Jorge Martín, die na een indrukwekkend 2024-seizoen bij Ducati-Pramac voor Aprilia koos, overweegt zijn contract vroegtijdig te beëindigen. Volgens meerdere bronnen heeft de Spaanse rijder op 12 mei 2025 aan Aprilia kenbaar gemaakt dat hij gebruik wil maken van een ontsnappingsclausule in zijn contract. Deze clausule zou hem in staat stellen het team na één seizoen te verlaten indien hij na de Grand Prix van Frankrijk niet hoog genoeg staat in het wereldkampioenschap.
De overstap van Martín naar Aprilia was het gevolg van Ducati’s beslissing om Marc Márquez boven hem te verkiezen voor het fabrieksteam. Hoewel niet officieel bevestigd, speculeren insiders dat Ducati’s keuze voor Márquez voornamelijk gebaseerd was op diens commerciële aantrekkingskracht en de wens om interne spanningen te vermijden door twee toprijders in hetzelfde team te plaatsen.
MotoGP’s grote verandering in 2027: van 1000cc naar 850cc motoren
Teleurstellend begin door blessures en technische uitdagingen
Martín’s eerste seizoen bij Aprilia is tot nu toe verre van succesvol gebleken. Twee blessures tijdens de voorbereiding hielden hem aan de kant tijdens de eerste drie races in Thailand, Argentinië en Austin. Bij zijn terugkeer in Qatar, nog niet volledig hersteld, liep hij een ernstige pneumothorax op die hem bijna twee weken in het ziekenhuis hield.
Naast de fysieke problemen zou Martín ook ontevreden zijn over de prestaties van de Aprilia RS-GP. In zijn directe omgeving heeft hij aangegeven dat de motorfiets niet zo competitief is als hem was voorgespiegeld en dat hij niet de juiste middelen krijgt om voor het kampioenschap te strijden. Dit contrast met de belofte van Aprilia om hem de onbetwiste leider van hun project te maken, lijkt de voornaamste reden voor zijn wens om te vertrekken.
Mogelijke bestemmingen voor 2026
Als Martín inderdaad vertrekt bij Aprilia, zijn er verschillende opties voor zijn toekomst:
Honda wordt genoemd als meest waarschijnlijke bestemming. Het Japanse merk zoekt dringend een toprijder om hun project nieuw leven in te blazen en zou bereid zijn Martín een lucratief contract aan te bieden. De uitdaging hier is dat de Honda momenteel niet tot de meest competitieve motoren behoort.
Een terugkeer naar Ducati is niet uitgesloten, mogelijk bij een satellietteam zoals VR46 of Gresini. Hierbij zou Martín echter genoegen moeten nemen met een ondergeschikte rol ten opzichte van het fabrieksteam, wat mogelijk botst met zijn ambities.
KTM investeert flink in hun MotoGP-programma en heeft een steeds competitievere motorfiets.
Juridische complicaties
De situatie wordt gecompliceerd door onduidelijkheid over de precieze voorwaarden van de ontsnappingsclausule. Aprilia zou kunnen aanvoeren dat Martín’s blessures hem onvoldoende kans hebben gegeven om zijn waarde te bewijzen, waardoor de clausule niet geldig zou zijn.
Financieel gezien staat er veel op het spel. Martín’s huidige salaris bij Aprilia wordt geschat op ongeveer 5 miljoen euro per jaar. Bij een vroegtijdige beëindiging van het contract kunnen afkoopbedragen in de miljoenen oplopen, afhankelijk van de specifieke voorwaarden in zijn contract.
Aprilia’s stilzwijgen
Officeel heeft Aprilia nog niet gereageerd op de geruchten over Martín’s vertrekwens. Teambaas Massimo Rivola, die Martín met veel enthousiasme verwelkomde als sleutelfiguur in hun kampioenschap-ambities, houdt zich momenteel op de vlakte.
Intern zou Aprilia alles in het werk stellen om Martín te overtuigen te blijven, mogelijk door verbeteringen aan de motorfiets en het team aan te bieden. Tegelijkertijd moeten ze een plan B voorbereiden. Namen als Maverick Viñales, momenteel bij KTM, en opkomende talenten worden genoemd als mogelijke vervangers.
Martín zelf heeft aangegeven tot de Grand Prix van San Marino te willen wachten met een definitieve beslissing. Tot die tijd blijft deze transfersoap een van de meest besproken onderwerpen in de MotoGP-paddock, met ontwikkelingen die zich zowel op als naast het circuit afspelen.
Op de foto: Jorge Martín en Massimo Rivola – CEO Aprilia – tijdens de ondertekening van het contract in juni 2024.