dinsdag 16 september 2025

Toertocht Verdon, Frankrijk: dansen boven de afgrond

Voor wie denkt dat de Verdon alleen een spectaculaire kloof is, hebben we nieuws: fout. De Verdon is een rivier die ontspringt aan de voet van de Col d’Allos en over een lengte van 175 kilometer dwars door de zuidelijke Alpen slingert. Een garantie voor bochtenwerk. Heel veel bochtenwerk!

Een aardverschuiving dreigt een streep te zetten door de geplande entree via de Col d’Allos, een fijne bergpas vanuit Barcelonnette. Zoals zo vaak met de motor geldt: toch maar even om het hekje heen rijden en kijken hoe ver we komen… Ook nu gaat het goed. Of het helemaal legaal en verantwoord is, laten we in het midden.

Eenmaal over de bergpas, terug op vrij toegankelijk asfalt, is het opletten geblazen. Voor je het weet, ben je voorbij de oorsprong van de Verdon. Zodra de weg een bocht richting het dorp La Foux d’Allos maakt, moet je in de remmen en parkeren. Rechts ligt een grote bergkom en het water stroomt er links, rechts, achter en voor naar beneden. Al die beekjes samen vormen het begin van de Verdon, de rivier die zich zo spectaculair door het bergmassief wringt.

Toertocht Verdun, Frankrijk: toeren tussen oorlog en vrede in Noord-Frankrijk

Genoeg gezien. Ik start de motor en rijd rustig door het half uitgestorven dorp. Dat is tijdens het skiseizoen wel anders. De koffie moet nog even wachten tot Colmars, een verrassend leuk dorp dat nog volledig ommuurd is en bewaakt wordt door twee kastelen. Eentje voor en eentje na het dorp.

Na de cafeïne gaat het een klein stukje terug en rechts omhoog over de Col des Champs. Oké, ik had beloofd om de loop van de Verdon te volgen, maar deze omweg kun je niet laten liggen. Het is een beetje een vergeten bergpas. Goed voor veertien haarspeldbochten en een hoogteverschil van bijna 900 meter. Het asfalt is uitdagend en het landschap prachtig met vergezichten, sneeuwvelden en een spel van groene bomen en grijze rotswanden.

Mijn Chinese reisgenoot QJ SRT 800 SX Touring laat de pas lekker onder de wielen door rollen. De motor voelt vertrouwd en stuurt strak door de soms krappe bochten. Vooral als ik op souplesse mik, presteert de machine optimaal. Eenmaal over de top wacht het dal van een andere rivier, de Var. Het is een heerlijke route die eindigt in Entrevaux, een vestingstad met een verrassing.

Ik ben hier niet voor monsieur Vauban, de beroemde vestingarchitect, maar voor het motormuseum in de oude stad. Op drie etages staan meer dan honderd klassiekers, het levenswerk van Michel Lucani die in zijn jonge jaren motoren prepareerde voor Grands Prix-races. Eerst Triumph, daarna Norton Manx. Michel is enkele jaren geleden overleden, maar zijn motoren leven voort. Ze lopen allemaal nog.

Slenteren langs pure nostalgie. Van een Harley-Davidson uit 1917 tot een Nimbus uit 1955 en van een Motoconfort uit 1927 tot een Whizzer uit 1947. Zou een QJ er over honderd jaar ook een plaatsje krijgen?

Ravijnen, bergpas en stuwmeer

Geïnspireerd door zoveel moois, stap ik even later op de motor voor een klim naar de Col de Félines (930 m) en een terugkeer naar de Verdon. Het is een lekker bochtenspel. Van steil tot mooi rond. Het is zo’n onbekend pasje waar je meteen blij van wordt. Van het rijden zelf én van het uitzicht op bergen, ravijnen en kleine dorpen.

De QJ laat zien waar hij goed in is. Rijden. Het ontbreken van moderne extra’s zit hem niet in de weg. Gas geven gaat klassiek via een kabel, de ruit is niet verstelbaar maar biedt prima bescherming, aan cruise control heb je in de bergen weinig en het ontbreken van rijmodi? Daar valt heel goed mee te leven. Tot een paar jaar geleden had geen enkele motor verschillende rijmodi. Alles is terug bij de basis. Puur motorrijden.

Even op en neer naar Peyresq, een dorp dat aan de ondergang is ontsnapt. Ooit was Peyresq welvarend met 250 bewoners, maar in de jaren 50 van de vorige eeuw waren er nog drie over: de burgemeester, zijn vrouw en zijn dochter. De redding kwam van een Belgische bezoeker. Deze trok zich het lot van het dorp aan en is begonnen met renoveren. Geholpen door vrienden, sympathisanten en gelijkgestemden.

Afdalen tot aan de weg die pal langs de Verdon loopt. Soms stroomt het water in een relatief smalle bedding door het dal, dan weer verdeelt de rivier zich in verschillende kleine watertjes die zich over een breedte van tientallen meters uitspreiden. Tot er uiteindelijk een groot azuurblauw stuwmeer opduikt: Lac de Castillon.

Met de hand van het gas rijd ik rustig tot Castellane en zoek er een parkeerplaats op het centrale plein. Enkele grote hotels herinneren aan de tijd dat dit een belangrijke stopplaats was op een handelsroute. Er zijn verschillende cafés en barretjes voor een snelle lunch, maar natuurlijk kun je er ook ruim de tijd voor nemen. Het is tenslotte Frankrijk.

Na een rondje dorp en een boel gesprekken over de QJ – hoe rijdt dat nou, welk merk is het, wat kost zoiets – laat ik de Verdon weer even los voor een kleine omweg. Een mini-pasje voert naar Bouguet en volgt de drooggevallen bedding van de Jabron tot iets voor Comps-sur-Artuby, een bergdorp met een goed motorhotel dat als de toegangspoort van de Gorges du Verdon geldt. Ik neem er de route over de Rive Gauche, de linkeroever. Deze wordt minder drukbezocht dan de Rive Droite.

Toertocht Verdon, Frankrijk
Sturen op de Col des Champs.

Grand Canyon

Hoewel het landschap al meteen groots en imposant is, zijn de eerste kilometers slechts een opwarmronde voor de echte schoonheid: Balcon de la Mescla. Reusachtige rotswanden balanceren steil boven de opengereten aardkorst. Met ergens diep beneden een smal stroompje water. Parkeren, diep ademhalen en over de rand kijken.

Voort. Rijden zoals de route het toelaat. Spelen met het gas. Af en toe gaat het ontspannen over ruim asfalt, dan weer voelt het als sturen op een evenwichtsbalk boven een onpeilbare diepte. Met enkel een laag muurtje tussen de weg en het ravijn, de Grand Canyon van Europa. De vergezichten zijn weergaloos. De kloof opent en sluit zich, draait en keert, klimt en daalt.

Ik stop vaker dan vooraf gepland, probeer grip te krijgen op de Gorges du Verdon. Zonder veel succes. Het landschap is overweldigender dan het verstand aankan. Niet erg. Vanuit het zadel geniet ik van de laatste panorama’s, waarna de kloof me loslaat en de weg afdaalt naar het sfeervolle Aiguines. Even uitblazen met een colaatje.

In het dorp loop ik langs één van de laatste santonniers van de Provence: Baudoin Gassies. De santons, kerstfiguren, hebben een diepgewortelde traditie in de streek. In plaats van oosterse herders en koningen, maken ze in de Provence vooral karakters die regelrecht uit de Zuid-Franse dorpen komen.

‘In de Provence houden we het niet bij een stalletje, maar maken we een heel dorp’, vertelt Baudoin, die zijn beroep als kok verruilde voor dat van santonnier. ‘Inclusief de bakker, postbode, tuinman, jagers, boerinnen, meneer pastoor. Als je ambachtelijk werkt, heeft elk poppetje een eigen karakter. Heel anders dan de massaproductie die je steeds meer ziet.’

Overhangende rotsen

Afdalen tot aan het Lac de Sainte-Croix, een stuwmeer dat veel vakantiegangers trekt. Vanaf het meer varen kajaks en waterfietsen de kloof van de Verdon in. Er wordt ook gesprongen en gedoken. Soms van grote hoogte. Ik tik het mooie dorp Moustiers-Sainte-Marie aan en neem vervolgens de Rive Droite, terug de kloof in. Dat was niet helemaal volgens de geplande route, maar zo ben ik morgen, na een nacht in La Palud, de dagjesmensen voor op de fameuze Route des Crêtes. Al die uitkijkpunten exclusief voor mij alleen. Een mooi vooruitzicht.

Het wordt een heerlijke dag. Na het beroemde traject rijd ik naar Rougon voor een nog mooier uitzicht, stuur ik onder overhangende rotsen door en ga langs Trigance voor de beste honing van de streek. Daarna neem ik nog een laatste keer de Rive Gauche voor spectaculair uitzicht. Deze keer zweven op een uitkijkpunt de vale gieren over mijn hoofd. Ze werden hier in 2005 geherintroduceerd en dat blijkt een succes.

Toertocht Provence-Alpes-Côte d’Azur, Frankrijk: je neus achterna

Via het sfeervolle Aups stuurt de navigatie me naar Bauduen, dat aan een zijarm van het Lac de Sainte-Croix ligt. Fijne koffiestop op de kade. Iets verder beginnen de Basses Gorges, de lage kloven. Hoewel het landschap er minder dramatisch is, mag je het nog altijd een motorparadijs noemen. De wegen slingeren, gaan bergop en bergaf en passeren leuke dorpen.

Langzaam maar zeker komt de finish in zicht. De rivier heeft dan 175 kilometer afgelegd vanaf de oorsprong in La Foux d’Allos tot aan de plek waar hij in de Durance stroomt. De rit over het asfalt is bijna drie keer zo lang. Zeker als je onderweg nog een paar uitstapjes maakt. Ik heb de QJ SRT 800 SX Touring van binnen en buiten leren kennen. Achter het moderne uiterlijk gaat een wat vintage karakter schuil. De motor laat zich minder sturen door techniek en meer door de rijder. Als je daar eenmaal aan gewend bent, is het een feest.

Zo meteen buigt het water naar het zuiden richting Middellandse Zee. Ik twijfel waar ik de motor naartoe zal sturen. De grote lavendelvelden liggen niet ver weg. Of wordt het de Mont Ventoux. Keuzestress voor straks. Eerst nog met een paar mooie bochten afscheid nemen van de Verdon.

Download de route Verdon, Frankrijk


5 x afstappen

Colmars Vestingstadje met nog altijd een rauw randje. Even met de motorlaarzen door het kleine centrum slenteren, een kasteel bezoeken en koffiedrinken.

Entrevaux Nog een vestingstadje. Maar dan eentje met een motormuseum, goed voor ruim honderd klassieke machines.

Castellane Het centrale plein is een trefpunt voor motorrijders. Op de terrassen kun je ervaringen uitwisselen met motards uit heel Europa. Van Scandinaviërs tot avonturiers uit de Balkan.

Rougon De rit naar boven is prachtig, het uitzicht nog beter. Nergens heb je zo’n eersteklas zicht op de plek waar verschillende kloven samenkomen. En je kunt er heerlijke crêpes eten.

Moustiers-Sainte-Anne Prachtig gelegen dorp, alsof het tegen de rotswand is geplakt. Volgens de locals moet je naar het Place Jean Baptiste voor het beste ijs van de streek.


Reisinfo

De reis De bron van de Verdon is vanuit het noorden bereikbaar via Barcelonnette (1.200 km vanaf Utrecht) en de 2.243 meter hoge Col d’Allos. Het dorp nabij de oorsprong van de Verdon, La Foux d’Allos, is ’s zomers geen goede plek om te verblijven. Kies liever voor Colmars of Beauvezer.

Slapen Er zijn tal van opties. Van eenvoudige campings tot comfortabele hotels. En alles daar tussenin. Wij hadden goede ervaringen bij deze drie:

Les Transhumances, Colmars Sympathiek adres op een kilometer lopen van Colmars (rijden vraagt een paar kilometer extra). Yohan en Alizee bieden enkele gîtes en kamers met de mogelijkheid om te blijven eten. Dat laatste is een aanrader! lestranshumances.fr

Hôtel Le Provence, La Palud-sur-Verdon Dit kleinschalige hotel ligt middenin het spectaculaire deel van de Verdon. De kamers zijn gerenoveerd en er is een restaurant met eigentijds menu. Hierop vind je behalve enkele klassiekers ook burgers en curry. hotel-provence-verdon.com

Logis Grand Hotel Bain, Comps-sur-Artuby Grand Hotel Bain dateert van 1773 en diende onder koning Louis XV als afspanning voor de postkoetsen. In het wagenhuis kun je nu je motor kwijt. Eigenaar Arnaud kookt graag met regionale producten. grand-hotel-bain.fr

Adressen

Foto’s: Hans Avontuur

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Vorig artikel

Gerelateerde artikelen