honda in dit seizoen. Nadeel is wel dat er vanaf nu minder getest mag worden.
Als enige fabrikant zit nu nog Yamaha in de D-categorie. Maar ook dit Japanse merk doet er alles aan om aan de absolute top terug te keren. Kopman Fabio Quartararo scoorde weliswaar vijf polepositions, maar de Fransman had de pech dat zijn M1 in Silverstone vroegtijdig de geest gaf. Anders had er daar nog een zege met de vier-in-lijn-machine ingezeten. In 2026 zet Yamaha alles op de nieuwe V4. Of dat, net als Aprilia, KTM en Honda, voldoende zal zijn om Marc Márquez (Ducati) van een achtste MotoGP-wereldtitel af te houden, moet worden afgewacht. Gemaakte analyse laat zien dat laatstgenoemde combinatie nog lang niet is achterhaald. Laat staan is verslagen.
Foto’s: MotoGP, ANP, Thomas Seidenglanz
MotoGP Portugal 2025 uitslagen
| Evenement: Grand Prix van Portugal Circuit: Autódromo Internacional do Algarve Lengte: 4.592 meter Pole position: Marco Bezzecchi (Aprilia), 1.37,556 (169,4 km/u) Snelste raceronde: Pedro Acosta (KTM), 1.37,937 (168,7 km/h) |
| Sprint Portugal |
| 1. Alex Márquez (E), Ducati, 19.50,075; 2. Pedro Acosta (E), KTM, +0,120; 3. Marco Bezzecchi (I), Aprilia, +0,637; 4. Fabio Quartararo (F), Yamaha, +5,276; 5. Fabio Di Giannantonio (I), Ducati, +6,088; 6. Fermin Aldeguer (E), Ducati, +8,864; 7. Johann Zarco (F), Honda, +8,886; 8. Francesco Bagnaia (I), Ducati, +8,898; 9. Brad Binder (ZAF), KTM, +9,052. |
- 12 ronden = 55,104 km
- Racegemiddelde winnaar: 166,6 km/u
- Snelste ronde (2e): Acosta, 1.37,937 = 168,7 km/u
| MotoGP Portugal |
| 1. Bezzecchi, 41.13,616; 2. A. Márquez, +2,583; 3. Acosta, +3,188; 4. Aldeguer, +12,860; 5. B. Binder, +16,327; 6. Quartararo, +18,442; 7. Ai Ogura (J), Aprilia, +19,255; 8. Di Giannantonio, +20,612; 9. Zarco, +21,040; 10. Pol Espargaró (E), KTM, +26,517; 11. Luca Marini (I), Honda +28,226; 12. Jack Miller (AUS), Yamaha, +29,717; 13. Alex Rins (E), Yamaha, +30,372; 14. Miguel Oliveira (POR), Yamaha, +31,621; 15. Nicoló Bulega (I), Ducati, +32,072 |
- 25 ronden = 114,8 km
- Racegemiddeld winnaar: 167,0 km/u
- Snelste ronde (3e): Acosta, 1.38,237 = 168,2 km/u (record)
MotoGP Valencia 2025 uitslagen
| Evenement: Grand Prix van Valencia Circuit: Ricardo Tormo Lengte: 4.005 meter Pole position: Marco Bezzecchi (Aprilia), 1.28,809 (162,3 km/u) Snelste raceronde (4e): Raul Fernandez (Aprilia), 1.29,976 (160,2 km/h) |
| Sprint Valencia |
| 1. A. Márquez, 19.37,490; 2. Acosta, +1,149; 3. Di Giannantonio, +2,637; 4. Raul Fernandez (E), Aprilia, +3,519; 5. Bezzecchi, +3,727; 6. Morbidelli, +6,349; 7. Quartararo, +7,102; 8. B. Binder, +7,352; 9. Ogura, +7,685. |
- 13 ronden = 52,065 km
- Racegemiddelde winnaar: 159,1 km/u
- Snelste ronde (2e): A. Márquez, 1.29,079 = 161,0 km/u
| MotoGP Valencia |
| 1. Bezzecchi, 40.52,458; 2. R. Fernandez, +0,686; 3. Di Giannantonio, +3,765; 4. Acosta, +4,749; 5. Aldeguer, +8,048; 6. A. Márquez, +8,166; 7. Marini, +12,644; 8. B. Binder, +14,582; 9. Miller, +25,497; 10. Enea Bastianini (I), KTM, +17,460; 11. Oliveira, +19,304; 12. Zarco, +21,286; 13. Joan Mir (E), Honda, +22,079; 14. Rins, +23,255; 15. Bulega, +26,144, |
- 27 ronden = 108,135 km
- Racegemiddeld winnaar: 158,7 km/u
- Snelste ronde (4e): R. Fernandez, 1.29,976 = 160,2 km/u (record)
Eindstand MotoGP na 44 races
| Plaats | Coureurinformatie | Punten |
|---|---|---|
| 1 | Marc Márquez (E), Ducati | 545 |
| 2 | Alex Márquez (E), Ducati | 467 |
| 3 | Marco Bezzecchi (I), Aprilia | 353 |
| 4 | Pedro Acosta (E), KTM | 307 |
| 5 | Francesco Bagnaia (I), Ducati | 288 |
| 6 | Fabio Di Giannantonio (I), Ducati | 262 |
| 7 | Franco Morbidelli (I), Ducati | 231 |
| 8 | Fermin Aldeguer (E), Ducati | 214 |
| 9 | Fabio Quatararo (F), Yamaha | 201 |
| 10 | Raul Fernandez (E), Aprilia | 172 |
| 11 | Brad Binder (ZAF), KTM | 155 |
| 12 | Johann Zarco (F), Honda | 148 |
| 13 | Luca Marini (I), Honda | 142 |
| 14 | Enea Bastianini (I), KTM | 112 |
| 15 | Joan Mir (E), Honda | 96 |
MotoGP 2025 conclusies







