zaterdag 27 april 2024

Toertocht België: Voerstreek, groots in klein avontuur

Asfalt, modder, beton, zand, grind, slik, klinkers, blubber, gras, kasseien. Het wegdek in de Voerstreek is net zo gevarieerd als de menukaart met Belgisch bier. Het maakt deze Vlaamse enclave tot één van mijn favoriete gebieden dichtbij. Met garantie op avontuur.

Fotografie: Hans Avontuur

Flashback, flashback, flashback! De eerste keer dat ik in de Voerstreek kwam, was de taalstrijd in volle gang. Het ging er verhit aan toe tussen de Walen en de Vlamingen, want Voeren moest Fourons heten. Of andersom. Uit heel België trokken de heethoofden naar de stille streek om er met elkaar op de vuist te gaan. En erger.

Daar reed ik dus. ’s Avonds laat. Het was donker én ontzettend mistig. Categorie geen hand voor ogen. Zonder navigatie (die bestond nog niet) en plaatsnaamborden (die waren gesloopt), was ik hopeloos verdwaald. Ik moest naar mijn hotelletje in Teuven, maar had geen idee waar ik nou precies was. Aanbellen en vragen klinkt als een logische oplossing, maar in welke taal dan?

Zo grimmig als de sfeer toen was, zo vredig is het er nu. Het landschap is in tientallen jaren nauwelijks veranderd. Eén van de schaarse voordelen van de taalstrijd. Als de Walen in het verleden iets wilden, dan waren de Vlamingen tegen. En als de Vlamingen een plan hadden, vonden de Walen het niks. Dus bleef alles bij het oude met de natuur als winnaar.

Iets buiten ’s Gravenvoeren, één van de zes dorpen en zestien gehuchten van de Voerstreek, pluk ik deze ochtend al vroeg de vruchten van die uitzonderlijke geschiedenis: een holle weg die dwars door de hoge akkers snijdt. Asfalt wordt grind, verandert in zand, begint hard en eindigt zacht. De Moto Guzzi V85 TT kan meteen aan de bak. Lekker toch. Dit is de perfecte habitat voor een adventurebike.

Staand op de pedalen stuur ik hem er dwars doorheen. Het voorwiel zoekt als vanzelf het juiste spoor. Concentreren gaat hier eenvoudig, want uitzicht is er niet. Aan beide kanten van de weg kijk ik tegen een hoge aarden wal aan. Boven me grijpen de takken van loofbomen in elkaar. De laatste bladeren etaleren enthousiast hun kleur.

Ergens halverwege vertelt een bord dat ik niet verder mag. Alleen toegestaan voor landbouwverkeer. In de zomer kan ik me er iets bij voorstellen en zou ik netjes omdraaien. Maar het is winter, in de wijde omtrek geen mens te bekennen, geen wandelaars, geen fietsers, zelfs geen boeren die hun land bewerken. Het is stil en verlaten. Ik negeer het verbod en rijd verder door het droomdecor.

Eenmaal uit de holle weg, stuit ik al snel op een verharde weg. Aan het asfalt en de fietsstroken te zien, ben ik in Nederland beland. Dat blijkt te kloppen. Het zal tijdens deze ontdekkingstocht door de Voerstreek niet de laatste keer zijn dat ik (bijna) ongemerkt de grens passeer. Verhard en onverhard.

Afspanning aan de voet van de Klinkenberg.

Rijden moet je

Misschien had je het al begrepen. Dit is geen rit die per se over de lekkerste stuurwegen gaat. Geen gas erop en knietje aan de grond. Daarvoor is de Voerstreek ook te compact. Het heuvelland blinkt vooral uit in klein en onverwacht. Van de onverharde holle wegen door de velden tot de straten in de bescheiden dorpen.

Na een puntje Nederland – supermooi over Mheer, Reijmerstok en Schilberg – rijd ik plotseling weer op Belgisch grondgebied. De Voerstreek dus, die tot de Vlaamse provincie Limburg hoort, maar als een enclave in Wallonië ligt, met aan de noordkant de Nederlandse grens. Kun je het nog volgen? Doet er ook niet toe. Rijden moet je er. Ongeacht de grenzen die de mens door de eeuwen heen op de landkaart heeft gekrabbeld.

Het gaat omhoog en omlaag. Soms heel geleidelijk, soms steil. Terug in het dal van de Voer stuit ik op een afgesloten weg. Terug dan maar. Improviseren. Zoeken naar een alternatief via het gehucht De Plank, het Nederlandse Slenaken en het Belgische Teuven met één van de leukste stopplaatsen aan de route: Herberg Moeder de Gans. ’s Winters staat het bekend om zijn streekgerechten zoals konijnenbout op Voerense wijze met stroop en zwarte pruimen en gehakt naar oud Teuvens recept met een saus van witbier, witlof, uien en stroop. Je kunt er ook gewoon koffie met appeltaart krijgen.

Toerisme Duitsland: Sauerland, Hollandse Alpen

Een prachtig weggetje voert me weg uit het centrum van Teuven. Het klimt regelrecht het dal uit en het bos in. Met een paar fraaie lussen bereik ik een uitkijkpunt met beneden in het dal het Kasteel van Beusdael. Officieel is dat geen Voerstreek meer, maar zitten we alweer in Wallonië. Prima. Mooi.

Uit pure nieuwsgierigheid rijd ik achter het kasteel om. Een klein weggetje brengt me naar één van de mooiste stukjes uh….. Nederland alweer: het Geuldal. Dit is het Limburgs heuvelland op zijn best met piepkleine gehuchten met vakwerkhuisjes. En nu we er toch zijn, pakken we ook wat kilometers van de Mergellandroute mee. Normaal druk bereden, nu heerlijk rustig. Voor het eerst is het wegdek droog en zonder blad. De rijmodus kan van Rain naar Road en de Guzzi schudt al gauw de modder uit het bandenprofiel.

Even zorgeloos een paar bochten wat scherper aansnijden. Ook fijn.

Schermutselingen

De gehuchten Raren, Wolfhaag en Blieberg leiden me naar het wonderlijk grote plein van het dorp Montzen. Een poging tot elan, uit de tijd dat Montzen het juridische centrum van Limburg was. Ik rijd een rondje langs de fontein die in een wereldstad niet zou misstaan. Deze, zo lees ik, is in 1889 door een notabele Montzenaar gebouwd als dank voor het schone kraanwater dat werd aangeboord na een cholera-epidemie.

Eenmaal buiten het dorp krimpt de wereld tot een smalle weg langs bos, akkers en weilanden. Af en toe zie ik nog een herinnering aan de taalstrijd. In het noorden wordt de Franse naam van een dorp op de borden soms doorgestreept, terwijl dat in het zuiden met de Vlaamse naam gebeurt. Verder staat er nog een enkele verdwaalde leus op de muur, zoals in Remersdaal: Village Wallon.

Het zijn speldenprikjes. De strijd is min of meer gestreden in het voordeel van de Vlaamse meerderheid. Met dank aan politici die milder, ruimdenkender en pragmatischer zijn dan hun voorgangers die het vuurtje het liefst zo hoog mogelijk opstookten. Het blijft nu beperkt tot schermutselingen in de bestuurskamers.

Ik stuur de Guzzi V85 TT over uiteenlopend wegdek. De machine bewijst zich als een onderhoudende reisgenoot. De motor blinkt misschien niet uit in pure kracht, snelheid of bochtentalent, maar heeft er een eigen, verslavende mix van gemaakt. Op deze Guzzi heb je geen woestijn of hooggebergte nodig om het avontuur te voelen.

Bovendien werkt het landschap mee. Onderweg zijn het de kleine dingen die verrassen. Een weelderige forellenvijver, een eeuwenoud kapelletje, een galgenberg. Op kruispunten van wegen en paden staat regelmatig een veldkruis met stichtelijke boodschap.

‘Ach zondaar

Verandert u van leven

Zal ik u de hemel geven’

De route brengt me op een weg die over een heuvelkam voert. Hij ligt op de grens van Vlaanderen en Wallonië. Het uitzicht is naar beide kanten even mooi. Een hoekje Franstalig België doen? Waarom ook niet. Ik rijd door Aubel met zijn sfeervolle centrum en klim vervolgens omhoog via Sint-Jansrade. Vanaf de top kijk ik uit over de vallei van Val Dieu met zijn beroemde abdij (kaas, bier en kristal).

Langs de Steenboskapel, deels gebouwd met stenen van een Romeinse villa.

Recordtempo

Een mooie landelijke route brengt me terug naar het vertrekpunt ’s-Gravenvoeren met aan de voet van de Kinkenberg een historische afspanning: De Swaen. Het ensemble op het pleintje is beschermd dorpsgezicht. Het vermoeden bestaat dat de herberg onderdeel was van Europa’s eerste internationale postroute uit de 15de en 16de eeuw.

Het 1.024 kilometer lange traject verbond het Innsbruck van Maximiliaan van Oostenrijk met het Mechelen van zijn dochter Margaretha. De rit was verdeeld in etappes met aan het begin en eind steeds een afspanning waar van paard en ruiter werd gewisseld. Zodra de koerier deze herberg naderde blies hij op zijn hoorn, zodat zijn opvolger zich kon klaarmaken voor vertrek. Op die manier werden belangrijke brieven en documenten in recordtempo bezorgd.

Clubrit Limburg/Duitsland: door het land van asperges en champignons

Mijn eindpunt is echter Moelingen, het enige dorp van de Voerstreek dat ik nog niet heb afgevinkt. Ik neem een alternatieve route door de velden onder het Nederlandse gehucht Mesch. Oude grenspalen staan als stille monumenten in het land. Met een schrale winterwind die naar kieren in de kleding zoekt, gaat het langs verscholen boerderijen, kleine kapelletjes en kale boomgaarden van hoogstamfruit.

Ik daal af, klim omhoog en volg een veldweg richting de ondergaande zon. Helemaal alleen.

Download hier de route Voerstreek, België

Voerstreek, België

Taalstrijd in de Voerstreek

De ellende begon toen de Belgische overheid in 1963 voor eens en voor altijd een einde wilde maken aan de taalstrijd. Aan de hand van hun taligheid werden dorpen opnieuw ingedeeld. Overwegend Franstalige dorpen werden Waals, overwegend Vlaamstalige dorpen werden Vlaams. Dus verhuisde de Voerstreek van Wallonië naar Belgisch Limburg. Tot ergernis van een deel van de bevolking en politici. Politiek spel leidde uiteindelijk tot een periode van serieus geweld, grotendeels tussen extremisten die niet uit de Voerstreek zelf kwamen. Daarbij werd zelfs geschoten. Pas in de jaren negentig keert de rust terug dankzij allerlei compromissen. En sinds de Vlaamstaligen in 2000 aan de macht zijn, is er nauwelijks nog sprake van openbare strijd. Ondertussen is meer dan 75 procent van de bevolking van huis uit Nederlandstalig.

3 x Afstappen

Afspanning de Swaen

Historische herberg aan een beschermd pleintje in ’s-Gravenvoeren. Soepje eten rond de kachel, omringd door 5 eeuwen geschiedenis. www.afspanningdeswaen.be

Herberg Moeder de Gans

Pleisterplaats in het hart van Teuven. Zeker in de winter waan je je in Dickensachtige sferen. Aanschuiven voor streekgerechten. www.moederdegans.nl

Frituur ’t Brökske

Op mooie dagen de ideale finishplek in Moelingen. Voor de lange rit terug naar huis nog even aansterken met een huisgemaakte frites-saté.

Blijven slapen & zo

Als je dan toch naar het zuiden rijdt, is het lekker om er meteen twee dagen van te maken. Wij bleven slapen bij Hotel De Kommel, op een heuvel met uitzicht over ’s-Gravenvoeren. Eigen parkeerplaats, goed restaurant, lekker streekbier en een uitstekend ontbijt.

Kijk voor meer opties en alle informatie over de regio op www.voerstreek.be

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen