Door binnen acht dagen in het Duitse Hohenstein-Ernstthal en het Tsjechische Brno de twee Grands Prix achter het voormalige IJzeren Gordijn te winnen, is Marc Márquez in de voetsporen van Mike Hailwood en Giacomo Agostini getreden. Deze twee racelegendes deden dat als enigen namelijk al ten tijde van het communisme. Sinds de val ervan is er veel in genoemde plaatsen en circuits veranderd. Veranderd is ook de overmacht van de combinatie Marc Márquez en Ducati in de huidige MotoGP. Die is namelijk alleen maar groter geworden.
Voor het eerst sinds 1972 vonden de Grands Prix die werden verreden op de in het oosten van Duitsland gelegen Sachsenring en die van de Tsjechische Masarykring (Brno) weer eens weekend op weekend plaats. Genoemde circuits kunnen terugkijken op niet alleen een heel lange maar vooral ook roemruchte geschiedenis. Terwijl het ten zuidwesten van Londen gelegen Brooklands als het oudste permanente racecircuit ter wereld geldt (het werd gebruikt van 1907 tot 1940) zijn de Sachsenring en de Masarykring na het eiland Man (sinds 1907) en Assen (sinds 1925) twee circuits waar al heel lang wordt geracet. Op de bij het plaatsje Hohenstein-Ernstthal (in de Duitse deelstaat Saksen) gelegen baan gebeurde dat voor het eerst in 1927. Drie jaar later volgde dat op de bij Brno (de tweede stad van Tsjechië) gelegen Masarykring (genoemd naar Tomáš Masaryk, de eerste president van Tsjechoslowakije). Het ging in beide gevallen om stratencircuits. In eerste instantie waren die respectievelijk 8,71 en 29,194 kilometer lang. Maar in iets meer dan een halve eeuw vonden er bij genoemde banen en zo ook de evenementen die er werden gehouden heel veel veranderingen plaats. Dat kwam in de eerste plaats door de communistische machtsovername na de Tweede Wereldoorlog.

Nadat in 1949 het wereldkampioenschap wegracen was ingesteld, werd er in 1961 voor het eerst op de Sachsenring om WK-punten gestreden. Daarbij ging het om de Grote Prijs van de Duitse Democratische Republiek (DDR). Oftewel die van Oost-Duitsland. Vanaf 1965 reisde het ‘Continental Circus’, zoals de door Europa rondtrekkende groep GP-coureurs werd genoemd, vanaf de Sachsenring direct door naar het 430 kilometer verderop gelegen Brno waar een week later voor het eerst de Grote Prijs van Tsjechoslowakije op de kalender stond. Dit gebeurde voor het laatst in 1972. De reden hiervoor was dat niet alleen de Sachsenring als het stratencircuit door de steeds hogere snelheden veel te gevaarlijk was geworden, maar vooral omdat de communistische machthebbers van de DDR de Grand Prix liever kwijt dan rijk waren. Al helemaal nadat de West-Duitser Dieter Braun in 1971 de race in de 250cc-klasse had weten te winnen. Met als gevolg, dat honderdduizenden Oost-Duitsers het West-Duitse volkslied meezongen. Zo verloren de Oost-Duitse racefans (en dat waren er nogal wat) ‘hun’ Grand Prix. Omdat ze niet naar het Westen mochten reizen, was de enige mogelijkheid om hun helden aan het werk te zien door de GP van Tsjechoslowakije te bezoeken. Dat gebeurde dan ook. Met duizenden pruttelende en kwalmende tweetakt Trabantjes en Wartburgs volgepakt met kampeerspullen ging het naar Brno. En dan stonden de ‘Ossies’ bij de grens tussen Oost-Duitsland en Tsjechoslowakije ook nog eens uren in de file. En dat zowel op de heen- als op de terugweg. Want de Tsjechen hadden het niet zo op met de (Oost) Duitsers. Een uitvloeisel van de Tweede Wereldoorlog.

Een hele onderneming
Ook voor de Westerse coureurs en hun gevolg was de reis naar de twee GP’s achter het IJzeren Gordijn een hele onderneming. Overal waren intensieve en ook vaak intimiderende controles. Niet alleen bij de landgrenzen met honden en spiegels in en onder de auto’s, maar ook in het rennerskwartier moest je je als Westerling elke dag melden met je paspoort. Dat rennerskwartier bestond trouwens uit twee gedeelten. Eentje voor de Westerse coureurs en eentje voor de rijders uit de Oostbloklanden. De daar heersende regimes probeerden de contacten tussen beide ‘kampen’ zoveel mogelijk te voorkomen. Toch ontstond er altijd een weelderige handel. Want coureurs uit het Oostblok wilden maar al te graag Westerse onderdelen voor hun racemachines hebben. Aangezien die niet met Oosterse valuta zoals de Oost-mark en de Tsjechische kroon konden worden betaald (die waren in het Westen niets waard en mochten ook niet uit het land worden genomen) gebeurde dit in natura. Dus werden er ’s nachts talloze vaten diesel in de busjes van de Westerse coureurs geleegd en kwamen er allerlei gereedschappen, zoals kostbare meetinstrumenten, als betaalmiddel tevoorschijn. Overigens was dat gereedschap veelal afkomstig uit de communistische staatsbedrijven…. Ook waren de mensen uit het Oostblok gek op Westerse dingen als racestickers, t-shirts, spijkerbroeken en nylonkousen. Die werden dan ook volop meegenomen om vervolgens in het Oosten te worden geruild tegen allerlei goederen. Een probleem vormde ook het start- en eventueel gewonnen prijzengeld. Dat werd namelijk pas op zondag na de races uitbetaald in een deel West- en een deel Oostgeld. Dat laatste deel mocht echter niet uit het land worden meegenomen. Dus werd het in een nabij het rennerskwartier gelegen bos begraven in de hoop het volgend jaar uit te kunnen geven. Of de laatste nacht van de Grand Prix werd doorgebracht in een hotel te Brno om er de volgende dag achter te komen, dat alle stickers van het voor het hotel geparkeerde racebusje waren verdwenen….

In tegenstelling tot de Oost-Duitse GP bleef die van Tsjechoslowakije wel bestaan. Maar het evenement vond niet elk jaar meer plaats en verdween na 1977 de 500cc-klasse van het programma, omdat het stratencircuit niet meer aan de veiligheidseisen voldeed. De lichtere klassen en de zijspannen reden er voor het laatst in 1982. Tegen alle (vooral Westerse) verwachtingen in werd er vervolgens in Brno een compleet nieuw en permanent racecomplex uit de grond gestampt met als naam ‘Automotodrom Brno’. Ook wel de nieuwe Masarykring genoemd. Op het prachtige, nu 5,403 kilometer lange circuit keerde in 1987 tot vreugde van honderdduizenden Tsjechische en Oost-Duitse racefans de GP van Tsjechoslowakije terug. De val van de Berlijnse muur in 1989 en zo ook het communistische regime zorgden vervolgens voor nieuwe ontwikkelingen. Dat gold daarna ook voor het feit dat Tsjechoslowakije in 1993 werd opgedeeld in de onafhankelijke staten Tsjechië en Slowakije. Vanaf dat jaar werd namelijk in Brno de GP van Tsjechië verreden. Dat zou zo blijven tot en met 2020. Oftewel 28 achtereenvolgende afleveringen. Lange tijd zag het er echter naar uit dat deze klassieker definitief van de WK-kalender zou verdwijnen. Een gebrek aan geld was daar de oorzaak van. Zo kon niet worden voldaan aan de eis om de baan van een nieuwe laag asfalt te voorzien. Er was zelfs sprake van dat het racecomplex plaats moest gaan maken voor woningbouw. Gelukkig kwam het niet zo ver door een koper die wel in het circuit wilde investeren. En dat ook deed. Met als gevolg dat Brno sinds dit jaar weer op de kalender staat.

’Oost west, thuis best!’
Maar niet alleen in Tsjechoslowakije vonden door de val van het communisme grote veranderingen plaats. Dat gold nog meer voor het voormalige Oost-Duitsland. Zeker voor de inwoners van Saksen, de deelstaat die als de bakermat van de tweetaktmotor te boek staat. Met als bekendste motormerk MZ (Motorradwerk Zschopau) dat voortkwam uit een ander legendarisch merk: DKW. Negen jaar na de val van de Muur was het voor de talloze Oost-Duitse racefans weer zoiets als: ‘Oost, west, thuis best!’ Want in navolging van Brno werd ook hier binnen het oude stratencircuit van de Sachsenring een nieuwe, permanente raceaccommodatie gerealiseerd. Sinds 1998 wordt er niet de Grote Prijs van Oost-Duitsland, maar van (heel) Duitsland verreden. Van 2013 tot en met 2021, dus acht keer achter elkaar, was het Marc Márquez die deze GP in de koningsklasse op zijn naam wist te schrijven. Na drie mindere jaren, waarvan de oorzaken bekend zijn, was het dit jaar de vraag of de ‘The King of the Ring’ of de Ducati-fabriekscoureur ook op dit circuit het hele MotoGP-veld zijn wil zou weten op te dringen.

Ja, dus. Want op zaterdag tijdens een natte Sprint nam hij na een fout in de eerste bocht te hebben gemaakt bij het ingaan van de laatste ronde de eerste plaats over van Marco Bezzecchi (Aprilia). Als derde mocht Fabio Quartararo (Yamaha) op het podium plaatsnemen. Op zondag maakte Marc Márquez geen fout. Het gevolg was, dat hij alle dertig doorkomsten aan de leiding reed en zo bij zijn tweehonderdste MotoGP-start zijn 69e zege in de koningsklasse boekte. Eentje meer dan Giacomo Agostini en alleen Valentino Rossi heeft er met 89 meer gescoord dan de Spanjaard. Na een mislukte Sprint zorgde Alex Márquez er met een tweede plaats vervolgens voor dat er ook in Duitsland een ‘Márquez-dubbel’ kon worden bijgeschreven. Alweer de zestiende uit 22 races in 2025. Opvallend op de Sachsenring was verder het grote aantal valpartijen. Uiteindelijk kwamen er slechts tien coureurs aan de finish en konden Maverick Viñales en Franco Morbidelli door de daar opgelopen blessures niet in Brno van start gaan. Positief voor de organisatoren van de Duitse GP was dat niet alleen ruim een kwart miljoen mensen de kassa’s passeerden, maar ook dat het contract met Dorna tot 2031 werd verlengd.

Minder gecompliceerd
Onder heel wat minder gecompliceerde omstandigheden dan in het verleden door betere wegen en vooral minder controles, trok het ‘race-circus’ vervolgens voor het eerst in 53 jaar weer van de Sachsenring direct door naar Brno. Ook hier bracht de terugkomst van de coureurs heel wat mensen op de been. Want de eerste Tsjechische GP sinds 2020 werd bezocht door 219.544 racefans. Ze zagen hoe Jorge Martin na zijn in Qatar opgelopen zware blessures eindelijk zijn wedstrijdrentree maakte. De regerend wereldkampioen deed dat op solide wijze. Hij en zijn werkgever Aprilia waren dan ook meer dan tevreden met een zevende plaats. Ook in Brno werd echter de hoofdrol gestolen door Marc Márquez. Eerst door een val in Q2, waardoor teamgenoot Pecco Bagnaia zijn eerste pole van dit seizoen kon scoren en vervolgens in de Sprint. Omdat hij een probleem met de druk in zijn voorband kreeg, werd de WK-leider letterlijk gedwongen het gas dicht te draaien. Ook Bagnaia dacht dit probleem te hebben en liet zich eveneens terugvallen. Later bleek dat het bij zijn Ducati om een fout in de elektronica ging.

Net als in Thailand ging Márquez op meesterlijke wijze met het probleem om. Hij liet Pedro Acosta (KTM) een aantal ronden op kop rijden om in diens slipstream weer de gewenste druk in zijn voorband te krijgen. Toen dat het geval was, nam hij de leiding weer over van zijn landgenoot en boekte zo zijn elfde Sprint-zege in dit seizoen. Achter Acosta maakte Enea Bastianini het (lang verwachte) succes van KTM compleet door als derde te worden afgevlagd. Dat was opmerkelijk, want het was niet alleen de eerste podiumplaats met het Oostenrijkse merk van de Italiaan, maar de week ervoor had hij de Duitse GP nog moeten missen vanwege een voedselvergiftiging. Helaas ging Bastianini in Brno op zondag onderuit. Dat deed ook Alex Márquez, die daarmee in dit weekend puntloos bleef. Bovendien moet de Spanjaard bij zijn volgende GP-start een long lap rijden, omdat hij Joan Mir (Honda) in zijn val meenam. Nee, dan ging broer Marc heel wat verstandiger te werk. Na een enigszins terughoudende beginfase wist hij zich los te rijden van de in de Sprint gevallen Marco Bezzecchi (Aprilia) en de opnieuw sterk rijdende Pedro Acosta (KTM). Geen complete Ducati-dominantie dus dit keer. Maar wel van Marc Márquez, want die pakte voor de vijfde achtereenvolgende keer (en acht in totaal) de maximale 37 punten die er in een GP-weekend te verdienen zijn.

FOTO 10: Bij de WK-stand
Wanneer pakt Marc Márquez de titel?
De volgende Grand Prix, de dertiende van dit seizoen, wordt op 15 tot en met 17 augustus verreden op de Red Bull Ring in Oostenrijk. Na de zomerstop begint Marc Márquez het tweede gedeelte van het seizoen met een voorsprong van maar liefst 120 punten op zijn jongere broer Alex (381 om 261). Als derde staat Pecco Bagnaia al 168 punten achter zijn teamgenoot. De vraag kan dan ook worden gesteld niet wie, maar wanneer Marc Márquez de titel pakt. Met de terugkomst van Jorge Martin en de goede optredens van Marco Bezzecchi is er wel de hoop dat Aprilia voor een sterkere tweede seizoenshelft gaat zorgen. Datzelfde geldt ook voor de KTM-coureurs. Maar op dit moment is de combinatie Marc Márquez en Ducati verreweg de sterkste.

Stand MotoGP na 24 van 44 races
Positie | Naam | Land | Merk | Punten |
---|---|---|---|---|
1 | Marc Márquez | E | Ducati | 381 |
2 | Alex Márquez | E | Ducati | 261 |
3 | Francesco Bagnaia | I | Ducati | 213 |
4 | Marco Bezzecchi | I | Aprilia | 156 |
5 | Fabio Di Giannantonio | I | Ducati | 142 |
6 | Franco Morbidelli | I | Ducati | 139 |
7 | Pedro Acosta | E | KTM | 124 |
8 | Johann Zarco | F | Honda | 109 |
9 | Fabio Quatararo | F | Yamaha | 102 |
10 | Fermin Aldeguer | E | Ducati | 97 |
11 | Maverick Viñales | E | KTM | 69 |
12 | Brad Binder | SA | KTM | 68 |
13 | Raul Fernandez | E | Aprilia | 66 |
14 | Jack Miller | AUS | Yamaha | 52 |
15 | Luca Marini | I | Honda | 52 |