Voor het eerst traden de MotoGP-coureurs aan op het Balaton Park Circuit. Niet iedereen was even gelukkig met de nieuwe baan in Hongarije. De speciale lay-out zorgde in ieder geval wel voor veel spektakel. Maar uiteindelijk leverde de Hongaarse Grand Prix wat de overwinning betrof niets nieuws op. Want ook hier toonde Marc Márquez zich twee keer de sterkste.
Na 33 jaar keerden de GP-motorcoureurs terug naar Hongarije om er om wereldkampioenschapspunten te gaan strijden. Dat was nog niet vaak gebeurd. Precies gezegd slechts twee keer: in 1990 en 1992. Terugkijkend waren het echter wel twee historische Grands Prix in de koningsklasse wat toen nog de 500cc was. In 1990 ging de zege op de nabij Boedapest gelegen Hungaroring naar Michael Doohan voor Eddie Lawson (Yamaha) en Kevin Schwantz (Suzuki). Het was de eerste GP-zege van de toen 25-jarige Australische Honda-coureur, die vervolgens nog 53 overwinningen zou behalen en van 1994 t/m 1998 vijf achtereenvolgende 500cc-wereldtitels op zijn naam schreef. Daarmee is Doohan nog altijd één van de meest succesvolle motorcoureurs aller tijden. In 1992 was de Australiër er in Hongarije niet bij, omdat hij herstellende was van een tijdens de TT van Assen opgelopen gecompliceerde beenbreuk. De tweede aflevering van de Hongaarse Grand Prix kreeg door zeer wisselende weersomstandigheden niet alleen een grillig en spectaculair verloop, de negende wedstrijd van het seizoen 1992 leverde ook een verrassende winnaar en andermaal een primeur op. Terwijl bij de herstart de meeste coureurs voor volle regenbanden kozen, vertrok Eddie Lawson op een Cagiva voorzien van een intermediate voorband en een opgesneden slick achter. Omdat de baan opdroogde bleek dit de winnende keuze te zijn. Zo won deze Amerikaan voor zijn landgenoten Doug Chandler (Suzuki) en Randy Mamola (Yamaha). Als viervoudig 500cc-wereldkampioen bezorgde Lawson op de Hungaroring daarmee ook het Italiaanse motormerk Cagiva (eindelijk) haar eerste GP-zege. Het was tevens de 31e GP-overwinning van ‘Steady Eddie’. Later bleek het ook zijn laatste te zijn geweest, want na het seizoen 1992 zette Lawson op 34-jarige leeftijd een punt achter zijn zeer succesvol verlopen GP-carrière.
MotoGP Nederland 2025: Marc Márquez wint 94e in Assen
Waar dat jaar ook een punt achter werd gezet, was de GP van Hongarije voor motoren, omdat het circuit vanwege de vele hobbels en vangrails door de FIM te gevaarlijk werd bevonden. En dat terwijl de Formule 1 Grand Prix sinds 1986 elk jaar op de Hungaroring plaatsvond en nog steeds vindt. Het was zelfs het eerste F1-evenement dat achter het IJzeren Gordijn werd georganiseerd en er dit jaar dus voor de veertigste achtereenvolgende keer werd verreden. In de zeventiger jaren van de vorige eeuw, dat was dus in de tijd van het communisme, waren er twee coureurs uit Hongarije die internationaal van zich deden spreken. De meest succesvolle was János Drapál. Op Yamaha-productieracers wist deze Hongaar als privécoureur van 1971 t/m 1973 drie GP’s in de 350cc-klasse en één in de 250cc te winnen. De andere was Lásló Szabó, fabrieksrijder voor het Oost-Duitse merk MZ in de 125cc en 250cc-klasse die wel podiumplaatsen maar geen GP-zege behaalde.
Na een lange periode zonder aansprekende internationale successen kreeg de motorsport in Hongarije in 2007 een enorme impuls door de 125cc-wereldtitel van Gábor Talmácsi (Aprilia). De Hongaar deed dat in het Bancaja Aspar Team van Jorge Martinez. Op dat moment was één van de sponsors van de succesvolle teammanager de Spaanse bouwonderneming Sedesa. Met steun van het Hongaarse bureau van toerisme begonnen genoemde partijen in 2008 bij het Balatonmeer met de bouw van een circuit. Op de ‘Balatonring’ zou een jaar later dan de GP van Hongarije moeten terugkeren. Echter, het 80 miljoen euro kostende project, waar al een begin mee was gemaakt, stierf een heel vroege dood door de kredietcrisis en het niet correct omgaan met publieke gelden. Maar vijftien jaar later werd een nieuw initiatief wel gerealiseerd. Daarbij werd niet de bouw van het bij het plaatsje Sávoly gelegen circuit voltooid. Maar aan de andere kant van het Balatonmeer, honderd kilometer verderop naar het oosten en op slechts negentig kilometer van de hoofdstad Boedapest verwijderd, werd een compleet nieuw racecomplex aangelegd. Het kreeg de naam ‘Balaton Park Circuit’. Een enigszins vreemde gang van investeren zou je zeggen. Ook al omdat in dezelfde periode vanwege de Formule 1 de Hungaroring voor miljoenen euro’s werd gemoderniseerd.
Stop and go-baantje
Naast de testrijders van de vijf deelnemende MotoGP-fabrikanten, die getest hadden voor bandenfabrikant Michelin, maakten ook de zes Ducati MotoGP-coureurs vroegtijdig kennis met het Balaton Park Circuit. Zij deden dat op Panigale straatmachines. De reacties op de nieuwe baan waren verschillend. Maar de algemene conclusie was toch wel dat er door de lay-out van het circuit, waarin later vanwege de veiligheid extra chicanes waren aangelegd, de racelijn erg smal is geworden en er zo snel fouten kunnen worden gemaakt. Ook inhalen is moeilijk en zo risicovol op dit ‘Stop and go-baantje’. De gemiddelde snelheid en topsnelheid (respectievelijk nog geen 150 en iets meer dan 300 km/u.) zijn er zeker voor een MotoGP-machine erg laag. Zelfs het laagste van alle huidige GP-circuits. Dat de baan erg ‘tricky’ is, was al duidelijk geworden tijdens de WK-Superbike-races die er een maand voor de Grand Prix werden verreden. Want er deden zich veel valpartijen voor. Dat was direct ook het geval tijdens de trainingen en kwalificatie van de MotoGP voor de Grote Prijs van Hongarije. Tot degenen die hierin onderuit gingen was Pedro Acosta. De KTM-coureur, die op vrijdag nog de snelste was geweest, deed dat op het slechts mogelijke moment. Namelijk in Q2. Het gevolg was, dat de jonge Spanjaard pas van de zevende startplaats mocht vertrekken. De pole was voor de achtste keer in dit seizoen voor Marc Márquez voor Marco Bezzecchi (Aprilia). Fabio Di Giannantonio zorgde er verrassend voor, dat er twee Ducati GP25-machines van de eerste startrij mochten vertrekken. De derde GP25, in handen van Pecco Bagnaia, was pas terug te vinden op plaats dertien. De vorm en het zelfvertrouwen van de tweevoudig MotoGP-wereldkampioen leek op deze baan nog verder weg te zakken. Voor het eerst in dit seizoen wist de Italiaan zich zelfs niet eens voor Q2 te kwalificeren.
Het WK Superbike had geleerd, dat het na de start van een race in de eerste bochtencombinatie wel eens tot een chaos kon komen. Prompt gebeurde dat in de Sprint door toedoen van Fabio Quartararo, die komend vanaf de zesde startplaats veel te laat remde en onderuit ging. Wonder boven wonder raakte hij bij zijn val alleen Enea Bastianini, die echter wel op de been wist te blijven. Dat gold ook voor Marco Bezzecchi en Pedro Acosta, die door de ontstane chaos echter wel hun kansen op een hogere klassering teniet zagen gedaan. Niet veel later gingen Bastianini en Acosta ook nog eens onderuit. Eerstgenoemde torpedeerde daarbij ook nog eens Johann Zarco. Door als snelste weg te zijn was Marc Márquez niet in de problemen geraakt. Met als gevolg, dat hij op vrij eenvoudige wijze zijn dertiende Sprint-zege uit veertien races kon boeken. Op het podium werd de Ducati-coureur geflankeerd door zijn merkgenoten van het VR46-team, Fabio Di Giannantonio en Franco Morbidelli.

Tiende ‘dubbel’ een feit
Vervolgens was het natuurlijk de vraag wat er zondags tijdens de GP-race zou gaan gebeuren. En dan met name bij de start. Hoewel Marc Márquez de leidende Marco Bezzecchi even toucheerde, verliep alles verder goed. Alleen was dat helaas niet het geval voor Fabio Di Giannantonio, want na een wisseling van machine (vanwege een elektronisch probleem) moest de Italiaan dit keer uit de pitstraat vertrekken en liep hij zo direct al een grote achterstand op. Nadat Marc Márquez na een fel maar kortstondig duel Marco Bezzecchi van de eerste plaats had weten te verdrijven, was zijn zevende achtereenvolgende ‘dubbel’ (winst in de Sprint en in de GP-race) en in totaal z’n tiende in dit seizoen een feit. Komende van een zevende plaats revancheerde Pedro Acosta (KTM) zich voor zijn slechte optreden op zaterdag door uiteindelijk ook Marco Bezzecchi van de tweede plaats te verdringen. Bij Aprilia was men blij met diens derde plaats. Maar dat gold misschien nog wel meer voor wat Jorge Martin op dit baantje liet zien. De regerend wereldkampioen klom namelijk van startpositie zestien naar de vierde plaats. Luca Marini zorgde voor weer eens lachende gezichten bij Honda door als vijfde de finish te passeren. Maar lang niet iedere coureur ging het zo goed af. Want Enea Bastianini (die heel veel geluk had niet te worden aangereden), Alex Márquez (die een heel zwak weekend kende), Joan Mir (voor de zoveelste keer), Raul Fernandez, Jack Miller (zelfs twee maal), Fermin Aldeguer (was ook hier heel snel) en Johann Zarco (zit de laatste races in de hoek waar de klappen vallen) kwamen allemaal ten val. En Pecco Bagnaia? Die werd uiteindelijk negende. Al met al laten deze feiten zien hoe ‘tricky’ het Balaton Park Circuit wel is. Zeker tijdens een race. Af te wachten valt nu of de nieuwe baan in de toekomst (nog meer) veranderingen ondergaat. In ieder geval was het wel zo dat de verreweg beste coureur van dit moment, Marc Márquez, ook hier de snelste was.
In de WK-stand heeft de Spanjaard nu maar liefst 175 punten voorsprong op de nummer twee. Dat is nog altijd zijn broer Alex. De volgende confrontatie vindt van 5 t/m 7 september plaats op het circuit van Catalonië.
Fotografie: ANP, Thomas Seidenglanz en MotoGP.com
Quotes
MotoGP Hongarije 2025 uitslagen
Evenement: Grand Prix van Hongarije Circuit: Balaton Park Lengte: 4.075 meter Pole position: Marc Márquez (Ducati), 1.36,518 (151,9 km/u) Snelste raceronde: Marc Márquez (Ducati), 1.37,699 (150,1 km/h) |
Sprint |
1.Marc Márquez (E), Ducati, 21.13,465; 2. Fabio Di Giannantonio (I), Ducati, +2,095; 3. Franco Morbidelli (I), Ducati, +3,595; 4. Luca Marini (I), Honda, +4,890; 5. Fermin Aldeguer (E), Ducati, +5,692; 6. Joan Mir (E), Honda, +6,147; 7. Marco Bezzecchi (I), Aprilia, +6,266; 8. Alex Márquez (E), Ducati, +7,332; 9. Jorge Martin (E), Aprilia, +10,779. |
- 13 ronden = 52,975 KM
- Racegemiddelde winnaar: 149,7 km/u
- Snelste ronde (6e): M. Márquez, 1.37,315 = 150,7 km/u
MotoGP |
1. M. Márquez, 42.37,681; 2. Pedro Acosta (E), KTM, +4,314; 3. Bezzecchi, +7,488; 4. Martin, +11,069; 5. Marini, +11,904; 6. Morbidelli, +12,608; 7. Binder, +12,902; 8. Pol Espargaró (E), KTM, +14,015; 9. Francesco Bagnaia (I), Ducati, +14,854; 10. Fabio Quartararo (F), Yamaha, +15,473; 11. Ai Ogura (J), Aprilia, +18,112; 12. Miguel Oliveira (POR), Yamaha, +19,021; 13. Alex Rins (E), Yamaha, +22,861; 14. A. Márquez, +25,938; 15. Di Giannantonio, +26,262. |
- 26 ronden = 105,95 KM
- Racegemiddeld winnaar: 149,1 km/u
- Snelste ronde (12e): M. Márquez, 1.37,699 = 150,1 km/u (record)
Stand MotoGP na 28 van 44 races
Positie | Rijders, nationaliteit en fabrikant | Punten |
---|---|---|
1 | Marc Márquez (E) – Ducati | 455 |
2 | Alex Márquez (E) – Ducati | 280 |
3 | Francesco Bagnaia (I) – Ducati | 228 |
4 | Marco Bezzecchi (I) – Aprilia | 197 |
5 | Pedro Acosta (E) – KTM | 164 |
6 | Franco Morbidelli () – Ducati | 161 |
7 | Fabio Di Giannantonio (I) – Ducati | 154 |
8 | Fermin Aldeguer (E) – Ducati | 126 |
9 | Johann Zarco (F) – Honda | 114 |
10 | Fabio Quatararo (F) – Yamaha | 109 |
11 | Brad Binder (SA) – KTM | 91 |
12 | Raul Fernandez (E) – Aprilia | 73 |
13 | Luca Marini (I) – Honda | 72 |
14 | Maverick Viñales (E) – KTM | 69 |
15 | Enea Bastianini (I) – KTM | 63 |