vrijdag 29 maart 2024

TT Circuit Assen: iedere bocht zijn eigen historie

Iedere bocht op het TT Circuit Assen heeft zijn unieke kenmerken en gebeurtenissen. Het zijn er eigenlijk teveel om op te noemen, want het circuit heeft niet voor niets de bijnaam The Cathedral of Speed gekregen. Toch doen wij een poging en nemen het huidige TT Circuit per bocht door.

Een klassiek beeld van het oude TT Circuit Assen (foto boven). Angelo Nieto stuurt tijdens de training in 1971 zijn 125cc-Derbi de Bedeldijk in, een bocht die van 1955 tot en met 1983 onderdeel uitmaakte van het Drentse circuit, dat in die tijd buiten de dagen van de TT nog gewoon openbare weg was. De Bedeldijk volgde na start-finish, de S-bocht en een razendsnelle knik. Let op de grazende koeien, de TT-campings binnen het circuit, de sloten en het publiek kort langs de baan, want dat kon toen allemaal nog! De Bedeldijk is vooral bekend om de inhaalactie van Jack Middelburg in 1980 op Kenny Roberts en Randy Mamola, waarmee hij de leiding pakte in de 500cc-race en deze niet meer zou afstaan. Ook is deze haakse hoek bekend van het ongeluk van Franco Uncini in 1983.

TT Assen 2017: Valentino Rossi’s laatste MotoGP-zege

Het TT Circuit Assen is in haar rijke geschiedenis flink veranderd. Denk aan de lengte van de baan; waar ooit begonnen werd met 28,4 kilometer zitten we nu op een circuitlengte van 4,5 kilometer. Maar één ding is praktisch altijd hetzelfde gebleven: de plek van start-finish. Alleen tijdens de allereerste TT van 1925 werd er in Rolde gestart. Vanaf 1926 wordt er op dezelfde plek – De Haar – gestart, waar ook in 2022 de Grand Prix van Nederland zal beginnen.

Fotografie: Henk Keulemans, 2Snap

START-FINISHLIJN

Een historische plek, omdat vanaf 1926 hier de races zijn begonnen en geëindigd. Het is dus de plek waar Wil Hartog in 1977 niet alleen zijn raketstart had, maar na afloop van de race ook op de schouders kon worden genomen. De finishlijn kan je op verschillende manier bereiken, zoals Bo Bendsneyder hier in 2017 laat zien. Omdat de Nederlander zijn KTM niet vast had op de finish, werd hij gediskwalificeerd. Twee jaar eerder demonstreerde Niklas Ajo hoe een rijder hangend aan de motor wel op correcte wijze de finishlijn kan passeren. Het is ook mogelijk om duwend over de finish te komen. In 1982 hadden Rolf Biland en Kurt Waltisperg zo’n grote voorsprong, dat zij besloten om hun zijspan voor de streep te stoppen en duwend als eerste over de eindstreep te brengen.

START-FINISHLIJN.

HAARBOCHT

De Haarbocht is de laatste bochtnaam die in 1984 werd toegevoegd aan het circuit. De oude Haarbocht, die tot 2006 werd gebruikt, werd nog voorafgegaan door de S-bocht. In die oude Haarbocht gingen Kevin Schwantz en Eddie Lawson in 1992 samen onderuit, terwijl ze streden om de zege. Na afloop werd Schwantz de ambulance in gedragen, terwijl Lawson toekeek. Deze crash zorgde ervoor dat Alex Crivillé kon winnen en de eerste Spaanse 500cc-winnaar werd, want ook toenmalig kampioenschapsleider Mick Doohan raakte eerder dat weekend zwaar geblesseerd bij een crash in de Haarbocht.

Na het inkorten van het circuit in 2006 verdween de S-bocht en werd de Haarbocht de eerste bocht van het huidige circuit.

HAARBOCHT.

MADIJK – OSSEBROEKEN

Madijk is een van de weinige bochten zonder bijzondere historie. Tegenwoordig is het meer een knik, waarin de rijders zich voorbereiden op de volgende bocht: Ossebroeken. In deze lange doordraaier kan een rijder tijd goedmaken of verliezen, aangezien er verschillende rijlijnen genomen kunnen worden. Dat die rijlijnen ook wel eens samenkomen was te zien in 2017 toen Johann Zarco bijna achterop Valentino Rossi reed. Het incident bleef zonder gevolgen, waardoor Rossi een klein half uur later zijn laatste Grand Prix-zege kon pakken.

MADIJK – OSSEBROEKEN.

STRUBBEN

De oude, ronde Strubben was voor toeschouwers een populair punt. Sinds de aanpassing van 2006 is het een krappe haakse bocht geworden. Zowel in de bocht als bij uitkomen is het een punt waar veel gecrasht wordt, zeker wanneer het nat is. Tijdens de TT van 2011 zou Marco Simoncelli voor de laatste keer van pole position vertrekken, voordat hij later dat jaar zijn tragische ongeluk kreeg in Maleisië. Na de start in Assen ging Simoncelli achter Ben Spies en Jorge Lorenzo de Haarbocht in. Bij het aanremmen van de Strubben ging Simoncelli voorbij aan Lorenzo. Toen de Italiaan op het gas ging, trok hij zijn Honda onderuit. Lorenzo kon hem niet ontwijken en crashte ook. Beide rijders zouden weer opstappen, waarbij Lorenzo nog zesde en Simoncelli negende werd. Spies zou de leiding niet meer afstaan en pakte die dag de enige MotoGP-zege uit zijn carrière.

STRUBBEN.

VEENSLANG

De Veenslang is het rechte stuk achter het rennerskwartier. Het is maar een klein recht stuk vergeleken met andere circuits, die soms wel meer dan een kilometer lang zijn. De Veenslang is nu recht, maar tot 2006 zat er ook een dubbele knik in waar Egbert Streuer en Bernard Schnieders in 1981 de controle over hij zijspan verloren en van de baan raakten. Dat er hoge snelheden worden gehaald op de Veenslang liet Jurgen van den Goorbergh in 1999 al zien toen hij met 286 km/u ten val kwam na een probleem met zijn MuZ. De motor was totaal vernield. Van den Goorbergh kwam er goed vanaf en reed niet veel later weer rond op zijn tweede motor. De schrik zat er wel goed in, want de Nederlander zou niet in de buurt komen van zijn pole position, die hij twee weken daarvoor in Catalunya had behaald.

VEENSLANG.

Waarom coureurs altijd zo snel mogelijk weer op de motor willen zitten

RUSKENHOEK

De Ruskenhoek is tegenwoordig een rechts-linkscombinatie tussen de Veenslang en de Stekkenwal. Op het oude TT Circuit Assen was het niet veel meer dan een snelle knik. Ingaan Ruskenhoek is een populair inhaalpunt geworden, al moet de rijder daar wel over de nodige lef beschikken. Ook tussen de twee bochten is het mogelijk om in te halen. De linkerbocht is een lastig punt, want daar gingen grootheden als Jorge Lorenzo (2019) en Valentino Rossi (2021) hard onderuit. De Ruskenhoek is ook de plek waar de #46-fans zich verzamelden bij de Rossi tribune. In 2009 was het groot feest, aangezien Rossi daar toen zijn honderdste Grand Prix kon vieren.

STEKKENWAL

De foto is gemaakt tijdens de openingsronde van de 500cc race in 1985 toen de Stekkenwal nog een haakse hoek was. Christian Sarron (#6) remde zichzelf onderuit en nam de latere wereldkampioen Freddie Spencer (#4) met zich mee. In deze race finishte een 37-jarige Boet van Dulmen (#8) als vierde, nadat ook Eddie Lawson was gecrasht. Dat gebeurde in de Ramshoek. Een jaar later ging Lawson in de Stekkenwal onderuit. Wanneer de Amerikaan naar zijn zin niet goed genoeg wordt gelopen door de marshalls doet hij de legendarische uitspraak: ‘I hate Assen!’ Ook was de Stekkenwal de bocht waar Hans Spaan in 1989 zijn beslissende aanval plaatste op Alex Crivillé, waarmee hij de laatste Nederlandse TT-winnaar van een solorace in Assen werd. Twee jaar later pakte Egbert Streuer met Peter Brown ook de leiding in de Stekkenwal, wat hem zijn tweede thuiszege zou opleveren. Eerder op de dag verloor Wilco Zeelenberg juist in deze bocht een mogelijke TT-zege in de 250cc aan Luca Cadalora en Pierfrancesco Chili. Tegenwoordig is de Stekkenwal veel vloeiender.

STEKKENWAL.

KNIKJE ZONDER NAAM

Kort na de Stekkenwal zit nog een klein knikje richting De Bult, al heeft dit punt geen naam. Het was de plek waar in 1975 het laatste dodelijke ongeval plaatsvond tijdens de TT. Aan het begin van de 250cc-race kwam de Duitser Rolf Thiele ten val en zou later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen overlijden. Fotograaf Henk Keulemans maakt veertig jaar na dat moment deze foto tijdens de Moto3-race, met voorop Miguel Oliveira (#44) en Enea Bastianini (#33) bij ‘het knikje zonder naam’.

KNIKJE ZONDER NAAM.

DE BULT

In deze bocht was lange tijd de verkanting goed zichtbaar waar het TT Circuit Assen zo bekend om stond. Tot ergernis van veel coureurs is deze verkanting er nauwelijks meer. Toch blijft De Bult een spectaculair aanrem- en inhaalpunt. Het is ook een bocht waar rijders gemakkelijk kunnen crashen, zoals Alex Rins in leidende positie van de MotoGP-race in 2019 liet zien. De Bult – met verkanting – was ook het punt waar Freddie Spencer in 1984 uitviel met zijn experimentele Honda-viercilinder, waardoor hij zijn titelkansen definitief in de ijskast kon zetten.

MANDEVEEN – DUIKERSLOOT

Een dubbele combinatie naar rechts waar tegenwoordig de rijders zeer spectaculair doorheen gaan. Tussen deze twee bochten ging Jack Middelburg in 1982 onderuit op het moment dat hij goede kansen had op zijn tweede TT-zege. De foto is gemaakt bij de Strubben tijdens het eerste deel van de race, voordat het begon te regenen en de race werd stilgelegd. Middelburg had op dat moment de beschikking over een fabrieks-Suzuki en reed achter Barry Sheene (#7). Bij de herstart was het weer droog en reed Middelburg aan de leiding, net voor Sheene, toen hij bij uitkomen van Mandeveen ten val kwam. Duikersloot is een bocht met weinig unieke momenten, al gaan ze daar geregeld – zeker in de Moto3 – met drie rijders naast elkaar doorheen.

MANDEVEEN – DUIKERSLOOT.

MEEUWENMEER

Een knik waar het loeihard gaat! Zo snel dat er deze eeuw taluds zijn weggehaald om meer valruimte te creëren. Alexander Barros heeft nare herinneringen aan deze bocht. In 1992 kwam hij tijdens de trainingen ten val, waarbij zijn Cagiva een vrouwelijke marshall raakte en zij haar been verloor. Een jaar later reed de Braziliaan aan kop (#9) voor Suzuki-teamgenoot Kevin Schwantz (34) en Mick Doohan (2). In de slotfase van de race ging het voor Barros opnieuw fout in Meeuwenmeer en crashte hij op hoge snelheid, terwijl hij op weg was naar zijn mogelijke eerste 500cc-overwinning. Meeuwenmeer is ook een bocht waar veel tijd gewonnen kan worden als je de weg goed kent. Vraag dat maar aan WorldSBK-coureur Michael van der Mark.

MEEUWENMEER.

HOGE HEIDE – RAMSHOEK

De Moto2-rijders gaan hier in 2016 via Hoge Heide naar Ramshoek. Net voor Hoge Heide is het punt waar Jorge Lorenzo in 2013 tijdens de natte trainingen op donderdag hard ten val kwam en zijn sleutelbeen brak. Twee dagen later zat de Yamaha-coureur weer op de motor en zorgde voor een legendarische prestatie door vijfde te worden in de MotoGP-race. Na Hoge Heide duiken de rijders Ramshoek in, wat volgens veel rijders de mooiste bocht van TT Circuit Assen is. Crashen in de Ramshoek is crashen op hoge snelheid. Tegenwoordig komen de rijders tot stilstand in de grote grindbak, maar in het verleden lag er bij uitkomen van de Ramshoek nog een sloot, waarin Steve Webster en Tony Hewitt tijdens de zijspanrace van 1985 tot stilstand kwamen.

HOGE HEIDE – RAMSHOEK.

GEERT TIMMER-BOCHT

Het meest bekende punt van het TT Circuit Assen. De entourage en het overzicht op de bijhorende tribune zijn geweldig. Deze chicane ligt er sinds 1976, daarvoor lag daar de Kniebocht, waarin Paul Lodewijkx in 1968 Hans George Anscheidt passeerde in de 50cc-race en zijn TT-zege scoorde. De Geert Timmer-bocht kent ontelbaar veel historische momenten. In het MotoGP-tijdperk waren de duels tussen Valentino Rossi en Marc Marquez (2015), en Nicky Hayden en Colin Edwards (2006) zeer bekend. Ook het moment in 1988 toen Sito Pons en Dominique Sarron streden voor de winst, totdat ze gezamenlijk in de laatste ronde onderuit gingen bij de Geert Timmer-bocht is bij velen bekend. Derde coureur Juan Garriga – die ver achter het tweetal reed – profiteerde en won de race.

GEERT TIMMER-BOCHT.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen