vrijdag 29 maart 2024

De mooiste kustweg ter wereld: Wild Atlantic Way

Legendarische kustwegen als de Pacific Coast Highway (USA), Clarens Drive (SA) en de Great Ocean Drive (AU) hebben er ineens een concurrent bij: de Ierse Wild Atlantic Way. De nieuweling is veruit de langste ter wereld. Maar is het ook de mooiste? En is het wel een kustweg?

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/wild-atlantic-way.gpx”]

Als we in het Noord-Ierse Larne aan het begin van de avond de boot afrijden, heeft mijn reisgenoot Jan geen hoge verwachtingen. Ons reisdoel, de Ierse Wild Atlantic Way begint pas 150 km verderop. De weg er naartoe – de Antrim Coast Road – ziet hij als meer als kilometers maken. De Zumo belooft niet veel meer dan lage heuvels langs de kust. En Noord-Ierland, ach, dat kent hij eigenlijk alleen van de journaalbeelden van dertig jaar conflict. Hooguit als de IRA een aanslag op het platteland pleegde, zag je iets mooiers dan de grauwe arbeiderswijken van Belfast en Londonderry.

Maar de kustweg naar het noorden laat iets heel anders zien. Een landschap van groene kapen en baaien tegen een soms tropisch blauwe zee. Het bijzondere van de weg is dat hij niet over de kapen heenloopt, maar erlangs, waar ooit de golven tegen de kust sloegen. Het betekent dat we links van ons woeste bergwanden zien van soms over de honderd meter hoog. En dat de weg de kronkelende kustlijn volgt.

Bij een lusje naar de Torr Head-kaap vinden we zelfs een paar van de lastigste haarspeldbochten die we in jaren zijn tegengekomen. Vlijmscherp en steil omhoog.
‘Wat! Een! Weg!’ zegt Jan. ‘Wat een landschap!’ Hij houdt het op een mix van IJsland en Bretagne. En natuurlijk Schotland, waarvan we Mull of Kintyre in de verte zien liggen.
We hadden er nooit van gehoord, maar de Antrim Coast Road blijkt bekend te staan als de mooiste scenic drive van Noord-Ierland. We vinden hem zelfs in een paar lijstjes terug van Mooiste Kustwegen ter Wereld. De Wild Atlantic Way staat er niet bij.
‘Hebben we het mooiste per ongeluk al gehad dan?’ vraagt Jan.
Nee. De Wild Atlantic Way is simpelweg te nieuw.

2500 km asfalt

Ons hoofddoel, de Wild Atlantic Way, loopt van het noordelijkste puntje van Ierland – Malin Head – naar het zuidelijkste punt: Old Head of Kinsale. Daartussen ligt 2500 km asfalt. Dat moet vele miljarden gekost hebben, denk je dan. Maar nee. Het kostte in 2014 en 2015 bij elkaar slechts tien miljoen. Met dat geld plaatsten de Ieren 3850 bordjes met WAW-logo en informatiepanelen. De Wild Atlantic Way is dus geen nieuwe weg – want die lag er allang – maar een marketing project: een route van honderden stukjes weg waarop een label is geplakt en een website aan is gehangen. Een hele mooie trouwens.

De Ierse kust kon wel een duwtje in de rug gebruiken. Altijd maar die aardige mensen, folkbandjes in de pub en die kneuterweggetjes, al die kleine stukjes en beetjes. Het werd tijd voor iets groots en woest aantrekkelijks; tijd voor een Wild Atlantic Way. Het werd een echte Grand Tour die 1500 bezienswaardigheden aan elkaar knoopt en langs 188 (and counting) ‘ontdekkingspunten’ gaat. Daaronder zijn achttien ‘signature discovery points’, de Wonderen van de Wild Atlantic Way. Dat zijn de punten die het karakter van de Ierse kust bepalen. En die moet je dus niet missen.

Bij de opening van de WAW werd een opvallende groep genoemd die de initiatiefnemers graag wilde hebben: de Harley-rijders. Dat is marketingtaal voor motorrijders met een zak geld bij zich, maar zegt het ook iets over de weg?

Dramatisch kliffenlandschap

Ierland heeft vrij lang een gebrekkig weggennet gehad, met zeker in de buitengewesten vrij veel al dan niet verharde schapenpaadjes. Maar dat is wel voorbij, merken we al na het startpunt bij Malin Head – een ‘signature discovery point’ met redelijk dramatisch kliffenlandschap, een uitzichtpunt, een torentje en een kruis.
We zitten meteen op vrij goed asfalt, en zullen daar niet meer van af komen, zolang we de hoofdroute aanhouden. Maar de Way telt ook best veel doodlopende afslagen, die naar een strandje, een ruïne of een ander bijzonder punt lopen. Daar komen we soms wel wat lastiger wegdek tegen. Een keer rijden we zelfs over een strand, maar of dat nou de bedoeling was…

Niet kinderachtig

Het soort weg dat de hoofdroute kiest, valt niet onder een noemer te brengen. Vaak zitten we op redelijk brede tweebaanswegen. Soms loodst hij ons naar smalle binnenweggetjes. De reden daarvan ligt vaak in een bezienswaardigheid. Maar anders dan we vooraf dachten: het schiet best wel op. Het is redelijk stil en de Ieren doen niet kinderachtig over de maximumsnelheid. Sterker nog: die is vaak niet eens haalbaar. Rechtuit, flauwe of scherpe bocht, bebouwde kom: de bordjes met 90 lijken tamelijk willekeurig neergezet. Als Nederlander ben je erg gewend bij het handje genomen te worden. Bij de Ieren is het motto eerder: zoek het maar uit. Daar kun je in het begin even van schrikken, als je veel te hard op een scherpe bocht afgaat. Maar als je gewoon op intuïtie en zicht gaat rijden in plaats van op voorschrift, is er niets aan de hand.

Goudgele stranden

We verlaten het Inishowen schiereiland van Malin Head en rijden het noordwesten in rondom Lough Swilly, een fjord. Hier liggen de drie Golden Beaches van Ballymastocker Bay, die lezers van The Observer ooit verkozen tot een na mooiste strand ter wereld. Het is een dromerig, goudgeel strand met zeewater dat tropisch warm oogt en bergjes rondom. Prachtig inderdaad, maar we kunnen niet eens zeggen of dit wel het mooiste strand van Ierland is. Er valt uit nog heel veel stranden te kiezen aan de WAW.

iconisch Ierland-plaatje

Kiezen, dat zul je vaker moeten doen. De weg is zo lang, dat je er bijna twee weken mee bezig zult zijn als je alles rijdt. En als je alle bezienswaardigheden wilt bezoeken, trek er dan maar half jaar voor uit. Dat gaan we niet doen. Mooie stranden, kerkjes, ruines, afslagen en vuurtorens; die gaan hier per dozijn of een veelvoud daarvan. Hieraan merk je dat de WAW echt een toeristisch samenwerkingsverband is. Alle regio’s wilden meedoen, maar dan wel op voorwaarde dat de regionale highlights in de route kwamen. Dus na verloop van tijd staan we schouderophalend bij het zoveelste strandje. ‘Zie jij wat?’
‘Nee, maar weer verder gaan dan?’
‘Ja.’
Serlectief zijn dus. Maar Fanad Head overslaan, de witte vuurtoren op de kaap te noorden van Ballymastocker Bay, zou jammer zijn. Dat is een van de signature points en een van de meest iconische Ierland-plaatjes.

Bergen en een pasje

Dik 60 km door lieflijk boerenland verder krijgen we bij het gehucht Brinlack de Atlantische Oceaan vol en schitterend in het vizier. Dat gebeurt niet zo heel vaak. Het overgrote deel van de WAW zie je de oceaan helemaal niet. Wat niet zo erg is, want het achterland is doorgaans bergachtig. Hoe aantrekkelijk dat is, zien we als direct na de kust Mount Errigal voor ons opdoemt, de meest bijzondere berg van Ierland. Het is een Kilimanjaro op schaal, inclusief besneeuwde top. Hij valt wel buiten de route, maar dit moeten we toch van dichterbij zien. En dan blijkt dat de top niet is bedekt met sneeuw maar met een laag lichtgrijs gesteente – kwartsiet, leren we.
De berg is erg veel lager dan hij lijkt – slechts 751 m – maar in Ierland zit het ‘m niet in de grote getallen. Hier worden we zelfs lyrisch van een bergpasje van 275 m – Glenngesh – want het dal ligt zo groen, zo smal en zo vreselijk mooi Iers te zijn.

Sleave League

De grootste verrassing is Sleave League, een verdwaald stuk bergrug dat ruim 600 meter uit oceaan rijst. Het doodlopende pasweggetje ernaartoe – een hek openen om er te komen – is wat ons betreft het hoogtepunt van Wild Atlantic Way. Het eindigt met een uitzichtplateautje op Sleave League. Het dramatische gebergte heeft een aantal uitdagende paden. De ongelooflijkste is de Appalachian Trail. Pardon? Ja, echt. Sleave League is een uitloper van het Oost-Amerikaanse gebergte. Ooit zat dit deel van Ierland vast aan het huidige Canada, ergens ter hoogte van Newfoundland. Toen het afbrak kwam er een scheurtje in dat we nu kennen als de Atlantische Oceaan. Vanzelfsprekend is Sleave League een van de signature points van de WAW.

Hawaiiaanse golven

Na het zeegebergte wordt het vlakker, toeristischer en drukker. Maar de oceaan gaat onder Donegal naar een hoogtepunt. Golven van Hawaiiaanse afmetingen – vijftien meter of meer – kunnen hier tegen de kust aanrollen. Dit is dan ook een van de beste surfgebieden ter wereld. Je vindt het rond Mullaghmore Head, een schiereilandje met een spookachtig negentiendeeeuws landhuis – Classiebawn Castle – en de tafelberg Benbulben in de achtergrond. Aan de drie volle touringcars die hier stoppen, zien we dat we met een signature point te maken hebben.

Megaliet met blowhole

Voorbij Ballylina – erg veel plaatsen in Ierland beginnen met Bally, wat zoiets betekent als ‘plaats van’ – vinden we de stilte weer terug in het landschap. En daar komen we meteen bij het volgende siganture point: Downpatrick Head. Dat is megaliet, een klif eigenlijk, die een meter of vijftig losstaat van de kust. Er vlak voor vinden we ook nog een ‘blowhole’, een merkwaardig gat in de grond dat in verbinding staat met de zee.

Connemara

Na de kliffen van het boerenland volgt een woeste kuststrook met honderden eilanden, bochtige weggetjes en bijna witte stranden. Keem Beach, met nabijgelegen ghosttown Slievemore, geldt als een officieel hoogtepunt. Gek genoeg valt het stukje door het bergachtige hoogveen van Connemara daar niet onder. Het is een dramatisch mooi stukje, dat het aanzien van hoogtegebergte heeft. Even daarna is het losgaan op de kronkelwegen langs de keien, rotsen en stranden onder Clifden. Het is dat er schapen rondlopen, anders had het net zo goed de Zuid-Afrikaanse westkust kunnen zijn.

De grote attractie

De grootste natuurlijke attractie van Ierland komt op het moment dat de weg een beetje tam en vlak is geworden. Het grote drama speelt zich er vlak achter af: een acht kilometer lange klifkust, die tot tweehonderd meter hoog stijl uit zee rijst. De kliffen van Moher.
Het toerisme was amper uitgevonden of er kwamen grote drommen op af. Het uitkijktorentje stamt al uit 1835. Intussen zijn er winkels, een bezoekerscentrum en een enorme parkeerplaats bijgekomen, om de duizenden dagelijkse bezoekers op de vangen.

Loop Head

Wil je een vergelijkbare kliffenkust zien waar je niets hoeft te betalen, met je motor tot het randje kunt komen en waar je niet meer dan een handjevol bezoekers tegenkomt? Rij dan door naar Loop Head. Je komt onderweg eerst langs een andere topper: de Burren, het onvermijdelijke stuk maanlandschap. Daarna ga je bij het havenplaatsje Kilkee Loop Head op. Aan het eind van dit schiereiland vind je aan de rand van de kliffen ook nog een witte vuurtoren, uit 1670. De vuurtoren, de kliffen en de zee vormen een machtig einde van onze tocht. Maar de Wild Atlantic Way gaat nog eens 700 km verder…

De zuidelijke schiereilanden

Zou je na de Kilkee Loop de Wild Atlantic Way weer oppakken, voert ie je ook over de zuidelijke schiereilanden. Met name Beara is van grote schoonheid. Hier word je over smalle, stille weggetje naar het meest ouderwetse deel van de route geleid. Op de punt van Baera kom je bij een kabelbaantje voor mens & schaap dat je in tien minuten naar het eiland Dursey schommelt. Typsich Baera en dart beloonde de Wild Atlantic Way met de eretitel ‘signature discovery point’.

Twee van de boeiendste wegen van Ivaragh en Beara zitten niet in de officiële route: de Healy Pass (Beara) en Gap of Dunloe, ook een pas. Ze lopen dan ook niet langs de kust, maar steken dwars over. Zeer de moeite waard om die even mee te nemen. En zo zijn talloze plekken en weggetjes langs de route een verkenning waard.

Dat is wat ons betreft de manier waarop je de Wild Atlantic Way het best kunt gebruiken: als leidraad. De hoofdroute is voor het overgrote deel weliswaar prachtig, maar er zit nog heel veel moois achter.

Wild Atlantic Certificate

Wil je de route wel op de letter volgen, dan kun je een Wild Atlantic Way Passport kopen (10 pond), dat je als stempelkaart gebruikt. Met een stempel van 188 postkantoren krijg je een heus certificaat. En kom je in aanmerking voor cadeautjes en prijzen. Zie www.wildatlanticway.com

Meer info

Noord-Ierland

Noord-Ierland was voor ons een geweldige ontdekking. Ontdek Noord-Ierland zelf op de officiële website: http://www.discovernorthernireland.com/

Ierland

Veel informatie over de Wild Atlantic Way, maar ook over de rest van Ierland vind je – ook in het Nederlands – op: www.ireland.com

Wild Atlantic Way

De schitterend website van de weg zelf geeft je alle info over de route en de bezienswaardigheden. GPS-tracks ontbreken vooralsnog. Maar die vind je bijvoorbeeld op www.ridewithgps.com. Als je deelneemt aan de Promotor lezersreis krijg je een op maat gesneden GPS-route, inclusief de route door Noord-Ierland en het Ierse binnenland.

Hoe erheen?

Voor de mooiste route naar Noord-Ierland neem je de overtocht van IJmuiden naar Newcastle (DFDS) en rijd je daarvandaan naar het Schotse Cairnryan via het prachtige Galloway National Park. Daar pak je de boot naar Larne (P&O). En vrijwel meteen zit je op de Noord-Ierse kustweg die je naar de Wild Atlantic Way brengt. www.dfdsseaways.nl, www.poferries.com

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen