donderdag 3 oktober 2024

Moto2 2023-voorbeschouwing: waarom slechts een sticker op de achtervork de betrokkenheid van Triumph verraadt

Met Bo Bendsneyder en Zonta van den Goorbergh is onze aandacht ook komend seizoen vaak gericht op de Moto2. Een klasse die iedereen wel kent, maar begrijpen is een stuk ingewikkelder. Waarom levert Triumph de blokken, terwijl je alleen met een loep een merkstickertje van de Engelsen kunt terugvinden? Wij gaan op onderzoek uit!

Fotografie: Jan Boer en Henk Keulemans

In de MotoGP en de Moto3 rijden de teams met eigen blokken en frames, maar in de Moto2 levert Triumph – in samenwerking met promotor Dorna – de motorblokken en zorgen de teams voor het rijwielgedeelte. Een niet te onderschatten groot verschil! Toen de Moto2 in 2010 werd ingesteld leverde Honda een 600cc-viercilinder en sinds 2019 komen de blokken van Triumph. Die hebben uiteraard drie cilinders en meten 765 cc. Een bekende cilinderinhoud, want die zien we ook terug bij de wegmodellen van Triumph en dan meer specifiek bij de Street Triple. De filosofie daarachter doet een beetje denken aan het WorldSBK, want om de link met de racerij te benadrukken introduceerde Triumph in november de nieuwste uitvoeringen van de Street Triples tijdens de GP van Valencia. ‘Wat we op de circuits leren, vertaalt zich in de wegmodellen’, zegt Steve Sargent, bij Triumph verantwoordelijk voor de productontwikkeling.

Luca Boscoscuro (rechts) volgt alles wat er in de pitbox van zijn team gebeurt.

Maximaal twaalf races

Maar hoe werd Triumph eigenlijk de opvolger van het grote Honda als leverancier van de blokken in de Moto2? Sargent: ‘Een wederzijdse vriend stelde Trevor Morris van Externpro en mij aan elkaar voor.’ Externpro is een in het Spaanse Aragón gevestigd bedrijf dat al het onderhoud aan de Honda-blokken van de Moto2 had gedaan. Sargent: ‘Trevor vroeg mij of wij, op het moment dat het contract met Honda afliep, interesse zouden hebben om daarna de blokken te gaan leveren.’ Die interesse bleek er bij de Britse fabrikant te bestaan en zo werd Triumph de nieuwe leverancier van de Moto2-blokken. Tijdens de GP van Valencia werd aan het eind van het vierde seizoen de miljoenste racekilometer met de Triumph-blokken gerealiseerd. De benodigde onderdelen voor de Moto2-bokken worden deels in Engeland gemaakt en deels in Thailand, waar ook veel modellen van Triumph worden gemaakt. Alle onderdelen gaan naar Aragón, waar Externpro de blokken assembleert, ongeveer 150 stuks per jaar. Morris: ‘De testbank draait bij ons vijf dagen in de week. We zien erop toe dat de blokken allemaal hetzelfde presteren. De blokken leveren 140 pk en hebben een hoog koppel. Tegen grote problemen zijn we niet opgelopen. Bij de Honda’s moesten de versnellingsbakken behoorlijk vaak worden vervangen. Die hebben het bij racegebruik zwaar te verduren, want de coureurs schakelen volgas terug. Dat was even schrikken voor de mensen van Triumph. Alle data worden door ons verzameld en daarmee bedoelen we ook echt alles: alle data van elke ronde van elke rijder. Na drie races gaan de blokken van de teams terug naar ons en worden ze helemaal nagekeken. De teams krijgen dan een ander blok. De verdeling van de blokken geschiedt door middel van loting. Het nakijken van een blok gebeurt drie keer.’ Dat betekent dat de blokken na vier keer drie races niet weer naar een team gaan. En wat gebeurt er dan mee? Worden ze vernietigd? Stefano Campaci van Triumph: ‘Nee, dat is niet het geval. De blokken krijgen een opfrisbeurt en gaan dan naar teams die meerijden in het EK Moto2.’

Alonso López won afgelopen jaar twee GP’s. Kan hij Boscoscuro in 2023 de wereldtitel bezorgen?

Positieve invloed

De blokken zijn verzegeld, want de teams mogen niets aan het blok doen. Morris: ‘Slechts de koppelingsplaten mogen door de teams eruit worden gehaald. Bij de blokken krijgen de teams een richtlijn hoe ze de uitlaat moeten maken. Ze brengen daar soms kleine veranderingen in aan. De teams mogen zelf kiezen voor welke mapping ze kiezen, wij bieden ze veel mogelijkheden.’

Sprintraces maakt MotoGP dit seizoen nog spannender

De teams schrijven hun motor in onder de naam van de framebouwer. Slechts een sticker op de achtervork verraadt de betrokkenheid van Triumph, een sticker die door de toeschouwers langs het circuit niet wordt opgemerkt en ook de tv-kijkers niet zal opvallen. Waarom is het voor de Engelse fabrikant eigenlijk interessant om de blokken te leveren? Campaci: ‘Triumph heeft publiciteit gekregen door de deelname aan de Moto2. Het heeft een positieve invloed op de beleving van de Triumph-liefhebbers, die hun merk nu zien als een merk dat prestaties kan leveren. En daarnaast ook nog een heel hoge mate van betrouwbaarheid in deze competitie op hoog niveau.’

Luca Boscoscuro met Steve Sargent van Triumph.

Tevreden

Zowel Triumph als Externpro zijn tevreden over de gang van zaken tot nu toe. Trevor Morris van Externpro: ‘We beginnen nu aan het tweede jaar van onze tweede periode van drie jaar met Triumph. De teams en de rijders hebben al te kennen gegeven graag door te willen gaan met Triumph vanwege de goede prestaties van het blok en de betrouwbaarheid.’

De bij de presentatie van de nieuwe Street Triples aanwezige journalisten kregen de gelegenheid een kijkje te nemen bij een Moto2-team. MOTO73 werd ingedeeld bij Speed Up, het team van voormalig coureur Luca Boscoscura (52), die in 1995 Europees kampioen 250cc werd. Hij heeft een band met Nederland, want hij reed in 1997 voor het team van Jan Huberts. ‘Ik heb goede herinneringen aan dat team. Mar Schouten was toen mijn chef-monteur’, herinnert Boscoscuro zich. Een verdere connectie met Nederland loopt via Collin Veijer, die voor het (pre-)Moto3-team van Boscoscuro heeft gereden. Na zijn actieve carrière werd Boscoscuro in 2001 teammanager bij Gilera en Derbi en won in 2008 de 250cc-titel met Marco Simoncelli. Boscoscuro: ‘Het was mijn droom wereldkampioen te worden, maar andere rijders waren sneller dan mij. Ik was blij dat, toen ik was gestopt, ik voor de Piaggio Group kon werken. En vanaf 2010 met mijn  eigen team Speed Up in de Moto2. Ik voel me thuis in deze klasse, waar geen fabrieksmotoren zijn. Ik vind het geweldig om mijn eigen frames te maken en jonge rijders in mijn team te hebben. Het blijft altijd een risico met onervaren rijders, maar kijk hoe Fermín Aldeguer en Alonso López het doen.’ Wat zal de toekomst brengen? Boscoscuro: ‘Het is mijn droom naar de MotoGP te gaan, maar daar heb ik een fabrikant als partner voor nodig.’ Voorlopig is de blik nog vast gericht op de Moto2 en dat geldt ook voor Bo en Zonta, al hebben die natuurlijk dezelfde droom als Boscoscuro.

Jan Boer
Jan Boer
Jan Boer werkte jarenlang voor de redactie van MOTO73 en doet dat inmiddels als gepensioneerde liefhebber nog altijd met dezelfde passie en kennis.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen