Gedwee luisteren de pk’s
van de Honda SevenFifty naar mijn bevelen. De carburateurs happen op dit vroege
uur van de dag des Heren een zacht briesje naar binnen, dat over de Zeelandbrug
naderbij komt.
Yop Segers
Dit kaarsrechte asfaltlint over de
Oosterschelde werd in december 1965 door koningin Juliana officieel in gebruik
genomen. Met een lengte van ruim 5 km boogde het op dat moment op de titel
‘langste brug van Europa’. Het verkeer moest tol betalen: in het begin één
gulden voor motorfietsen en één daalder (of anderhalve gulden, voor de jonkies)
voor personenauto’s. Samen met de Haringvlietbrug en ...
Gedwee luisteren de pk’s
van de Honda SevenFifty naar mijn bevelen. De carburateurs happen op dit vroege
uur van de dag des Heren een zacht briesje naar binnen, dat over de Zeelandbrug
naderbij komt.
Yop Segers
Dit kaarsrechte asfaltlint over de
Oosterschelde werd in december 1965 door koningin Juliana officieel in gebruik
genomen. Met een lengte van ruim 5 km boogde het op dat moment op de titel
‘langste brug van Europa’. Het verkeer moest tol betalen: in het begin één
gulden voor motorfietsen en één daalder (of anderhalve gulden, voor de jonkies)
voor personenauto’s. Samen met de Haringvlietbrug en Gre-
velingendam zorgde de Zeelandbrug ervoor dat de Zeeuwse eilanden dichter bij de
randstad kwamen te liggen. Voor de ANWB het startsein om de bewegwijzerde
toerritten uit te breiden met een exemplaar in Walcheren en de Bevelanden.
Vanaf 1966 kan de Nederlander lijzig tuffen op de Midden-Zeelandroute.
Buys Ballot
Veertig jaar
later zijn de tolgaarders op de Zeelandbrug verdwenen en kan ik Noord-Beveland
bereiken zonder mijn beurs te plunderen. Vervolgens brengt de in 1960
gereedgekomen Zandkreekdam, het eerste project van de Deltawerken, mij rap naar
Zuid-Beveland. Daar ligt de start-en-finish van mijn pelgrimage over de
Midden-Zeelandroute. Het dorpje Kloetinge, ten oosten van Goes, geboorteplaats
van Christophorus Buys Ballot. Wie? Die kent gij toch nog wel van de natuurkundeles...?
Hij was de
meteoroloog die het effect van de draaiing van de aarde op de windrichting
vastlegde in een wet. Die wet van Buys Ballot zegt dat, als je op het
noordelijk halfrond de wind in de rug hebt, het lagedrukgebied zich aan je
linkerkant bevindt en het hogedrukgebied aan je rechterkant. En niets waar de
Nederlander vaker over moppert dan het weer. Ook wij motorrijders doen daar
volop aan mee, want motorrijden is per slot van rekening een buitensport.
Beschouw een bezoek aan Kloetinge dan ook maar als een hommage aan de man die
in 1857 de eerste stoot gaf tot een betrouwbare weersvoorspelling.
Ik parkeer mijn
Japans vernuft op het Geertesplein, waar de kloeke toren van de gelijknamige
kerk parmantig naar de hemel wijst. Het geboortehuis van Buys Ballot staat hier
op een hoek, recht tegenover het godshuis. Zijn vader was hier immers
predikant. Nadat ik mijn dakpan heb afgezet, steek ik een natte vinger in de
lucht. Aha, de wind komt uit het noorden dus moet het hogedrukgebied zich ergens
tussen oost en zuidoosten ophouden. Met het weer zit het vandaag wel snor,
zodat een bankje wordt gezocht om in alle rust wat rantsoen uit het
boterhamtrommeltje – oubollig ding, maar oh zo handig – op te peuzelen en
tegelijkertijd het beschermde dorpsgezicht van Kloetinge te beloeren. Het
kerkplein met dorpsvijver, vroeger drenkplaats voor het vee, wordt omzoomd door
prachtige linden en historische panden. Het moet hier, weg van de roezige
rimram van de randstad, zalig wonen zijn. De Zeeuwse aboriginals noemen deze
schoonheid overigens ‘Kloeteke’ of ‘Klusdurp’. Je moet ook weten dat na 1900
vele gegoede burgers uit Goes zich in Kloetinge vestigden omdat de belastingen
er aanzienlijk lager waren. Daaraan heeft het dorp de goudgerande bijnaam van
het Wassenaar van Zeeland verdiend.
Poldermozaïek
Nadat de dakpan
weer op mijn hoofd zit, escorteren de routeborden mij naar het zuiden, langs de
in 1912 gebouwde watertoren. Een open ijzeren draagconstructie met daarop een
eveneens stalen reservoir. Op de begane grond is tegenwoordig, je raadt het al,
een makelaarskantoor gevestigd. Dus ik vermoed dat de commissionair in
onroerend goed zelf de trotse bewoner is van het penthouse bovenin. Het
uitzicht moet er fantastisch zijn. Maar ik betwijfel of het daar hoog in wolken
rustig woont bij windkracht 9 of méér.
Misschien is ‘t
daarom beter het ondermaanse trouw te blijven, want mijn Honda swingt over
zwierige slaperdijken naar schilderachtige dorpjes. In ‘s-Heer Abtskerke leunt
het stoere torentje van de hervormde kerk een beetje voorover. Terwijl het
kerkplein van Nisse piekfijn uitgedost is met antieke dorpspomp, muziektent en
eendenvijver. Een apart geval vormt ‘s-Heerenhoek. Dit dorp dat op een ‘hoekje’
grond bij een T-kruising van twee dijken ontstond, werd het katholieke centrum
van de streek. Een roomse enclave midden in het protestantse Zeeland. En -
zoals meneer Cruijff eeuwig declameert - elk nadeel heeft zijn voordeel.
Terwijl de buurdorpen geen horeca kennen, mocht men in ‘s-Heerenhoek wel cafés
beginnen, zodat dit buurtschap tot het regionale uitgaanscentrum uitgroeide.
Naar verluidt wordt er ook flink carnaval gevierd.
De Zak van
Zuid-Beveland, zoals deze streek heet, is het best te omschrijven als een
mozaïek van kleine polders. Overal slingeren slaperdijken door het oude
cultuurlandschap die herinneren hoe de Zeeuwen vanaf de 11de eeuw stap voor
stap land op de zee wonnen. Eerst waren het nog bedijkte eilandjes, door geulen
van elkaar gescheiden. Later werden deze waterlopen gedicht, zodat de
afzonderlijke eilandjes geleidelijk een aaneengesloten landmassa gingen vormen.
De landinwaarts gelegen slaperdijken, die ooit de zee keerden, liggen nu
werkloos in de wijdheid te pronken. Ze hebben geen waterkerende betekenis meer,
maar zijn, gelukkig voor ons, voorzien van prima asfalt. De Zak van
Zuid-Beveland is daarom een Hof van Eden voor motorrijders, die graag op
bochtig parcours rondzwerven.
En soms wordt men
op een toegift getrakteerd. ‘Wie Zeeland zegt, zegt piepers en uien,’ zo ging
het gezegde vroeger. ‘Power to the pieper’ geldt hier echter niet meer. De
streek staat tegenwoordig in het teken van de fruitteelt. Appels, peren,
kersen, pruimen, frambozen, noem maar op. Wie hier in het voorjaar komt, rijdt
door een haag van witte en roze bloesempracht.
Borsselse Bol
In ‘s-Heerenberg
zeggen we de bewegwijzerde route vaarwel, om Borssele en de Sloehaven met een
bezoek te vereren. Het contrast met het intieme landschap van daarnet is groot.
Met de Sint-Felixvloed in 1530 verdween het eiland Borssele in de golven. Het
bleef lange tijd onder water en pas in 1616 was de herbedijking van het
verdronken land voltooid. De nieuwe polder werd naar de heersende mode uit die
tijd ingericht volgens een strak geometrisch patroon bestaande uit gelijke
vierkanten en rechte wegen. Zo ontstond een ruim en open polderlandschap met
grote kavels.
Die zelfde hang
naar geometrie zien we terug in de plattegrond van het dorp Borssele.
Hoofdmotief van dit in 1616 ontworpen stratenplan vormt een assenkruis van vier
wegen die in een rechthoekig dorpsplein samenkomen. Precies op het snijpunt
bevindt zich een neoclassicistisch zaalkerkje. De diepere betekenis van deze
opzet zal duidelijk zijn: de mens zet de natuur naar zijn hand en vertrouwt op
God.
Van daar is het –
zowel letterlijk als figuurlijk – maar een kleine stap naar de kerncentrale van
Borssele, of zoals de Zeeuwen zeggen: de Borsselse Bol. Drieëndertig jaar al
doet de nucleaire elektriciteitsfabriek zacht zoemend zijn werk. In Nederland
enig in zijn soort, want sinds de sluiting van de kerncentrale Dodewaard wordt
alleen nog in Borssele kernsplijting toegepast voor elektriciteitsproductie.
Een lichte huiver zal menigeen bekruipen. Radioactieve straling, de splijting
van atoomkernen in het reactorvat diep in de bol van de centrale, dat
tienduizenden jaren gevaarlijk blijft. Dat klinkt allemaal niet pluis. Om
mensen op andere gedachten te brengen, werd enkele jaren geleden naast de
centrale een bezoekerscentrum ingericht. Vroeger was dit tijdens de
zomermaanden doorlopend geopend, maar nu alleen op afspraak. Bij een bezoek mag
je ook een kijkje nemen in de bol zelf. Daar gaat in verband met de strenge
veiligheidsvoorschriften wel een zorgvuldige aanmeldingsprocedure aan vooraf.
En wees gewaarschuwd, in een periode met terrorisme-alarm ontvangt men helemaal
geen bezoekers.
Fort Rammekens
Pal naast de
kerncentrale ligt ook een conventionele eenheid, waar elektriciteit wordt
opgewekt door verbranding van steenkool, en aan de andere kant van de dijk
tussen Borssele en de Sloehaven staan op een landtong twintig windmolens
energie bij elkaar te draaien. Zoef-zoef-zoef. Op het uiteinde van deze
oostelijke havenmond zet ik de Honda even op de jiffy. Deze locatie zonder
franje biedt een wonderlijk cocktail van vergezichten. Een prachtig panorama
over het zilte nat van de Westerschelde, waarop zeeschepen af en aan varen,
gaat hand in hand met een uitzicht op het industriegebied Vlissingen-Oost aan
de Sloehaven. Tot mijn verbazing zijn hier dagjesmensen met campingstoel en
parasol neergestreken, die onder het roet van een grote aluminiumfabriek en een
olieraffinaderij genieten van de zondagsrust. Rare vogels zijn wij Hollanders
toch.
Ten westen van de in 1964 geopende Sloehaven
pik ik de Midden-Zeelandroute weer op bij het Fort Rammekens. Dit 16e eeuwse
bastion aan de oever van de Westerschelde werd gebouwd om de havens van
Antwerpen en Middelburg te controleren en speelde een belangrijke rol als
ankerplaats voor schepen van de VOC. Napoleon liet het fort nog moderniseren en
versterken, maar tegenwoordig is het gedeeltelijk vervallen. Desondanks loont
een rondgang door de bomvrije kazematten en kruitmagazijnen de moeite. Het
omringende terrein is herschapen in een natuurgebied met beken en bossen. Een
geluk bij een ongeluk, want dit broekland vormt het resultaat van de inundatie
van Walcheren door de geallieerden in oktober 1944. Dat offer werd gebracht om
het eiland te bevrijden van de Duitse bezetter. De dijken werden gebombardeerd,
zodat het overstroomde land een gecoördineerde verdediging onmogelijk maakte.
Pas anderhalf jaar later kon het dijkgat bij Rammekens gedicht worden.
Uitwaaien
Ook Vlissingen,
de volgende halte op de route, heeft de Tweede Wereldoorlog niet ongeschonden
doorstaan. Zware bombardementen zorgden ervoor dat vrijwel de gehele binnenstad
verloren ging. Maar de wederopbouw heeft hier wonderen verricht. Behalve haven-
en industriestad, is Vlissingen nu ook een levendige badplaats, waar
motorrijders graag ‘afmeren en dokken’ voor een natje en een droogje op de
strandboulevards. Wie daarvoor voelt, kan natuurlijk een duik wagen in de
Westerschelde. Ik ben echter mijn zwembroekie vergeten en cruise meteen verder.
De koers is noordnoordwest. In het brinkdorp Koudekerke besluit ik de stad
Middelburg te laten voor wat het is, en glip binnendoor naar Grijpskerke. Van
daar gaat de rit dan over de Midden-Zeelandroute via Gapinge naar het oude
vestingstadje Veere. Ooit was dit ook een visserplaats maar door de aanleg van
de Veersegatdam, dat van het Veerse Meer een brak binnenwater maakte, zijn de
vissers vanaf 1961 naar elders vertrokken. Het watertoerisme regeert er nu.
De Honda smult
het asfalt op de oude zeedijk naar Vrouwenpolder vrolijk weg. Aan bakboord een
natuurreservaat met kreken en aanplantingen van Staatsbosbeheer, aan stuurboord
het Veerse Meer. Walcheren wordt dan vaarwel gewuifd, terwijl Noord-Beveland
mij op de Veersegatdam verwelkomt met een ferme bries, die over de Noordzee de
wolkenluchten schoon veegt. Een fantastische uitwaaibestemming vormt natuurlijk
de Stormvloedkering, die sinds 1986 de Oosterschelde moet beschermen als de zee
oproer kraait. Dus zwalk ik, scheef hangend in de wind, over de doorlaatsluizen
naar het voormalig werkeiland Neeltje Jans. Nu maakt zich hier het pretpark
Waterland breed, dat zo’n beetje alles wat met water van doen heeft didactisch
verantwoord aan de bezoeker presenteert. Je kunt er ook een rondvaart maken.
Romeinse Tempel
Weer terug op
Noord-Beveland draai ik de N255 op. De routeborden leiden mij naar Wissenkerke
– een ‘nieuwdorp’ dat in 1652 werd gesticht nadat het oude Wissenkerke door de
zee was verzwolgen – om dan over kneuterdijken naar Colijnsplaat te koersen.
Daar is in kader van de Deltawerken een nieuwe Rijksvissershaven aangelegd, om
de ontheemde vissersvloten van Veere en Arnemuiden te herbergen.
Colijnsplaat is
echter om nog een andere reden bekend. Daarvoor moeten we tweeduizend jaar
teruggaan, toen voor de kust van Colijnsplaat het Romeinse handelscentrum
Ganuenta lag, het antieke Europoort, vanwaar schepen goederen vervoerden naar
Brittannië. Bij behouden vaart schonken de handelaren wijgeschenken aan de
tempel van Nehalennia, al in Keltische tijden de schutsgodin van de schippers.
Ganuenta is lang geleden onder de golven verdwenen, maar in 1970 werden resten
van haar heiligdom door vissers naar boven gehaald. Colijnsplaat was zo vereerd
met zijn rijke historie dat net buiten het dorp een replica op ware grootte van
de Nehalenniatempel, inclusief zuilengalerij, is gebouwd.
Het kunstenaarsdorpje Kats, op de oostpunt van Noord-Beveland, staat daarentegen meer in het teken van de moderne tijd. Voor de constructie van de Zeelandbrug werd een potige werkhaven aangelegd, later ook gebruikt voor de bouw van een stormvloedkering. Een deel van deze haven doet nu dienst als jachthaven. Drie zuchten later brengt de Zandkreekdam me voor de tweede keer naar Zuid-Beveland. Een blik op het horloge leert me dan dat ik bijna huiswaarts moet keren, want de baas wil maandagmorgen over een uitgeruste werknemer beschikken. Dus consumeer ik de laatste kilometers op de Midden-Zeelandroute in hoog toerental. Via Wilhelminadorp en langs het Goese Meer naar het lieflijke Kattendijke. Daar neem ik een afkorting over het gehucht Monnikendijk en bereik juist voor het schemeren de finish in Kloetinge. Na een hartige cholesterolinjectie bij cafetaria D’n Hoek gas ik met gezwinde spoed over de A58 oostwaarts naar mijn thuisbasis. Daar wacht op mij in het stamcafé, de beste kroeg van Nederland, een flinke pint van het op Zuid-Beveland gebrouwen speciaalbiertje Zeezuiper. Is er iets mooiers denkbaar als slot van deze toerrit door Midden-Zeeland?
[sgpx gpx="/wp-content/uploads/gpx/TRK-Midden-Zeeland.GPX"]
Doorgaan met lezen?
Om verder te lezen heb je een abonnement nodig. Heb je die al? Dan kun je
hier inloggen.
Wil je graag toegang? Kies dan één van onze abonnementen, dat kan al vanaf €2,99 per maand.
Toegang tot MotorNL Digitaal en maandelijks Promotor edities op je deurmat
Het beste magazine voor toerrijders valt iedere maand weer bij je in de bus. Motortests, leuke routes om zelf te rijden, producten en meer. Inclusief digitale toegang op Motor.nl (Premium artikelen) en bladerbare (en downloadbare) PDF magazines.
Toegang tot MotorNL Digitaal en tweewekelijks MOTO73 op jouw deurmat
Iedere twee weken krijg je de laatste motortests, achtergrondverhalen, columns en sportnieuws direct op je deurmat. Maar daar houdt het niet op! Inclusief digitale toegang op Motor.nl (Premium artikelen) en bladerbare (en downloadbare) PDF magazines.
Rijdt al heel lang motor. Is niet zo geïnteresseerd in de motor zelf, maar wel in wat-ie kan. Sterke voorkeur voor allroads, maar hypernakeds zijn ook niet te versmaden. En natuurlijk classics vanwege de techniek én de aaibaarheid. Rijdt zo'n 40.000 km per jaar. Heeft drie motoren, waarvan één woon-werk. Bezit zelf geen auto.