Motorland Aragón kan niet alleen als de thuisrace voor de gebroeders Márquez worden betiteld. Het in het noorden van Spanje gelegen racecomplex ligt op zo’n 120 kilometer ten westen van hun geboorte- en woonplaats Lleida, het circuit is zeker ook één van de favoriete banen van Marc. Misschien zelfs wel het meest favoriete. De achtvoudig wereldkampioen wist er tot deze aflevering zeven GP-overwinningen te boeken. De meest belangrijke mag die van 2024 worden genoemd. Want dat was zijn eerste op Ducati en kan als de wederopstanding van MM93 als absolute topcoureur worden gezien. Als fabrieksrijder van het Italiaanse merk liet de Spanjaard dit jaar zien waartoe hij op deze baan in staat is. Hij domineerde er namelijk van de eerste tot en met de laatste seconde op meer dan indrukwekkende wijze. Vanaf nu kunnen we dan ook spreken van ‘Motorland Marc Márquez & broer’. Want laatstgenoemde werd er twee keer tweede.

Dat de ene Grand Prix de andere niet hoeft te zijn, is bekend. Neem de eerste vijf GP’s van dit seizoen. Daarin heersten Marc Márquez, zijn jongere broer Alex als coureurs en Ducati als motormerk. Daarna vond er door verschillende oorzaken, grotendeels door de invloed van de weersomstandigheden, een kentering plaats. Zo wonnen Johann Zarco en Honda in Le Mans en Marco Bezzecchi en Aprilia op Silverstone. Er waren vervolgens al stemmen te horen die beweerden dat er een einde aan de Ducati-dominantie was gekomen…. En dat met de GP van Aragón als volgende GP op de kalender. Daar ontbraken overigens drie vaste coureurs vanwege blessures op de deelnemerslijst: Ai Ogura (Aprilia), Luca Marini (Honda) en natuurlijk Jorge Martin. Maar de regerend wereldkampioen was al wel fit genoeg om een week eerder de door zijn werkgever georganiseerde ‘Aprilia All Stars Event Day’ op Misano bij te wonen. Hoe het verder gaat met het huwelijk of beter gezegd de waarschijnlijk scheiding tussen Martin en Aprilia moet nog worden afgewacht. Zeker is wel dat het met het herstel van de titelhouder de goede kant op gaat. Maar het ziet er niet naar uit dat we hem tijdens de TT van Assen zijn rentree zullen zien maken. Wel hoopt Martin nog voor de zomerpauze de Aprilia RS-GP tijdens een test aan de tand te kunnen voelen. Terug naar Aragón. En in het bijzonder naar het feit dat de ene Grand Prix dus de andere niet is. Daar kwamen vooral Fabio Quartararo, Johann Zarco en Marco Bezzecchi achter. Maar dan wel in negatieve zin. Eerstgenoemde mocht tijdens de voorgaande drie races van poleposition vertrekken. Maar in Aragón worstelde de Fransman al tijdens de trainingen met de nodige problemen met zijn Yamaha. Uiteindelijk mocht hij pas van een negende startplaats vertrekken. Nog slechter verging het Marco Bezzecchi, want die kwam in Q1 ten val en mocht zo pas als twintigste aan de achtste GP van dit seizoen beginnen. Als twaalfde viel ook Johann Zarco tegen. Nee, dan de kop van het veld. Want hier werd de slagvolgorde hersteld. Oftewel: er was daar weer sprake van de zogenaamde ‘Ducati-dominantie’. En natuurlijk was Marc Márquez er alles aan gelegen om op ‘zijn’ circuit te laten zien wie hier de baas is. Terwijl het helemaal niet nodig was, greep hij er in de slotfase door middel van het rijden van een waanzinnige ronde (met heel veel risico) toch nog weer de pole. Zijn vijfde in 2025. De 1.45,704 die hij wist te realiseren, betekende een absoluut ronderecord voor het fraaie en zeer zeker uitdagende circuit van Aragón. Broer Alex (die zo voor de vierde één-twee-Márquez-startpositie zorgde), Franco Morbidelli en Pecco Bagnaia zorgden er vervolgens voor dat de eerste vier startplaatsen weer eens door Ducati-coureurs werden bezet. Met de plaatsen vijf, zes en acht lieten de KTM-rijders Pedro Acosta, Brad Binder en Maverick Viñales zien dat het Oostenrijkse merk terug van weggeweest was. Want in Engeland had geen enkele KTM-coureur zich voor Q2 weten te kwalificeren.

Ducati-dominantie terug
Gelukkig was het vervolgens zo dat Marc Márquez bij de Sprint een niet al te beste start had. Anders was het waarschijnlijk een vrij eentonig beeld wat de bezetting van de eerste plaats geworden. Nu moest de oppermachtige Spanjaard nog wat werk verzetten. Nadat hij ook zijn broer Alex had weten te verschalken, was de eerste plaats weer van en voor hem. Zo boekte Marc zijn zevende Sprint-zege in 2025 en stond broer Alex ook nu weer netjes als tweede naast hem op het podium. Alleen in Engeland was dat andersom. De ijzersterk rijdende Fermin Aldeguer troefde Franco Morbidelli af in de strijd om de derde plaats. Met vijf rijders bij de eerste zes was de Ducati-dominantie compleet terug. Maar achter in het veld speelde zich ook een Ducati-drama af. Want Pecco Bagnaia had nog steeds niet het juiste gevoel in de voorkant van zijn machine en finishte als kansloze twaalfde zelfs buiten de punten. Het monteren van grotere remschijven voor de warm-up op zondag zou vervolgens wonderen verrichten voor de dit seizoen zo geplaagde tweevoudig MotoGP-wereldkampioen. Hiermee hervond hij namelijk een stuk zelfvertrouwen. In Aragón was dat nog niet genoeg voor de winst in de GP-race. Maar als uiteindelijk derde mocht Bagnaia sinds Jerez, waar hij ook derde werd, eindelijk weer eens met champagne spuiten. En met een achterstand van slechts twee seconden op de winnaar geeft dat vertrouwen voor de toekomst. De winnaar heette, hoe kan het ook anders, Marc Márquez! Het was alweer zijn vierde zege dit seizoen. En wie werd er tweede? Hoe kan het ook anders? Juist, Alex Márquez! Oftewel zijn vierde tweede plaats in 2025. Nu had broer Marc wel een perfecte start en controleerde vervolgens de wedstrijd, die mede daardoor aan de kop van het veld een eentonig beeld te zien gaf. Het was dat Pedro Acosta zich met zijn KTM als vierde tussen de Ducati-coureurs wist te nestelen. Anders was ook nu weer de Ducati-dominantie compleet geweest. Na opnieuw een fraai onderling duel gingen de plaatsen vijf en zes namelijk naar Franco Morbidelli en Fermin Aldeguer. Als zevende scoorde Joan Mir (Honda), die in de Sprint door toedoen van Jack Miller (Yamaha) ten val was gekomen, zijn tot nu toe beste resultaat in dit seizoen. Marco Bezzecchi reed andermaal een knappe inhaalrace. Komende vanaf de twintigste startplaats werd de Italiaanse Aprilia-coureur opnieuw als achtste afgevlagd. Johann Zarco, Brad Binder, Fabio Quartararo en Maverick Viñales gingen allemaal onderuit.

Snel
Door zijn vierde ‘dubbel-zege’ in dit seizoen heeft Marc Márquez, die op eigen grond foutloos acteerde, na acht GP’s zijn voorsprong in het tussenklassement uit weten te bouwen tot 32 punten op de nummer twee, broer Alex. Dat het snel ging in Aragón wordt bewezen door een aantal cijfers. In de Sprint had MM93 7,08 seconden minder nodig dan verleden jaar om als winnaar te worden afgevlagd. In 2024 deed de oudste Márquez in de GP-race 41.47,082 minuten over de 23 ronden. Nu waren dat er 41.11,195. Oftewel bijna 36 seconden minder! Dat is ruim 1,5 seconde per ronde! Verleden jaar bedroeg de achterstand van Pedro Acosta (als derde en beste KTM-rijder) 14,904 seconden op winnaar Marc Márquez. Nu waren dat 7,657 seconden. Als beste Honda-coureur moest Joan Mir nu 14,938 seconden inleveren. Takaaki Nakagami keek verleden jaar als snelste Honda-rijder tegen een achterstand van 41.782 seconden aan. Yamaha (Alex Rins) had in 2024 een achterstand van 39,420 seconden. Nu deed de Spaanse Yamaha-rijder er bijna twintig seconden sneller over (39,420 tegen 16,646). Bij Aprilia bedroeg de achterstand van Aleix Espargaró verleden jaar op de #93-Ducati 40,602 seconden. Voor Marco Bezzecchi was dat dit jaar 16,022 seconden. Met andere woorden: als het op tijden aankomt (en dat is het belangrijkste in de racerij), heeft Ducati de grootste stap gemaakt. En heeft KTM nog altijd de kleinste achterstand op het Italiaanse merk. Ook Honda, Aprilia en Yamaha hebben vooruitgang geboekt/zijn sneller geworden. Maar er moet nog heel veel werk worden verricht om Ducati te achterhalen. En dat geldt met name voor de machine met Marc Márquez in het zadel, beter gezegd zitje.

Nog sneller
Maar dat het op Aragón nog sneller kan gaan, bleek een dag na deze ‘GP van Marc Márquez’. Want op maandag tijdens de MotoGP-test wist Maverick Viñales een rondetijd van 1.45,694 minuut te realiseren. Daarmee zat de KTM-coureur, die maar liefst 86 ronden reed, 0,01 seconde onder de poletijd van Marc Márquez. Ook Marco Bezzecchi (Aprilia), die 85 ronden aflegde, zat met 1.45,700 nog onder de poletijd van de Ducati-coureur. Die was op het moment dat genoemde twee coureurs hun snelste tijd op de klokken brachten echter al met testen gestopt. Als derde was MM93 (48 ronden) in de beginfase van de test al tot een tijd van 1.45,749 gekomen. Net als zijn teamgenoot testte ook Pecco Bagnaia uitgebreid een nieuwe stroomlijn. In navolging van Márquez toonde de Italiaan zich er zeer positief over. Nu maar afwachten of hij tijdens zijn thuisrace (en die van Ducati) op Mugello zijn teamgenoot voor het eerst in dit seizoen in een rechtstreeks duel weet te verslaan. De GP van Italië is namelijk de volgende confrontatie die er op het programma staat.

UITSLAGEN
Sprint
11 ronden = 55,847 km
1.Marc Márquez (E), Ducati, 19.43,026; 2. Alex Márquez (E), Ducati, + 2,080; 3. Fermin Aldeguer (E), Ducati, +4,630; 4. Franco Morbidelli (I), Ducati, +5,944; 5. Pedro Acosta (E), KTM, +6,095; 6. Fabio Di Giannantonio (I), Ducati, +6,379; 7. Maverick Viñales (E), KTM, +7,213; 8. Marco Bezzecchi (I), Aprilia, +8,343; 9. Brad Binder (ZAF), KTM, +9,982.
Racegemiddelde winnaar: 169,9 km/u
Snelste ronde (4e): A. Márquez, 1.46,906 = 170,9 km/u
MotoGP
23 ronden = 116,771 km
1.M. Márquez, 41.11,195; 2. A. Márquez, +1,107; 3. Francesco Bagnaia (I), Ducati, +2,029; 4. Acosta, +7,657; 5. Morbidelli, +10,363; 6. Aldeguer, +11,889; 7. Joan Mir (E), Honda, +14,938; 8. Bezzecchi, +16,022; 9. Di Giannantonio, +18,321; 10. Raul Fernandez (E), Aprilia, +19,190; 11. Alex Rins (E), Yamaha, +19,646; 12. Enea Bastianini (I), KTM, +24,624; 13. Augusto Fernandez (E), Yamaha, +25,986; 14. Jack Miller (AUS), Yamaha, +26,761; 15. Miguel Oliveira (POR), Yamaha, +27,122.
Racegemiddeld winnaar: 170,1 km/u
Snelste ronde (21e): M. Márquez, 1.46,705 = 171,2 km/u

STAND MOTOGP NA 16 VAN 44 RACES
Positie | Naam | Team | Punten |
---|---|---|---|
1 | Marc Márquez (E) | Ducati | 233 |
2 | Alex Márquez (E) | Ducati | 201 |
3 | Francesco Bagnaia (I) | Ducati | 140 |
4 | Franco Morbidelli (I) | Ducati | 115 |
5 | Fabio Di Giannantonio (I) | Ducati | 99 |
6 | Johann Zarco (F) | Honda | 97 |
7 | Marco Bezzecchi (I) | Aprilia | 79 |
8 | Pedro Acosta (E) | KTM | 76 |
9 | Fermin Aldeguer (E) | Ducati | 73 |
10 | Fabio Quartararo (F) | Yamaha | 59 |
11 | Maverick Viñales (E) | KTM | 48 |
12 | Ai Ogura (J) | Aprilia | 43 |
13 | Luca Marini (I) | Honda | 38 |
14 | Brad Binder (ZAF) | KTM | 35 |
15 | Enea Bastianini (I) | KTM | 35 |
