dinsdag 9 september 2025

Het verhaal achter Michael Jordan Motorsports

Bekend: Michael Jordan, zo’n beetje de beroemdste atleet aller tijden en door velen genoemd als de beste basketbalspeler uit de historie, dankzij zes NBA-kampioenschappen die hij bereikte met de Chicago Bulls. Inmiddels een succesvol zakenman. Voormalig eigenaar van het Charlotte Hornets basketbalteam en samen met Nike eigenaar van het schoenen- en kledingmerk Air Jordan.
Niet zo bekend: Michael Jordan is een heel fanatieke motorrijder. Zo fanatiek dat hij ooit een eigen motorraceteam gehad heeft: Michael Jordan Motorsports. Daar wilden we meer van weten.

Het is de lente van 2003

Michael Jordan maakte met zijn Ducati een nachtelijk ritje in Chicago toen hij ingehaald werd door een groep motorrijders. In die periode was het gebruikelijk dat groepjes motorrijders ’s nachts met elkaar afspraken en elkaar vervolgens op snelheid af probeerden te troeven omdat er dan weinig verkeer was. Het was de underground motorscene van het Chicago uit die tijd. Kort daarna draaide de groep de oprit van een tankstation op en Jordan volgde hen. Hij werd herkend toen hij zijn helm afdeed. Een van de rijders was een bewaker die Jordan weleens had ontmoet tijdens een wedstrijd. Hij stapte op Michael af en begon een babbeltje met hem. Hij gaf Jordan zijn visitekaartje. Als hij zin had een keer mee te willen rijden, dan wist hij hoe het groepje te bereiken was. Dat gebeurde niet al te lang daarna.

Elvis Presley en zijn liefde voor motoren

Van minibike tot circuit

Michael Jordan was niet onbekend met motorfietsen en gemotoriseerde sporten. Hij groeide op in North Carolina, een staat waar NASCAR gigantisch populair is. Vanaf zijn zesde reed hij rond met een minibike en bleef motorrijden tot zijn professionele sportcarrière goed op gang kwam en motorrijden verboden terrein werd in verband met de risico’s op blessures. Het klikte tussen Jordan en het groepje. Na verloop van tijd waren het vaste rijmaatjes van Jordan geworden. Ze reden ’s nachts. De 30-jarige Afro-Amerikaanse coureur Montez Stewart maakte ook deel uit van de groep. Hij raakte bevriend met Jordan en gaf de relatief onervaren Jordan allerhande rijtips en technische tips over de instellingen van bijvoorbeeld de vering van zijn motor. Michael was erg onder de indruk van de rijkwaliteiten van Montez, die hem voorstelde om eens een keer een circuit af te huren zodat ze veiliger konden oefenen in het echt sneller rijden. Dat deed Jordan in september 2003 toen hij de Blackhawk Farms Raceway in Illinois afhuurde. Dit was een paar maanden nadat hij zijn afscheidswedstrijd in het basketbal had gespeeld bij de Washington Wizards.

Leren circuitrijden

Montez Stewart: “Op de Blackhawk Raceway leerde ik hem hoe hij in de bocht zijn knie aan de grond kon krijgen en wat je moet doen als je de controle over de motor verliest en valt. Dat gebeurde ook een aantal keer. Hij vond het fantastisch en kreeg geen genoeg van het rijden. Een paar dagen later belde hij me op en nodigde me uit voor een ontmoeting op zijn kantoor. Daar spraken we over mijn racecarrière en hoe moeilijk het is om altijd maar op zoek te gaan naar sponsors voor financiële steun als je echt competitief wilt zijn. Jordan bood me aan dat hij wel wilde helpen. Hij vroeg me of ik een voorstel wilde schrijven om een raceteam op te richten. Ik kreeg daarbij wat hulp en ging een week later terug naar Michael met mijn voorstel. Nog geen maand later werd het nieuwe Michael Jordan Motorsports raceteam formeel opgericht,” besluit Stewart.

Vliegende start

Het nieuwe raceteam van Jordan kende een vliegende start. Zijn zakelijk manager van destijds had de leiding over de SFX Sports Group, een dochteronderneming van C.C.C., Clear Channel Communications. Dit bedrijf organiseerde niet alleen de Amerikaanse AMA Supercross, maar bezat ook de commerciële rechten van die raceserie. Samen met Dorna Sports bezat C.C.C. ook de rechten van zowel het Amerikaanse AMA Supercross als het World Supercross en ze organiseerde ook wedstrijden voor beide kampioenschappen. In de wegracerij was C.C.C. ook actief. In Amerika organiseerde ze amateur Championship Cup Series, maar ook het Formula USA nationale kampioenschap. Tot slot verzorgden ze destijds ook de PR rond de Engelse GP op Donington Park.
Ken Abbott werkte destijds bij C.C.C. Hij herinnert zich nog goed het telefoontje dat Jordans manager met hem maakte. “Hij belde me op en vertelde me dat Michael een motorraceteam wilde beginnen. Ik was niet heel verbaasd, want ik wist dat Michael weer motor was gaan rijden toen hij gestopt was met basketbal. Wat me wel verbaasde, was de termijn die hij stelde. In maart 2004 wilden ze starten in Daytona. Het belletje kwam eind januari, dus we hadden ongeveer zes weken om het team samen te stellen en alle motoren te regelen. Gelukkig konden we gebruikmaken van al onze zakelijke contacten. Ik besloot me op te werpen als algemeen teammanager en al snel kwam Steve Mauhar aan boord als technisch teammanager. Mauhar had het moeilijk. In zo’n korte tijdspanne een raceteam vormen, is eigenlijk onmogelijk,” aldus Abbott.

Maurizio Garozzo en het ontstaan van Ducati

Voor de gek gehouden

Steve Mauhar werkte destijds bij Gemini Racing & Technology Systems. Dit bedrijf kreeg formeel opdracht een raceteam te vormen voor Michael Jordan, met Montez Stewart als rijder. Mauhar: “Toen ik benaderd werd om een AMA Superbike raceteam te vormen voor Michael Jordan dacht ik dat ik voor de gek gehouden werd. Maar het was serieus en ik had maar zes weken de tijd voordat de eerste race van start zou gaan. Dat was op Daytona, dus gelijk de eerste en de belangrijkste race van het seizoen. Echt een evenement waar je goed voor de dag moest komen. Maar om je de waarheid te zeggen, dacht ik dat het niet zou lukken. We moesten motoren regelen, monteurs, onderdelen, gereedschap, vrachtwagens en het belangrijkste van alles, een licentie voor het team om deel te nemen aan het Amerikaanse Superbike kampioenschap. Normaal duurt dit alles minimaal een jaar, maar het was in vijf weken rond en dat was echt ongelooflijk. Jordans naam opende zo’n beetje iedere deur en met name de AMA was heel erg behulpzaam. Ze realiseerden zich dat Jordans teamdeelname heel erg veel voor de pr van de sport zou betekenen. Wel kozen we uiteindelijk voor de Superstock en Supersport raceklassen omdat de reglementen minder modificaties aan de motoren toelieten. Dat kwam ons goed uit vanwege het grote gebrek aan tijd.”

Goede deal met Yamaha

Uiteindelijk koos het team voor Yamaha. Dat had een belangrijke reden. Zo’n beetje alle andere competitieve motormerken konden zo snel geen motoren leveren. Mauhar: “Yamaha was heel erg enthousiast en stuurde per koerier R6’en en R1’s. We hadden geluk, want Yamaha maakte een goede deal voor ons. Ze hadden de prijs van de motoren flink verlaagd. Bij Gemini werden ze na binnenkomst direct onder handen genomen. Toen ze technisch klaar waren, werden ze in de blauwe teamkleuren van Michaels eerste basketbalteam gespoten.”
Het prepareren van de motoren was een klus die dit specialistische bedrijf goed toevertrouwd was. Gemini bouwt racers voor diverse teams en was ooit het innovatieve en technische brein achter de Harley-Davidson VR1000 superbike racer. Onder leiding van Mauhar werden het team en de motoren in ijltempo klaargestoomd voor het raceseizoen van 2004.
Mauhar: “We hadden alles echt op het laatste moment klaar voor Daytona. Het was nogal chaotisch, want op het circuit waren we een enorme attractie. Dat stoorde nogal wat andere rijders. Daarnaast was Stewart van Afro-Amerikaanse afkomst, net zoals teameigenaar Jordan. Je kon merken dat dit niet zo geaccepteerd werd. Ons werd snel duidelijk dat als we succesvol waren, dat puur door de kapitaalinjectie van Jordan zou komen en niet door de samenwerking binnen het team en het talent van de coureur. Sommige rijders, hun fans en teams uit het diepe Zuiden keken ons met de nek aan. Als ze langsliepen, werd soms in onze richting gespuugd. Ik werkte al langer in de motorracerij en had zoiets nog niet eerder meegemaakt.”
Uiteindelijk zou Stewart beide races in de achterhoede eindigen. Destijds was Montez een van de beste coureurs uit het Midden-Westen van Amerika, maar ondanks zijn leeftijd was hij nog behoorlijk onervaren.

Van Yamaha naar Suzuki

Mauhar: “Het was een lastige race geweest. Alles moest aan elkaar wennen; het team aan elkaar en de organisatie, de 1m88 lange Montez aan de motoren, enzovoorts. Montez trainde in de achterhoede en zou de Superstock-race als 26e eindigen en de Supersport-race als 39e. Maar vanaf dat moment ging het beter. Michael was bijna bij iedere race aanwezig en al snel kregen we eigen teamkleding, ontworpen door Air Jordan. Jordans kledingmerk was ook een belangrijke sponsor. Dat zorgde ook voor wrevel. Veel jongens die aan de Supersport en Superstock deelnamen, deden dit als privérijder met een budget van enkele tienduizenden dollars per jaar. Wij hadden meer dan een miljoen te besteden, maar moesten dus vanuit het niets beginnen. Montez ging steeds beter presteren en we eindigden het seizoen in beide klassen in de middenmoot, in de Superstock bijvoorbeeld als 23e van de 40. Maar Michael is iemand die gaat voor de winst. Hij beseft ook dat een mechanische sport afhankelijk is van vele factoren. Fabriekssteun, speciale onderdelen, technische knowhow. Zijn vaste overtuiging was dat we vroeger of later een kampioenschap op onze naam zouden schrijven.”

“In 2005 wilde hij het serieuzer aanpakken. We gingen in zee met Suzuki. Hun motoren waren gewoon dominanter op de circuits. We zouden hen trouw blijven, vooral de GSX-R1000 waarmee we in de Pro Superbike reden beviel prima”, vervolgt Mauhar. “We sloten met Suzuki een deal voor motorfietsen voor drie rijders, inclusief monteurs en andere technische steun. Naast Stewart werden ook de professionele rijders Jason Pridmore en Steve Rapp gecontracteerd. Ons budget werd meer dan verdubbeld en we gingen ook deelnemen in de Superbikes. Maar het lukte ons in eerste instantie niet om races te winnen. In 2008 hadden we bijvoorbeeld één podiumfinish geboekt. De top in de periode 2000-2010 was heel erg sterk en werd volledig gedomineerd door het Yoshimura Suzuki fabrieksteam. Zij wonnen het Superbike kampioenschap tien jaar op rij en boekten zelfs een onafgebroken reeks van 53 raceoverwinningen. We hadden steun van hetzelfde Suzuki en hadden verwacht dat we dichter bij de top zouden kunnen komen en niet steeds in de middenmoot zouden eindigen. We keken echt uit naar het seizoen 2009 omdat die onder nieuwe reglementen verreden zou worden die het speelveld wat gelijker maakten. Iedereen kreeg dezelfde banden bijvoorbeeld. Vanaf dat moment begonnen we beter te presteren. Je kon duidelijk zien dat de Yoshimura Suzuki’s langzamer waren. Dat seizoen ging het dus beter; negen races finishten we op de derde plaats. Maar we wilden winnen. Vooral Michael, hij is heel competitief.”

Naar het WK Superbikes

Door de jaren heen reden verschillende coureurs voor het team van Michael Jordan in zowel de AMA Superstock, Supersport en Superbike raceklassen.
Ken Abbott: “Meestal contracteerden we een rijder voor twee tot drie jaar en we probeerden altijd de kampioen of in ieder geval een ex-kampioen in te lijven. Door de jaren heen waren dat Ben Bostrom, Aaron Yates, en Jake Zemke. Maar ook meer onervaren rijders kregen kansen; Corey Alexander, Danny Eslick en Roger Lee Hayden (broer van MotoGP-legende Nicky Hayden) bijvoorbeeld.”
Steve Mauhar: “Toen de ervaren professionele rijders aan boord kwamen, werden we steeds succesvoller. Er kwamen steeds meer podiumfinishes en zelfs een kampioenschapstitel, want Aaron Yates won voor ons het AMA Superstock kampioenschap in 2008. Jake Zemke won in 2010 onze eerste en enige AMA Pro Superbike race. Dat was op Daytona en Michael was erbij. Een jaar later werd Ben Bostrom tweede bij de Pro Superbikes in Birmingham op Barber Motorsports Park. Corey Alexander won de Supersport AMA East titel in 2013, wat achteraf het laatste wapenfeit van ons team was.”
Datzelfde jaar maakte Michael Jordan Motorsports bekend dat ze stopten in de Amerikaanse AMA Pro raceseries en dat ze deel zouden gaan nemen aan het wereldkampioenschap Superbikes.
Ken Abbott legt uit waarom. “Door de jaren heen verloren we steeds meer sponsors. In 2013 was het budget van het Michael Jordan Motorsports raceteam opgelopen naar ruim 5 miljoen dollar. Daarvan nam Michael persoonlijk 1 miljoen voor zijn rekening. De rest kwam van sponsors. Toen die zich terug gingen trekken omdat de AMA Pro Superbikes bijna geen tv-zendtijd kregen, besloten we de overstap naar het wereldkampioenschap te maken. Daar is immers wel tv-zendtijd voor in Amerika. Het was een gok en een poging om onze sponsors en financiers vast te houden. Maar uiteindelijk lukte dit niet en kregen we de financiering niet rond. Dus trokken we om die reden de stekker eruit in 2014.”

Einde van het team

Mauhar: “Toen er een paar grote sponsors afhaakten, betekende dat het einde van het team. Maar er speelde meer. Michael Jordan is iemand die van fair play houdt. Gelijke kansen voor iedereen, dat is een heel belangrijk principe voor hem. Koppel dat aan zijn extreem competitieve karakter en zet dat geheel eens af tegen een mechanische sport waarbij toch altijd een selectie vanuit de motorfabriek plaatsvindt over wie de snelste en beste onderdelen krijgt. Het eigen fabrieksteam heeft altijd de voorkeur, want die hebben de grootste kans om de races te winnen. Ons team kreeg die onderdelen niet, dus we hadden niet de technologie die nodig was om te winnen. No equal playing field. Toen dat besef indaalde, gekoppeld aan de slechte financiële vooruitzichten, besloot Michael in 2014 te stoppen met het team.”
Michael rijdt nog steeds motor en is daarmee nog net zo fanatiek als altijd. Al de racers, de correspondentie van het team, reserveonderdelen, teamkledij, vrachtwagens en gereedschappen zijn allemaal netjes bewaard gebleven en staan in opslag in het stadje Beaverton in de Amerikaanse staat Oregon. Daar staat ook het hoofdkantoor van Nike en Air Jordan, het kleding- en schoenenmerk van Michael Jordan.

Foto’s: Air Jordan/Michael Jordan Motorsports, Archief A. Herl

Met dank aan: Ken Abbott, Steve Mauhar, Montez Stewart, Jack Alant

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen