vrijdag 3 mei 2024

Toertocht Cap de Creus, Spanje: volg de sporen van Dalí en Picasso

Van Cap de Creus, waar op een bergachtig schiereiland de uitlopers van de Pyreneeën spectaculair in de Middellandse Zee verdwijnen, naar hun met sneeuw bedekte pieken – een bochtige tocht van contrasten door een landschap dat Dalí en Picasso hebben geïnspireerd en geïntrigeerd.

De weg is het doel. En voorpret is de mooiste vreugde. Gezegden met baarden zo lang als die van ZZ Top. Maar laten we ter voorbereiding beginnen met een Spaanse tongbreker, met ‘Pepe Pecas pica papas con un pico. Con un pico pica papas Pepe Pecas’ – Pepe Pecas hakt aardappelen met een pikhouweel. Met een pikhouweel hakt Pepe Pecas aardappelen.

Toerisme Frankrijk: 27 Spectaculaire kloven in Zuid-Frankrijk

We zitten op het terras van Bistrot Dorade in Cerbère, net voor de Frans-Spaanse grens, en wachten bij de voorlopig laatste café au lait op de verkwikkende vitamineshot. Achter ons al de D914, een bochtige route met uitzicht op de Middellandse Zee, voor ons een motortocht vanaf het winderige Cap de Creus, de meest noordoostelijke punt van het Iberisch Schiereiland, langs de Pyreneeën naar de hoogste berg, de Pico Aneto. Maar haastige spoed is zelden goed, nu eerst wat te knabbelen, totdat het zou kunnen heten ‘Depuis que nous avons le bordel’ of ook ‘Ya que tenemos el lío’ – daar komt de salade aan. Ja ja, altijd die vreemde talen, soms zelfs meteen twee, zo niet drie tegelijk. Easy-peasy dan in ieder geval, om langs de verlaten, met graffiti bedekte grensgebouwen van de Porte de France van het ene EU-land naar het andere te glijden. Wat dat betreft, en dit terzijde en een onderwerp op zich, volgens separatistisch gestemde tijdgenoten kom je strikt genomen hier niet Spanje binnen, maar Catalonië – een van de 17 autonome gemeenschappen van het land met een eigen taal (català), die veel meer is dan slechts een dialect van het Spaans (castellano); en bijna alomtegenwoordig wappert ook de Catalaanse vlag met negen smalle rood-gele strepen, vaak aangevuld met een witte ster in een blauwe driehoek.

Excentrieke meester

De D914 wordt nu de N-260, wat eigenlijk niet uitmaakt en het eigenaardige plezier nauwelijks schaadt. Van Carpe Curvem ten slotte via Llançà en El Port de la Selva naar Carpe Diem, onze treffend genoemde accommodatie in Cadaqués, de mooiste plek aan de hele Costa Brava. De metamorfose van een vissersnest naar een kunstenaarsdorp, met witte huisjes als uit de suikerklontjesfabriek aan een schilderachtige baai zonder betonnen kolossen. Geen wonder dat Salvador Dalí al verliefd werd op deze fijne plek, waar hij met zijn vrouw en muze Gala in het nabijgelegen Portlligat een labyrintisch toevluchtsoord heeft gecreëerd van voormalige vissershutten, nu het Casa-Museu Salvador Dalí. Daarnaast in het achterland een avontuurlijke speeltuin van de natuur, reikend tot aan de bizarre kliffen van Cap de Creus, door de excentrieke meester van het surrealisme geëerd als een ‘groots geologisch delirium’ en inspiratie voor diverse van zijn waanzinnige werken. Nou ja, zelfs als minder fantasierijk persoon waan je je daar al snel in een andere wereld, als er plotseling een kameel bijna voor je motor loopt. Oké, hij loopt nog niet, hij ligt daar alleen, te midden van een ruige, groengele tapijt van brem en mastiekstruiken, helemaal stil en verstijfd als steen. Voor Sabine met de Africa Twin een voorproefje van haar geplande reis naar Marokko?

Leeg bord

Over smaak gesproken: ’s avonds is er sensationele sushi te krijgen in het Japanse restaurant van Carpe Diem, met panoramisch uitzicht op de baai van Cadaqués, ’s ochtends verfrissende drankjes van de Blau Bar, direct aan het kleine stadsstrand Platja Port d’Alguer. Een paradijselijke plek om wortel te schieten, in de schaduw van een knoestige ‘Broccoliboom’ onder een vlekkeloos blauwe hemel. Dan valt het bezoek aan het Dalí-museum in Portlligat al snel in het water. In plaats daarvan brengen we de olie op temperatuur, zowel de zonne- als de motorolie, eerst met een extra ronde over het schiereiland naar de vuurtoren van Cap de Creus, waar twee locaties uitnodigen tot een lunch, dan op de GI-614 die uitnodigt tot stevig gas geven naar Roses. Tja, wat valt daarover te zeggen? Hoogbouw, hoogbouw, hoogbouw, zelfs een 15 kilometer lang zandstrand kan daar weinig aan veranderen. En wat voor een figuur slaat – excuses voor het woordspeling – Figueres?

We slenteren door de drukke industrie- en handelsstad tot zo dicht mogelijk bij het in het navigatiesysteem ingevoerde adres Plaça Gala i Salvador Dalí 5. Maar ach, al 18 uur, dan is het museum met de dieprode muren en de reuzeneieren op het dak van een voormalig theater natuurlijk al gesloten. Jammer, maar ook op de een of andere manier passend bij Dalí’s schilderij ‘Persistence of Memory’ met de smeltende klokken voor Cap de Creus, toch? Precies op tijd echter, net om de hoek van het Teatre-Museu Dalí, het korte bezoek aan het Cafe Dalícatessen, waar het snorrende, onvergetelijke genie stoïcijns poseert voor selfies, zij het alleen als levensgrote metgezel van papier-maché. En nu snel verder, tot we bij Karting de Roses met zijn tot 95 km/u snelle karts weer de GI-614 richting Cadaqués inslaan. En vanaf daar geen kartbaan meer missen, zeker niet omdat de baan inmiddels zo leeg is als later het bord met de Uramaki.

Het feest begint

Adios Carpe Diem, van het zilveren glinsteren van de zee, licht gekruld door de Tramontana-winden, nu op weg naar Carpe Montem, naar de Phalanx van de Pyreneeëntoppen, nu begin mei nog bedekt met sneeuw, alsof het witte kettingspray is. Het feest begint echt bij Banyoles op de GI-524 via Santa Pau naar Olot: 30 kilometer tapdansen op bochtig parket. Onderweg prikken cipressen in Mieres – 300 inwoners – de hemel in zoals in Toscane, boven de parochiekerk en het restaurant Garrotxa, terwijl je je daarna in het natuurpark van de vulkanen rond de uitgedoofde Croscat misschien in de Auvergne waant.

Voorbij Olot de keuze: links verder op de N-206a naar Coll de Canes – of rechts op de GI-521 naar Coll de Santigosa? Maakt niet uit, het ziet er allebei heerlijk uit op de kaart, en hoe dan ook kom je in Ripoll. En daar naar het beste, naar de Plaça de l’Ajuntament. Waar kunstliefhebbers het westportaal van de voormalige benedictijnenabdij Santa Maria, de zogenaamde ‘Bijbel van steen’, kunnen bewonderen en meer profane naturen er tegenover in het straatcafé Alesia op Plaça del Mercadal en Plaça Major goddelijke salade met geitenkaas kunnen proeven; waarop hongerige duiven afstormen.

Toerisme Noord-Macedonië: in de ban van de Balkan

Onze eetlust voor bochtig asfalt is nog lang niet gestild. Er is genoeg van Ripoli via Coll de Merolla en Guardiola de Berguedà en op de B-400 langs de bergkam van de Serra del Cadi naar het eindpunt La Seul d’Urgell. En, anders dan in het Sauerland of de Eifel, dreigt hier dankzij de dunbevolkte streek nauwelijks permanente Curvus Interruptus. Wie toch eens van het gas wil gaan en eerbiedig wil stilstaan bij al het prachtige natuurschoon: uitstapjes naar de afgelegen kloosters Montgrony en Gresolet maken de symbiose van Ora et Motora mogelijk. Af en toe zendt een stoomtrein in La Pobla de Lillet ook signalen naar de hemel. Geen enkele weg leidt echter voorbij Gósol.

In 1906 bracht Pablo Picasso, met een ezel en vergezeld van zijn geliefde Fernande, een zomer door in dit kleine Pyreneeëndorp, schilderde en schetste huizen en bewoners. Het lokale museum toont reproducties van Picasso’s werken en gebruiksvoorwerpen uit het leven van die tijd. Maar ach, alweer 19 uur, en dus kunnen we voorlopig alleen de kunsten bewonderen van de laagstaande zon, die vluchtige beelden van licht en schaduw van ons en de motoren schildert op het rotsachtige ‘doek’ bij Coll de Josa. Wat het voordeel heeft dat, na een nacht in het stijlvolle Hotel Andria in La Seu d’Urgell, we meteen weer naar Gósol moeten en daarbij ook weer over de gloednieuwe geasfalteerde C-462 over de Coll de la Trava moeten gloeien. En nog een tip voor Gósol: terwijl de pittige Patatas bravas van Bar La Plaça een echt alternatief zijn voor een lokale Kapsalon, barst de porseleinafdeling daar van de eigentijdse striptekeningen. En zelfs als alle goede dingen drie zijn, todas las cosas buenas vienen en tres: In plaats van over de Coll de la Trava gaan we verder via Sorribes de la Vansa en via een smal gravelpad door de golvende heuvels, tot we uiteindelijk in Adrall de N-260 naar Sort nemen. Oh, wat is dat mooi. De lente zo warm, de fauna helder lichtgroen en geel, en dan het gevoel van vrijheid, hier in de Pyreneeën veel verder weg van de ‘beschaving’ dan in de Alpen.

Catalaanse separatisten

In Sort weer de vraag: rechts of links In een grote boog over de Port de la Bonaigua, met 2.072 meter de hoogste pas in de Pyreneeën, of onderlangs door de Vall de Noguera en langs de Flamisells naar El Pont de Suert? Voor bekende koukleumen is de beslissing duidelijk. En dus betreurt Sabine alleen dat ze haar klimoutfit niet bij zich heeft, wanneer we voor een tunnel van de N-260 afslaan en in plaats van eronder nu naast steil oprijzende rotswanden belanden, waarin al enkele routes naar boven zijn uitgezet. Als alternatief gaat het in de kloof bijna verticaal bergafwaarts, bij de sprong in de Noguera Pallaresa, spectaculair gebied voor raften en canyoning. Het dorpsfeest in La Pobla de Segur is vrolijk en vochtig. En zelfs als we de zanger op het podium voor Bar Boavi nauwelijks begrijpen: Onmiskenbare symbolen van het protest van Catalaanse separatisten tegen de Spaanse staat zijn, niet in de laatste plaats na het omstreden onafhankelijkheidsreferendum van 2017 en het arrestatiebevel tegen Puigdemont, de gele linten, los lazlos amarillos, die hier en elders aan de gevels hangen en ook af en toe de rijbaan opsieren. Puh, no politics? Verder op de N-260, bezaaid met een paar mooie haarspeldbochten op de Coll de Creu de Perves, naar El Pont de Suert.

Eeuwenoude traditie

In de vesting scharen de oude huizen zich met hun bogen en kleine balkons dichtbij elkaar rondom Plaça del Mercadal en Plaça Major, ondergedompeld in het gezellige, warme licht van lantaarns. Met de Tapas Bar Can Manolo vinden we een geweldige plek voor de après-motorrit; tijdens het ontbijt in Hotel Cotori zien we plotseling de herbergier in een YouTube-video, als hoofdrolspeler bij de mystieke ‘Falles’, een eeuwenoud feest ter ere van de zomerzonnewende in de Pyreneeën. Jonge mensen trekken met brandende fakkels (Falles) van de berg naar beneden en steken in het dorp een vreugdevuur aan, een traditie van generatie op generatie en een symbool van volwassen worden.

De grootste van allemaal hier is de Aneto, met 3.408 meter de hoogste top van de Pyreneeën. En nu willen we eindelijk de uitdaging aangaan. Het is niet zo eenvoudig. Eerst leiden we de motoren door het smalle Vall de Boí naar het stuwmeer Estany de Cavallers, dan proberen we het op de N-230 naar het volgende stuwmeer, de Embalse de Baserca, evenals een zijweg van de N-260 naar Neril, voordat de A-139 ons tenslotte, na al die toenaderingspogingen, door het betoverende Valle de Benasque leidt en in ieder geval een paar pittoreske sneeuwvlekken onder de banden bezorgt. Dichterbij bij de Aneto zou alleen kunnen met wandelschoenen of ski’s. Die overigens niet meer in Catalonië ligt, maar in het naburige Aragón.

En wat hebben we nog op onze tong liggen als een liefdesverklaring aan dit prachtige stukje Europa? ‘Quisiera ser gato, para pasar 7 vidas tu lado’ – Ik zou graag een kat willen zijn om zeven levens aan jouw zijde door te brengen.

Download de route Cap de Creus, Spanje

Reisinformatie

Zee en bergen: deze combinatie is eigenlijk altijd geweldig. En als het dan ook nog gaat om Cadaqués en Cap de Creus, de mooiste en meest spectaculaire plek aan de Costa Brava, niet ver van het bochtenparadijs van de Pyreneeën, dan is een wat langere reis de moeite waard.

Reis

Vanuit Rotterdam zijn het bijvoorbeeld ongeveer 1.400 kilometer over tolwegen via Gent en Lille, Parijs en Clermont-Ferrand, Narbonne en Perpignan naar Cadaqués. Als dit te saai is – en een vlucht niet te gek – dan kun je ter plaatse ook een motorfiets huren, bijvoorbeeld in El Pont de Suert bij Pyrenee Bikes, met diverse modellen van BMW en Honda, inclusief shuttleservice; www.pyreneebikes.com.

Reistijd

Ideaal zijn april en mei, wanneer het aan de Costa Brava nog niet te warm is en in de Pyreneeën niet meer zo koud. Afhankelijk van individuele voorkeuren (strandvakantie, bergtocht) kan het tijdsbestek ook worden aangepast.

Accommodatie

Carpe Diem, een uitgestrekt complex met appartementen, zwembad en een Japans restaurant hoog boven Cadaqués aan de weg naar Cap de Creus, Tel. 0034/972258131, www.carpediemcadaques.com. Hotel Andria, een stijlvol huis met een sfeervolle binnenplaats en service voor motorrijders in het centrum van La Seu d’Urgell, Tel. 0034/973350300, www.hotelandria.com. Hotel Cotori, ook gericht op motorrijdende gasten, geweldige locatie aan de met bogen omzoomde Plaza Mercadal in El Pont de Suert, Tel. 0034/973690096, www.hotelcotori.com.

Adressen

Tekst en foto’s: Klaus H. Daams

Redactie
Redactie
De redactie van Motor.nl bestaat uit alle redactieleden van MOTO73 en Promotor. Redacteuren Marien Cahuzak, Jan Kruithof, Maikel Sneek en diverse freelancers zijn dagelijks actief voor Motor.nl.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen