zaterdag 21 juni 2025
Home Blog Pagina 105

Lionels Dyna met een vleugje Clubstyle-steroïden

0

Na enkele Japanse buikschuivers was het voor Lionel Bouillez tijd voor een Harley Street Bob. Om het vroegere adrenalinegehalte op peil te houden kreeg de Dyna een vleugje Clubstyle steroïden toegediend.

Zowat het volledige Vlaamse grondgebied is getransformeerd in ‘zone 30’ en ‘zone 50’ tracés, met talloze flitspalen en trajectcontroles waarmee de overheid bedrijvig geld binnentankt om hun bodemloze begrotingsputten te dempen. Het lijkt bijna onrealistisch, maar over de taalgrens van Wallonië kan de snelheid quasi onbelemmerd opgeschroefd worden tot de ‘criminele’ 90 km/u limiet. In een klein dorpje in de omgeving van Mons, vertelt Lionel over zijn passie voor snelheid en Clubstyle motoren.

Meer Lionel

Naam Lionel Bouillez
Bouwjaar 1984
Beroep If I tell you, I have to kill you
Ben van type Gesloten
Drank Koffie
Eten Italiaans
Beste film Harley Davidson and the Marlboro Man
Muziek Metal
Sport Crosstraining
Hobby Motoren
Motoren betekenen Vrijheid
Droommotor Road Glide CVO ST
Meest pijnlijke (motor-) moment Overlijden van een motorvriend
Mooiste motorervaring Meetings, toffe mensen met dezelfde passie ontmoeten
Zonder motor zou ik Rijker zijn!
Gebruikt de motor voor Dagelijks gebruik
Wat maakt uw motor speciaal Hij is van mij
Wat kan er beter aan de motor Een zwaarder blok
Gevoel bij eerste opstart project Geïnspireerd
Zonden in het verkeer Wordt best over gezwegen
Heb een hekel aan Individualisten en idioten
Lijfspreuk Passion is the engine of the soul
Andere motoren Street Glide CVO, chopper met 1340 Evo blok
Wat met vijf miljoen Een grotere werkplaats en meer motoren

KAMIKAZEWERK

Lionel: “Mijn eerste brommertje, een 50 cc Honda Camino, was het eerste slachtoffer van mijn opstekende verbouwingsdrang. Behalve de optische aanpassingen werd het bescheiden motorblokje opgepept tot de tellernaald bij 95 km/u bleef stokken. Met originele trommelremmetjes was dat zuiver kamikazewerk. Ook de daaropvolgende MBX werd stevig versleuteld, vooral om de snelheid op te vijzelen. Na het behalen van het motorrijbewijs stapte ik over op een Suzuki GSX-R 750 SRAD. Daar kwam een knappe streetfighter uit voort, een trend die toen erg populair was. Met andere tandwielen kon de machine met twee vingers in de neus op het achterwiel gezet worden. Met de komst van een 750 GSX-R K4 kreeg ik iets moderner spul onder de billen. Het was een regelrechte raket waarmee natuurlijk veel te snel gereden werd. De verslavende jacht naar de ultieme bandenlimiet bleef helaas niet onbestraft. Bij enkele opeenvolgende bochten lukten de eerste en tweede nog net, maar in de derde bocht ging het aan een ‘deftig’ gangetje verschrikkelijk mis. Na een aantal tolbeurten leek het alsof de Japanner ontploft was. De bangelijke crash leverde mij enkel een gebroken vinger op. Zoveel geluk heb je maar één keer in je leven. De motor werd nadien nog opgelapt, maar ik begon steeds meer aan de wijze woorden van mijn vader te denken.”

Avonturieren op een 70’s stijl Shovel Chopper

WEGGESCHRAAPT IJZER 

Lionel vervolgt: “Mijn vader vertelde me ooit dat er maar één echte motor bestaat en dat is een Harley-Davidson. Zelf reed hij eind de jaren zestig motorcross op een Moto Morini, een Italiaanse viertakt. Toen ik amper vier jaar oud was kocht hij me een Yamaha PW50. Ik herinner me nog dat ik doodsbang was van het geluid, maar na een nachtje slapen was de angst verdwenen en ik heb er ongelofelijke herinneringen aan overgehouden. Als broekventje begon ik bezield in motorliteratuur te neuzen. Dat kreeg ik mee van mijn vader, die zeer fanatiek met motoren bezig was. Jarenlang bleef zijn Harley-Davidson dogma me achtervolgen, maar op de gerechtigde leeftijd was het benodigde budget niet onmiddellijk voorhanden. Ik kon mijn droom eindelijk realiseren, pas nadat de benodigde centen verzameld waren. Mijn bikershart werd door ettelijke Harley’s gecharmeerd, maar om het sportieve segment trouw te blijven was een Dyna de enige, onbetwistbare keuze. De Street Bob werd in mei 2017 afgeleverd, net voor de lancering van de Milwaukee-Eight. Het verlangen om hard te rijden was uiteraard nog steeds aanwezig. Met de rijstijl die ik van mijn sportmotoren gewend was, werd in de bochten behoorlijk wat ijzer weg geschraapt en door het gemis aan een meute hitsige paardenkrachten begon ik me al snel te vervelen op de motor. Tijdens mijn research om de Dyna wat vuriger te maken, ontdekte ik vrij toevallig de Clubstyle scene. Die leek me perfect op het lijf geschreven.”

MAXIMAAL AMUSEMENT

In Frankrijk is de Clubstyle cultuur enorm populair op de sociale netwerken. Zo kwam Lionel via Facebook toevallig in contact met enkele gabbers uit de streek met dezelfde interesse. “Uit dat Belgische gezelschap ontstond een Club met oorspronkelijk slechts een vijftal leden”, zegt hij. “Mettertijd werd de club echter te groot en er kwamen mensen bij die niet de juiste Clubstyle mentaliteit hadden, waardoor de sociëteit werd ontbonden. In juni besloten we met een aantal gelijkgestemde zielen de ‘Clubstyle Factory’ op te richten. Een select, familiaal groepje van een tiental hechte vrienden, die zich in de eerste plaats maximaal willen amuseren met motorrijden. We transformeren onze motoren in mijn werkplaats, die eveneens openstaat voor niet-clubleden. Business spreekt ons niet aan, het is passie die boven alles primeert. Ik heb studies gevolgd voor automechanica en carrosserie. Onder de naam Lio Custom Motorcycle heb ik mijn eigen bedrijfsregistratie, waardoor ik toegang heb tot gespecialiseerde toeleveranciers zoals Zodiac, MCS en Custom Chrome. Ook het spuitwerk doen we zelf. Enkel interne wijzigingen aan het motorblok voeren we niet zelf uit.” 

RAUW GEDONDER

Het Street Bob motorblok is uitgerust met een Stage 1 Plus kit van het merk Poivre Noir, een Zwitsers bedrijf in Genève dat gespecialiseerd is in motoroptimalisatie. Met het Arlen Ness luchtfilter blijven de beide cilinders integraal zichtbaar en het bezorgt de machine nog wat extra performance. Ook het Amerikaanse TBR 2-in-1 uitlaatsysteem draagt zijn steentje bij. “De coole racy look en het rauwe gedonder waren net wat ik zocht”, verklaart Lionel. “De Shock Factory schokdempers hebben een betere demping en ze zetten de machine wat hoger op zijn poten. Daardoor kan ik dieper overhellen in de bochten, want met de originele veren was de grondspeling nogal beroerd. Vooraan werd de standaard vork intern verbeterd met Hyperpro veren en olie, waardoor de voorkant minder duikt tijdens een stevig rempartijtje.” Het is geen publiek geheim dat een stock Harley een hinderlijk tekort aan remkracht heeft voor sportieve vliegeniers. Dat kwaaltje werd vaardig opgelost door zwevende remschijven, Kevlar remblokken en stalen remleidingen te monteren, waarmee nu ongemeen stevig in de ankers kan gedoken worden. De T-bar is praktisch zo goed als direct op de vork bevestigd, wat minder speling oplevert. De voetsteunen zijn van MJ Design, een jong Frans bedrijf waar Lionel graag ondersteuning aan verleent. Het comfortabele Low Rider zadel werd gemodificeerd bij de Franse zadelmakerij ‘American Spirit’. Het stiksel is uitgevoerd in adequaat groen en de naam Lio Custom werd stijlvol in het leder verwerkt.

EXTREME PASSIE 

Lionel verklaart: “Het nummer 147 is een hommage aan de geboortedata van mijn dochters. De tweeling op 14 januari en de oudste op 7 november. Het ‘Isle of Man Green’ gebruikt BMW op wagens van de M3 serie. Quasi alle logo’s zijn gepaint. Enkel de Club Style Dubai sticker vormt een uitzondering. Ik was er op vakantie en ben er bevriend geraakt met een aantal Clubstyle aanhangers die ik regelmatig terugzie op bikeshows. De eerste uitstap onder de Factory colors was meteen een succes. Op het motorfestival Punta Bagna 2024 in het Franse Courchevel, scoorden we een eervolle prijs met een Low Rider S Clubstyle. We waren eerder ook al op de bike show van Bad Salzuflen in Duitsland. We proberen een combinatie de maken van attractieve motoren die daarenboven ook goed rijdbaar zijn. In het begin wist ik amper iets af van de Clubstyle cultuur, maar vandaag ben ik op de hoogte van de allernieuwste innovaties. De Harley dealer van Mons heeft me inmiddels gecontacteerd om op hun custom evenementen een nieuwe dynamiek op gang te brengen. Met de aanwezigheid van de Clubstyle Factory tijdens opendeurdagen hopen ze het jonge publiek te charmeren. Mijn Dyna is alvast een bescheiden voorbeeld van de ongelimiteerde mogelijkheden. In het Clubstyle milieu moet je extreem gepassioneerd zijn en dingen durven uitproberen die je enkel in Amerikaanse gespecialiseerde magazines aantreft. We moeten echter realistisch blijven. We leven en rijden in België en moeten dus niet naast de schoenen gaan lopen.”

Tekst & foto’s: Patrick De Muynck

SPECIFICATIES CLUBSTYLE STREET BOB

Specificatie Detail
ALGEMEEN
Eigenaar Lionel Bouillez
Bouwer Lio Custom
Bouwtijd 2 maand
Kilometerstand 20.000 km
MOTORBLOK
Merk en type Dyna Street Bob
Bouwjaar 2017 (verbouwing 2022)
Cilinderinhoud 103 ci
Luchtfilter Arlen Ness Super Mini
Uitlaten 2 in 1 TBR
Overige aanpassingen Stage 1-kit
RIJWIELGEDEELTE
Merk en type frame Dyna
Voorvork Hyperpro
Balhoofdplaten Origineel
Voorwiel Standaard
Voorrem Drag Specialities zwevende schijf, aviation remleiding, performance blokken
Voorband Avon Cobra
Achterbrug Origineel
Shokdempers Shock Factory 13 inch
Achterwiel Origineel
Achterrem Drag Specialities zwevende schijf, aviation remleiding, performance blokken
Achterband Avon Sprint
DIVERSEN
Koplamp Baja style
Stuur T-bar
Knipperlichten Kellermann
Spiegels Arlen Ness
Tellers Origineel
Handvatten Arlen Ness
Benzinetank Standaard
Zadel Low Rider S, aangepast door American Spirit
Voor- en achterspatbord Origineel
Achterlicht Kellermann
Voetsteunen Mj Design
Kentekenplaathouder Amerikaans
SPUITWERK
Spuiter Lio Custom
Kleur Isle of Man Green (BMW)
Overig Gold métal flake

Kan zeewier de verbrandingsmotor redden? Op Barbados denken ze van wel

1

Het onderwerp van duurzame alternatieve brandstoffen is al enige tijd een hot topic. Steeds meer mensen kijken naar andere opties dan elektriciteit om koolstofneutraliteit te bereiken. Hoewel het algemeen wordt erkend dat elektrische voertuigen (EV’s) nog steeds de sleutel tot de toekomst van mobiliteit vormen, is het geruststellend om te zien dat er steeds meer initiatieven zijn gericht op alternatieve brandstoffen om de goede oude verbrandingsmotor in leven te houden.

We hebben al veel gesproken over waterstof en hoe het potentieel heeft voor massale acceptatie in de nabije toekomst. Maar een andere, vaak over het hoofd geziene alternatieve brandstofbron is iets veel dichter bij huis – zo dichtbij dat sommige mensen er dagelijks mee te maken hebben.

Voor de inwoners van Barbados, een eiland in de zuidoostelijke Caribische Zee, is sargassum, een soort zeewier, inderdaad iets waar ze elke dag mee kampen. Het is zo erg dat de premier van het land een nationale noodsituatie heeft uitgeroepen vanwege de hoeveelheid zeewier die zich ophoopt aan de kusten van het land. Zoveel zelfs dat het toerisme van Barbados eronder begon te lijden. Hotels en resorts moesten miljoenen dollars uitgeven om de invasie van zeewier tegen te gaan. Om het nog erger te maken, stoot sargassum waterstofsulfide uit, wat oogirritaties, ademhalingsziekten kan veroorzaken en in extreme gevallen zelfs je zenuwstelsel kan aantasten.

Eureka!

Toen ze de chaos zagen ontstaan, hadden onderzoekers aan de Universiteit van de West-Indies (UWI) een eureka-moment: wat als ze al dat zeewier konden gebruiken om hun voertuigen van energie te voorzien? En dat deden ze. En het bleek dat sargassum inderdaad een lucratieve bron van biogas kon zijn – nog een vorm van koolstofneutrale alternatieve brandstof.

In een eerder artikel hebben we al kort biogas besproken, over hoe Bajaj de ontwikkeling van motorfietsen aangedreven door biogas op het oog heeft. In essentie kan biogas, net als aardgas, worden gebruikt om verbrandingsmotoren van energie te voorzien. Maar in tegenstelling tot zijn fossiele brandstof-afgeleiden tegenhangers is het volledig hernieuwbaar, omdat het gebruikmaakt van organisch materiaal, in dit geval de tonnen sargassum die aan de kust zijn aangespoeld.

Technisch gezien worden alle soorten biogas als koolstofneutraal beschouwd, omdat alle emissies die met het gebruik ervan gepaard gaan, al zijn gecompenseerd door de koolstofabsorptie gedurende de levenscyclus van het organisch materiaal.

De wetenschappers van UWI hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt in het extraheren van biogas uit sargassum. Door afvalwater van lokale rumdistilleerderijen te mengen met mest van de zwarte schapen van het eiland, die de anaërobe bacteriën leveren, konden de wetenschappers een biobrandstof ontwikkelen die vrijwel elk voertuig kan aandrijven.

De onderzoekers stellen zelfs dat elk voertuig kan worden omgebouwd om op sargassum-gas te rijden via een eenvoudig ombouwsetje dat slechts vier uur kost om te installeren en ongeveer $2.500 (€2.400) kost.

Geen auto met verbrandingsmotor

De officiële website van UWI toont het testvoertuig in kwestie, dat interessant genoeg geen verbrandingsmotorauto is, maar een volledig elektrische Nissan Leaf. Hoe vreemd het ook moge lijken, het is onwaarschijnlijk dat de UWI-wetenschappers een verbrandingsmotor in deze EV hebben geplaatst. Het is veel waarschijnlijker dat de Leaf is opgeladen met behulp van een generator die wordt aangedreven door sargassum-gas.

De onderzoekers van UWI hebben in 2019 een patent op hun formule verkregen en zijn momenteel bezig met de ontwikkeling en het testen van biogas afgeleid van sargassum. In de niet al te verre toekomst heeft het team plannen om zijn werk uit te breiden door een eigen biogasstation te bouwen om de productie van sargassum-biogas op te schalen. Ze zijn ook van plan om andere innovaties op basis van sargassum te introduceren, zoals plaagbestrijding. Praat over het omtoveren van afval in een nationaal goed.

Dus ja, het lijkt erop dat knappe koppen opnieuw de code hebben gekraakt. Maar zoals bij alle innovaties, kost het tijd. En het zal veel meer tijd, en niet te vergeten geld en middelen, kosten om zeewier-gebaseerd biogas mainstream te maken.

Van Streetfighter tot Swedish Hayabusa Chopper

0

Het gebeurde tijdens de Cotswold Bike Night van 2022. Het geluid van brullende motoren vult de nacht en dan ineens… Dan ineens lijkt het stil te worden en zijn alle ogen gericht op de onwaarschijnlijk brute chopper die naar binnen wordt gereden. Natuurlijk loop ook ik naar de machine toe en maak kennis met de eigenaar; Nick Argyle. Een ex-Chopper Club Prospect met een reputatie die net zo indrukwekkend is als zijn chop. Op dat moment kon ik nog niet vermoeden dat ik samen met hem aan mijn meest ingrijpende chopper-project zou gaan beginnen!

Op dat moment reed ik een Suzuki GSX-R 1300 Hayabusa streetfighter en die vond ik al helemaal te gek. Maar toen ik Nick over mijn streetfighter vertelde bleek al snel dat het wat hem betreft nog véél gekker zou kunnen; “Laten we er een chopper van bouwen”, stelde hij voor. Hij hoefde me niet te overtuigen, want ik was meteen verkocht. ‘Goed plan, ik doe mee!’ Ik had juist mijn 10-jarig jubileum bij de National Chopper Club gevierd, dus het was ook een perfect moment om iets speciaals te doen.

TWEE JAAR

Het zou het begin zijn van een heftige periode van ruim twee jaar, gevuld met bloed, zweet en metaal. We wilden hem op tijd klaar hebben voor een eerste onthulling tijdens het 50-jarig jubileum van de National Chopper Club in 2023. De motor had echter andere plannen en gooide een aantal elektrische Gremlins in de strijd die met succes de bouw flink wisten te vertragen. Op dat feest van de National Chopper Club had ik Nick en zijn vrouw Caroline als gasten uitgenodigd en wat denk je..? Hij komt binnenrijden met zijn eigen chopper, ‘Alfie’ en het eerste wat hij doet is de President’s Choice Trohy van de tafel af grissen. ‘Die hou ik vanaf nu wel warm voor jou’, verklaarde hij met een grijns van oor tot oor.

ELEKTRA

Tja, typisch Nick, maar dan moeten we natuurlijk wel eerst een complete en rijdende chopper hebben. Hij gaat in de periode daarna extra hard aan de slag en bouwt alles met de hand; van frame en plaatwerk tot en met voorvork. Natuurlijk stuiten we op de nodige problemen; vooral de elektra blijkt een ramp. Daarvoor gaan we uiteindelijk op pelgrimstocht naar Sheffield waar Steve Keenan, de Hayabusa-goeroe van MK Engineering South Yorkshire zijn toverkunsten demonstreert en de viercilinder weer laat spinnen als een tevreden leeuw.

Avonturieren op een 70’s stijl Shovel Chopper

OXFORD BLOOD

Daarna ontdekten we dat de bike met zijn lengte van meer dan 3.50 m nooit in mijn mancave zou passen, maar met behulp van wat extra beton werd ook dat probleem opgelost. Maar goed, het is nu wel de hoogste tijd om de aandacht te richten op alles dat wèl goed is gegaan en dat is gelukkig ook heel veel. Het zadel bijvoorbeeld: pure luxe, gemaakt van Oxford Blood leer dat zowel stoer als stijlvol oogt. De benzinedop is gemaakt van een Jaguar wielmoer. Waarom..? ‘Waarom niet!’ De motorsteunen, standaard en het stuur zijn van de National Chopper Club.

EEN REIS

Vanaf het begin van dit project stond één ding al wel vast: deze chopper gaat er behoorlijk slordig uit zien. Niets van dat gepolijste, glimmende showroom-gedoe. Ik wil dat ons zweet, de inspanning en de ellende in elke las en elke buis te zien zijn. De onthulling van de bike was een geweldig moment. Instemmend gegrom en goedkeurende knikjes alom bij de genodigden. Ja, we hebben een monster gecreëerd. Er wordt altijd gezegd; ‘Het gaat niet om de bestemming, maar om de reis’. En wàt een reis is dit geweest!

NAGEDACHTENIS

Uiteindelijk is dit niet zomaar een chopper. Het is een symbool van doorzettingsvermogen, van vastberadenheid en liefde voor de vrijheid van de chopper. Ik heb de motor EDDIE genoemd ter nagedachtenis aan mijn broer Garry Edmonds die me als jong ventje leerde van choppers te gaan houden. Mis je bruv, GBNF.

Tekst: Jonny Edds
Fotografie: Del Hickey

SPECIFICATIES SWEDISH HAYABUSA ‘EDDIE’

Specificatie Detail
ALGEMEEN
Eigenaar Jonny Edds
Bouwer Nick Argyle
Basis 2001 Suzuki GSX-R 1300 Hayabusa
MOTORBLOK
Type Watergekoelde viercilinder in lijn
Cilinderinhoud 1298 cc
Vermogen 175 pk/9.800 t.p.m.
Koppel 140 Nm/7.000 t.p.m.
Carburatie Electronische injectie
Airbox Custom
Transmissie Zes versnellingsbak, natte, meervoudige platenkoppeling, ketting
RIJWIELGEDEELTE
Frame Alles volledig custom
Voorwiel 21 inch H-D
Voorrem H-D
Remleiding Omvlochten en weggewerkt
Voorvork Custom springer met enkele schokbreker
DIVERSEN
Benzinetank Custom
Zadel Custom door Chris Vining -Custom Coach & Trimming-
Achterspatbord Custom
Zijpanelen Custom
Koplamp Zoeklicht van brandweerauto uit de jaren 50
Elektra Custom door Steve Keenan/Caroline Lindsell, MK Engineering South Yorkshire
Nummerplaathouder Custom

Niemand is geïnteresseerd in de helm van Captain America

1

De stars-and-stripes helm die Peter Fonda droeg als Wyatt in de film Easy Rider uit 1969 werd te koop aangeboden. In tegenstelling tot de Captain America-chopper was de echtheid van de helm dit keer onbetwistbaar. Toch verkocht de helm niet voor de vraagprijs van $25.000 en er kwam zelfs geen enkele bieding binnen. Dat was nogal verrassend: vervaagt de waarde van filmrekwisieten?

Logische argumenten verklaren de waarde van verzamelobjecten echter niet altijd goed. Dat is vaak eenvoudiger bij massaproducten, zoals motorfietsen. Denk aan de motor die je op je 21e de gaafste vond, maar die je nooit kon betalen. Tien jaar later was het een gewone, gebruikte motor en veel minder waard. Maar dertig jaar later, als je in je vroege vijftig bent, ben je misschien bereid om flink te betalen om een stukje van je jeugd te herbeleven. Maar na nog eens dertig jaar zijn er veel minder mensen met die emotionele band. Dan is zeldzaamheid de enige factor die de prijs ondersteunt en is het gewoon een oud massaproduct dat waarschijnlijk minder waard is. Dit prijsverloop geldt voor veel voorwerpen.

Bij unieke iconische verzamelobjecten ligt het anders. Daarom was het ook zo verrassend dat niemand deze helm wilde. ‘Easy Rider’ was in zijn tijd iets nieuws en legde het ook vast. De film had impact op veel jongeren en werd een grote hit, ondanks het lage budget. Het droeg bij aan de populariteit van motorfietsen.

Tegenwoordig staat YouTube vol motovloggers met geweldig materiaal en hoewel niets de impact van ‘Easy Rider’ kan evenaren is de film nauwelijks meer irrelevant. Jongeren hebben hun eigen ‘motorbeeldtaal’ ontwikkeld en ouderen, die ooit geraakt werden door Easy Rider, sterven uit. Net als beide hoofdrolspelers.

Het zlu een reden kunnen zijn waarom niemand bereid was $25.000 te betalen voor een authentiek en zeer herkenbaar stukje iconografie.

Honda Gold Wing krijgt 360-graden bewakingsysteem

0

Radartechnologieën zijn steeds gebruikelijker geworden in het touring-segment, met merken zoals BMW en Ducati die gebruikmaken van systemen van Bosch voor functies zoals adaptieve cruisecontrol. Honda kiest ervoor om eigen technologieën te ontwikkelen in plaats van kant-en-klare oplossingen van leveranciers, wat leidt tot unieke functies, maar ook hogere kosten en langere ontwikkelingstijden.

De gepatenteerde systemen combineren Lidar, radar en camera’s, elk met unieke sterkte: radar werkt in alle lichtomstandigheden, Lidar biedt nauwkeurige 3D-beelden en camera’s zijn goed in het herkennen van kleuren en verkeersborden. Deze integratie moet een gedetailleerd beeld van de omgeving creëren en de zwaktes van de afzonderlijke technologieën verminderen.

Een belangrijk aspect van de nieuwe technologie is het dodehoekbewakingssysteem, dat afhankelijk van de snelheid verschillende waarschuwingen geeft. Bij lagere snelheden waarschuwen lampen in de buitenspiegels, terwijl bij hogere snelheden de waarschuwingen naar de spiegels en het dashboard verschuiven.

De sensoren openen de deur naar verschillende rijhulpsystemen zoals adaptieve cruisecontrol, automatische noodremming en rijstrookassistentie. Lidar-technologie is momenteel nog kostbaar, wat betekent dat de Gold Wing waarschijnlijk als eerste model deze systemen zal krijgen.

Hoewel veel van deze functies al in auto’s aanwezig zijn, kan de ontwikkeling voor motoren snel verlopen. Honda’s keuze voor zelfontwikkeling kan de Gold Wing een leidende rol geven op het gebied van rijhulpsystemen, maar het is nog onzeker wanneer deze technologieën breed beschikbaar zullen zijn.

Lewis Hamilton en MotoGP: Mogelijke samenwerking met KTM in 2025

0
Lewis Hamilton (foto: ANP)
Lewis Hamilton (foto: ANP)

Lewis Hamilton, de zevenvoudig wereldkampioen Formule 1, overweegt een investering in het MotoGP-team van KTM. KTM kampt met financiële problemen en heeft onlangs de ontwikkeling van hun MotoGP-motoren stilgelegd. 

Pit Beirer, hoofd van KTM’s motorsportafdeling, bevestigde gesprekken met Hamiltons management: “Het is geen geheim dat Lewis Hamilton interesse heeft in MotoGP en nadenkt over een eigen team. Er zijn concrete gesprekken gaande.”

Een mogelijke uitdaging is de sponsorrelatie; KTM werkt nauw samen met Red Bull, terwijl Hamilton verbonden is aan Monster Energy. Beirer stelt echter dat dit geen obstakel vormt in de huidige onderhandelingen. Daarnaast is er al rumoer dat Lewis Hamilton, die in 2025 als coureur bij Ferrari zal aantreden, zich voorbereidt om zijn langdurige samenwerking met sponsor Monster Energy te beëindigen.

Hamilton heeft eerder interesse getoond in MotoGP en werd eerder dit jaar in verband gebracht met een mogelijke overname van het Gresini Racing-team. 

Hoewel er nog geen definitieve overeenkomsten zijn, zou Hamiltons betrokkenheid bij KTM een significante impact kunnen hebben op zowel het team als de MotoGP-competitie in het algemeen.

Bronnen: TalkSport, The Race
Foto: ANP

Triumph Thruxton 400: nieuw model voor 2025?

0

Triumph werkt aan de Thruxton 400, een motorfiets die het 400cc-segment moet versterken. Recentelijk is hij gespot in India, vrijwel in definitieve vorm. De Thruxton 400 deelt veel onderdelen met de Speed 400 en Scrambler 400X, maar heeft ook invloeden van de Thruxton 1200 met een sportieve uitstraling.

Het stalen buizenframe, 17″ wielen en een voorvork met upside down maken het ontwerp klassiek. Verwacht wordt dat de motor dezelfde specs heeft als de Speed 400, met een 398cc-eencilinder die 40 pk levert. De komst naar de Lage Landen roept nieuwsgierigheid op, gezien de groeiende belangstelling voor kleinere motoren.

2024 terugblik: Collin Veijer eerste Nederlandse podiumplaats tijdens de TT Assen sinds 1994

0
Collin Veijer Assen 2024

Het scheelde slechts een halve wiellengte of Collin Veijer had zijn eigen GP op ‘ons’ Assen gewonnen. De 19-jarige Staphorster kreeg het Nederlandse publiek daarmee wel op de banken, maar zorgde ook voor een heftige crash in de kwalificatie, reed vervolgens een ijzersterk Moto3-race en scoorde met zijn tweede plek de eerste Nederlandse podiumplaats tijdens de TT Assen sinds 1994. ‘Het was een mooie show denk ik’, zei Collin na afloop. Dat was het zeker!

TT Dagboek Collin Veijer: 0,012 seconde verwijderd van een historische TT-zege

Foto: ANP

Dwars door Noorwegen: motortrip naar de Noordkaap

2
roadtrip Noorwegen

Mythische bestemmingen en motorrijders: het zijn twee handen op één buik. We beschouwen elke verre uithoek, extreme punt, hoogste top of laagste dal als perfecte aanleiding om onze tweewieler op te blinken, de koffers aan te binden en op avontuur te trekken. En zo komt het dat ik na een stevige voorbereiding en maandenlang reikhalzend uitkijken op een vroege zaterdagochtend gepakt en gezakt de eerste versnelling aantik, bestemming Noordkaap.

Etappe 1: Antwerpen – Kiel – Oslo

It’s not about the destination, it’s about the journey. Een waarheid die klopt als een bus als je met de motor een mystieke bestemming als de Noordkaap opzoekt. Maar vooraleer die journey echt memorabel begint te worden, moeten we toch eerst kilometers vreten. Reisgezel Joris zal de trip ondernemen met een Moto Morini X-Cape 650 uitgerust met de driedelige kofferset. De X-Cape heeft – behalve een toepasselijke titel voor deze onderneming – z’n plaats als oerdegelijke, betaalbare allroader intussen opgeëist in dit drukbezochte segment. Geen overdreven kracht of bijzonderheden, gewoon souplesse, veelzijdigheid en comfort. Ik krijg voogdij over de Suzuki GSX S1000GX sport-touringmotor uitgerust met het Touring-accessoirepakket. Voorzien van makkelijk hanteerbare power, een droom van een automatische ophanging en een comfortzadel. We spreken voor vertrek alvast af dat ik nooit zelf mag beginnen over zadelpijn.

Twee verschillende karakters, dus (en dan doel ik vooral op de motoren), maar met hetzelfde doel. De snelweg brengt ons opvallend vlot vanuit het mondaine Ekeren tot aan het Duitse Kiel. Daar betreden we ’s anderendaags omstreeks 14u het autodek van de Color Fantasy: ’s werelds grootste cruiseschip dat ook voertuigen kan vervoeren. Dankzij deze strategie vermijden we een flink aantal uren aan saaie kilometers, staan we de volgende ochtend meteen in Noorwegen én hebben we meteen een overnachtplek. Win-win-win. Helaas was dat laatste niet van toepassing tijdens het obligatoire casinobezoek aan boord van het schip. Maar goed. Een biertje op het zonnedek, een cocktail met een magnifiek uitzicht op de ondergaande zon en een laatste blik op de reisplannen doen ons alleen maar nog meer zin hebben in wat gaat komen. Tijd om de kajuit op te zoeken.

De Color Fantasy brengt ons meteen naar Oslo. Nu begint de reis écht.

Nieuwe veerverbinding Eemshaven-Noorwegen onderzocht

Etappe 2: Oslo – Bergen – Geiranger

Eens aangemeerd in Oslo, rijden we zonder omkijken naar Bergen. Het eerste deel van deze etappe leidt ons door een landschap dat we nadien eigenlijk niet meer zullen tegenkomen. Waar we de komende dagen om de oren zullen geslagen worden met staalblauw fjorden en machtige watervallen, brengt deze weg ons over plateau’s en door de bergen naar, wel, Bergen.

Al staat ons onderweg wel een wake-up call te wachten. Na een ruime bocht zien we plots enkele auto’s stilstaan op de weg met naast de weg een stomende Tesla met de airbags open geplooid en het koetswerk naar binnen. De wagen was slechts ettelijke minuten voor onze passage in de berm beland. De inzittenden, twee jonge kinderen en hun grootouders, waren nog maar net bevrijd met de hulp van omstaanders. De ogenschijnlijk rustige bergpas stond al snel vol met auto’s en passanten die hielpen waar kon, en omdat onze aanwezigheid iets te hard op ramptoerisme begon te gelijken besluiten we om door te rijden. Aan halve snelheid, weliswaar.

Etappe 3: Bergen – Geiranger

Ter hoogte van Bergen gaat onze route nu écht noordwaarts. En daarmee begint ook het ferryhoppen. Autoferry’s moeten zowat de belangrijkste variant van openbaar vervoer zijn in west-Noorwegen, en gelukkig betekent dat ook dat het hele overzetbotensysteem bijzonder soepel verloopt. Zeker in het eerste deel van de trip moeten we nooit meer dan 20 minuten wachten op een overzet. Bovendien mogen we meestal de wachtende campers voorbijsteken – al is dat afhankelijk van het humeur van de ferry-medewerkers. Via de app FerryPay hebben we op voorhand onze nummerplaten ingegeven, zodat elke vaart achteraf gefactureerd wordt en je aan boord je betaalkaart niet telkens moet bovenhalen.

Tijdens een van de overzettochtjes slaan we een praatje met een Noorse collega-motorrijder. Na de standaard “Where’re you from-babbel, vertellen we hem over onze plannen de komende dagen. “You’ve heard the news about Trollstigen, right?”, vraagt de man ons. “Hoezo?”, is op ons gezicht af te lezen. Blijkbaar is de befaamde Trollenweg, een toeristische route langs indrukwekkende uitzichtpunten en met als apotheose een steile kronkelweg met 11 haarspeldbochten, erg recent afgesloten voor alle verkeer. Door meerdere rotsverschuivingen besliste de overheid omwille van veiligheidsredenen de route af te sluiten voor de rest van het jaar. Damn. Deze legendarische motorweg stond natuurlijk bovenaan onze must do’s tijdens deze trip. We plotten tijdens de rest van de vaart een alternatieve route uit. Dat is snel gebeurd – er is er maar één – dus we rijden opnieuw even enthousiast als voordien de ferry weer af.

Vervolgens brengt onze route ons langs de Gamle Strynefjellsvegen. Deze historisch belangrijke weg (weetje: Gamle is Noors voor “oud”) is een echte toeristenroute, want je vermijdt hiermee de moderne en snellere maar saaiere tunnelweg. In de plaats rijd je (zelfs in juni) langs zomerse sneeuwhoopjes en krijg je een prachtig uitzicht over meertjes en watervallen. Bovendien word je als motorrijder getrakteerd op leuke bochten en uitdagende gravel. Kolfje naar de hand van de X-Cape. De GSX S1000-GX is op papier minder in z’n sas op zulke ondergrond, maar laat zich – zelfs volgepakt – allerminst uit z’n lood slaan.

Toertocht Italië: geweldig motorrijden in Toscane

Van het ene hoogtepunt naar het andere – letterlijk. Want deze weg eindigt ongeveer waar je kan afdraaien richting de Dalsnibba: een bergweg die je naar een hoogte van 1.500 meter brengt tot op een onwaarschijnlijk uitzichtpunt op het Geirangerfjord. “Klinkt mooi.”, hoor ik jullie luidop denken. “Maar waar zijn de foto’s?”, Wel, eens we de start van de Dalsnibba indraaiden werden we verwelkomd door een tolpoort en de mededeling dat we 170 Noorse kronen (zo’n kleine 15 euro) per motorfiets mochten ophoesten om door te mogen. De vele (gratis) uitzichtpunten en overige prachtige natuur en dito wegen die ons nog te wachten stonden in het achterhoofd, leek het ons niet de moeite. Mogelijks een vergissing, maar eerlijk gezegd waren we het al snel vergeten. Temeer door het ongelofelijke decor dat onze weg naar Geiranger sierde en waardoor we ons in het videospel Red Dead Redemption waanden – op een stalen ros, weliswaar. En met minder bandieten en vrouwen van lichte zeden in de struiken. En minder beschonken.

Eens in de buurt van Geiranger wordt het tijd om onze tenten op te zetten. We rijden langs een aantal prachtige, enorme tuinen die uitkijken op het water. De ultieme tentplek-voor-een nacht, daar zijn we het meteen over eens. In de Scandinavische landen geldt het allemansrecht, wat voorschrijft dat je zelfs op particuliere grond voor één nacht je tent mag opzetten in de natuur. Eén van de voorwaarden, echter, is dat je minstens 70 meter verwijderd moet blijven van woningen, en liefst ook toestemming krijgt van de eigenaar. Daarom bellen we aan bij enkele huizen om toestemming te vragen. De derde eigenaar die we de vraag stellen, een iets oudere man, ziet er geen graten in, dus we rijden opgewekt zijn tuinpad op en zoeken een geschikt plaatsje. Niet veel later zien we in de verte een jong koppel-met-hond dat enigszins driest naar ons toe komt gewandeld. Het wordt al snel duidelijk dat ze niet zo blij zijn om hier motorfietsen te zien, maar alleszins hebben we toestemming van de eigenaar, toch? Niet dus. Het jonge koppel blijkt de echte eigenaar van de grond te zijn, en de oudere heer die we aanspraken de vader van de jongeman. Die was blijkbaar gewoon toevallig op bezoek, en vond het wel lollig om ons op bezoek te hebben. Zoonlief blijkbaar iets minder. Een vorm van Noorse humor? Of een oprecht misverstand? Alleszins, geen tijd meer om een nieuwe wildkampeerspot te vinden, dus rijden we braaf verder naar een camping.

Etappe 4: Geiranger – Trondheim

De weg naar Trondheim is bezaaid met ellenlange tunnels – zelfs met rotondes erin – en fraaie bruggen. We rijden via de Atlantic Road en de befaamde glooiende Storseisundet-brug richting Kristiansund en vervolgens Trondheim. Daar verblijven we wat langer om even rust in te lassen. We nemen er intrek in een Airbnb beheerd door enkele Noorse studenten om eens een deftig bed en een wasmachine te hebben na enkele dagen kamperen – geen overbodige luxe.

Trondheim zelf verrast ons. Het is er aangenaam zonnig en omdat het weekend is, bruist het Noorse hipsterstadje met livemuziek en een marktje met streekproducten. De elandenworst die we niet konden laten liggen zag er goed uit, maar z’n smaak was het helaas niet. Tijdens deze onvoorziene citytrip plotten we op een zonovergoten terrasje, en in het gezelschap van een – uiteraard – veel te dure pint, de rest van onze route meer in detail.

Etappe 5: Trondheim – Tjøtta

We nemen afscheid van Trondheim en zetten koers richting het Hoge Noorden. In plaats van de snelle maar weinig spannende E6-snelweg, doen we dat via Route 17. Of meer sprookjesachtig: Kystriksveien, wat zich laat vertalen naar Kustweg. Absoluut een must als je deze trip onderneemt. Een 650 kilometer lange, perfect onderhouden en kronkelende weg vlak naast de Noorse zee. Je rijdt er langs vissersdorpjes en hun magnifieke witte zandstranden, door bossen en over bruggen en langs fjorden en bergen die in geen woorden of foto’s te bevangen zijn. We kijken ons de ogen uit het hoofd, en de gesprekken via ons Cardo-communicatiesystemen gaan niet diepgaander dan “Wauw” en “Kijk daar!” en “Zie die waterval eens”.

Met maar liefst zes overtochten op twee dagen bereikt het ferryhoppen hier een hoogtepunt. De boottochtjes zijn telkens een uitgelezen gelegenheid om even uit te rusten en wat te eten.  De uitgestrekte gebieden tussen de ferrykaaien door zijn dan weer de perfecte omgeving om optimaal het allemansrecht te genieten. Het lijken wel eilandjes. Wanneer de avond valt zetten we in de buurt van het dorpje Tjøtta de motoren aan de kant en gaan te voet op prospectie in een weide. Het is regenachtig, maar we vinden een perfecte heuveltop om onze tenten op te zetten: beschut onder de bomen buiten het bereik van mogelijke stroompjes door de regen. Maar geraken de motoren er wel… Slechts één manier om het te ontdekken. Om de heuveltop te bereiken moeten we eerst een redelijk diepe gracht door en vervolgens over het natte gras naar boven rijden. Ook hier: het ideale terrein voor de X-Cape, die er dankzij z’n hoge veerweg en robuuste allroadbanden fluitend doorheen komt. Tijd om de sport-tourer uit z’n comfort zone te halen. Ik neem een korte aanloop over het asfalt en rijd de gracht schuin in, in het spoor dat de Moto Morini voor me prepareerde. Het natte gras doet de straatgerichte achterband even doorspinnen, maar die vindt gelukkig snel weer voldoende grip. Zonder aarzelen en in een constant tempo rijd ik verder de heuvel op en verbaas ik me over de GSX-S1000GX en hoe lichtvoetig die zich blijft gedragen. Zelfs aan lage snelheid, volgepakt met bagage en op een uitdagende ondergrond.

Eens boven zetten we onze tenten op naast de motoren. De afgelopen dagen werden we verwend met uitzonderlijk mooi weer. Deze avond, daarentegen, verdringen regenwolken de zon. We laten het niet aan ons hart komen. Zeker niet omdat we plots het bezoek krijgen van een kudde schapen die poolshoogte komt nemen van de vreemde bezoekers op hun territorium. De confrontatie blijft gelukkig bij argwanende blikken (dat geldt voor beide partijen) waardoor we met een min of meer gerust gemoed de slaapzak inkruipen.

Van de Noordkaap naar de Zuidkaap: 30.000 km in het zadel

Etappe 6: Tjøtta – Bodø

Ik zou willen zeggen dat we bij het krieken van de dag onze weg verderzetten, maar dat gezegde past in deze regio eigenlijk niet. In de zomer is er hier in het hoge noorden namelijk àltijd zonlicht, waardoor de dag aldus 24 uur lang blijft krieken. Alleszins: we ruimen de natgeregende tentjes en ons afval op en rijden verder langs onze intussen geliefde Route 17. Tijdens de ferry-overtocht tussen Kilsboghamn en Jektvik varen we officieel de noordpoolcirkel (Arctic Circle) binnen. Niet dat het eindpunt al binnen handbereik is: een blik op Google Maps leert ons dat het via onze route nog zeker 1.300 km rijden is tot aan de Noordkaap.

Aan de ferrykaai van Jektvik houden we een koffiestop in een lokaal winkeltje. Een fietstoerist lijkt problemen te hebben met zijn betaalkaart bij het afrekenen van z’n ontbijt en geraakt duidelijk wat geënerveerd. In de hoop goede karmapunten te scoren voor de rest van de reis, stel ik voor om hem zijn koffie en ontbijtkoek te trakteren, waar de man dankbaar op ingaat. We geraken aan de praat en zo leer ik dat de beste kerel eigenlijk een waanzinnige trip aan het maken is: een hele tijd geleden vertrok hij met zijn fiets in Sicilië aan het meest zuidelijke puntje van Italië met als doel: de Noordkaap. Hij had geen bijzonder uitgestippeld plan, en geen concreet schema. De ultieme vrijheid. Zijn route bracht hem onder andere door Brussel en wielermekka Oudenaarde, en nu was zijn eindpunt eindelijk in zicht – of toch bijna. De Italiaan was er niet rauwig om dat z’n queeste bijna ten einde was, zoveel was duidelijk. We nemen afscheid en vervolgen op onze respectievelijke tempo’s onze weg naar Bodø.

Helaas volgt de regen ons ook. Mijn Vanucci-regenpak en laarzen bieden uitstekend weerwerk en houden mijn motorpak en voeten kurkdroog en mijn lichaam warm. Maar wanneer we een plek voor de nacht zoeken, lijkt het er echter op dat de regen – alweer – niet meteen zal stoppen. De meeste van onze spullen zijn nog doorweekt van de vorige nacht. Het vooruitzicht op algemene klammigheid en gedoe met het opzetten van de tentjes in een stortbui maakt ons niet meteen warm. Gelukkig bieden de meeste campings in de regio trekkershutjes aan die voor een erg schappelijke prijs droog onderdak bieden. Piepklein, maar op z’n minst voorzien van een kleine keuken en een bed. En een dak. We zijn snel overtuigd. Het blijft vakantie, nietwaar! Het biedt ons ook de kans onze natte spullen een nachtje te laten luchten. Kwestie van de komende dagen ons goed humeur niet te verliezen.

Etappe 7: Bodø – Alta

De allerlaatste Noorse ferry wacht ons ’s anderendaags in de namiddag op in Bodø. Het is een lange vaart deze keer, want de aankomst ligt in Moskenes. Dat is één van de meest zuidelijke dorpjes van de Lofoten. De bekende eilandengroep heeft de reputatie wondermooi en onmisbaar te zijn in een roadtrip door Noorwegen. En de geruchten blijken te kloppen. Niets is te vergelijken met het landschap dat dit stukje Noorwegen ons biedt. We hebben hier een extra dag uitgetrokken waarbij we de motoren even geparkeerd laten en we de tijd kunnen nemen de natuur te voet op te nemen. We beklimmen een wandelroute van 3.000 treden die ons trakteert op een werkelijk onbeschrijflijk uitzicht over de Lofoten. Het is een stralende zomerdag, wat zorgt voor een helder overzicht van de verschillende eilanden. Een jaloeziewekkend schouwspel. Hoezo kan één land al deze natuurpracht behelzen?

’s Anderendaags is het tijd om de regio weg met de motor te verkennen. De leuk kronkelende route brengt ons van het ene feeërieke decor naar het andere, en we komen ogen te kort om alles goed in ons op te nemen. Aan een bocht zien we een groepje wandelaars en fietsers staan, turend naar de zee. Dat kan maar één ding betekenen. We parkeren de motoren en kijken mee naar de horizon. En inderdaad: in de verte zien we de onmiskenbare rugvinnen van een school orka’s af en toe het wateroppervlak doorbreken. Met vier zijn ze, denken we. Op zoek naar lekkers in de baai van één van de vele vissersdorpjes. Het duurt niet lang of we zien een toeristisch bootje hun kant uitkomen om de dieren van naderbij te kunnen bekijken. Onze motoren hebben vooralsnog geen waterski’s, dus wij zullen de rest met onze verbeelding moeten invullen.

Voor we het goed en wel beseffen, liggen de Lofoten al achter ons. We volgen verder de enige route naar het noorden. De komende dagen is het kwestie van kilometers branden. Het landschap blijft even indrukwekkend, maar wordt eentoniger. Het is vreemd, maar zelfs overweldigende natuurpracht went, blijkbaar.

Etappe 8: Alta – Noordkaap

De laatste stop voor ons ultieme einddoel bevindt zich in Alta. Daar brengen we de nacht door in een typisch Scandinavische chalet pal in een bos. Ruim voor we die bereiken stopt het asfalt en moeten we een stevig stukje gravel en bosgrond door. Een kleine navigatiefout zorgt daarbij voor extra avontuur, met name smalle singletracks en zelfs een riviertje dat we moeten doorwaden. Na intussen zo’n 3.500 kilometer kennen we onze motoren al best goed, dus deze uitdagingen zijn welgekomen afwisselingen met de voorbij honderden kilometers.

Aangezien we hier twee keer zullen overnachten, stelt deze tactisch gelegen boshut ons in staat om zonder bagage de laatste kilometers naar de Kaap te doen. Nog zo’n 300 stuks, zijn het. En het moet gezegd: deze laatste stretch verraste ons. Zowel wat het landschap betreft, als de route. Bergen en fjorden maken stilaan plaats voor weidse vergezichten en weilanden. Bomen verdwijnen. Een maanlandschap komt op. En de weg erdoorheen is niet recht, maar kronkelt, glooit en past zich nederig aan zijn omgeving aan.

Een gevoel van voldoening maakt zich van me meester tijdens de laatste klim naar Het Einde van de Wereld. Toegegeven: deze trip is lang niet zo avontuurlijk meer als pakweg twintig jaar geleden, toen 5G-straling enkel in de buurt van microgolfovens te vinden was en het aantal horeca- en benzinefaciliteiten onderweg half zo talrijk als vandaag. En toch. 4.176 km lang waren de Suzuki en ik onafscheidelijk, net als Joris en zijn Moto Morini. Door regen en wind, op asfalt en gravel, door gras en bos. Niets bracht de X-Cape en de GSX-S1000 GX van de wijs. En weldra zou dat zijn hoogtepunt bereiken.

Eindbestemming: Noordkaap

It’s not about the destination, it’s about the journey, schreef ik hierboven. Een platitude die enkel op applaus onthaald wordt bij de Bond zonder Naam. Maar met een onomwonden waarheid erin. Natuurlijk: het monument op de Noordkaap spreekt tot de verbeelding en het werkelijk eindeloze uitzicht over de woeste zee krijgt een extra dramatisch sausje dankzij de laaghangende wolken. Maar toch. Je krijgt het pas te zien nadat je zes euro betaalt om de parking op te mogen rijden, en als je die betreedt zie je wel honderd campers, motoren en auto’s die terzelfder tijd hetzelfde doel bereiken. What’s the point?, zou een cynicus durven denken. Gelukkig ben ik dat niet. Want de weg naar dit ultieme reisdoel is wat telt. De eigenzinnige mensen die je ontmoet. De unieke landschappen die je doorkruist. De verhalen die je nadien kan vertellen. Dus betaal ik met plezier m’n parkeergeld en neem ik deze toeristische attractie er vol overgave bij. Want zonder destination is er natuurlijk ook geen journey. En wat dat laatste betreft: er rest ons nu nog zo’n 3.000 kilometer huiswaarts. Gelukkig.

Tekst: Mattijs De Lee
Foto’s: Quinten Ruelens & Tobias Lory

Dakar 2025-interview Henk Hellegers, HT Rally Raid: ‘Dakar begint weer als je thuiskomt van de vorige’

0

Henk Hellegers is met zijn HT Rally Raid een ervaren rot in de rallywereld. Zijn eerste Dakar, toen nog vanuit Parijs, beleefde hij in 1994, en sinds 2006 doet Hellegers mee met zijn eigen motorfietsteam. We bellen hem op net voor hij op het vliegtuig stapt richting Saudi-Arabië voor enkele vragen waar we mee zitten.

Dag Henk. Leuk dat je in deze drukke periode nog even tijd voor ons wil vrijmaken. We kunnen ons voorstellen dat er nog heel wat last-minute dingetjes moeten gebeuren.

Henk Hellegers: “Dat valt best mee, want al het materiaal is al onderweg naar Saudi-Arabië, dus daar kunnen we toch niets meer aan veranderen. Als het weg is, is het weg. Gelukkig weten we dankzij al die jaren ervaring al heel goed hoe we dit het best aanpakken. Met de planning zijn we een heel jaar bezig. Qua logistiek komt daar dus heel veel bij kijken. Dit jaar nog extra veel, omdat alles na de Dakar naar Abu-Dhabi moet voor de tweede ronde van het WK. Na dat evenement gaat alles naar Zuid-Afrika voor de derde WK-ronde.”

We krijgen er nu al hoofdpijn van. Hoe pak je zoiets in korte lijnen aan?

“De Dakar begint weer als je thuiskomt van de vorige. Eerst moeten de motoren aangekocht en gebouwd worden, want wij beginnen altijd met nieuwe motoren aan de Dakar. Alle onderdelen, banden en accessoires moeten besteld worden en daar zit dijkwijls vertraging op. We spenderen anderhalve week per motorfiets om alle aanpassingen te doen die wij willen. Ze worden helemaal uit elkaar gehaald en weer opgebouwd zodat alle kabels goed zitten en we exact weten hoe de machines gemaakt zijn. Voor het transport naar Saudi-Arabië moeten eerst alle vrachtwagens, voertuigen en motorfietsen naar Barcelona, waar alles op de boot gaat. Eenmaal in Barcelona kun je niets meer toevoegen of bijproppen. In Djedda halen we vervolgens alle voertuigen uit de haven en van daaruit rijden we nog 600 km naar het eerste bivak waar we enkele dagen blijven staan tot de start van de Dakar.”

Voorbeschouwing Dakar 2025: twee weken afzien

Wat moet er dan zoal allemaal mee?

“We hebben gelukkig een relatief klein team, dus alles in wel behapbaar. Vorig jaar hadden we negen motoren, dit jaar vijf stuks. We steken alles in twee vrachtwagens. Eentje is een mobiele werkplaats waar ook alle onderdelen in zitten, de andere is ingericht voor de rijders om in te slapen. Er zijn acht bedden, een douche en keukentje. Voor het vervoer van de monteurs en crew gaat nog een 4×4-bestelwagen mee. Daarnaast hebben we ook een aparte camper voor een rijder.”

Kun je ons wat meer vertellen over je rijders en de crew?

“Voor 2025 hebben we drie rijders die voor de eerste keer deelnemen aan Dakar. Ze hebben wel al kwalificaties voltooid en minstens twee wedstrijden gereden, waarmee ze voldoende punten hebben gescoord om nu mee te kunnen doen. Voor onze GP-rijder, wat de hoogste klasse is, Aaron Mare mikken we op top 10. Dat is hoog, als je weet dat er een twintigtal fabriekspiloten rijden en wij een privéteam zijn. Naast de vijf rijders zijn er zes assistenten, één verantwoordelijke voor de onderdelen, drie monteurs, één fysiotherapeut en een mental coach.”

“Als je Dakar uitrijdt, heb je al gewonnen. De motivatie van ons team is om alle rijders naar de finish te brengen. We proberen ze zo goed mogelijk te ontlasten, zoveel mogelijk info en goed materiaal te geven, zodat ze zo goed mogelijk geconcentreerd kunnen blijven op snel en veilig motorrijden. Als dat allemaal lukt, zijn we heel tevreden.”

De komende Dakar gebeurt er iets speciaal, want jullie gaan rijden met geregenereerde olie van Motul. Hoe zit dat?

“We rijden al sinds jaar en dag met Motul. Het is voor mij de beste olie die er is. Met name in de Dakar moet je geen compromissen sluiten op kwaliteit. De vraag kwam van Motul om te rijden met NGEN geregenereerde olie en daar willen we graag aan meewerken. Het mooie is dat Motul ook aanwezig is tijdens de Dakar. Je kunt elke avond een oliemonster brengen dat zij ter plaatse analyseren in een mobiel labo en waarop je onmiddellijk de uitslagen en feedback krijgt. Twee van onze rijders gaan met NGEN-olie rijden. Die zal ook vergeleken worden met de normale 300V-olie die we gebruiken in de andere drie motoren. Ik ben dus heel benieuwd hoe dit zal uitdraaien, maar ik heb er alle vertrouwen in.”

Het is in ieder geval bijzondere en interessante technologie. Veel succes met alle voorbereidingen en een fantastische Dakar gewenst.

Foto’s: HT Rally Raid

Meer info: ht-rally-raid.com