zaterdag 21 juni 2025
Home Blog Pagina 104

Motor.NL Reis Belgische & Luxemburgse Ardennen

0

Ben je op zoek naar een unieke motorreis? Kom dan met ons mee op een onvergetelijke motorreis door de prachtige Ardennen van België en Luxemburg.

Belgische & Luxemburgse Ardennen

  • België en Luxemburg
  • 9 – 10 – 11 mei 2025
  • De start zal plaatsvinden in Valkenburg.
  • 550,-

Prachtige motor omstandigheden in de Belgische/Luxemburgse Ardennen.

Vergis je niet in België ! Het land is namelijk niet alleen bekend om haar mooie landschappen, maar ook om haar uitdagende bergwegen die ook aansluiten op de mooie bochtige wegen van Luxemburg en haar historische steden.

Tijdens onze trainingen in België kun je genieten van deze bezienswaardigheden terwijl je jouw motorvaardigheden verbetert.

De Ardennen bestrijken drie landen: België, Frankrijk en het Groothertogdom Luxemburg.

Onze gediplomeerde en ervaren motorinstructeurs zullen je begeleiden naar de meest fraaie bestemmingen. Of je nu een ervaren motorrijder bent of een nieuwe uitdaging zoekt, onze trainingen zijn ontworpen om je rijvaardigheid en vertrouwen op de motor te verhogen. Tijdens onze tussenstops onderweg kun je genieten van het prachtige landschap en leer je meer over het rijden door bochten en bergen.

Motor.NL Trainingen worden zelfstandig uitgevoerd door onze partner Motorlangweekend.nl | Verkeersschool Jan Kremers. Op alle trainingen zijn de algemene voorwaarden van onze partner van toepassing, niet die van Motor.NL Media Company. Motor.NL Media Company is niet verantwoordelijk voor de uitvoering en eventuele wijzigingen van data of inhoud van trainingen door onze partner. Voor eventuele vragen en opmerkingen dient u altijd contact op te nemen met Motorlangweekend.nl / Jan Kremers.

Motor.NL Bergtraining Weserbergland

0

13-14-15 juni 2025

Motorparadijs dicht bij huis!

Deze reis staat in het thema van de prachtige landschappen van het Weserbergland met haar heuvels en dalen, de kleine en de grote rivieren en natuurlijk een aantal kastelen en bochten!. 

De nadruk van deze training ligt natuurlijk vooral op het motorrijden op het zeer fraaie wegennet, waarin al deze schoonheden met elkaar worden verbonden.

Een reis door het Weserbergland is een constant op en neer tussen de vallei van de Weser en de toppen van de omliggende bergkammen. 

Wie had gedacht dat in de noordelijke helft van de bondsrepubliek zelfs serpentines te vinden zijn? Het Weserbergland is een lage bergrug in Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. 

De rug loopt in westoostelijke richting. Bij Porta Westfalica ligt het meest westelijk gelegen punt. De rug loopt dan via Rinteln naar Hessisch Oldendorf in het oosten. 

Het Wezergebergte vormt de meest noordelijk rug van het Weserbergland; ten noorden ervan ligt de Noord-Duitse Laagvlakte.

De toppen van het Wezergebergte liggen rond de 300 meter. 

De meest westelijke top is de Jakobsberg van 235 meter hoogte waarop een televisietoren staat en eindigt in het oosten met de Hohenstein, die 330 meter hoog is.

Bij de MOTORNL Bergrijvaardigheidstrainingen is het doel om een ieder een leuk en leerzaam weekend te bezorgen.

De groepsgrootte is 6 hooguit 7 deelnemers, iedereen kan hier aan meedoen, wij racen niet, we proberen iedereen meer vertrouwen te geven met het rijden van bochten.

De hotels waar we verblijven hebben goede kamers en zijn op ons ingespeeld.

Wij verzamelen op verschillende locaties, dit is afhankelijk van de gekozen bestemming.

Motor.NL Trainingen worden zelfstandig uitgevoerd door onze partner Motorlangweekend.nl | Verkeersschool Jan Kremers. Op alle trainingen zijn de algemene voorwaarden van onze partner van toepassing, niet die van Motor.NL Media Company. Motor.NL Media Company is niet verantwoordelijk voor de uitvoering en eventuele wijzigingen van data of inhoud van trainingen door onze partner. Voor eventuele vragen en opmerkingen dient u altijd contact op te nemen met Motorlangweekend.nl / Jan Kremers.

Motor.NL Bergtraining Teutoburgerwald

0

4-5-6 juli 2025

Mooie motorroutes dicht bij huis!

In deze streek in Duitsland komt alles bij elkaar. De Noord-Duitse Laagvlakte en het Duitse Middelgebergte, geneeskrachtige bronnen en de mooiste motorroutes.


Het Teutoburgerwoud is een bijna onondekt en (nog) niet een van de populairste motorgebieden, ideaal om daarvan te profiteren.  Het grote voordeel is, niet veel motorrijders!

Ver weg maar toch dicht bij huis. Met het Teutoburgerwoud wordt een bergkam bedoeld die zich uitstrekt van Osnabrück via Bielefeld tot aan Paderborn. 

Prachtige glooiende wegen, talrijke beken en riviertjes, en natuurlijk genoeg bochten om lekker te genieten van de motorfiets.

Bij de MOTORNL Bergrijvaardigheidstrainingen is het doel om een ieder een leuk en leerzaam weekend te bezorgen.

De groepsgrootte is 6 hooguit 7 deelnemers, iedereen kan hier aan meedoen, wij racen niet, we proberen iedereen meer vertrouwen te geven met het rijden van bochten.

De hotels waar we verblijven hebben goede kamers en zijn op ons ingespeeld.

Wij verzamelen op verschillende locaties, dit is afhankelijk van de gekozen bestemming.

Motor.NL Trainingen worden zelfstandig uitgevoerd door onze partner Motorlangweekend.nl | Verkeersschool Jan Kremers. Op alle trainingen zijn de algemene voorwaarden van onze partner van toepassing, niet die van Motor.NL Media Company. Motor.NL Media Company is niet verantwoordelijk voor de uitvoering en eventuele wijzigingen van data of inhoud van trainingen door onze partner. Voor eventuele vragen en opmerkingen dient u altijd contact op te nemen met Motorlangweekend.nl / Jan Kremers.

Motor.NL Reis Dolomieten

0

21 t/m 27 september (maar liefst 7 dagen!)

Deze reis begint bij het hotel in Selva di val Gardena. Je krijgt alle routes en info gemaild.
Wij zullen iedereen opwachten in het hotel.


Het ideale gebied voor motortochten rond de meest indrukwekkende Italiaanse bergketens.

Bochten zonder einde, pas na pas en vele haarspeldbochten.

De Dolomieten behoren tot de motorfietsparadijzen in Europa. Voordat je boekt, wees gewaarschuwd; de afwisseling van intensief bochtenplezier en de prachtige natuurbeleving kan zeer verslavend werken!

Motor.NL Trainingen worden zelfstandig uitgevoerd door onze partner Motorlangweekend.nl | Verkeersschool Jan Kremers. Op alle trainingen zijn de algemene voorwaarden van onze partner van toepassing, niet die van Motor.NL Media Company. Motor.NL Media Company is niet verantwoordelijk voor de uitvoering en eventuele wijzigingen van data of inhoud van trainingen door onze partner. Voor eventuele vragen en opmerkingen dient u altijd contact op te nemen met Motorlangweekend.nl / Jan Kremers.

Een nieuwe start voor Bo Bendsneyder in 2025: kanshebber voor de wereldtitel?

0

Bo Bendsneyder begint aan een nieuw avontuur in zijn racecarrière. 2024 was een turbulent jaar voor de 25-jarige Rotterdammer. Na een heftige soap moest hij gedurende het Moto2-seizoen vertrekken bij het Preicanos Racing Team, nadat de Nederlander bijna negen jaar in de Grand Prix had gereden. Bendsneyder liet zijn talent al snel weer zien. Hij stond eind 2024 in zijn vierde World Supersport-race al op het podium en is dit jaar als MV Agusta-coureur misschien wel één van de kanshebbers voor de wereldtitel. Het kan snel verkeren in de motorsport!

Bo, het jaar 2024 is een achtbaan van emoties geweest. Welk gevoel overheerst?

‘Ik heb het jaar lekker afgesloten in de World Supersport, dat gevoel nam ik mee de winter in. Ik heb het Grand Prix-boek snel kunnen afsluiten, omdat er snel een nieuw boek is opengegaan. Ik kon daardoor alles vrij snel achter mij laten. Het klinkt misschien raar, maar dat komt grotendeels doordat ik een positieve start heb gemaakt in een nieuw kampioenschap.’

Eerst nog even over het Moto2-seizoen 2024. Je raakte in de vierde Grand Prix geblesseerd, waardoor je meerdere races moest missen. Zonder die blessure; denk je dat je dan het seizoen wel had afgemaakt?

‘Dat denk ik niet. Met de oude eigenaar (Eduardo Perales) speelde er op de achtergrond ook constant wel dingen. Hij dreigde regelmatig met ontslag als er geen resultaten zouden komen, maar dat is in die vier jaar nooit zover gekomen. Dat stukje was altijd al wel lastig, maar ik denk dat ik onder Edu (Perales) het seizoen wel afgemaakt zou hebben. De nieuwe eigenaar (Raúl Castañeda) kwam net voor de TT Assen en vanaf dat moment veranderde het snel.’

Dat ziet er goed uit; Bo in actie met de MV Agusta F3 800 RR. | Foto: Randy van Maasdijk

Over dat dreigen, dat klinkt niet motiverend voor een coureur.

‘Nee dat was het ook zeker niet. Uiteindelijk bleef het bij Edu altijd wel bij dreigementen. Zoals ik op social media ook al zei nadat ik wegging; ik had wel een serieuze blessure opgelopen in Jerez, maar ik had geen drie races hoeven missen. Dat was een keuze van het team. Ik had in Mugello – voor de TT Assen – al op de motor kunnen zitten, maar ik kreeg toen een belletje van het team dat ze mij liever een wedstrijd later terug zagen komen. Dat was al vreemd en ik kwam er via social media achter dat mijn crew met die van mijn teamgenoot was gewisseld. In Assen had ik een goed gesprek met de nieuwe eigenaar. Hij sprak vertrouwen in mij uit en deed de nodige beloftes. Helaas bleken die niet veel waard te zijn.’

Wat is jou het meest bijgebleven rondom deze soap?

‘Vooral het laatste stukje met de nieuwe eigenaar. Met Edu ging het op en neer, maar ik heb er wel bijna vier jaar gezeten. Ondanks de financiële problemen van het team op de achtergrond heeft hij altijd netjes betaald en zijn zaken afgehandeld. Met de nieuwe eigenaar zou ik het seizoen afmaken en daarna zouden we afhankelijk van de resultaten verder kijken. Heel begrijpelijk allemaal. Maar toen moest er ineens gestemd worden binnen het team over wie er weg moest. Ik won de stemming, maar werd er toch uitgezet. De manier waarop deed pijn. Moet je nagaan hoe het voor mijn teamgenoot Jaume Masia – waar ik een hele goede band mee heb – moet voelen, aangezien hij eigenlijk werd weggestemd en nu nog voor het team rijdt.’

2014, Assen: Bo Bendsneyder klopt Jorge Martin

Hoe kijk je terug op hoe je het zelf hebt aangepakt. Was het een bewuste keuze om het op de grid voor de race in Misano aan te kondigen?

‘Een paar mensen wisten van de situatie af, waaronder Barry Veneman van Ziggo Sport. We hadden afgesproken het er niet over te hebben, want dat wilde ik niet. Hij wilde een leuk interview maken op de grid waar we samen ooit in 2015 de Red Bull Rookies Cup hadden gewonnen. En toen floepte het er zo uit. Soms loopt het zo.’

Er volgde er een hele storm. Het team reageerde op jouw uitlatingen, terwijl jij vanuit contractuele verplichtingen verder je mond moest houden. Dat moet lastig zijn geweest.

‘Ik was niet bang dat mensen mij niet zouden geloven, want de waarheid zou toch wel naar boven komen. IRTA en Dorna hebben contact met mij opgenomen. Nu weet bijna de hele GP-paddock wel hoe het echt zit. Ik vind het vooral sneu voor Masia, die nog steeds in het team zit.’

Mag je er officieel al over praten?

‘Dat blijft een beetje lastig. De nieuwe teambaas heeft een groot advocatenkantoor en hij weet heel goed wat hij doet. Ik heb daar totaal geen verstand van. Achteraf had ik het tactisch iets beter kunnen aanpakken om er juridisch beter uit te komen. Financieel heeft het geen invloed gehad. Dat gebeurt alleen wanneer ik nog veel verder op de situatie zou ingaan, dus dat doe ik maar niet. Maar ik ben blij hoe ik het zelf heb aangepakt; ik ben bij mijzelf gebleven.’

Terugkijkend op je Grand Prix-carrière. Heb je nog spijt van keuzes of momenten?

‘Nee dat niet. Toen ik in de Moto2 bij Tech3 tekende pakte het verkeerd uit. Een jaar eerder had Xavi Vierge met zijn crew chief de motor zo goed gemaakt, dat die constant in de top-tien mee kon. Ik zou zijn crew chief krijgen, maar die ging op het laatste moment weg. Hij is later crew chief bij Aleix Espargaró in de MotoGP geworden. Ik kreeg een jonge onervaren crew chief. Zelf was ik ook nieuw in de klasse. Dan wordt het heel lastig, helemaal omdat wij het enige team met dit chassis waren. Achteraf was dat geen goede start in de Moto2. En ik trainde nog niet met een Yamaha R6 of iets dergelijks voordat ik naar de Moto2 overstapte, terwijl coureurs tegenwoordig dat vanaf hun dertiende al doen. Ik trainde nog met mijn Supermotard. De Moto2-motor voelde daarom qua gewicht, snelheid en vermogen in het begin aan als een Ferrari. Dat soort dingen zou ik nu wel anders doen.’

In de Red Bull Rookies en Moto3 streed je met rijders als Jorge Martin, Joan Mir en Fabio Di Giannantonio. Qua talent deden jullie niets voor elkaar onder. Zij zijn nu allemaal MotoGP-toprijders. Waar is het misgegaan?

‘Een terechte vraag, die ik al vaker heb gehoord. Ik had vooral met Diggia (Di Giannantonio) een hele goede strijd in de Red Bull Rookies. Ik denk dat het te maken heeft met op het juiste moment pieken en de kansen pakken die je krijgt. Fabio Quartararó is een mooi voorbeeld. In het Spaans kampioenschap was hij de nieuwe Valentino Rossi en hij begon ook goed met een Honda in de Grand Prix. Later kwam hij op een KTM terecht en scoorde daar erg matig mee. Later met Speed Up in de Moto2 begon hij op het juiste moment goede resultaten te rijden, waardoor Razlan (Razali) en Wilco (Zeelenberg) wat in hem zagen voor hun Yamaha-team in de MotoGP. En dat bleek terecht, want hij is nou MotoGP-wereldkampioen en multimiljonair.’

Dat is een rationele uitleg, maar het moet soms ook wel frustrerend zijn om hen vooraan in de MotoGP te zien.

‘Tuurlijk, maar ik denk dat er zo heel veel rijders zijn. Ik spreek Livio Loi nog dagelijks. Dan komen er wel eens oude foto’s of video’s voorbij waarin we rijders versloegen die nu in de MotoGP rijden. Dan vloeken we samen ook nog wel eens. Er komt een beetje geluk bij kijken, maar je moet het geluk ook afdwingen en zorgen dat alles op juiste moment samenvalt. Dat is bij mij in de Grand Prix niet gelukt.’

De samenwerking met het Preicanos Racing Team in de Moto2 eindigde abrupt in 2024. Tijdens zijn laatste TT Assen finishte Bo als veertiende.

Het is nu de tweede keer dat je een contract tekent in de World Supersport. In 2021 zou je al bij EAB Racing gaan rijden, totdat je toch nog de kans kreeg om in de Moto2 te blijven. Heb je daar achteraf nog wel eens spijt van gehad?

‘Nee, want op dat moment voelde het alsof ik nog niet klaar was in de Moto2. We hebben zeker in het begin ook mooie momenten gehad toen het nog het Pertamina Mandalika SAG Team was. Ook waren er veel mindere momenten, maar mijn podiumplaats, goede kwalificaties, strijden voor het podium in Assen en top-tien resultaten lieten zien dat ik nog wel wat in mijn mars had.’

Heb je eraan gedacht om te stoppen?

‘Absoluut, nadat ik wegging uit de Moto2 zeker. Dat gevoel was gedurende de vier seizoenen bij het team langzaam opgebouwd. De laatste jaren was het vaak minder plezierig. Het begon steeds meer op werk te lijken, terwijl het mijn grootste hobby moet zijn die ik mag uitoefenen op het allerhoogste niveau. Toen het einde in de Moto2 daar was, kwam dat heel hard aan. Ik wilde stoppen met racen, ook omdat ik op de achtergrond met mijn vader al een idee had om een pizzarestaurant te openen. Daarnaast wilde ik meer tijd doorbrengen met familie en vrienden. De twijfel betreft mijn beslissing voor het racen, die kwam wel vrij snel. Er was veel interesse van teams in verschillende kampioenschappen en ik kreeg veel steunbetuigingen van fans. Dat deed mij heel goed. Maar ik was er eerst geen voorstander van om de laatste twee World Supersport-weekenden van 2024 nog te gaan doen. Dat ging voor mij te snel, maar Andrea Quadranti – teammanager van MV Agusta Reparto Corse – wist mij te overtuigen. Hij wist zeker dat ik mijn plezier terug zou vinden. En mocht dat niet zo zijn, wilde hij het contract voor 2025 ook wel verscheuren. Hij legde totaal geen druk neer, dat was heel anders dan ik gewend was.’

Waarom heb je gekozen voor MV Agusta Reparto Corse in de World Supersport?

‘MV Agusta had in het verleden ook al eens contact gezocht. Op de dag dat het nieuws naar buiten kwam dat ik zou stoppen in de Moto2, was Andrea de eerste die mij belde. Hij wilde mijn kant van het verhaal horen en hij gaf aan interesse te hebben. Ik wilde liever begin 2025 starten, zodat ik gelijk mee kon doen voor de topposities. Ik had het gevoel dat het haalbaar zou zijn. Uiteindelijk overtuigde Andrea mij om ook de laatste twee raceweekenden van 2024 te doen. In Estoril gebeurde eigenlijk alles waarom ik dat vooraf niet wilde. Het was een nieuw circuit voor mij met een nieuwe motor in een nieuw team en een nieuw kampioenschap. Tijdens de eerste dag was de baan ook nog eens nat. Maar het pakte uiteindelijk positief uit. In Estoril ging het al goed en een week later stonden we op het podium in Jerez. Ik ging met een goed gevoel de winter in en kijk er naar uit om met MV Agusta Reparto Corse een volledig seizoen te rijden in 2025.’

Bagnaia vs. Martin: twee MotoGP-kampioenen, maar slechts één wereldtitel

Ben je ook aan jezelf gaan twijfelen?

‘Natuurlijk, daar ben ik heel eerlijk in. Er rijden jongens in de World Supersport waarvan ik wist dat ik die moest kunnen verslaan. Maar ik dacht wel; gaat dat ook lukken met een nieuwe motor in een nieuw kampioenschap? Ik wilde mij wel echt bewijzen. Toen ik in Estoril op een voor mij onbekende baan met een standaard motor en afstelling al in de top-tien stond, was dat voor mij al een bevestiging. Ik wist toen dat het goed zou komen, als ik meer tijd zou krijgen om met het team aan de afstelling te werken.’

Wat is het grote verschil tussen de Moto2 en World Supersport?

De MV Agusta is net als de Triumph in de Moto2 ook een driecilinder. Qua rijden valt het verschil wel mee. Een World Supersport-motor beweegt iets meer en het voelt allemaal wat losser. In de World Supersport waren er afgelopen jaar zo’n zes of zeven rijders die heel hard gaan en daarna volgt er toch wel een klein gat. Of dat te maken heeft met materiaal of niveau durf ik nog niet te zeggen, maar dat is wel anders dan in de Moto2. Daar rijdt het hele veld heel dicht bij elkaar.’

De tweede helft van je World Supersport-races waren – zeker voor een nieuwkomer – buitengewoon goed. Had je dat verwacht?

‘Dat wist ik wel, dat is een sterk punt van mij en het is ook een stukje dat je meeneemt vanuit de Moto2, denk ik. Daar racet iedereen van de eerste tot de laatste ronde qua rondetijden op 110%. In de World Supersport zie je toch wel dat er jongens gedurende de race wat in tempo afzakken. Ik ging zelf niet harder rijden, maar kon wel mijn tempo stabiel houden.’

Hoe werd je ontvangen in de WorldSBK-paddock?

Heel goed. Ik had van veel mensen al gehoord dat de WorldSBK-paddock leuker en opener zou zijn. De rijders zijn onderling wat relaxter. Ik kende ook al veel rijders zoals Toprak (Razgatlıoğlu), waar ik in de Red Bull Rookies veel mee omging. De MotoGP is een andere wereld en heel zakelijk. En zeker als je geen Spanjaard of Italiaan bent, ben je toch vaak in je eentje. Je komt met je koffer, doet je ding en gaat weer weg. De WorldSBK-paddock ligt mij denk ik beter.’

Je hebt een sterke eerste indruk achtergelaten, maar dat schept ook verwachtingen voor 2025. Hoe hoog leg jij zelf de lat?

‘Het is fijn dat ik nu al bekend ben met het team. Mijn doel is om ieder weekend voor het podium te vechten en te gaan voor een podiumplaats in het wereldkampioenschap. Maar het is nog wel lastig om te voorspellen, omdat bijvoorbeeld Yamaha met een nieuwe motor komt. Die ziet er bruut uit en er komen snelle rijders op. We moeten straks eerst maar eens zien hoe de motoren zich tot elkaar verhouden. Daarnaast staan er voor mij toch wel wat nieuwe circuits op de kalender. Daar gaan we ons zo goed mogelijk op proberen voor te bereiden.’

Zie je dit als een nieuwe start in je carrière en waar wil je over drie jaar staan?

‘Ik denk het wel; een frisse start in een nieuw kampioenschap met een nieuwe droom. Het doel is om het eerst zo goed mogelijk te presteren in de World Supersport en dan door te gaan naar de World Superbike. Over drie jaar hoop ik dan ook in een World Superbike-fabrieksteam te rijden. Dat zou geweldig zijn, maar ik wil ook niet te veel vooruitkijken. Tijdens de laatste races van 2024 heb ik mijn plezier in het racen teruggevonden en dat is belangrijk om te kunnen presteren. Wanneer de resultaten er zijn, dan komt er vanzelf iets op je pad.’

Andrea Locatelli, Dominique Aegerter en Nicoló Bulega zijn allemaal voorbeelden die vanuit de Moto2 zijn gekomen, in de World Supersport kampioen zijn geworden en nu goede zitjes hebben in de World Superbike. Dat zijn rijders die jij in het verleden al vaak verslagen hebt.

‘Hun pad motiveert mij zeker. Ik heb Bulega gesproken in Jerez. Hij zei; “Was ik maar eerder naar dit paddock gegaan.” Hij is nu zoveel gelukkiger dan in de Grand Prix. Hij racet voor het Ducati-fabrieksteam en werd in zijn eerste World Superbike-seizoen tweede in het WK. “Wie had dat ooit gedacht?” zei hij tegen mij. Zijn droom was ooit ook om MotoGP-coureur te worden, maar hij voelt hier in dit paddock het vertrouwen en krijgt de vrijheid. Dat zie je terug in zijn resultaten.’

In het begin van het interview ging het over dreigen met ontslag, dan is dit toch wel een hele andere benadering.

‘Ik heb het idee dat de topteams in de Moto2 ook wel een positieve benadering naar hun coureurs hebben. Ik ben van mijn mening dat team en rijder naar buiten toe altijd achter elkaar moeten blijven staan. Of de resultaten er nou zijn of niet. Intern kan je alles bespreken uiteraard. En het is belangrijk dat een team kijkt hoe zij hun rijder het beste kunnen motiveren. Dat kan de ene keer een harde aanpak en de andere keer een zachte zijn.’

Naast het racen ben je met je vader een pizzeria in Rotterdam begonnen. Hoe ga je dat combineren met het racen?

‘De WorldSBK-kalender heeft veel minder raceweekenden dan de Grand Prix. We hebben regelmatig een aantal weekenden vrij. Natuurlijk moet je trainen, maar dat hoeft niet zestien uur per dag. Er blijft tijd over en die wil ik graag ondernemend invullen. Mijn vader zal dagelijks in de pizzeria zijn. Ik zal meer een ‘‘vliegende kiep” rol hebben. Ik kan er niet altijd zijn, omdat racen nog altijd het belangrijkste is en ik daar net een mooie, nieuwe uitdaging in heb gevonden.’

Foto’s: Randy van Maasdijk, Henk Keulemans, Thomas Seidenglanz, ANP

20.000 bochtentour door Spanje: op de randen van je banden

0

Ruisende pijnbomen die stoven in de zon, de geur van hars, een ruïne op een berg als een treurig restant van mislukte idealen. En bochten, duizenden bochten in een berglandschap dat nooit verveelt. Achter de Spaanse Costa’s schuilt een wereld die je uitdaagt, prikkelt en motiveert per strekkende kilometer.

Twintigduizend bochten werden mij beloofd tussen Barcelona en Alicante toen ik het afgelopen voorjaar inschreef op de gelijknamige tocht van Spanje Motortours. Eenmaal geland op het vliegveld van Barcelona werd het aantal bijgesteld naar eenentwintigduizend. Een nietszeggend getal eigenlijk, omdat je er nauwelijks een voorstelling van kunt maken. Het is veel, heel veel, maar hoe voelen eenentwintigduizend bochten? Ik wist dat de komende dagen een echte rijtoer zou worden, eentje waarvan ik altijd een liefhebber ben geweest. Hard werken, een wilde rit door de Spaanse bergen met onderweg toch voldoende tijd voor koffie en een lunch. Haastige ontspanning werkt gek genoeg ook rustgevend, omdat je concentratie vol op het rijden is gericht. Ik zou bergdorpjes, kastelen en musea achterwege moeten laten. Spijtig vond ik dat echt niet, met motorlaarzen aan je voeten door steile straatjes strompelen vind ik geen bal aan. Ook al omdat het Spaanse voorjaar al behoorlijk warm was, zeker in zo’n stijf Rukka-pak.

Toertocht Zuid-Spanje: Desierto de Tabernas, de enige woestijn van Europa

Veerkracht

Een kruimelspoor op mijn mobiel brengt me naar de locatie van mijn motor, die een week eerder op transport was gegaan. Vijfhonderd euro betaalde ik voor deze service, bijna goedkoper dan twee dagen tol op Franse en Spaanse snelwegen én een hotelovernachting en eten ergens onderweg. Bovendien spaarde ik zo het rubber van mijn banden, waar ik de komende dagen volledig op moet kunnen vertrouwen. Niet dat ik over de kwaliteit van Spaanse bergwegen twijfel; eenieder die de tests leest in dit magazine weet dat altijd hoog wordt opgegeven over de grip van het bijna gladgestreken Spaanse asfalt.

Nu is het van Barcelona naar Alicante zo’n vijfhonderd kilometer. Dat kun je in minder dan vijf uur afraffelen. Maar mijn rit door het achterland van de Costa’s bestrijkt bijna 2.500 kilometer en ik doe er zeven dagen over, verdeeld over routes van 300 tot 350 kilometer. En al na een kleine tien kilometer sturen maak ook ik kennis met dit door de EU bekostigde juweel.

Vanaf de eerste meters is het stijgen, dalen en bochten. Net zo kalm als de Sagrada Familia uit beeld verdwijnt, verken ik de grenzen van mijn rijderskwaliteiten. Je weet immers maar nooit… op naar Parque Nacional Muntanyas!

De bergen zijn er gekerfd door de tijd, kleuren soms zachtroze en groen. De weg is een doolhof van bochten, die zich ogenschijnlijk ongeremd door de valleien en kloven banen. Gas, remmen, omgooien, gas… in een tempo dat je als liefhebber van de nog net niet verboden verklaarde Westfriese Zeedijk tussen Sint Maarten en Krabbendam van kleur doet verschieten. Het lijkt wel of de bochten niet de ruimte krijgen om te eindigen, waardoor een oneindige sliert slingerend asfalt ontstaat die zich bijna wellustig aan de bergen klemt. Er wordt je geen rust gegund, de weg voor je eist alle concentratie. Focus. Je voelt je als een motorhandschoen in een wasmachine. Alles wat je tijdens natuurkunde hebt geleerd, rukt aan je lijf. Luchtweerstand, trekkracht, snelheid en veerkracht. Behalve dat de vering zorgt dat je motor zo goed als mogelijk aan het asfalt kleeft, heb je zelf ook veerkracht nodig. Dat je niet baalt als een stekker als je de eerste bochten nog wat lafjes aanzet. Je zult merken dat naarmate de rit vordert, de souplesse toeneemt. Voor je het weet bereik je de randen van je banden. De rust in je lijf keert pas terug in een van de smaakvolle hotels die de komende dagen mijn onderkomen zullen zijn. En als je dan na een dag sturen languit op bed ligt uit te puffen, denk je ‘Mijn hemel, wat is er de afgelopen acht uur gebeurd?’

Spaanse Vliegen

de vraag: ‘Ga je voor qualifiers, softcompound of harde banden?’, dan is de toon gezet voor opnieuw een wilde rit, nu door de Muntanyas des Prades. Opvallend aan deze bergrug noordwestelijk van Tarragona – behalve smetteloos asfalt – is het weinige verkeer op de wegen. Zeg maar gerust geen verkeer. Wat meteen een tegenvraag oplevert, eentje waarop ik keer op keer een antwoord probeerde te krijgen: Waarom? Waarom liggen hier zulke smetteloze wegen? Het lijkt wel of iedere boerderij aan een asfaltweg van onbesproken kwaliteit moet liggen. Dat vind je zelfs in Drenthe niet, waar boerderijen soms nog aan een zandpad liggen. Ik snap best dat een ontwikkelde infrastructuur tot snelle distributie van goederen leidt en zo een boost geeft aan een economie. Dat de EU zo een nieuwe markt bewerkt voor meer handel waar alle landen van kunnen profiteren. Maar is dit niet wat al te gek? Aan de andere kant: door de noeste arbeid van de Spaanse wegenbouwers krijgen wij wel heel veel terug voor onze belastingcenten.

Regelmatig word je tijdens de wilde rit langs en over de bergen een blik gegund op de Middellandse Zee. Soms bescheiden, want vanuit de verte, tussen de vele vakantieappartementen, tomatenkassen en flats door. Maar ook 180 graden vol in beeld vanaf de top van de Coll de Rates. Het hemelblauw van willekeurig welke zee geeft je trip altijd een bijzonder vakantiegevoel.

Ook bijzonder: de vele Spaanse motorrijders die je in het weekeinde vliegensvlug voorbijvliegen – Spaanse Vliegen? Dan zijn de best geconstrueerde wegen het domein van lokale matadors en heb je op je logge Honda Crosstourer eigenlijk niets te zoeken op Dos Aguas, een superstrak en superbochtig traject van 7,7 kilometer bergop en bergaf, waarbij Pikes Peak verbleekt. Bakkie doen onderaan de berg bij Hostal Restaurante Lepanto en dan weer snel omhoog om je verhaal te vertellen aan je vrienden die op je wachten bij Mirador de La Muela de Dos Aguas. Als je het haalt, want de bewoners zijn het lawaai en de vele dodelijke ongevallen – +40! – meer dan zat en eisen maatregelen van de overheid, die met helikopters en drones de horde op de hielen zit. Spanje is niet overal doordesemd van benzine en rokend rubber…

Hallucinant

‘Kun je je voorstellen dat je van Delfzijl naar Maastricht rijdt en niet meer dan vijftig auto’s tegenkomt?’, zegt het roadbook. De heuvels tussen Tarragona en Valencia golven voor je uit. De hoogvlakte is leeg, bijna geen mens te bekennen, behalve dan wat boeren die met tractoren hun akkers ploegen. Verscholen achter de kuip rij ik voort. De weg voor me is recht en overzichtelijk. Voor het eerst kan ik echt snelheid maken. De wind heeft er vrij spel en er is nauwelijks beschutting mocht het gaan stormen of regenen. Je verdwijnt er steeds dieper in de verlatenheid. Of is het vergetelheid? Want ook hier, in een bocht, een helm met wat bloemen onder de vangrail. Als je eraan voorbijrijdt, tik je vanzelf op je helm. Als laatste groet, een verplichting, want het voelt ongemakkelijk.

Dan, boven op een heuvel Morella. Een kasteeldorp uit de tiende eeuw op een monoliet. Met kantelen, torens en hoge muren zoals je die vroeger tekende op de lagere school. Het dorpje staat op de lijst van los pueblos más bonitos de España en je kunt de drang om af te stappen net weerstaan. Een foto vanuit het zadel moet voldoende zijn en verder ga je. Morella, bijna elke beschaving heeft er zijn sporen achtergelaten. Van de bronstijd tot de Moren werd er gebikt, gehouwen en gebouwd.

Dan, aan het einde van de rit, weer een cadeautje: Embalsa de Benagéber. Een lichtblauw stuwmeer ingeklemd tussen de bergen. Met een weg die nauwgezet de oever volgt. En je gaat er opnieuw voor zitten, want ook de laatste vijftig kilometer naar het hotel zijn… Is het bochtengeilheid, een voortstuwende drift waardoor motorrijders niet anders kunnen dan gaan?

Een laatste rit naar het vliegveld, naar de vrachtauto waarin de Honda weer op transport gaat naar Nederland. Maar eerst nog driehonderd kilometer door La Serra de Mariola en Sierra del Maigmo, twee bergruggen dicht bij elkaar maar zo verschillend. De een bijna wit, de ander donkergrijs, maar met een overeenkomst: de weg met z’n hallucinante bochten.

Georganiseerd door Spanje

Fijne bijkomstigheid van een georganiseerde rit is dat de avonden heel gezellig zijn. Met gelijkgestemden de dag doornemen, met een gekoeld drankje onder handbereik. Hemels. Spanje Motortours, min of meer een voortzetting van Promotor Reizen, heeft een aantal ritten in Spanje en Marokko. Reisbegeleider Mink Bijlsma heeft van zijn routes een waar kunstwerk gemaakt, waarin elk type motorrijder doorgaans wel iets van zijn gading vindt. Voor het 2025 programma check je www.spanjemotortours.nl.

Deze 10 sportmotoren zouden wij graag willen rijden in 2025

0

Deze keer stellen we 10 sportmotoren die wij graag willen rijden in 2025 voor. Veel pk’s en winglets zijn niet altijd de sleutel om succesvol te zijn in dit moeilijke segment. Maar fabrikanten blijven gelukkig met nieuwe modellen komen omdat sportmotoren jong en oud aanspreken. Dikwijls wil je er een, of heb je er ooit een gehad (en wil je er nooit meer een). Dit zijn de 10 interessantste voor 2025.

10: MV Agusta F3 Competizione

Hoe speciaal zou het zijn als MV Agusta eens een niet-gelimiteerd model uit zou brengen? Dat is niet het geval met deze oh zo knappe F3 Competizione. Er worden er 300 van gemaakt en onderhuids is het een F3 RR. Het grote verschil zit hem in een verlies van 14 kg voor de Competizione. Dat komt onder andere door de carbon wielen die de onafgeveerde massa met 3 kg verlagen, vergeleken met de standaard aluminium wielen. Daarnaast krijgt de F3 Competizione een circuitkit, met daarin een niet-gehomologeerde titanium Akrapovic die het vermogen naar 158 pk stuwt, een motorhoes en een certificaat van echtheid. Volledig instelbare Öhlins-spielerei, inclusief stuurdemper, kan niet ontbreken.

Deze 10 toermotoren zouden wij graag willen rijden in 2025

9: Yamaha R1 RACE

We beginnen met triest nieuws voor de Yamaha R1. Het 2025-model kun je niet meer op de openbare weg rijden. Vanaf dan is het een RACE-model, net zoals Yamaha dat ook deed met de R6 enkele jaren geleden. Een pure circuitmotor dus, maar daarom niet minder interessant in dit segment. De groep mensen die op de openbare weg met zulke zware sportmotoren rijdt, is zeer klein. Te duur, te snel, te oncomfortabel. Maar goed, die R1 RACE dus. Omdat het nu een pure circuitmotor is, moet er minder rekening gehouden worden met regels en eisen. De R1 RACE krijgt winglets, betere vering en een nieuw Brembo-remsysteem. Het 998cc CP4-motorblok een nieuw inlaatsysteem. Niet snel of exclusief genoeg? Dan kun je altijd shoppen in de GYTR-shop en ongeveer alles upgraden wat mogelijk is.

8: BMW S 1000 RR & M 1000 RR

Van de ene 1.000cc-superbike naar de andere. Het succes van de BMW S 1000 RR is duidelijk: een makkelijk te rijden raket op wielen voor amateurs, overwinningen in het endurancekampioenschap en zelfs een WorldSBK-titel met Toprak Razgatlioglu. Voor 2025 krijgt de S 1000 RR nieuwe winglets, standaard Pro-rijmodi, M-snelgas, een licht gewijzigd design, een nieuwe voorwielkap voor remkoeling en hij voldoet nu aan de EU5+-regels. De M 1000 RR voldoet daar ook aan en kun je dus eveneens op de openbare weg rijden, maar is nóg meer op circuitgebruik afgesteld. Zo krijgt die 6 pk meer (218 stuks), nieuwe Slide Control en Brake Slide Assist, een make-over voor het kuipwerk, enz.

7: Bimota KB998 Rimini

Een nieuwe Bimota is altijd speciaal, ook al heeft die in dit geval het motorblok van de Kawasaki Ninja ZX-10R. De KB998 Rimini is het productiemodel van de KB998 WorldSBK-machine die volgend seizoen zijn opwachting maakt in het WK. De wegracer heeft een chroom-molybdeen frame in combinatie met een aluminium draaiplaat met excentrische stelschroef, die zorgt voor eenvoudige aanpassingen aan de chassisgeometrie. Klinkt speciaal? Dat is het ook. Momenteel worden 125 exemplaren gebouwd. Tegen eind 2025 komen er daar nog eens 125 bij. In 2026 moeten, voor de FIM-homologatieregels, minstens 500 exemplaren zijn gemaakt. Kopen maar!

6: Aprilia RSV4 X ex3ma

In het segment van de sportmotoren kan het nooit gek genoeg zijn. Deze Aprilia RSV4 X ex3ma moet een van de extreemste motoren zijn die je momenteel kunt kopen. Daarvoor moet je wel eerst 80.000 euro neerleggen. Nee hoor, hij is – hoe kan het ook anders – al uitverkocht. Maar dan heb je in ieder geval een idee hoe duur het beestje is. Wat krijg je daarvoor? Een RSV4 met een aeropakket dat rechtstreeks is afgeleid van de MotoGP, een 230 pk sterke 1.099cc-V4, APX-ECU afkomstig uit WorldSBK om alle elektronica aan te sturen, Öhlins, Brembo’s, Pirelli-slicks,… Mocht het nog niet duidelijk zijn, hiermee mag je niet op de openbare weg. Wij zijn vooral benieuwd of we deze machine ooit op een trackday zullen zien. Dan moet je als eigenaar toch wel ballen (en geld) aan je lijf hebben.

5: Aprilia RS 660 Factory

Voor de minder bedeelden – alhoewel… – onder ons, heeft Aprilia ook een Factory-versie van de RS 660 toegevoegd aan haar gamma. Dat is een welkome verschijning, want de standaard RS 660 is al een bijzonder prettige (straat)racer. De Factory krijgt Öhlins-vering en speciale graphics, wat voor meer scherpte moet zorgen (op circuit). Die Öhlins-vering. Niet de graphics. Stel je voor. De standaard RS 660, en dus ook de Factory, worden 5 pk sterker (105 pk) en uitgerust met nieuwe winglets, launch control en een nieuw kleureninstrumentenpaneel. Een interessante sportmotor, want niet iedereen is gediend met meer dan 200 pk aan zijn rechterpols.

4: QJMotor SRK 921 RR

Door een explosie aan nieuwe 2025-modellen is er geen ontkomen aan QJMotor. Ook in het sportsegment mengen de Chinezen zich maar al te graag. De SRK 921 RR ziet er niet alleen klaar uit voor de strijd, met een vleugje Ducati vooraan en een MV Agusta-achtige uitlaat, hij legt ook behoorlijke cijfers neer op tafel. De viercilinder-in-lijn – je mag zijn cilinderinhoud raden – topt af op 163 pk en 90 Nm. Dat is zeker niet grensverleggend of komt zelfs niet in de buurt van +200 pk-monsters, maar je hebt er op de openbare weg in ieder geval meer dan voldoende aan. Verder wordt de SRK 921 RR uitgerust met instelbare Marzocchi-veren, Pirelli-rubber en radiale Brembo’s. Minder positief worden we van het rijklaargewicht van 223 kg. Dat wordt zwoegen en zweten in bochtencombinaties.

3: Ducati Panigale V2

Het nieuwe V2-motorblok van Ducati roept veel vragen bij ons op. Hoe zal het rijden, klinken, aanvoelen? Dat het minder krachtig is dan de uitgaande V2, maakt ons niet uit, maar heeft het evenveel karakter? Ducati knalt behoorlijk door met de nieuwe V2, want het blok komt onmiddellijk in de Streetfighter, Multistrada en nu dus ook Panigale. 118 pk is een stuk minder dan de vorige 148 pk, maar het maakt de Panigale V2 wel een stuk toegankelijker. Het is met 176 kg drooggewicht zelfs de lichtste Panigale V2 ooit. De S-versie volgt het gekende recept met Öhlins-vering en een lichtere lithium-ion accu. Aan de elektronicalijst beginnen we zelfs niet, die kun je HIER rustig nalezen.

Top 10 adventure motoren voor 2025

2: KTM 990 RC R

Hoewel KTM een nadrukkelijk sportief merk is, heeft het nooit lang zware sportmotoren in haar gamma gehad. Als het dan al eens een sportmotor lanceert, is het meestal een gelimiteerde special. De 990 RC R ziet er misschien niet zo uit, maar hij zal wel degelijk voor de openbare weg gehomologeerd worden. Het LC8c-motorblok levert 130 pk en 103 Nm, het stalen frame wordt gecombineerd met een gegoten aluminium subframe. Volledig instelbare WP APEX Open Cartridge-vering en lichtgewicht gegoten aluminium velgen met Michelin-banden moeten al het geweld onder controle houden. En ja, de winglets ook… De KTM 990 RC R moet in het tweede kwartaal van 2025 op de markt komen, maar gezien de problemen bij KTM houden we nog even onze adem in.

1: Yamaha R9

Welke sportmotor anders op de eerste plek dan de Yamaha R9? Het moet zowat de meest gehypete motor van het jaar zijn. Dat is wel wat gevaarlijk voor Yamaha, want de verwachtingen liggen torenhoog. Mag ook wel, want ‘de markt’ zit al jarenlang te zagen voor een sportmotor met de geweldige CP3-driecilinder. In de R9 zal die de gebruikelijke 119 pk en 93 Nm leveren. Frappant is het stijvere aluminium Deltabox-frame dat speciaal voor de R9 ontwikkeld werd. Het is met andere woorden geen omgebouwde MT-09. Ook interessant is dat de R9 minder luchtweerstand heeft dan de R6, ondanks een grotere cilinderinhoud, radiator en frontaal oppervlak. Op R1-gebaseerde elektronica, Brembo Stylema’s, instelbare KYB-vering en zelfs cruisecontrol. Je moet er ook wat mee op straat, natuurlijk. Benieuwd of de R9 ook met de Y-AMT-automaat komt. Die zal in zijn klasse wellicht onklopbaar op circuit worden, maar met zo’n stelling maken we ons allesbehalve populair…

Komt Suzuki in 2025 terug met compleet nieuwe GSX-R familie?

0

Op dit moment, afgezien van de Hayabusa, is de enige andere sportieve motor in het assortiment van Suzuki de GSX-8R, een ‘gemakkelijke’ tweecilinder van 776 cc, ontworpen om te concurreren met de Yamaha R7, Triumph Daytona 660 en Aprilia RS 660. De GSX-R-familie, de ultieme sportmodelnaam van Suzuki, heeft met de komst van de Euro 5-emissienormen in 2022 opgehouden te bestaan. Nu heeft president Toshihiro Suzuki verrassend aangekondigd dat de SBK-modellen weer in de line-up komen (hierboven een schets van Kardesign van hoe de nieuwe GSX-R eruit zou kunnen zien).

Een terugkeer naar de oorsprong?

‘We kunnen niet op de details ingaan, maar we denken dat het belangrijk is om supersportmotoren op de markt te brengen, aangepast aan de nieuwe voorschriften. We denken dat dit belangrijk is, omdat het deel uitmaakt van de erfenis van Suzuki.’ Het segment van de sportieve motoren is nu sterker dan ooit, met in 2025 de komst van een nieuwe driecilinder Yamaha R9, de V-twin KTM 990 RCR, een vernieuwde Ducati Panigale V2 en een nog krachtigere MV Agusta F3 RR. Daar komen ook de Honda CBR600RR bij, die in 2024 terugkeert naar Europa nadat deze in 2017 was opgeheven, en de Kawasaki ZX-6R!

Ja, maar niet naar de races…

Meneer Suzuki benadrukt wel dat de terugkeer van de SBK niet noodzakelijkerwijs een grote terugkeer naar de races betekent, aangezien de moedermaatschappij inmiddels niet meer officieel aanwezig is in de MotoGP-, Superbike- of Endurance-wereldkampioenschappen. Het Yoshimura SERT Motul-team, gevestigd in Frankrijk, heeft echter in 2024 opnieuw het kampioenschap gewonnen met een GSX-R1000R.

‘Voor ons is het belangrijkste om motoren aan motorrijders te leveren, met inachtneming van alle voorschriften. Natuurlijk zijn races belangrijk, maar onze prioriteit is het leveren van motoren met een optimale koolstofneutraliteit.’ In dit kader heeft de president bevestigd dat Suzuki blijft investeren in het Team Suzuki CN Challenge-project, waarbij ze dit jaar deelnamen aan de 8 Uren van Suzuka met een experimentele GSX-R1000R, aangedreven door 40% biologisch brandstof van Elf en biologisch motorolie van Motul.

Wanneer we de nieuwe GSX-R te zien krijgen? Toshihiro Suzuki gaf als antwoord: ‘Geniet van de komende EICMA.’

De Motor Podcast #139: laat de avonturier in jezelf ontwaken

0
De Motor Podcast #139

Podcast hosts Peter en Dennis zijn de uitdaging van het offroad rijden aangegaan. Terwijl ze zelf meer van het asfalt zijn, proberen ze in aflevering 139 van De Motor Podcast het rijden op mul zand, door greppels en over uitdagende paadjes in een bos.

De Motor Podcast #138: hoe is het om af te zien in de woestijn van Namibië?

Wat leer je nou eigenlijk tijdens zo’n training? Is het wel nuttig als je geen allroad motor hebt en nagenoeg alleen op het asfalt te vinden bent? In alle vroegte reden Peter en Dennis richting Twente om het zelf te gaan ondervinden. Alhoewel de dag op lage training begon, lag de motor al snel plat in het weiland. Het hoort erbij. Met de trainers wordt nog even uitgebreid nagepraat over de dag maar ook over alles wat er nog meer bij allroad trainingen en reizen komt kijken.

Luister hier naar Aflevering 139 van De Motor Podcast.

Luisteren naar De Motor Podcast is helemaal gratis en kun je doen via elke podcast-app zoals Spotify of de andere platformen. Er verschijnt elke 2 weken een nieuwe aflevering.

Ingezonden: een onvergetelijke ontmoeting met Giacomo Agostini

0
Ago vertelt over de medaljes. Op de achtergrond de 15 WK medaljes.

Zo rond 1966 – ik was toen 12 jaar – begon ik me serieus te interesseren voor motoren en motorsport. Mijn vriend had Renzo Pasolini als zijn grote fan en ik volgde alles wat Agostini deed. Het waren de gloriejaren van Agostini. Er was in die tijd geen motorsport op televisie en ook in de kranten was weinig te vinden. Elke week ging ik naar de plaatselijke boekhandel om daar het motorblad door te kijken. Als er een foto in stond van Agostini kocht ik het. Dat heb ik heel lang gedaan. De plaatjes en artikelen die ik in de loop van de tijd verzameld heb vullen een flinke doos.

Het plan was om ooit een Agostini-plakboek te maken. Maar het bleef bij een plan want het leek wel of er geen eind kwam aan de carrière van Ago!

Op mijn 18e kocht ik mijn eerste motor. Ik ging trouwen. We kregen kinderen en met daarnaast een drukke baan was het maken van een plakboek een toekomstproject geworden. Misschien iets voor als ik met pensioen ging?

Maar MOTO73 bleek mijn redding! Op 28 nov. 2019 vond ik op de website van Motor.nl een kort artikel met als heading ‘Giacomo Agostini opent privé museum aan huis’. Mijn eerste gedachte was: daar moet ik naar toe!

In 1985 was ik met vrouw en kinderen naar Stavanger, Noorwegen verhuisd en in 2003 had ik het motorrijden weer opgepakt. Wat een prachtig land voor motorrijders! Toen ik in 2021 mijn pensioengerechtigde leeftijd in Noorwegen (67 jaar) bereikte heb ik een nieuwe Moto Guzzi V85 TT aangeschaft. Hierdoor kwam ik in contact met motorrijders met een passie voor Italiaanse motoren. Het was dus geen probleem om een groep van minstens 6 personen bij elkaar te krijgen. Dit was namelijk één van de voorwaarden om een bezoek aan Ago te kunnen boeken.

Het werd echter een zeer langdurig proces maar een echte fan geeft nooit op!

Het eerste contact werd gelegd 21 januari 2020 met de dochter van Ago, Vittoria. Een bezoek werd geboekt voor juli 2020. Toen kwam de corona. Bergamo werd heel zwaar getroffen en Vittoria moest ons bezoek annuleren. Om een lang verhaal kort te maken: op een gegeven moment antwoordde Vittoria niet meer op mijn mails en het contact met Ago was dus verbroken. Ik probeerde alles om op een andere manier Ago te vinden maar dat was niet makkelijk. Eindelijk, in april 2023 lukte het!

De volgende mail van Ago’s secretaresse was de beloning voor al het werk in deze drie jaar: ‘Mr. Agostini will be waiting for you at 6.00 pm in the Trophy Room in Via Quintino Altro 34, Bergamo and at 8.30 pm for dinner at a local restaurant in the old city of Bergamo. The dress code for the dinner is casual.’

Inmiddels waren we een groep van zeven personen geworden en 4 september 2023 was het eindelijk zover.

Wat een fantastische gastheer! We werden uitgenodigd in zijn huis. Hij verontschuldigde zich dat hij alleen was (zijn vrouw was bij haar zieke moeder in Spanje en zijn assistent moest naar de tandarts). Wilden we een glaasje witte wijn? Nou, graag. En daar zaten we op de sofa van Ago een wijntje te drinken! Voor de foto kwam hij er even bij zitten. Mijn Noorse vrienden waren mij ontzettend dankbaar voor alles wat ik had geregeld dus mocht ik steeds naast Ago zitten. Ik vroeg hem hoe hij aangesproken wilde worden: ‘Mr. Agostino, or Giacomo? Just call me Ago he said’.

De Trophy Room was zeer indrukwekkend en ik keek mijn ogen uit. Ago nam alle tijd en vertelde o.a. het verhaal van zijn Daytona overwinning in 1974.

Na het bezoek reed hij ons terug naar ons hotel in het centrum van Bergamo. En later kwam hij ons weer halen voor het restaurantbezoek! Wie kan zeggen dat hij Agostini als kelner en als chauffeur heeft meegemaakt?

Wat een man! Hij had zijn fans niet vergeten. Tijdens het diner gewoon zitten kletsen over van alles en nog wat. Kortom, een onvergetelijke dag. Maar wat het meeste indruk maakte was zijn persoonlijkheid en de oprechte interesse in zijn fans.

Tekst en foto’s: Ron Gort – Stavanger, Noorwegen