zaterdag 20 april 2024

Offroad naar de Mont Ventoux

Het smalle keienpad leidt me over de bergtop om een boerderij heen. Het kleurenspel dat volgt is adembenemend mooi. Geelgroene en knalrode bladeren lichten op in de lage zon zodat de boomgaard in vuur en vlam staat. De Provençaalse Drôme is in de herfst drômmels mooi…

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/TRACK-0518-drome-offroad-01.GPX”]

DOWNLOAD ALLE ROUTES (3)

Peter Aansorgh

Achter de boomgaard verliest het keienpad een van zijn twee sporen en gaat als een enkel pad verder langs de bosrand, die bruine, rode, groene en paarse tinten boven de droge, beige aarde uiteen laat spatten. Het is geweldig om langs dit schouwspel te rijden, wat trouwens niet eens zo heel veel inspanning vergt. Waar de Nederlandse bodem in deze tijd van het jaar nat en zompig is en je zo ongeveer een jeugdige motorcrosscarrière moet hebben gehad om zonder kleerscheuren vooruit te komen, kunnen de mindere goden – zelfs Bacchus – hier betrekkelijk eenvoudig van het off-road-avontuur proeven. Ook wanneer je geen superlichte hardcore enduro onder je Gluteus Maximus hebt, maar een dikke reis-enduro. In beide gevallen is het trouwens wel verstandig om je te laten leiden door iemand die niet alleen de weg, maar ook de paden kent. Dan vinden hardcore off-road- fanaten de mooie ruige paden en kunnen allroad-rijders die paden vermijden, zodat ze een leuke soft-enduro kunnen rijden.

Buis-Les-Baronnies

De uitvalsbasis voor deze trip is de Gite St. Julien in Buis-Les Baronnies, een klein stadje in de Drôme Provençale. Maar niet zo klein dat het er niet gezellig is. Het heeft een aardig marktplein en diverse cafés en restaurants. Het stadje is erg in trek bij bergeklimmers, die de 763 meter hoge Rocher St. Julien willen beklimmen. Dat is een gigantische, steile, granieten berg, die kaarsrecht boven het stadje uit torent. De berggeiten logeren vaak bij de Gite St. Julien, die zich aan de voet van de Rocher bevindt. Het is eigenlijk een olijven- en abrikozenboomgaard, waarvan het oude boerencomplex is omgebouwd tot een aantal appartementen. Daar kunnen tot 35 mensen overnachten. Elodie en Xavier Aumage hebben de boomgaarden de laatste jaren uitgebreid en bestieren nu zowel het boerenbedrijf als de gite, waarbij Elodie desgewenst voor het ontbijt en het diner zorgt. Vaak met producten van eigen boerderij. Zeker als het om de olijfolie gaat, want hun olie is een appelation d’origine controlé en daar zijn ze trots op. Er is natuurlijk een klein winkeltje bij waar je de zelfgemaakte olie en ook tapenades kunt kopen.

Helden linksaf

Op de eerste ochtend vertrekt het gezelschap, dat bestaat uit een gemêleerd gezelschap met zowel hardcore enduro’s als lichte en zware allroads. Vanuit de Gite rijden we over gravelpaden tussen de olijfbomen door naar het zuiden. Een leuk opwarmertje met een paar leuke hairpins op de helling naar de Chapelle Saint Trophime de l’Hermitage. Die dateert uit de 14e eeuw. Een beeld van de Saint zelf kijkt statig uit over de vallei. Achter zijn rug rijden we het asfalt op en komen meteen bij een splitsing, waar de mannen van de jongens worden gescheiden. ‘Helden linksaf, asfaltrijders rechtsaf’, zo klinkt het met een grijns, waarop een zeer steile klim met losse keien en geulen volgt. Boven is het uitzicht op de Rocher werkelijk schitterend, al heb ik mijn aandacht in het net geploegde land wel hard nodig voor een veilige koers langs de nieuw geplante olijvenbomen.

Brantes

Een afdaling later zijn we weer verenigd met de soft-enduro’s en slaan we een pad in dat door de bossen loopt. Met af en toe heide en los zand heeft het wat van de Drunense Duinen, behalve dat hier af en toe de top van de Mont Ventoux op de achtergrond te zien is. Het zand is niet diep, zodat iedereen goed meekomt. Op de wat hardere paden gaat het tempo omhoog en geniet ik staand op de voetsteunen van het feit dat ik een echte enduro heb. Met veerwegen van 300 en 335 mm en een gewicht van 112 kg kun je over alle kuilen heenvliegen alsof ze er niet zijn en lekker de bochten uit driften, terwijl de eenpitter heerlijk onder me krijst. Tot het landschap heuvelachtiger wordt en het tempo weer omlaag gaat. We komen dan weer langs een boomgaard, waarvan de vergeelde bladeren in het zonlicht oplichten als een fluo-hesje van een wegwerker in de koplampen. De rotsen worden steeds ruiger, tot we over een asfaltweggetje door een nauwe rotskloof sturen. Dan opent het decor zich en rijden we langs akkers over boerenpaden verder, tot we uitkomen in Brantes. Brantes is een van die dorpjes die zo pittoresk tegen de bergwand liggen, dat het op een ansichtkaart niet zou misstaan. Het dorpje heeft maar 86 inwoners, maar desondanks uiteraard wel een heel goed restaurant. Je bent tenslotte in Frankrijk.

Nyons

Na Brantes splitsen de asfaltsurfers zich weer af van de zandhazen. De allroadrijders gaan naar Nyons, een gezellige, oude stad, een kilometer of 35 van Buis. Het stadje heeft een prachtig plein met arcades. Er is ook een oude fabriek, waar ze scourtines maken. Dat zijn speciale matten die in olijvenpersen worden gebruikt om olijfolie te maken. De matten worden van kokosdraad gevlochten op stokoude machines, die tegenwoordig niet door de arbo-voorwaarden zouden komen. Maar omdat de fabriek als museum te boek staat mag het nog wel. En er schijnt nog steeds vraag naar deze ambachtelijke matten te zijn.

Natuurlijk is olijfolie niet het enige streekproduct dat hier vandaan komt. Ook de Picodon, een speciale geitenkaas, wordt alleen in deze streek gemaakt. En dus gaan de toeristen verder naar een geitenboerderij, die hierin is gespecialiseerd. Hervé en zijn vrouw Hélène hebben 170 geiten, die in ruime stallen staan. Ze hebben zelfs een bezichtigingsroute voor het publiek gemaakt. Door een ruit kun je ook de ruimte bekijken waar de kazen worden gemaakt. Komen mag je er niet, vanwege de hygiëne. Kopen mag wel en ze verpakken ze heel goed voor je in. In plastic, als je ze in motorkoffers wilt meenemen.

Montbrun

Terwijl de soft-enduro’s de toerist uithangen, richten de zandhazen de noppen naar het oosten, waar we via een paar ruige paden in een uitgedroogde rivierbedding terecht komen. Het is nog behoorlijk lastig om daar over alle losse kiezels doorheen te rijden. Via kleine slingerpaden door een bos, met losse takken en soms toch wat modder, vinden we de rivier weer terug en kunnen zowaar ook een keer door het water spetteren. Zo ploeteren we voort tot Montbrun. Een mooi stadje, compleet met een oude ruïne, maar verder is er niet zo heel veel te beleven. Dat is er wel op de terugweg. De gids weet nog een prachtig smal pad, dat af en toe steil tussen rotspartijen omhoog en omlaag loopt. Soms zitten er stukken in waar je als een Dakar-held doorheen kunt blazen, soms heeft het meer van een trial-wedstrijd en gaat het om pure behendigheid om over de keien naar boven of naar beneden te laveren. Daar gaat je enduro-hart sneller van kloppen…

Lavendel

Hoewel het overdag een graad of 25 is, wil de nachtelijke temperatuur in oktober nog wel eens flink kelderen. Het is dan ook maar een graad of 10 als we de volgende ochtend de boomgaard van de gite verlaten en gezamenlijk via Buis de rimboe in rijden. We willen vandaag samen blijven en dat vraagt offers. De eerste offroad-passage begint ruig, een aantal reizigers geeft aan dat het voor hen iets te veel van het goede is. We rijden daarom over asfalt naar de 718 meter hoge Col d’Ey en duiken dan pas de gravelpaden op, over de flanken van een hoge bergkam. Het uitzicht is geweldig, de temperatuur is weer boven de 20 en de paden zijn – ondanks de behoorlijke afgronden – ook goed te doen voor de dikkere allroads. De anderen geven gewoon wat meer gas, dan blijft het ook spannend… Als we na een paar flinke slingers over de bergpas komen staan we even te kijken van het geweldige uitzicht en van de arenden, die met zijn achten boven onze route zweven. Dan dalen we af door de vallei van de Ennuye – de verveling. Ondanks de naam is het er allerminst saai. Zeker niet als we weer in de bewoonde wereld komen, waar het pad tussen de lavendelvelden doorloopt. De meeste velden zijn inmiddels geknipt, dus de paarse pracht missen we.

Saute de la Drôme

Maar de herfst heeft andere pracht voor ons in petto, als we in de stralende zon onder een geelrood bladerdak doorrijden, met een prachtig uitzicht op de bergen. Dan duiken we de vallei dieper in, langs wat stoffige paden en dan zowaar weer door een fraaie rivierdoorwading, compleet met watervalletje. Zeer idyllisch! Tijdens het eten in Saint Jalle, kunnen we er niet over uit hoe mooi het was. De serveerster kan wel lachen om ons enthousiasme en wijst ons op de plaatselijke wijngaard, Domaine du Rieu Frais. We nemen er een kijkje en nippen even beleefd aan de aangeboden biologische Vionier, die helaas niet op de offroad mee kan. Zeker niet omdat we nog behoorlijk veel plannen hebben. We gaan verder richting de bron van de Drôme, die bij La Bâtie-des-Fonds, op de col de Carabès uit de bergen stroomt. Een klein stuk verder, bij de Saute de Dromê, is het stroompje al in een behoorlijke stroom veranderd, die in een woeste waterval omlaag stort en in een prachtig, door ruige bergen omgeven meertje uitmondt. Een plek waar velen ‘s zomers verkoeling zoeken. Da’s nu niet nodig. We rijden over asfalt door naar Die. Dat is een wat toeristisch, maar daarom niet minder leuk stadje. Het heeft leuke winkelstraatjes, een oude stadsmuur, een rare kerk en een paar pittoreske pleintjes. Als het markt is, bruist het er van de folklore. Een leuk stadje om rond te hangen.

Clairette de Die

Vanuit Die rijden we door langs de Drôme naar Saillans. Daar kun je kanovaren of raften. Dat doen we deze keer ook maar eens, met Canoé Drôme. Da’s nog best spannend ook! Je hoeft trouwens alleen maar met de stroom mee te peddelen. Verderop stroomafwaarts vangen ze je weer op en brengen je terug naar Saillans, van waaruit we doorrijden naar een wijngaard die je niet mag missen als je in deze streek bent: de Wijngaard van Jean Claude Raspail en zijn zoon. Hier wordt Clairette de Die gemaakt.  Dat is een licht mousserende witte wijn, die wordt gemaakt van de twee witte druivensoorten, de Muscat en de Clairette. In tegenstelling tot wat je zou verwachten heeft de Muscat hierin het grootste aandeel, ongeveer 85%. Door een gisting op lage temperatuur wordt niet alle suiker omgezet in alcohol, waardoor de Clairette een laag alcoholpercentage heeft en redelijk zoet is. Een gekoelde Clairette is erg lekker bij warm weer. Natuurlijk kunnen er geen flessen op mijn KTM mee, maar die gaat op de terugweg in de bestelbus en dan kom ik hier weer vlak langs. En zo niet, dan verkopen ze de Clairette de Die van de concurrent (Jaillance) ook gewoon bij de Hema…

Mont Ventoux

Nadat Elodie ons die avond opnieuw op een voortreffelijk diner heeft getrakteerd en de wijn uit het naburige Vinsobres ons goed heeft gesmaakt, laten we de volgende ochtend de zon eerst zijn werk doen, voor we de endurolaarzen dichtklemmen en de poort uitrijden. We nemen gezamenlijk weer wat gemakkelijke onverharde wegen en komen uit in Pierelonge, weer zo’n typisch ansichtkaart-dorpje aan de overkant van een fraaie stenen brug. Datzelfde geldt voor Mollans-sur-Ouvèze. Het stadje heeft een kasteel, een leuke klokkentoren en een prachtige, oude wasplaats. Er heerst een gezellige sfeer, maar lang blijven we niet hangen, want we hebben nog boze plannen: het bedwingen van de top van de Mont Ventoux, die we al dagenlang op de achtergrond zien. Dat gaat tot Malaucène nog over een mix van off-road-paden en kleine, mooie asfaltwegen, maar vanaf daar is het een groot, slingerend asfaltlint naar boven. Wel weer een uitdaging op de Dunlop Geomax Enduro noppenbanden, want die zouden op asfalt niet zo heel veel grip moeten hebben. Dat blijkt mee te vallen en we blazen in een aardig tempo omhoog, waar het ook behoorlijk koud wordt met de doorwaai-endurohandschoenen. Maar mooi is het wel. Vooral het bovenste stuk waar de begroeiing op houdt en je vanuit een steenwoestijn uitkijkt over de Drôme. We bezoeken de gedenksteen voor Tommy Simpson, de wielrenner die in de Tour de France van 1967 vlak voor het bereiken van de top van zijn fiets viel en stierf door een combinatie van uitdroging, uitputting en doping. De Tourdirectie wil hier liever niet aan worden herinnerd en besloot vorig jaar om dit trieste jubileum te vermijden, door de Mont Ventoux niet aan te doen.

Op de top

Het uitzicht vanaf de 1.909 meter hoge Mont Ventoux is adembenemend. Je kunt mijlenver kijken over de ietwat verdorde, Provencaalse Drôme en zelfs over het Noordelijke deel. Ik voel me on top of the world. Niet alleen omdat ik dat letterlijk bijna ben, maar omdat ik de afgelopen dagen een leuke mix heb beleefd van toerisme en offroad-rijden. Dat is ook het mooie van deze trip: voor de hard-core offroad liefhebber is het een pure offroad trip, voor de allroad-fans is er een mix van ongebaande paden en asfalt gevonden. En wil je alleen maar over asfalt, dan kan dat ook. In de Drôme kan het allemaal…

Reisinformatie

Waar ligt de Drôme?

Het departement Drôme ligt in het zuidoosten van Frankrijk in de regio Rhône-Alpes. Het dankt zijn naam aan het riviertje de Drôme, dat in de uitlopers van de Haute-Alpes bij Serres ontspringt. Het riviertje is 110 km lang. De Drôme grenst aan de departementen Ardèche, Isère, Hautes-Alpes, Alpes de Haute Provance en de Vaucluse.

Heen/terugreis

De Drôme is te bereiken via de E25 – A31/E21 – A7/E15 (Maastricht – Luxemburg – Dyon-Lyon – Valence). Vanaf Toul (bij Nancy) tot aan Valance betreft het een tolweg.

De reis wordt georganiseerd door EnduroFun Tours i.s.m. met DCT. Info op www.endurofuntours.com en www.ladrometourisme.fr

Brandstof

De benzineprijs in Frankrijk ligt op hetzelfde niveau als hier. In Luxemburg kun je heel goedkoop tanken, voor een liter Euro loodvrij betaal je daar €1,21 (24-11-2017). Daarvoor moet je in de zomermaanden wel lang in de rij staan…

In België is er vlak na Luik (Sprimont) nog een benzinestation, daarna is er ongeveer 120 km geen tankmogelijkheid aan de snelweg.

Geldverkeer

Tegenwoordig heb je in Frankrijk een pincode nodig om met een creditcard te betalen. De gewone bankpas wordt echter ook vaak geaccepteerd. Vreemd genoeg volstaat dan een handtekening op de bon en heb je geen pincode nodig.

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen