Als motorrijders zijn we altijd in voor een uitdaging. Deze keer staat er een duurzaamheidstest van 10.000 km op de planning voor de nieuwe Bridgestone T33-banden. De catch? We moeten deze afstand in slechts tien dagen afleggen. Dit betekent dat we tien keer een rit van 1.000 kilometer maken vanuit ons hoofdkantoor, in elke mogelijke richting. De bestemmingen die we zo verkennen, zijn goed voor een heel motorseizoen vol weekenduitstapjes, want iedereen rijdt op zijn eigen tempo.
Het voertuig dat ons op deze tiendaagse avontuur vergezelt, is de Honda NT1100. Deze toermachine heeft een indrukwekkende uitrusting met een DCT-transmissie, verstelbaar windscherm, koffers, handvatverwarming en Bluetooth-connectiviteit voor smartphones en earbuds. Om geen tijd te verliezen, worden de banden op de dag van levering gemonteerd, zodat we direct een retourrit naar Saint-Hubert kunnen maken en met een voorsprong van 400 kilometer aan de tiendaagse kunnen beginnen. Helaas blijkt de inspanning van de bandencentrale om de banden met witte verf te ijken vergeefs, aangezien de regen de verf heeft weggespoeld. Maar eerlijkheid blijft voorop staan; vals spelen is niet ons ding.
Motor vs. vliegtuig, van Brussel naar Frankfurt. Wie is het snelst?
Dag 1 – Retourtje Deauville
Jelle Verstaen
Met een naam waarin het prefix NT staat, had Honda het al weggegeven: z’n nieuwe NT1100 is de opvolger van de NT650V – beter bekend als de originele Honda Deauville. En laat de gelijknamige, Franse badplaats aan de Noordzee op exact 500 kilometer van onze redactie liggen. Meer toeval heb ik niet nodig om de hoogpotige toermotor te zadelen, en in het holst van de nacht koers naar het zuidoosten te zetten. Bij m’n vertrek om 3u45 zie ik het al helemaal voor me: een zonsopgang in de buurt van Wimereux, met een koffietje in de hand. Heerlijk. Helaas gooit m’n gevoel voor timing – zonsopgang was die dag voorzien rond 7u40 – roet in het eten, waardoor ik de bij daglicht glorieuze Opaalkust in het pikdonker afhaspel. De vele transmigranten die ik bij dat matineuze uur op m’n pad tref, zorgen evenwel voor een knoop in m’n maag voor de rest van de trip. Diep in gedachten verzonken, kronkel ik op het ritme van de grillige kustlijn langs Het Kanaal, waarbij de snelheid zelden meer dan 50 km/u bedraagt. Het schiet niet op, maar dat maakt niks uit, ik heb de hele dag. De weg ligt bezaaid met neergedwarreld loof, het asfalt naar adem happend na de plensbui van vanochtend, maar de Bridgestone T33’s geven geen kik. Het dunne waxlaagje is er amper afgesleten, maar de grip is nu al optimaal – zowel in rechte lijn als op volle hellingshoek, nat wegdek of niet. Net voor de middag, na dik acht uur in het zadel (twee tank- en plaspauzes niet te na gesproken) parkeer ik de NT1100 in de plezierhaven van Deauville: keerpunt bereikt!
De snelle hap vormt de perfecte prelude voor het namiddaggedeelte: na de heerlijke kronkels van deze morgen, kies ik na de koffie voor de snelste weg huiswaarts. Voor donker thuis, nietwaar? Via Rouen, Abbeville, Calais, Duinkerke en Brugge spoed ik me terug naar Wetteren. Podcastje, handvatverwarming en cruisecontrole aan en gaan. Net voor zonsondergang duw ik de nog natikkende NT1100 de garage in. Ketting invetten en ‘m dan zelf smeren.
Dag 2 – Stuttgart
Pieter Ryckaert
Of jij wat met vliegtuigen hebt, weet ik niet, maar toen ik ‘T33’ hoorde, was mijn reisbestemming voor de volgende stint van 1.000 km meteen helder. Vlakbij het geweldige Technische Museum in het Duitse Sinsheim met zijn enorme collectie auto’s, oorlogsmateriaal, vliegtuigen en alles wat daartussen zit, staat op de parkeerplaats achteloos een Lockheed T33 te blinken in z’n aluminium jasje. Dat alles op een steenworp van Stuttgart en daarom quasi exact een retourtje van 1.000 km. Perfect. En wie Duitsland zegt, denkt wellicht meteen aan de ongelimiteerde Autobahn. Ik ben dus vastbesloten het hoogste gemiddelde van de testcrew af te klokken. Ik vertrek pas na de Belgische ochtendspits en nog voor de klok 12u slaat, heb ik al de foto’s van de Lockheed ingeblikt en de obligate schnitzel naar binnen gewerkt. Veel valt er over deze rit niet te zeggen, behalve dat de Honda NT1100 op de T33 quasi perfect stabiel blijft. Ook op de lange stukken rechtdoor met een absolute topsnelheid van net iets meer dan 210 km/u. Voorts valt er geen overmatige slijtage te bespeuren op het loopvlak na wat een absolute marteling van een paar uur moet zijn geweest. De terugweg stuurt me langs een andere route en de schitterende A60, die door de Eifel en langs de Moezel meandert en glooit. Hier kan ik een stuk binnendoor niet weerstaan, waar de T33’s me opnieuw positief verrassen met een enorm gevoel van stabiliteit en toch vlot stuurgedrag op de NT1100.
Dag 3 – Rondje Reims, Parijs en Le Crotoy
Frank Vanhove
Zoals gebruikelijk beginnen en eindigen zonnige najaarsdagen meestal geweldig mistig en het is dan ook met de hoop op beterschap dat ik iets na zessen de NT1100 via Charleroi en Charleville-Mézières richting Reims jaag over nagenoeg verlaten autosnelwegen. Dat is geen straf op deze Honda, die me charmeert met zijn handvatverwarming, fantastisch zitcomfort en puike windbescherming. Ondanks de kilte red ik het in één ruk tot aan de kathedraal van Reims, waar in deze periode van het jaar de eerste bezoekers blijkbaar voor negen uur geen koffie gaan slurpen – want er is geen enkel café open, dus zet ik meteen via Épernay binnendoor koers naar Parijs. ‘Binnendoor’ blijft een relatief begrip als je 1.000 km per dag wil halen, en op wat heuvelachtig bochtenwerk in de Champagnestreek na zijn het vooral rotondes die de sleur van het eindeloze rechtdoor door moeten breken. Rij in dit agrarisch stukje Frankrijk niet achteloos een tankstation voorbij als je nog maar een blokje op de meter overhebt, het kan voor stress zorgen. Het is weer eens iets anders om via de achtertuin van Euro Disney de lichtstad binnen te rijden, maar toch misreken ik me met de tijd die het kost om met de motor tot onder de Eiffeltoren te geraken, zelfs als je de freestyle gewoontes van de plaatselijke motorrijdersgilde overneemt. Het is dan ook eigenlijk aan de late kant als ik koers zet richting Le Crotoy, waarmee ik net als collega Jelle aan de Normandische kust beland. Ik laat me wat verrassen door het winteruur waardoor ik tegen wil en dank in het gitzwarte verlaten gat beland dat Noord-Frankrijk nu eenmaal is wanneer de zon is ondergegaan. Er gaat heel wat draaien en keren binnendoor en ook nog een hele hap autosnelweg overheen vooraleer ik eindelijk bij een autosnelwegstation een warme koffie en wat benzine kan scoren, net genoeg om de laatste twee uur naar huis te overbruggen. De T33’s zijn nog veel te nieuw om al iets over slijtagepatronen te kunnen zeggen, maar 1.000 km warm, koud, nat en droog op een dag geven je wel al een idee waar het heen gaat. Ze verschaffen uitstekende grip, geven geen kik verkeerd, sturen fijn en zijn precies wat je je zou kunnen wensen op een zware toermotor zoals de NT1100. Of ze de tand des tarmacs goed weerstaan zal nog moeten blijken, maar na dik 3.000 km lijken ze nog als op de eerste dag toen ik ermee naar Saint-Hubert reed.
Dag 4 – Kriskras Benelux
Gijs Gilis
Duizend kilometer op één dag afhaspelen zonder in het donker te moeten rijden én vooral zonder autosnelwegen is een hele uitdaging. Het tempo hooghouden en niet al te veel stoppen, daar komt het simpel gezegd op neer. Om 06u00 ’s ochtends zit ik op de Honda. Windscherm zo hoog mogelijk en handvatverwarming op de hoogste stand, want het is nog fris. Doordat de dagen flink korten tijdens deze periode van het jaar, zondig ik al meteen tegen het gebruik van de autosnelweg. Ik neem hem van Hasselt (B) richting Zierikzee en eenmaal over de grens met Nederland zie ik de zon prachtig opkomen. Met het prille zonlicht kom ik mooi op schema aan op het startpunt van de route, en is het ook een stuk veiliger om binnendoor te rijden. Tegen het middaguur heb ik afgesproken met fotografe Jane om enkele actie- en sfeerbeelden te schieten langs typisch Nederlandse waterlopen. Dankjewel lage zon, om de sfeer perfect te schetsen. Na dit intermezzo snel door richting Arnhem, maar dat had ik beter niet kunnen doen. Vanaf Arnhem loopt de route immers loodrecht naar het zuiden richting Maastricht, de Ardennen en een stukje Luxemburg. Maar in de hoofdstad van Gelderland en het lagergelegen Nijmegen verlies ik vreselijk veel tijd door verkeersdrukte. Ik bereik de écht knappe stuurwegen in Zuid-België daardoor te laat om er nog lang te kunnen profiteren van het zonlicht. Gelukkig krijgt de NT1100 nog ruim de kans om flink van links naar rechts gegooid te worden, maar de nacht valt snel over de Ardeense bergen. Autosnelweg – alweer – en terug richting Hasselt om wel de 1.000 km aan te tikken, maar helaas niet helemaal zoals gehoopt. Och ja, dat geeft me nog meer zin om die 1.000 km op een dag nog eens over te doen.
Dag 5 – Naar zee en Zeeland
Tony Gilis
Of ik het zag zitten om 1.000 km af te haspelen met een motorfiets zonder koppelingshendel en zonder schakelpedaal. Ben je op je hoofd gevallen? Nee, het is een Honda NT1100 met DCT. Prima, maar dan wel graag met mijn vrouw als duo erbij. Wij dus met z’n tweetjes via binnenwegen naar Turnhout, Breda, Zierikzee om via Neeltje Jans de oversteek naar Beveland te maken met een mooie stop aan het Veerse Meer. Vervolgens via Antwerpen, Hulst en Zelzate naar Knokke om via de kustweg richting Middelkerke, Diksmuide en Ieper te rijden met vervolgens hoofdzakelijk autosnelwegen tot Bergen. Een rit bij onze Franse zuiderburen kon ik niet laten liggen, om vervolgens via Dinant, Namen, Hannut terug huiswaarts te keren. Na een grondige poetsbeurt de Honda weer afgeleverd waarbij bleek dat ik 998 km had gereden en dus niet aan de verwachtingen had voldaan… Over de NT1100 niets dan lof: comfortabel, zeer bochtgewillig – mede door de Bridgestone-banden -, zeer aangename DCT-bak (althans in de Sport 2-stand) die mij maar één keer verraste met een terugschakelmoment in een gladde bocht. Wel spijtig van die richtingaanwijzer die ik na 1.000 km nog steeds met het oog moest zoeken.
Dag 6 – De Nederlandse Noordkaap
Mattijs De Lee
Onder een regenachtige hemel zet ik koers richting het noorden. Mijn 1.000 km lange rondrit heeft Groningen als verste punt. Daar zoek ik de Noordkaap op: het meest noordelijke punt van het Nederlandse vasteland. Het eerste deel van de rit bestaat voornamelijk uit snelwegkilometers. Eenmaal in Friesland beslis ik dat het welletjes geweest is met die saaie snelweg. Een goed idee, want deze regio is bezaaid met leuke plattelandswegen die iets meer bochtenwerk vragen. Rijdend door gezellige Noord-Nederlandse dorpjes, word ik getrakteerd op steeds indrukwekkendere vergezichten naarmate het einddoel nadert. Het is misschien niet de échte Noordkaap, maar wanneer ik m’n doel bereik heerst zelfs hier een ‘einde van de wereld’-gevoel. Het eindeloze uitzicht over de bewolkte barre Waddenzee maakt het extra dramatisch. Na de lunch tuf ik gedecideerd weer zuidwaarts via de Duitse Autobahn. Steeds wisselt miezerregen af met opklaringen. Het sprekende gemak waarmee ik 1.000 kilometer na vertrek enigszins doorweekt maar opvallend fris opnieuw op de startplaats sta, spreekt niet alleen in het voordeel van de NT1100. Het toont ook aan dat je met deze banden vol vertrouwen – en dus zonder dat je voltijds geconcentreerd moet blijven – ook in de regen zorgeloos op pad kan.
Dag 7 – Van Spa-Francorchamps naar de Nürburgring
Pieter Ryckaert
Voor deze stint rij ik richting België’s mooiste exportproduct: Spa-Francorchamps. Dat nationale held Jacky Ickx er nog steeds een ronderecord op z’n naam heeft staan op het oude, supersnelle en megadodelijke originele tracé met een Alfa-Romeo T33 is reden genoeg. Het is m’n tweede rit in deze reeks en hoewel de Bridgestone T33 er intussen goed 7.000 kilometer meer op heeft zitten, doet niks af van de kwaliteiten die ik eerder al heb gevoeld. Stabiel, goede grip met een voorspelbaar karakter als je het al te gek maakt en een neutraal stuurkarakter. Bij Spa aangekomen stop ik even bij de opgesmukte, vroeger legendarische Stavelot-bocht waar ze de oude reclameborden en controletoren hebben nagebouwd. En dan zet ik koers richting de Nürburgring, binnendoor. Want als Jacky Ickx dan toch de insteek is, dan kan ik de goeie 80 km die beide mythische circuits van elkaar scheiden niet links laten liggen. Ickx was vaak heer en meester in ‘de Groene Hel.’ Helaas blijkt de Nordschleife niet open voor Touristenfahrten, want dat had misschien wel de ultieme lakmoesproef gebleken voor de kwaliteiten van de T33. Doch, de rit erheen én terug gaf deze ondanks een stevig sportief tempo bij vrij koude temperaturen geen krimp.
Dag 8 – Een museum in Neckarsulm
Jules Hermie
De toepasselijke bestemming uitkiezen was niet gemakkelijk. Te veel mogelijkheden binnen een straal van 500 kilometer. Het hoofddoel van de trip was een bandentest, dus wilden we ons rubber aan zo veel mogelijk verschillende omstandigheden blootstellen. Daarom besloot ik om vanuit Wetteren zo’n 350 km binnendoor te rijden tot in Luxemburg. Eerst door de Vlaamse, later door de Waalse Ardennen. Het betere bochtenwerk, een eerste test voor onze Honda-toerbuffel. Deze weet fun en comfort te combineren waardoor ik optimaal kon genieten van de uitdagende rit. De koppelrijke paralleltwin blijft een genot, ook in deze configuratie.
Vanuit Luxemburg ging ik noodgedwongen de snelweg op om voor sluitingstijd op onze eindbestemming aan te komen: het Deutsches Zweirad- und NSU-Museum in Neckarsulm. Dit is het oudste motormuseum van Duitsland en met zijn collectie van meer dan vierhonderd klassieke tweewielers van honderdveertig verschillende merken is het ook een van de meest toonaangevende motormusea in Duitsland. Een must voor elke motorliefhebber, maar als je een missie van duizend kilometer rijden te vervolmaken hebt, dan is er niet zoveel tijd voor eindeloos rondkuieren, zelfs niet in het walhalla. Tijd om te mijmeren was er ook niet nadat het museum haar deuren achter mij sloot. Terug de weg op voor de laatste 550 kilometer van de route. Ik moest immers voor middernacht terug zijn. Nog zes uur en het lukte.
Dag 9 – Uithoeken van België
Pascal Mouton
Mijn plan? België verkennen via de vier uiterste uithoeken van het land. Van Meersel-Dreef in het noorden, Torgny in het zuiden, naar Manderfeld in het oosten en De Panne in het westen.
Goed voor ongeveer 1.000 kilometer, perfect. Al was dat eigenlijk niet meer nodig: toen ik de Honda ophaalde, stond er al 9.574 kilometer op de klok. Dik 400 km volstond eigenlijk voor mijn stint. De achterband is al een beetje ‘vierkant’ gereden door de vele kilometers, maar de slijtage-indicatoren zijn nog niet in zicht. Bijlange na niet. Dus zet ik koers naar het zuiden: via Brussel en Namen, gaat het richting ik naar Luxemburg via de E411. De Bridgestones kwijten zich perfect van hun taak. Goed beschut achter het grote windscherm.