2025 was voor de Nederlandse motorwereld een goed jaar. Collin Veijer liet mooie dingen zien in de Moto2 en in het terrein waren er wereldtitels voor het duo Koen Hermans/Ben van den Boogaart bij de zijspancross en Lotte van Drunen in de WMX. En daarnaast was er nog zilver voor Kay de Wolf en brons voor Glenn Coldenhoff.
Aan de prestaties van Collin Veijer is al uitgebreid aandacht besteed in het vorige nummer. Ook het goede presteren van Jeffrey Buis in de Supersport is al belicht (nummer 20). Voor wat de wegrace betreft zijn er naast de mooie uitslagen op wereldniveau twee resultaten die in het oog springen, behaald in competities in Duitsland en Engeland.
Voorbeschouwing Dakar 2026: twee weken afzien
De Pro Superstock 1000 maakt deel uit van de IDM, de Internationale Deutsche Motorradmeisterschaft en is de klasse onder de Superbike. De titel in deze klasse is behaald door Ricardo Brink, uitkomend voor het onder leiding van Werner Daemen staande Belgische Team Masteroil-Alpha-Van Zon-BMW. Brink leverde een opvallende prestatie door in al zijn tien races als winnaar over de finish te komen.
Aan de overkant van de Noordzee behaalde Kas Beekmans de titel in de Pirelli National Sportbike, een klasse die deel uitmaakt van de BSB, de British Superbike. Op zijn Niwa Racing Suzuki finishte Beekmans zeven keer als winnaar en werd daarnaast nog zes keer tweede.

Brons voor Coldenhoff
In de topklasse van de motorcross, de MXGP, hebben de Nederlandse rijders dit jaar een hoofdrol vervuld. Voor de wereldtitel kwamen ze weliswaar niet in aanmerking, daarvoor waren Romain Febvre en Lucas Coenen te sterk. Jeffrey Herlings had de Fransman en de Belg stellig partij kunnen geven, maar door blessures moest hij vijf GP’s missen, drie aan het begin van het seizoen en twee in de zomer. In het begin van het jaar kostte het hem enige tijd om zijn draai te vinden, maar vanaf de Duitse GP streed hij in nagenoeg alle wedstrijden om de podiumplaatsen, wat resulteerde in vijf gewonnen GP’s en twee tweede plaatsen. Hij won acht manches en vier kwalificatieraces. Dit alles leverde hem de vijfde plaats op. Maar het belangrijkste nieuws over Herlings dit jaar is zijn ‘Auf Wiedersehen’ tegen KTM. Na zijn hele GP-carrière op KTM te hebben gereden, verkast hij op 31-jarige leeftijd naar het fabrieksteam van Honda, waar hij opvolger wordt van Tim Gajser en teamgenoot van de eveneens nieuw aangetrokken Tom Vialle, tweevoudig wereldkampioen MX2.
Met zijn 34 jaar was Glenn Coldenhoff dit jaar de oudste rijder in de MXGP. Dat leeftijd niet alles zegt, bewijzen wel zijn resultaten en die van de ruim tien maanden jongere Romain Febvre. Coldenhoff kan terugkijken op een geweldig seizoen. In de eerste vijf GP’s behaalde hij twee tweede plaatsen en was een keer derde. In de tweede helft van het seizoen volgden er nog drie derde plaatsen. Hoogtepunt van het jaar was de winst in de eerste manche van de Britse GP. Voor de tweede keer in zijn carrière behaalde hij een derde plaats in het WK. Door de overstap van het team van Louis Vosters van Fantic naar Ducati was er voor Coldenhoff geen plaats meer in dat team. Mogelijkheden voor een goed contract met een goed team voor 2026 dienden zich niet aan. Reden voor Coldenhoff om te stoppen met de GP’s. Hij zal komend jaar in het Braziliaanse kampioenschap uitkomen.
Met Calvin Vlaanderen als zesde eindigden maar liefst drie Nederlanders bij de beste zes. In de tweede helft van het seizoen boekte de in Zuid-Afrika geboren rijder zijn beste resultaten en stond hij drie keer op de derde plaats op het erepodium. Aan het eind van het seizoen kreeg Vlaanderen te horen dat zijn contract bij Yamaha niet wordt verlengd. Volgend jaar is hij fabrieksrijder van Ducati.

Zilver voor De Wolf
Als wereldkampioen MX2 van 2024 had Kay de Wolf het recht om dit jaar startnummer 1 op zijn Husqvarna te voeren. In tegenstelling tot Herlings en Tim Gajser, die altijd met hun vaste nummers bleven rijden, koos De Wolf er wel voor met ‘1’ van start te gaan. De Wolf begon voortvarend aan de verdediging van de titel door de eerste GP te winnen. In de derde GP verloor hij de leiderspositie aan teamgenoot Liam Everts, maar een wedstrijd later was hij weer de nummer één. Tot halverwege het seizoen bleef hij koploper en werd toen afgelost door Simon Längenfelder. Hoewel De Wolf de Duitser goed bleef volgen, was hij niet in staat Längenfelder van de titel af te houden. De Wolf won zeven GP’s, werd vijf keer tweede en behaalde ook nog drie derde plaatsen. Komend seizoen maakt De Wolf zijn opwachting in de MXGP.
Debutant Cas Valk bivakkeerde geruime tijd in de top tien, maar viel – mede door het niet afreizen naar China en Australië – terug naar de twaalfde plaats. Hij verruilt in 2026 zijn KTM voor een TM.
Rick Elzinga eindigde in 2024 als zevende en had een vergelijkbare uitslag voor dit jaar in gedachten, maar dat zat er niet in. Hij miste door blessures drie GP’s en werd dertiende in de WK-eindstand. Voor hem blijft het hierbij in de MX2, want hij maakt de overstap naar de MXGP en gaat rijden op een Beta. Zijn teamgenoot wordt Jago Geerts, die net als Elzinga zijn contract met Yamaha beëindigd zag worden.
Goud voor Lotte
Wat Kay de Wolf niet lukte, lukte Lotte van Drunen wel. Zij wist haar wereldtitel te prolongeren. Ze wist de eerste GP te winnen en bleef vervolgens de rest van het seizoen, bestaande uit vijf wedstrijden, aan de leiding. Concurrentie was er volop, vooral van de Italiaanse Kiara Fontanesi en de Spaanse Daniela Guillen, maar ook van landgenote Lynn Valk. Die was zo ongelukkig in Arnhem een been te breken en duikelde van de derde plaats in de stand naar de negende, net achter Danee Gelissen. Shana van der Vlist reed een goed jaar, wat beloond werd met de zesde plaats. Hoogtepunt was haar derde plaats in Arnhem.
In de EMX125 reikte Dani Heitink tot de vijfde plaats. Omdat Gyan Doensen vanwege een enkelbreuk niet kon aantreden bij de laatste twee wedstrijden van het seizoen, zakte hij in de EMX250 van de vierde naar de zesde plaats.
Goud bij de zijspannen
Het WK zijspancross 2025 werd een prooi voor de Nederlanders Koen Hermans en Ben van den Boogaart. Na de eerste GP in Kramolin pakte Hermans direct de WK-leiding met de Franse broers Prunier op twee. Tijdens de GP’s waren Hermans en Prunier steeds aan elkaar gewaagd, al maakten ze beiden ook wel eens een misstap. In Letland was Prunier een heat uitgevallen en met nog twee GP’s te gaan stond Hermans stevig op één, maar het venijn zat in de staart van het seizoen. De voorlaatste GP in het Franse Vesoul verliep voor de Nederlanders dramatisch. In de eerste heat crashten Keuben/Rietman keihard na een hoge sprong, wat voor rijder Justin Keuben niet alleen het einde van het seizoen, maar zelfs het einde van zijn crosscarrière betekende. Prunier was in Vesoul de dubbele heatwinnaar en daar verspeelde Hermans zijn voorsprong door een loszittende radiator. Wilkinson/Millard wisten het hele seizoen constant te scoren, waardoor er drie duo’s met slechts zes punten verschil naar de seizoensfinale in Rudersberg gingen. Daar maakte Wilkinson voor het eerst in 2025 een fout en crashte direct uit de wedstrijd. Hermans en Prunier vochten stevig, Hermans won de eerste heat. Prunier ging in zijn jacht op Hermans over de kop en werd slechts vijfde. Hermans/Van den Boogaart namen zo het voortouw in de laatste heat van 2025 en zij wisten de titel binnen te slepen voor Prunier en Wilkinson. De onfortuinlijke Keuben/Rietman werden nog zesde in de eindstand, net voor de broers Tim en Sem Leferink, die in Lommel hun eerste GP wisten te winnen, op zeven. Wijers/Van Hal sloten met een negende plek hun WK ook af binnen de top tien.
Zilver op het gras
Grasbaanracer Dave Meijerink wist zijn prijzenkast in 2025 flink uit te breiden. Hij prolongeerde medio augustus het zilver op het Europees kampioenschap. In Eenrum kwam hij luttele centimeters te kort om de Deen Kenneth Hansen te verslaan. Ook op mondiaal niveau streed Meijerink mee om de ereprijzen. Tijdens de GP in Marmande liep hij het podium nog mis door een uitval in de finale. Maar in Roden, tijdens de afsluitende GP-ronde, wist de 25-jarige Meijerink zijn eerste GP-zege te boeken en daarmee op te schuiven naar een vierde plaats in de WK-eindstand. De Nederlandse titel ging dit jaar naar Romano Hummel. De voormalige wereldkampioen keert na een jaar afwezigheid in 2026 weer terug op het hoogste niveau. In de kwalificatiewedstrijd in Frankrijk werd hij vierde en dat was ruim voldoende om een startplaats af te dwingen. Hummel en Meijerink reden samen met Mika Meijer en William Kruit naar de tweede plaats in het WK voor landenteams. Enkel de Britten waren in het Duitse Vechta sneller.
In het begin van het jaar was Jasper Iwema goed op dreef in het WK ijsrace. In de in twee wedstrijden (vier wedstrijddagen) betwiste titelstrijd eindigde hij als vierde.
Tekst: Jan Boer, Emil Bilars, Gert Bos Foto’s Boer, Bilars, Bos, Damon Teerink, Fabrieken


