In de vorige afleveringen van deze vierdelige reeks las je al hoe we naar het Finse Virmajärvi, het uiterste oosten van Europa, en verder glibberden naar de Noordkaap, het uiterste noorden. Tijdens de rit naar het uiterste zuiden bij de Spaanse kustplaats Tarifa was het gelukkig gedaan met de vrieskou. En hoe gedroegen de Kawasaki Versys 1100 en de Bridgestone T33’s zich eigenlijk?
Tarifa staat niet te boek als een kaap, maar is wél het meest zuidelijke punt van Europa. En dus het derde doel in deze odyssee in extremis. En gezien de oorsprong van ‘tariff’ of invoerheffing daar ligt, ook nog eens brandend actueel voor wie de Amerikaanse waanzin volgt. Afgaand op de teller hebben de Kawasaki Versys en Bridgestone T33 er samen bijna 10.000 kilometer opzitten. En dat is vooral te zien aan de Bridgestones, die de marteling van de wegen richting noorden en westen uitstekend hebben doorstaan, maar niet zonder sporen. Iedereen die net als ik het strand haat, vanwege die schurende korrels zand in je bilnaad, weet wat banden op met zand gepekelde wegen moeten doorstaan. Je kan net zo goed op schuurpapier gaan toeren. En er komen nog een kleine 2.500 kilometer bovenop, plus nog de tocht naar het meest westelijke uiterste van Europa. Maar daarover binnen twee weken meer.
Naar de vier kapen van Europa #2: we gaan Noord!
Frankrijk: Autoroute, Péage, Tanken…
Biarritz in één ruk. Dat is het doel voor onze eerste etappe. Die start helaas via de snelweg, omdat we de motor pas kunnen optuigen na wat ochtendlijke verplichtingen. Autoroute, péage, tanken… repeat. Kilometer na kilometer aan een stuk. Oersaai en ongetwijfeld moordend voor de reeds getergde banden. We houden rigoureus de maximaal toegelaten snelheid aan, maar gruwelen bij elke stop en bandencontrole hoe het rubber lijkt op te krullen door kilometers rechtdoor te zoeven. De limiet is nog niet bereikt, maar is echt niet ver meer weg. We twijfelen ineens aan de haalbaarheid van deze expeditie die de teller op minstens 13.000 km zal brengen. Maar bij elke tankstop blijkt het rubber de Franse autoroute beter te verteren dan de noordelijke wegen. De slijtage blijkt miniem. In het weinige stuurwerk, beperkt tot een afrit bij een tankstation of een toevallige rotonde, verrast het stuurgedrag van de T33’s positief – zeker gezien de staat waarin ze zich bevinden. Er zit geen opvallende ‘knik’ in het stuurgedrag en de grip is ook behoorlijk constant, ongeacht de hellingshoek. Het geeft ons de moed om de blik star op Biarritz te houden. En we verlangen hevig naar de uitlopers van de Pyreneeën die daar op ons wachten.
Périphérique
Maar eerst nog Parijs. We willen graag langs Rouen, waar we traditioneel even het oude F1-stratencircuit van Rouen-Les-Essarts aandoen, maar het is al middag en we willen geen onnodige omwegen maken en de T33’s nog meer op proef stellen. Er zijn weinig plaatsen waar motorrijden zo hels is als de Périphérique. De file is een aaneenschakeling van gebutste, achteloze Renaults met daartussen volstrekt waanzinnige scooters die zich ‘Le Prince Noir’ achten – voor wie zich de officieuze en morsdode ronderecordhouder op de Périphérique nog kan herinneren. We bereiken zonder brokken de Porte d’Orléans en halen diep adem.
584 km
Die adem gaat naadloos over in een diepe zucht. Niks zo afstompend voor je motivatie als ‘volgende afslag op 584 kilometer’ op de TomTom zien verschijnen, maar dat is ongeveer de afstand tussen Parijs en Bordeaux. De Kawasaki Versys kan hier uitblinken wegens z’n afwezigheid van trillingen, zitcomfort en zithouding, de T33’s daarentegen mogen op hun tanden bijten in het midden van het loopvlak. En wij zoeken iets om ons mentaal op te focussen, want we weigeren nog steeds met ‘klank’ in de helm te rijden. Dat de ingebouwde headset links achter het oor tegen de schedelbasis ligt te porren, voedt onze afkeer. En dan ontdekken we de hellingshoekindicator op het dashboard. Kilometers lang hangen we in het zadel de acrobaat uit om dit ellenlange rechte stuk toch nog wat hellingshoek te creëren. We slalommen ons zeeziek om het volle loopvlak van de T33’s te gebruiken. Weg verveling! De weinige auto’s die ons inhalen kijken ons aan alsof we gek zijn, maar het houdt ons in elk geval bezig tot de benen aangeven dat het stilaan welletjes is.
Fish & Chips
En dan verandert alles. Boven Bordeaux klonteren donkere wolken samen en we rijden de resterende 200 kilometer zo goed als constant op een nat wegdek, zonder zelf ook maar één druppel regen te hoeven verwerken. Wanneer dat wél dreigt te gebeuren, stoppen we voor het avondeten: de meest walgelijke fish & chips ooit. En de banden? Die slijten helemáál niet op nat wegdek. Dat is de silver lining…
Spanje: Kronkelroute
Na een overnachting in Anglet bij Biarritz is de missie voor etappe 2 om voorbij Madrid te raken in een zo weinig mogelijk rechte lijn. De TomTom stippelt zelf een kronkelroute uit en wij zijn vastbesloten er het beste van te maken. De wegen liggen er in de ochtend nog wat vochtig bij, maar de T33’s kwijten zich uitstekend van hun taak. En de Versys 1100 evenzeer. We laten hem in ‘Sport’-modus staan en gebruiken die om zo gedoseerd mogelijk gas te geven op hellingshoek. De Kawasaki volgt daarin gedwee, inclusief quickshifter die ervoor zorgt dat we uitkomend uit de bochten heerlijk vaak kunnen shortshiften. We doen het om de acceleratie en snelheid op te bouwen op hellingshoek, en het midden van de achterband zoveel mogelijk te sparen. Het is een aparte manier van rijden die wat extra concentratie vraagt, maar het werkt. En bij een tussenstop lijken de banden dat zeer te waarderen.
ETA
Af en toe worden we over schitterende wegen gestuurd door vrijwel compleet van bebouwing ontdane bossen. Jezus, wat is het mooi in het Baskenland. Een voordeel van zo’n kronkelroute is de erg pessimistische aankomsttijd. Zonder al te gek te doen zien we de minuten op de ETA – estimated time of arrival – letterlijk aftellen. Aftellen is iets wat de Baskische ETA ook vaak heeft gedaan, maar dan vooral als ze weer eens wat opbliezen in hun strijd om onafhankelijkheid. Mochten we niet zo voorzichtig omspringen met de banden, dan hadden we de Versys nog veel meer de sporen gegeven, want die lijkt wel voor dit soort werk te zijn geboren. Zonder veel moeite zie ik links én rechts de schaamranden op de banden verdwijnen en de hellingshoekindicator verraadt dat we 41° halen aan elke kant van de banden. Verslavend, je wil je steeds verbeteren, links ook. De T33’s zijn dan wel toerbanden, maar ze staan plezier op de Versys geen duimbreed in de weg. De elf uur aaneen geteisterde en doorzeten kont van gisteren voelen we door al dit bochtenwerk nog nauwelijks, de benen zijn nog fris en we kunnen optimaal genieten van wat de streek te bieden heeft. Wat in dit geval het nationale park van Sierra de Cebollera is.
Naar de vier kapen van Europa met de Kawasaki Versys 1100 #1: Naar de Oost
Madrid
Maar aftellende ETA of niet, echt opschieten doe je niet met al dit gekronkel. Dus ergens verdwaald in de driehoek Burgos, Valladolid en Zaragoza maken we een schatting van waar we ongeveer willen uitkomen vandaag. Toledo lijkt een haalbare kaart, dus stellen we de TomTom opnieuw in, maar dit keer via snelste weg. En dat betekent andermaal snelweg en gedaan met de pret. En richting Madrid stijgt de temperatuur op het dashboard per 20 kilometer een graad, tot 29 graden vlak voor Madrid. Dit moet moordend zijn voor de banden. Maar de weergoden zijn ons opnieuw gunstig gezind en zwanger van een geweldige onweersbui die vlak onder Madrid doortrekt en de wegen onderhoost. Zonder dat wij één druppel regen te verwerken krijgen. Deze verkoeling moet het Bridgestone-duo ongemeen veel deugd doen. We zoeken op een snel opdrogende weg zo lang mogelijk de vochtige stukken op, wat ook weer wat mentale massage brengt. We bereiken eerder dan verwacht Toledo en kruipen vroeg onder de wol voor een vroege start van etappe 3.

Toledo–Malaga
We zijn positief verrast wanneer de afstand van Toledo naar Malaga slechts een kleine 400 km bedraagt. We moeten om 16u bij de luchthaven staan om fotograaf Manu te verwelkomen. Dus gaat de TomTom deze keer op ‘kortste route’. De aankomsttijd zegt 16.15u maar zonder al te gek te doen krijgen we die al snel naar 15.15u. Tot Ciudad Real is de weg vlak en zonder bochten. Maar dan gaan we door het Parque Natural de la Sierra de Andújar en opnieuw halen we ons hart op met een opeenvolging van geweldige, bochtige wegen. Bij het Parque Natural de las Sierras Subbéticas blijkt dat er ook nog ‘offroad’ tot de route-instellingen behoort. Het stuk blijkt met een kilometer of vier langer dan verwacht. Als op eieren gaat het verder om geen lekke band te slaan, maar ’t is wel weer eens iets anders.
Antequera – Torreguadiaro
Ergens bij Antequera verandert het landschap. Alle vegetatie maakt plaats voor olijfbomen en we vragen ons af hoe dat in godsnaam werkt wat de biodiversiteit betreft. De temperatuur blijft behapbaar tot halfweg Parque Natural Montes de Malaga. Opnieuw gaat de naald richting 30 graden, maar een laatste controle van de achterband toont dat Tarifa halen geen probleem kan zijn en dat ook de westkaap van Portugal, het eindpunt van deze queeste naar de uiterste kapen van Europa, nog steeds tot de mogelijkheden behoort. De profielindicator is nog steeds niet te zien. Fotograaf Manu landt mooi op tijd en met z’n huur-Dacia in het zog rijden we richting Tarifa, met opnieuw een kronkelroute van 220 kilometer op de TomTom.
Grootste speeltuin van Europa
De routes tussen Malaga en Tarifa, via Ronda, liggen wellicht in de grootste speeltuin die je als motorrijder in Europa kan vinden, met de laatste 90 kilometer nauwelijks een recht stuk. We nemen al die bochten vlot en laten de zin om de volgende zo snel mogelijk te bereiken varen. Maar Manu houdt het tempo alsnog niet bij en probeert zijn broodje Vueling achter de kiezen te houden op deze geasfalteerde rollercoaster. Uiteindelijk bewaren we Tarifa voor de volgende ochtend en houden voor de nacht halt in Torreguadiaro, verlekkerd door de lokale bikerbar en een hotel aan de overkant.
Playa Chica
Bij het ontbijt lijkt een school tuimelaars ons uit te nodigen om net als hen koers te zetten richting Tarifa. Het uiterste zuidpuntje bereiken we niet omdat het een militair domein is, dus wordt het de Playa Chica. Hier, waar links de Middellandse Zee en rechts de Atlantische Oceaan ligt, geven we de Versys en T33’s door aan Manu. Hij moet nog een dikke 700 km zien te overbruggen, maar een laatste check doet vermoeden dat dit zeker gaat lukken, want nog steeds is het minimumprofiel niet bereikt. Ongelofelijk, gezien de staat waarin de banden drie dagen geleden al verkeerden. Zonder de schurende wegen van de eerste kapen waren de T33’s mogelijk moeiteloos terug naar huis gereden. Manu laadt z’n bagage over, raakt al meteen een paar handschoenen kwijt, maar heeft er toch veel zin in. De Kawasaki Versys 1100 heeft alles gebracht om er een ontzettend plezierige driedaagse van te maken en bevestigt eens temeer dat het een dijk van een motorfiets is.
Foto’s: Manu De Soomer