donderdag 18 april 2024

Alaska: Warning Bears!

Vanuit het vliegtuig zie ik besneeuwde bergen tot zover het oog reikt. De zee is troebel, bruin en modderig. Echt gastvrij ziet Alaska er niet uit, wel spannend. Zal ik een beer voor mijn wielen krijgen?

De Kawasaki KLR 650 ziet er stoer uit en ik kan niet wachten om de langgerekte, rechttoe rechtaan straten van Anchorage achter me te laten. Een gezellig, historisch centrum ontbreekt, maar voor stedelijk vertier ben je natuurlijk niet in Alaska. Ik stuur richting Eklutna, voor de afslag naar de Old Glenn Highway, met aan de linkerhand de Knik River. Net voor de brug over de Knik River sla ik af op de Knik Road, een afwisselend weggetje. Wat ontbreekt zijn wilde dieren. Een eland of een beer zou geweldig zijn, maar ik moet het voorlopig doen met een eekhoorn en een stekelvarken. Het uitzicht op de besneeuwde bergtoppen van de Chugach Mountains is groots. De Knik Road gaat over in een goed begaanbare gravelweg, die uiteindelijk doodloopt bij een lodge. De Nederlander Peter is er de uitbater. Hij en zijn vrouw Eveline zijn hier drie jaar geleden neergestreken. Na de thee rij ik richting Palmer. Onderweg zie ik de eerste eland gezien, helaas een dode. Vanaf Palmer volg ik weer de Glenn Highway richting Matanuska Glacier, een gletsjer die door het opwarmende klimaat steeds minder gletsjer wordt.

Tuimelaars voor de boeg

In Valdez heb ik een boot besproken voor een boottocht over de Prince William Sound. Toppunt is vlak langs de in zee stromende Columbia gletsjer. Jaren geleden was de baai hot news. De olietanker Exxon Valdez liep op de rotsen en miljoenen liters olie kwamen in het zeewater terecht en bedreigde de delicate flora en fauna. Nogal wat zeeotters en zeevogels legden het loodje. Ondertussen rijd ik langs de Trans-Alaska Pipeline, de pijpleiding waarin de dikke aardolie vanuit Prudhoe Bay naar overslaghaven Valdez stroomt. Onderweg ook veel postbussen op een hoop. Je vraagt je af hoe het is om hier postbode te zijn, mijlen en mijlen heb je niets en ineens til je je weer een breuk. Ik stop bij een benzinestation en bij het afrekenen vraag ik of ik al in Glennallen ben. ‘Your in the middle of it,’ zegt de pompbediende…

In Valdez ga ik direct naar de bootverhuur voor de rondvaart. Net buiten de haven scheren een stel tuimelaars – of bruinvissen – voor de boot langs en verderop liggen zeeotters heerlijk op hun rug rond te dobberen. Op de bergwanden speur ik naar berggeiten en beren, maar die laten zich niet zien. De Columbia gletsjer levert het betere Noordpoolgevoel als de boot tussen grote ijsschotsen manoeuvreert. Volgens de kapitein hebben we enorm veel geluk met het heldere weer. Normaal hult Valdez zich het grootste deel van het jaar in dikke mist.

Olielekkage

Op weg naar het noorden wissel ik de Richardson Highway in voor de McCarthy Road. In Chitina houdt het asfalt op en gaat de weg door als gravelweg. In het dorp graast een eland. Het dier oogt wat onnozel, toch maken ze in Alaska meer slachtoffers dan beren. Ik schiet wat foto’s en zorg ervoor dat de eland op veilige afstand blijft. Voorbij de gigantische Copper River krijgen de loofbomen al wat blad, wat het panorama over het mooie rivierdal minder kaal maakt. Bij de brug over de Kuskulana River moet ik stoppen, want van de brug hebben ze een gigantisch en imposant bouwwerk gemaakt.

Even verder haal ik een auto in die olie lekt. Op het moment dat ik de inzittenden waarschuw, fietst (!) een bebaarde man voorbij. Je vraagt je echt af waar die vandaan komt. De laatste 35 mijl heb ik geen huis meer gezien. Hij blijkt in een hutje in het woud te leven. Zijn fietszadel is vannacht aangevreten door een beer, maar die heeft hij weggejaagd. Baardmans biedt de automobilisten hulp en ik vervolg de weg naar McCarthy. McCarthy en ook Kennicott zijn gesloten voor verkeer. Alleen de inwoners mogen er met de auto in. Reden is dat de dorpjes de uitvalsbasis zijn voor alle toeristen die het Nationaal Park Wrangel-St. Elias willen verkennen. In Kennicot bevond zich ooit de meest lucratieve kopermijn ter wereld. Dat zal allemaal wel, maar intussen valt er geen koffie of thee te scoren. Wel in de historische Roadhouse in Copper Center. Ik ben er niet alleen, aan de bar zit een dronken indiaan en aan een tafel een indiaan achter een laptop.

Dikke barkeeper

Op de Tok Cutoff heb ik een mooi uitzicht op de brede Copper River. Ineens steekt een kudde kariboes over. In Slana rijd ik over de 42 mijl lange Nebasna Road door een gedeelte van het Wrangell-St. Elias Preserve, een prima gravelweg met een paar ondiepe rivierdoorwadingen. De 42 mijl lange weg is een mooie afwisseling op de goed geasfalteerde Tok Cutoff. De route is prachtig, alleen wordt het uitzicht teniet gedaan door de laag hangende bewolking. Onderweg zie ik een aantal elanden grazen en bij een half bevroren meertje bewonder ik de watervogels die er dobberen. Het is een heerlijk gevoel zo in je eentje rond te toeren.

Bij mijl 28 kom ik voorbij de Sportsmen Bar, waar ik warme chocolademelk bestel. Ik ben de enige klant en raak aan de praat met de dikke barkeerper. Even later komt zijn moeder er ook bij zitten. Er wordt driftig gerookt. Zoonlief laat trots een foto van moeder zien, bij een neergeschoten beer. Mum vertelt dat dit haar eerste en laatste beer was die ze heeft geschoten. Ze was zo bang dat ze in de broek heeft geplast. Iedereen kan hartelijk lachen om het verhaal.

Ik overnacht in Copper Center, waar ik ’s morgens mijn ogen uitkijk. In de zaal alleen maar mannen. Dikke mannen, bebaarde mannen, mannen met petjes. Ik zie complete taarten als ontbijt voorbij komen. Nee dan toch liever een broodje met een rendierworstje!

Les per internet

De langste dag wordt de route over de Dalton Highway naar Wiseman. In Livengood doe ik een poging om koffie te krijgen, maar er staat maar één huisje waar ze geen koffie schenken. Wel staat er met grote letters op de deur dat ze bewapend zijn en dat ze die ook zullen gebruiken tegen inbrekers.

De Dalton Highway besproeien ze geregeld met calciumchloride, wat een harde toplaag oplevert. De weg wordt voornamelijk gebruikt door truckers, die het noorden – en vooral Prudhoe Bay – voorzien van proviand. De Dalton Highway loopt pal langs de Oliepijplijn. De omgeving is heuvelachtig en het landschap ziet er soms troosteloos uit, met zielige restanten van boompjes die verwoest werden door een bosbrand zes jaar terug.

De War against Terror laat ook hier z’n sporen na. Wegens het gevaar van sabotage is het verboden op de brug over de Yukon te stoppen. Om de tien meter staat een grote paal met luidsprekers, waaruit bewakers je toespreken als je toch stopt. In het Yukon River Camp krijg ik weer een mooi berenverhaal opgedist. In de winter had een beer ingebroken in het restaurant. De beer haalde alles, maar dan ook alles overhoop, wentelde zich vervolgens in de dekens die er lagen en sukkelde langzaam in een diepe winterslaap. Of de beer z’n logeerpartij heeft overleefd, vertelt het verhaal niet.

Ik vervolg de weg naar het noorden. Het landschap is veranderd in een veelkleurige toendra. Bomen zijn verdwenen, struiken en rotspartijen verschenen waaronder de bekende Finger Rock. Op de Poolcirkel waarschuwen borden me het afval vooral goed op te ruimen. Beren zijn er namelijk gek op. Ik heb er nog steeds geen gezien en ben bijna geneigd een zalm achterop de motor te knopen. Ik Coldfoot sla ik wat eten in, het is de enige plaats in een omtrek van meer dan 100 mijl waar dat.

In Wiseman wonen permanent 12 bewoners. Ik overnacht er in The Artic Getaway, een heerlijk plekje met twee leuke huisjes. Ze worden verhuurd door Bernie en Uta, van oorsprong Duitsers. Het stel woont hier met hun twee kinderen Julie (13) en Leo (8). Omdat er geen school is, onderwijst Uta de kinderen zelf. Dat is redelijk goed te doen omdat er een internetlijntje ligt met de bewoonde wereld. Zo kunnen de kinderen op afstand toch hun highschooldiploma behalen. Bernie zorgt voor het vlees op tafel. Hij jaagt en zet vallen. De pelzen gebruikt hij voor kleding en schoenen.

Pleerace

Na een ontbijt met verse eierpannenkoeken – heb geen kip gezien onderweg en we zitten toch zo’n 277 mijl van de supermarkt af – pak ik mijn boeltje weer op en neem keer over de Dalton Highway terug naar Chatanika. Onderweg hoor ik dat daar een giga BBQ wordt georganiseerd en dat er veel ‘bikers’ zullen zijn. Na al die eenzame kilometers heb ik wel zin om een avond gezellig bierdrinkend door te brengen in de bewoonde wereld. Ik verblijf in de Lodge, aan de Steese Highway. De Lodge is in Alaska bekend om z’n jaarlijkse Outhouserace, een wedstrijd met een buiten-wc. Dat gaat zo: een persoon neemt plaats op het toilet en vier man duwen de op ski’s gebouwde wc over een parcours. De snelste wint. Simpel, maar het spektakel trekt zo’n vijf- tot zesduizend bezoekers! En da’s veel voor Alaska.

In de omgeving werd vroeger veel goud gewonnen. Aan de overkant van de lodge staat nog een oude baggermachine in het water te roesten.

Blowende hippies

Vroeg in de morgen vertrek ik voor de tocht over de Denali Highway. In Delta Junction koop ik nog snel het certificaat ‘I did the Alaskan Highway’. De route wordt steeds mooier, met uitzicht op de besneeuwde bergen van de Alaska Range. Voor Summit Lake ligt bijna overal nog sneeuw, de vele meertjes zijn vaak nog bevroren en in de kleine kronkelende riviertjes stroomt het ijskoude water. Ik stop in Paxson Lodge voor wat warms en geniet vanaf de veranda van de omgeving. Naast me zitten vier oude hippies te blowen, te drinken en muziek te maken.

Het laatste stuk van de route is het mooiste van de dag. Het is 19.00 uur en de zon schijnt laag over een prachtig heuvelachtig en besneeuwd landschap. Een stekelvarken steekt nog snel de weg over. Mijn dag eindigt bij de Tangle River Inn, waar de sneeuw tot aan de dakrand ligt. In de verte brult een sneeuwscooter over het bevroren meer.

Caribou Dundee

Vandaag stuur ik verder over de Denali Highway. Ongeveer 190 kilometer daarvan is niet geasfalteerd. Het is een fantastisch rit door een bijzonder en besneeuwde landschap. Met als hoogtepunt Maclaren Summit, een berg van 1245 meter. Het lijkt weer alsof ik de enige ben op deze route door een verlaten landschap zonder bomen en bebouwing. Na Maclaren Summit verandert het landschap opnieuw. Er ligt minder sneeuw en gaandeweg verandert de begroeiing van struikgewas in bossen. Onderweg zie ik vogels, elanden en kuddes rendieren. Net voor Cantwell bereik ik de verharde weg.

De Parks Highway naar het noorden wordt veel gebruikt door toeristen die het bekende Denali Park bezoeken. Ook is dit de snelste route van Anchorage naar Fairbanks. Ik overnacht in een huisje in het bos dat de vorm heeft van een piramide. Het aanpalende restaurant gaat eigenlijk morgen pas open, maar met de juiste argumenten krijg ik de eigenaar zo ver een pizza in de oven te mikken. Kennelijk is de vervroegde opening als een lopend vuurtje rondgegaan. Groot is mijn verbazing als het restaurant ’s avonds volloopt met drinkers en eters. De locals zijn natuurlijk blij dat er weer wat te doen is in de ‘buurt’. Ze rijden gerust 20 mijl een pilsje te doen… en ze rijden ook gerust 20 mijl terug met veel pilsjes op. We maken muziek, we drinken en we hebben lol. Iedereen is in een goede stemming. Ook Caribou Dundee, die behoorlijk beschonken vertelt over zijn leven als jager. Hij gaat geregeld voor langere tijd de natuur in, bouwt dan z’n eigen hutje en kacheltje en gaat jagen, schieten en vallen zetten.

Vliegen tussen bergtoppen

Het Denali Park mag je natuurlijk niet overslaan. Vanaf het Visitors Centre kun je nog 24 kilometer met je motor het park in. Dan moet je in een touringcar verder, maar dat zie ik niet zo zitten. Ik rij zover ik kan en hoop stiekem eindelijk eens een beer te zien. Tevergeefs, maar het uitzicht op Mount McKinley, met z’n 6194 meter de hoogste van Noord-Amerika, maakt het gemis goed.

Na het park rij ik over de Parks Highway naar Talkeetna, waar ik een rondvlucht heb geboekt met een landing op een gletsjer. Met geheid een nog mooier uitzicht op Mount McKinley! Ik geniet enorm van de spectaculaire vlucht tussen de bergtoppen en natuurlijk van de landing op de gletsjer. Talkeetna is een voormalig handelspost die nu populair is bij bergbeklimmers die de toppen in het Denali Park willen beklimmen. En er staat een pinautomaat…

WK Snorren en baarden

Naar Anchorage rij ik via een omweg, voor het laatste stukje offroad. Helaas is de Hatcher Pass nog gesloten vanwege te veel sneeuw. Daarom kies ik voor de over McKenzie en Knik. Dat levert een mooie dirt road op door de bossen, met fijne mooie heuvels en bochten. En opnieuw verbazing als ik middenin het Wereldkampioenschap Snorren en Baarden 2009 verzeild raak. Naderhand hoor ik dat een Nederlander de gouden medaille heeft gewonnen. Glimlachend denk ik er aan terug als ik mijn snor druk. Klokslag 23.00 uur lever ik mijn spullen in bij de vertrekbalie. Een goed uur daarna zit ik in de wolken, op weg naar Nederland en heb ik nog steeds geen beer gezien.

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/TRK-Alaska.GPX”]

Jan Kruithof
Jan Kruithof
Rijdt al heel lang motor. Is niet zo geïnteresseerd in de motor zelf, maar wel in wat-ie kan. Sterke voorkeur voor allroads, maar hypernakeds zijn ook niet te versmaden. En natuurlijk classics vanwege de techniek én de aaibaarheid. Rijdt zo'n 40.000 km per jaar. Heeft drie motoren, waarvan één woon-werk. Bezit zelf geen auto.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen