64 Bendsneyder Bo MOTO2 (BBen) NED Pertamina Mandalika GAS UP Team KALEX during the MotoGP Red Bull Grand Prix of San Marino and the Rimini Riviera MotoGP Race on Saturday, September 6, 2024 at Misano World Circuit in Misano Adriatico, Italy. (Photo by Fabio Averna/Sipa USA)
Ai Ogura won in Misano zijn derde race van het seizoen. De Japanner nam tevens de leiding in het Moto2-wereldkampioenschap over van zijn teamgenoot Sergio Garcia, die met fysieke problemen en na een slechte kwalificatie slechts twaalfde werd. Bo Bendsneyder kreeg voor Misano te horen dat het zijn laatste race voor het Preicanos Racing Team zou zijn.
“Na Aragón ben ik uit het team gezet. In mijn ogen geheel onterecht. Er zijn veel beloftes gedaan en deze zijn niet nagekomen. Het was mijn laatste Moto2-race, want het is niet realistisch dat ik volgend jaar nog in deze klasse rij”, vertelde een geëmotioneerde Bo Bendsneyder in Misano. De 25-jarige Rotterdammer kreeg in Assen nog te horen dat hij het seizoen mocht afmaken bij het Preicanos Racing Team. De nieuwe eigenaar Raúl Castañeda – die gedurende het seizoen het Spaanse team overnam – besliste toch anders en hevelt Daniel Muñoz over naar zijn GP-team. Muñoz kwam voor het team al uit in het Europese Moto2-kampioenschap. Tijdens zijn voorlopig laatste GP eindigde Bendsneyder op een twintigste plaats. Ook Zonta van den Goorbergh kende een moeizame Grand Prix, want na een crash in de kwalificatie moest hij als negentiende starten. In de race kon de jonge Brabander geen terrein goedmaken en zou hij mede door een technisch issue en een long lap penalty slechts als drieëntwintigste finishen. Barry Baltus scoorde net als de Nederlanders geen WK-punten. Aan kop reed polesitter Tony Arbolino in de openingsfase aan de leiding. De thuisrijder kreeg Aron Canet en Ai Ogura achter zich aan. Dit duo zou gedurende de race voorbijgaan aan Arbolino. Ogura wist in de slotfase Canet achter zich te houden, terwijl Arbolino moest lossen. Door zijn zege heeft de Japanner de WK-leiding overgenomen van teamgenoot Sergio Garcia, die kampte met fysieke problemen opgelopen bij crashes in de afgelopen periode. Vanaf een vierentwintigste startplaats wist de Spanjaard zich nog op te werken naar een twaalfde plaats. Na de race werd duidelijk hoe zwaar zijn race was geweest. Garcia arriveerde huilend van de pijn in de pitbox. De overige rijders in de top van het klassement blijven ook zeer wisselend scoren, waardoor het meer en meer een strijd tussen twee teamgenoten voor de wereldtitel lijkt te worden.
Tijdens de laatste EME Motorama custombikeshow in Madrid ging de award voor ‘Best of Show’ naar een unieke custombike van de getalenteerde Spaanse bouwer Williams Gómez. Een verbijsterende motorfiets op basis van een potloodtekening!
Dit is in alle opzichten een unieke custombike, die met zijn zeer onconventionele styling meteen alle aandacht opeist. Het radicale ontwerp is zowel technisch als optisch een lust voor het oog. De vloeiende lijnen dwingen je ogen langs de meest extreme onderdelen die samenvloeien in een design dat vanuit elke hoek weer anders oogt. Williams koos bewust voor ingetogen spuitwerk, wat de aandacht van alle handgemaakte onderdelen niet afleidt, maar juist benadrukt. Nog zo’n bewuste keuze is de eenvoudige, relatief goedkope 600 cc Yamaha Diversion viercilinder, in plaats van een grote en opvallende V-twin.
1 van 8
LIJNENSPEL
Als de snuit van een miereneter steekt de voorkant van de motor naar voren, van waaruit een koplampje eigenwijs de wereld in kijkt. Knijp je ogen toe en laat je in gedachten meevoeren in het ontwerp. Wlliams vertelt: “Het is allemaal ontstaan met een ontwerp op papier in 2016. Ik heb er met tussenpozen aan gewerkt, totdat ik hem in 2022 kon afmaken. Het chassis is het element waar ik het langst over heb gedaan, omdat het erg moeilijk was om in de praktijk te realiseren.” Williams maakte eerst het buizenframe en klopte daarna het 1,2 mm plaatwerk in vorm. Het lijkt ongelofelijk, maar er is geen enkel computer ontwerpprogramma aan te pas gekomen. Het resultaat is tot in detail een waar kunstwerk. Kijk eens naar de enkelzijdige voorwielophanging en de single-side achterkant van het frame, inclusief de doorvoer van de ketting door de achterbrug. Heel fraai zijn de zijpanelen waarin van alles, inclusief de uitlaten, is weggewerkt. Ook de wijze waarop de benzinetank onderin het frame is verwerkt is briljant. Het lijnenspel klopt gewoon vanuit welke hoek je de machine ook bekijkt.
Williams heeft zijn concept motorfiets gemaakt als eerbetoon aan zijn moeder, die in de periode waarin de motor gebouwd werd, is overleden. “Helaas is ze er niet meer om het eindresultaat te zien, maar ze zal zeker trots zijn op mijn creatie, die ik dan ook de naam ‘Sacrament’ heb genoemd”, zo besluit Williams zijn verhaal. De geplande rijfoto’s werden niet gemaakt, want de plaatselijke Policia volgde ons met iets teveel belangstelling; ‘Een zelfbouwmotor met veel lawaai en geen kenteken’. In gedachten zagen we het lijstje bekeuringen al voor ons… Maar de motor rijdt goed, zo hebben we in Madrid gezien! En dat maakt de prestatie van Williams met zijn schitterende conceptbike alleen maar nòg indrukwekkender!
Tekst & fotografie: Onno “Berserk” Wieringa
Met dank aan Williams Gómez, vriendin en model Triana, EME Motorama Madrid en Fernando Armenteros, organisator van de custombikeshow
Drenthe en Groningen hadden werk- en strafkolonies en wat is er kolonialer dan een veranda? Daar ontvluchtte de kolonist na een lange dag toezicht uitoefenen op de plantage de hitte van het binnenhuis, om zijn snor in te vetten, de krant te lezen en de koperen ploert te zien zakken achter de turfbomen in de veenmoerassen.
Met de opkomst van het toerisme bouwden veel café’s in het hoge noorden een veranda aan hun gevel, waar dagjesmensen in de buitenlucht, maar toch beschut tegen de elementen, van hun consumpties konden genieten. Een fiks aantal van die veranda’s zijn behouden gebleven en die vormen een mooie leidraad voor een motortocht door Drenthe en Groningen. En zo zijn het natje en het droogje onderweg ook meteen geregeld.
1 van 5
Oudste familiehotel
Welcome to the Blues Village Grolloo, staat er in het Engels op de plaatsnaamborden langs de weg die ons in Grolloo brengt. Grolloo staat niet alleen op de kaart van Drenthe, van Nederland, nee Grolloo staat ook op de wereldkaart. Dat kwam natuurlijk door de bluesband Cuby & The Blizzards, die in het Drentse dorp hun thuisbasis had. Het straatbeeld van Grolloo staat dan ook in het teken van deze unique selling point: straatnaambordjes, banners en een buste van Blizzardsvoorman Harry Muskee zijn zichtbaar vanaf de veranda van café Hofsteenge, het watering hole van Ome Kuub en zijn Blizzards, wereldwijd beroemd vanwege hun lp’s Desolation en Groeten uit Grolloo.
We verlaten Grolloo via de achterdeur, die uitgeeft op het bosrijke Nationaal Park Drentse Aa. Natuurlijk mag het TT-circuit van Assen in onze verandatour figureren. Want met enige fantasie kunnen we de tribunes ook als een soort veranda’s beschouwen, een plek om te zitten en te kijken wat er voorbij komt zetten.
Na het TT-circuit heeft ook het Drentse landschap nog de nodige bochten voor ons klaargelegd. Tussen de toeristische toppers, de nationale parken Dwingelderveld en Drents-Friese Woud, ligt het brinkdorp Dwingeloo. Dat is niet alleen een van de groenste dorpen van Europa, maar ook een met de minste lichtvervuiling. Daarom staat hier de Dwingeloo Radiotelescoop, waarmee wetenschappers het heelal afspeurden.
Op deze tour gaat onze interesse echter meer uit naar het oudste familiehotel van Nederland. De geschiedenis van Hotel Wesseling gaat terug tot 1662, toen hier bierbrouwerij Koning was gevestigd. Met die eerbiedwaardige historie in gedachten nemen wij plaats op de veranda van dit nationale horecaicoon. Of is het een serre? Sinds het toeristenseizoen 365 dagen per jaar telt, willen de klanten er ook bij minder aangename buitentemperaturen warmpjes bij kunnen zitten. De dertiende generatie Wesselingherbergiers brouwt als eerbetoon aan hun voorouders het Wesseling 1662 Volmaakt Blond-bier, maar koffie met de huisgemaakte appelcake van Wesseling heeft de voorkeur op onze motortocht.
Aan slingerweggetjes heeft Drenthe geen gebrek. We laveren rond de N371 over kleine landweggetjes, via Havelte en Wapserveen en draaien dan bij Diever links-rechts het Drents-Friese Woud in. De weg die door het natuurgebied het Fochteloërveen loopt, is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer om de kwetsbare natuur van het zeldzame hoogveengebied te beschermen. Daarmee is een mooie etappe afgesloten, maar gelukkig zijn er voldoende legaal te berijden alternatieven. We zwiepen bergopwaarts op de Norgerberg, waar het terras, de veranda en de eetzaal van het Bospaviljoen op moderne wijze naadloos in elkaar overgaan en zo een aangename verpozing in het bos bieden.
Langzaam maar zeker wordt de magnetische aantrekkingskracht van de stad Groningen sterker. Ten zuiden daarvan ligt het Paterswoldsemeer, dat al eeuwenlang dagjesmensen aan de oevers lokt. Van de horecazaken hier spannen het Strandpaviljoen en De Twee Provinciën de kroon. Vanaf het einde van de 19e eeuw bezochten dagjesmensen uit de stad in steeds grotere getale het platteland, dat werd ontsloten dankzij transportmiddelen als trein, tram en autobus. Horecazaken schoten als paddenstoelen na de regen uit de grond, hier kregen de bezoekers tegen klinkende munt een natje en een droogje geserveerd. Gezonde buitenlucht was goed voor de mens, daarom kregen veel horecazaken een veranda. Want geheel onbeschermd de natuur trotseren, dat was een stap te ver.
Zelfgestookte jenever
Na de rust en de ruimte van het platteland voelen wij ons hier in de drukte aan de Paterswoldse plas misplaatst. We rijden voort en vinden in De Punt een pand met een fraai bewerkte veranda. Woonwinkel en trendy kledingshop Entrée serveert ook koffie, thee en gebak, in een wat andere setting dan de meeste andere verandacafés op onze route.
De Entrée-veranda is een klassiek voorbeeld van deze houtsnijkunst. Veranda’s werden als kantwerk tegen de gevels aangebouwd in een tijd dat er in Nederland grote belangstelling was voor overzeese gebieden. Ideeën uit de koloniën hadden invloed op de Nederlandse architectuur. Zo kreeg de in de tropen gebruikelijke overdekte galerij aan het huis ook in Nederland navolging. Zo’n galerij heet in het Maleis een ‘waranda’. De meubels waren vaak van rotan of riet gemaakt, verder werden de veranda’s vaak opgeleukt met tropisch aandoende planten zoals palmen of varens.
Nadat we de consumpties hebben gekeurd en goedgevonden, pakken we de pijlen weer op waarmee TomTom en Garmin ons door het grensgebied van Groningen en Drenthe loodsen. Een eeuw geleden waren er honderden dorpscafés in Groningen en Drenthe, die hadden een belangrijke sociale functie totdat die werd overgenomen door dorpshuizen en later WhatsApp-groepen. De zaken varieerden van kleine knijpjes waar zelfgestookte jenever werd geschonken tot luxe-etablissementen waar reizigers uit de gegoede klasse ook comfortabel konden dineren en logeren. Zoals Hoving in Donderen en Onder de Linden in Vries lagen die zaken vaak op een kruising van land- en waterwegen.
Vries was een belangrijke pleisterplaats aan de Groninger postweg. Grote cafés aan de Brink getuigen daar nog van. Café Brinkzicht is nu een woonhuis, maar de fraaie gietijzeren veranda is aan de gevel behouden gebleven. De veranda van Onder de Linden heeft nog steeds een horecafunctie. Het karakteristieke bouwwerk stamt al uit het begin van de vorige eeuw en is een van de weinige veranda’s die nog in authentieke staat bewaard zijn gebleven.
Berend Botje
We duiken over de A28 en rijden bij De Steeg weer in het Nationale Park Drentsche Aa. Buiten de inwendige mens komt onderweg ook de inwendige verbrandingsmotor op deze rit goed aan zijn trekken.
Nu mogen we Noord-, Mid- en Zuidlaren afvinken in ons balboekje. Reden we net over de Hunebedstraat, nu staat er zo’n bouwwerk zomaar langs de weg op een open plek in het bos. Hunebed D3 is een van de overblijfselen van de grafmonumenten die het Trechterbekervolk in Drenthe bouwde, een paar duizend jaar geleden. Die dingen zijn dus heel wat ouder dan onze veranda’s, maar eigenlijk is zo’n hunebed óók een soort veranda, die beschutting biedt tegen de elementen en waar nu toch een frisse wind doorheen kan waaien. Want ook hunebedden hadden wanden, een dak en een ingang. Het zijn wel de oudste monumenten van Nederland, dus enig respect is wel op zijn plaats.
Zuidlaren evenaart het Paterwoldsemeer wat toerisme betreft. Wat heeft deze plaats, dat hij zo prominent met stip op de toeristische hitlijst staat? Tussen de vele horecazaken valt ons natuurlijk het Boschhuis op met zijn fraaie veranda van formaat. Toch blijven we hier niet dralen, maar verlaten we liever in navolging van Berend Botje Zuidlaren. De weg is recht, de weg is krom. En zo rijden we door Gieten, waar de veranda van het voormalige café nu zit vastgeplakt aan de gevel van het Chinees-Indonesische restaurant Palace, een met uitsterven bedreigde restaurantsoort in Nederland.
Hé hallo, Hofsteenge! Back to the blues in Grolloo. Ook café Hofsteenge heeft niet alleen een rijk gevulde menukaart, maar tevens een rijke historie. Die gaat helemaal terug tot 1891, niet zo oud als het Larense hunebed, maar toch respectabel. Over respect gesproken: voordat we weer op de veranda van dit familiebedrijf gaan zitten nemen we de helm af in het museum aan de overkant, waar we aan de geschiedenis van Cuby & The Blizzards kunnen snuffelen.
Eenmaal op de rotan-verandazetels van Hofsteenge gezeten, laten we nog even de woorden van Harry Muskee passeren, die we in het museum hebben gefotografeerd.
‘Ik loop twee keer per dag met de honden door de mooiste provincie van Nederland. Mooier dan hier kun je het niet krijgen. Wellicht was het beter geweest voor mijn carrière als ik in het Westen had gewoond, maar ik kan toch niet slijmen met de mensen in de business. En de kwaliteit van het leven is hier stukken beter dan in dat volle kippenhok.’ Vervang ‘lopen met de honden’ door ‘motorrijden’ en voeg er een paar caféveranda’s aan toe en je hebt de beschrijving van een ultieme motortoer te pakken.
Henk Keulemans loopt het langst van iedereen mee in het huidige MotoGP-rennerskwartier. Sinds eind jaren 60 is hij werkzaam in het wereldkampioenschap wegrace en in september 1974 publiceerde Henk zijn eerste foto in MOTO73. Daarna volgden er ontelbare publicaties met uitgebreide verhalen en unieke foto’s in het motorblad. Vijftig jaar na zijn eerste foto in MOTO73 is alles in de Grand Prix veranderd. Behalve Henk.
Ondanks dat Henk slechts 22 jaar was toen zijn eerste foto in MOTO73 werd gepubliceerd, was het Grand Prix-rennerskwartier voor hem al bekend terrein. Als tiener kwam de import-Drent via via in aanraking met de motorsportwereld. Eerst de cross, maar Henk was helemaal verkocht toen hij in 1966 vanuit zijn toenmalige woonplaats Emmen met een vriend op de fiets naar de trainingen van de TT Assen ging. Henk legt uit: ‘Het was de periode van de “The Golden Age” van Honda met rijders als Jim Redman en Mike Hailwood, maar ik was helemaal gefascineerd door de 50cc. Vooral de Honda RC115. Eigenbouwmachines, of het nou in de 50cc of bij de zijspannen was, trokken mijn aandacht. Zo ben ik uiteindelijk later in de jaren 60 betrokken geraakt bij Jamathi van Jan Thiel en Martin Mijwaart. Ik ging helpen bij het team, bestickerde de machines en deed allerlei hand- en spandiensten. Zo kwam ik al regelmatig bij de Grand Prix. Ook maakte ik foto’s, al zat ik toen nog steeds op school. Coen Verburg was de eerste hoofdredacteur van MOTO in 1973, maar ik ken hem al van 1972. Verburg zat toen nog bij het blad Motor en had daar de actie ‘Een tank benzine voor Jamathi’ opgezet. Voor de actie had ik de sticker ontworpen en leerde zo Verburg kennen. In 1974 kreeg Boet van Dulmen tijdens de Finse GP de beschikking over een fabrieks-MZ in de 250cc-klasse. Verburg wist dat en wilde graag een foto bij zijn artikel. Daarvoor benaderde hij mij en ik had de gevraagde foto.’ Bij zijn eerste publicatie in MOTO73 werd wel duidelijk dat de redactie Henk nog niet zo goed kende, want Keulemans werd als Ceulemans geschreven. Typerend, aangezien Henk zelf altijd superscherp op dat soort zaken is. ‘Waarschijnlijk is het verkeerd gegaan vanwege Raymond Ceulemans, het Belgische biljartfenomeen, die ook in Nederland heel bekend was’, verklaart Henk. ‘Na deze eerste publicatie ben ik langzaamaan ook gaan schrijven voor MOTO73, dat deed ik daarvoor al voor de Emmer Courant en later ook die van Assen, waardoor ik Jaap Timmer leerde kennen. De Grand Prix van Finland in 1974 was naast mijn eerste publicatie in MOTO73 tevens de laatste officiële Grand Prix van Jamathi. Jan (Thiel) en Martin (Mijwaart) gingen in 1975 voor Piovaticci in Italië werken. Ik moest van mijn ouders eerst mijn studie afmaken; 30 mei behaalde ik mijn diploma, 31 mei was ik jarig en 1 juni zat ik in Pesaro. In Italië waren in die tijd veel constructeurs en coureurs waarover ik ook verhalen kon schrijven. Daarnaast bezocht ik meer en meer races. Dit alles zorgde ervoor dat ik later in de jaren 70 steeds meer verslagen en foto’s voor MOTO73 ging leveren.’
1 van 6
Henk tussen de twee racegrootheden van de laatste zes decennia: Giacomo Agostini (l) en Valentino Rossi (r).
De eerste foto in MOTO73: Boet van Dulmen tijdens GP Finland in 1974.
In actie tijdens de Centennial TT 1998 voor een fotosessie met Henk’s favoriete racemachine: de Honda RC115.
In 1973: Bezig met het bestickeren van een Jamathi.
Henk als fotograaf. Toen ….
en nu!
Haast in het pre-digitale tijdperk
Door alle digitale mogelijkheden is het tegenwoordig een fluitje van een cent om teksten en foto’s op de redactie van MOTO73 te krijgen, maar Henk heeft heel anders meegemaakt. ‘Voordat we internet hadden, moesten we zorgen dat maandagochtend alle teksten en fotorolletjes in de bus van de MOTO73-redactie in Raalte lagen. Ook leverde ik na de zege van Wil Hartog in Assen (1977) verhalen voor het landelijke dagblad Het Parool. Deze teksten moest ik zondagavond vanuit een telefooncel doorbellen. Op de heenreis naar de Grand Prix schreef ik in een schriftje waar de telefooncellen waren en vooral die waar je teruggebeld kon worden. Anders moest je maar muntjes blijven gooien. Als we bijvoorbeeld terugreden van Zweden of Finland wist ik in Denemarken een telefooncel. Ik belde de telefoniste van Het Parool en werd daarna door een sportredacteur teruggebeld. Het doorbellen van namen ging letter voor letter. Stel Marco Lucchinelli had gewonnen, dan zei ik: “Marco Lucchinelli; Marie, Anton, Richard, Cornelis, Otto.” En daarna ging ik verder met het spellen van zijn achternaam. Je kan je voorstellen dat dit vrij precies moest en tijdrovend was. Ook moesten we altijd zo snel mogelijk na de Grand Prix weg om een vlucht te halen of we reden de hele nacht door. Dat leverde nog wel eens een hilarisch moment op. In 1982 was ik met drie andere journalisten op het vliegveld van Madrid aan het wachten op de avondvlucht naar Amsterdam. We waren bij de Grand Prix op Jarama geweest. Er waren al diverse vluchten vertrokken, maar die konden wij niet halen omdat we het verslag nog moesten maken. We zaten te eten toen mijn naam werd omgeroepen. Ik ging naar de balie en daar werd mij verteld dat we enige passagiers op de vlucht zouden zijn. We konden dus eerder vertrekken. Het werd een soort privévlucht en we mochten bij Parijs in de cockpit kijken. Een jaar later waren we op Monza. We waren op weg naar het vliegveld, maar stonden met zijn drieën in een klein Fiatje in de file samen met 100.000 Italianen die ook bij de Grand Prix waren geweest. Het leek erop dat we de vlucht gingen missen, waardoor ik het verhaal en de foto’s niet tijdig bij MOTO73 kon krijgen. Er stond in de file een motoragent voor ons. Ik ging naar hem toe en legde ons verhaal uit. Hij wilde wel helpen. De zwaailamp en de sirene van de Moto Guzzi gingen aan en wij volgden. Via de stoep en de berm gingen we de file voorbij. Toen we aankwamen bij het vliegtuig waren de deuren al dicht, maar die werden weer geopend en zo konden we alsnog mee. Naast mijn werkzaamheden in de motorsport was ik ook nog leraar op een basisschool. Nooit fulltime, zodat ik wel naar de races kon. Toen Egbert Streuer en Bernard Schnieders voor de eerste keer wereldkampioen werden in Zweden (1984) had ik een druk weekend. We hebben de hele nacht doorgereisd om alles op tijd bij MOTO73 te krijgen. Op de boot had ik het verslag gemaakt, maar ik moest die maandag ook nog voor de klas staan. Ik gaf les aan groep 3 en we waren met het kringgesprek bezig totdat één van de leerlingen zei: “De meester slaapt.” En dat was zo…. Het was af en toe wel gekkenwerk, maar toen vond je dat heel normaal. En ik zou het zo weer doen.’
De wereld over
Wanneer we Henk vragen naar hoeveel GP’s hij in zijn leven heeft bezocht, dan weet hij dat niet exact. Wel is hij inmiddels de langstzittende journalist in het perscentrum. Sterker nog: niemand loopt langer mee in het huidige Grand Prix-paddock dan de 72-jarige mediaman uit Nederland. Bijzonder! Na wat uitzoekwerk komt Henk wel met een aantal indrukwekkende statistieken over zijn GP-bezoeken. ‘Vanaf het begin van het wereldkampioenschap wegrace in 1949 hebben er op 74 verschillende circuits GP’s plaatsgevonden. Daarvan ben ik op 48 circuits in 25 verschillende landen geweest. En op veel van die circuits ben ik heel vaak geweest.’ Henk bezocht praktisch alle GP’s in Europa, maar kwam daarnaast onder andere ook in Zuid-Afrika, Maleisië, Indonesië, Qatar, Thailand, Amerika, China, Japan en Australië. Hij ging de hele wereld over en probeert dat ook zodanig vast te leggen in zijn fotografie. ‘Ik vind het mooi om het karakteristieke van een circuit te laten zien. De spoorwegovergang in Imatra bijvoorbeeld. Wanneer het regende stond ik samen met mijn kameraad Yves Jamotte regelmatig vanuit een stilstaande treincoupé te fotograferen. Geweldig! Yves heeft trouwens een belangrijke bijdrage geleverd aan de digitalisatie in de Grand Prix, ook voor MOTO73. Ook Opatija (voormalig Joegoslavië) vond ik bijzonder. Daar reden ze met hun schouders langs rotsblokken, zoals je tegenwoordig nog op het eiland Man ziet. Ik probeerde naast het circuit ook mensen vast te leggen. Daarom vind ik nu Thailand vanwege de cultuur prachtig om te bezoeken. Ik hou van foto’s waaraan je kan zien waar het is. De laatste jaren kies ik zelf waar ik heen ga. Jerez en Misano vind ik leuk om jaarlijks te bezoeken. Ook omdat ik daar veel vrienden heb. Daarnaast probeer ik naar nieuwe locaties op de kalender te gaan. Zo was ik bij de eerste Grand Prix in Qatar in 2004. Spa-Francorchamps was vroeger heel bijzonder, maar van de huidige circuits op de kalender gaat voor wat de fotografie betreft mijn voorkeur uit naar Phillip Island. Maar wel enkel met goed weer!’
1 van 7
Als ‘cowboys van de witte lenzen’ in 1998 samen Oscar Bergamachi (l) en Yves Jamotte (r), twee collega’s en vrienden die ons veel te vroeg zijn ontvallen.
Door de goede band van Henk met Aldo Drudi kon Scott Deroue in 2014 een speciale helm in ontvangst nemen.
Voor Henk een absoluut hoogtepunt: In Japan 2004 met de bekende Honda-pet op bij de proefbank waar een blok van de RC213V wordt getest.
Een goede relatie met de meeste coureurs. Henk in 1994 in gesprek met Wayne Rainey.
Samen met collega en vriend Hans van Loozenoord (derde van links) werden talloze wegraceboeken gemaakt. Hier de presentatie van het boek ‘80 Jaar TT’ met v.l.n.r. Drikus Veer, Jan de Vries, Hans Spaan, Boet van Dulmen en Egbert Streuer.
Jarno Saarinen maakte als coureur de grootste indruk op Henk (foto: ANP)
Uw Moto73-medewerker aan het werk in zijn werkkamer tussen talloze motorsportboeken en nog véél meer foto’s. Iets wat hij nog jaren hoopt te kunnen doen.
Karakterfiguren
‘Wat mij opvalt is dat er nog maar weinig karakters in het GP-wereldje zijn’, begint Henk wanneer hem gevraagd wordt naar de verschillen tussen vroeger en nu. ‘Vroeger had je rijders als Kenny Roberts, Barry Sheene, Kevin Schwantz, Randy Mamola en Marco Lucchinelli. Van de laatste tijd waren Valentino Rossi, Jorge Lorenzo en Casey Stoner ook nog echte karakters. In de huidige MotoGP vind ik Marc Márquez nog een sterke persoonlijkheid en ik hoop dat Pedro Acosta er één gaat worden. Ik wil daarbij Pecco Bagnaia niets tekortdoen, want mensen zijn zoals ze zijn en dat moet je ook niet willen veranderen. Het betekent niet dat vroeger alles beter was, zoals sommigen zeggen. Het is nu anders, maar je kunt bijvoorbeeld als coureur in deze tijd wel beter je boterham verdienen dan vroeger. En het zijn niet alleen de rijders, maar ook buiten de baan zijn veel karakters verdwenen. Een manager als Carlo Pernat is er nog, dat vind ik een mooi voorbeeld van een uitgesproken karakter. Maar daar zijn er maar weinig meer van. In de moderne wereld van nu is het vrije er wel een beetje vanaf door de komst van perschefs, managers, commerciële belangen en sociale media. Vroeger konden rijders nog wel eens gekke dingen uithalen of een keer echt hun mening geven, dat zie je nu nog maar zelden. En wanneer dat gebeurt, dan worden ze op hun vingers getikt. Bijna alle journalisten en fotografen van mijn generatie zijn niet meer op de circuits. Vroeger hielpen we elkaar met foto’s en verhalen, dat was bijzonder. Dat zie je nu weinig meer. Door de komst van snelle websites en nieuwe communicatietechnieken is alles anders geworden. Je moet tegenwoordig ruim van tevoren een interview aanvragen en dan mag je maar tien minuten met een rijder zitten. Daar heb ik niet zoveel zin meer in en daarom focus ik mij vooral op het maken van foto’s en achtergrondverhalen. Dat vind ik nog steeds leuk om te doen en daarbij komt mijn gigantische archief goed van pas.’
Een neus voor de juiste plek
Ik (Asse) heb van dichtbij al vaak mogen meemaken dat Henk op de juiste plek stond om een beslissende foto te maken. Ik zag dan op het tv-scherm een belangrijk moment gebeuren en dacht: zou Henk daar staan? Maar eigenlijk wist ik het antwoord al. ‘Dat is een combinatie van ervaring en vooruitdenken. Je moet goed kijken naar de race en dan een inschatting maken van waar er iets kan gebeuren. Maar mijn beste foto moet ik nog maken, anders kan ik nu wel stoppen’, grapt Henk. ‘Het is mooi als je als één van de weinigen op de juiste plek staat, maar ik heb lang niet alles gepubliceerd.’ Vertel! ‘Nou in 1981 op Rijeka overleed Michel Rougerie voor mijn ogen, doordat hij werd aangereden door een andere rijder. Deze negatieven heb ik verknipt en nooit gepubliceerd. Een jaar later hadden Barry Sheene en Jack Middelburg een ernstig ongeluk op Silverstone. Ik heb toen alleen de motoren en niet de rijders gefotografeerd. Toen ik Sheene er later over sprak zei hij: “Je had een fortuin kunnen verdienen.” Ik reageerde dat ik ook gelukkig was zonder een fortuin.’ Maar wat is Henks geheim om het zo lang vol te houden? ‘In de eerste plaats om plezier te hebben in wat je doet. Ik denk ook correct zijn en niet altijd alles meteen willen schrijven. Soms is het beter om dat op een later moment te doen. Toen Wilco Zeelenberg in 1992 naar Lucky Strike Suzuki ging, wist ik dat al tijdens de TT Assen van 1991. Ik zag toen Ron Reinders (van Lucky Strike Nederland) bij Wilco in het motorhome zitten. Ron vroeg mij om het stil te houden en dat heb ik gedaan. Dat werkt later weer in je voordeel. En ik heb altijd goede contacten en vertrouwensrelaties met coureurs gehad. Eddie Lawson was bijvoorbeeld voor velen moeilijk benaderbaar, maar ik zat in 1988 met de Amerikaan wel twee uur in zijn motorhome te praten toen hij mij tussen neus en lippen door probeerde te vertellen dat hij Yamaha ging verlaten. En bijvoorbeeld in 1994 zat ik te eten in mijn hotel in Maleisië toen Max Biaggi in z’n eentje de eetzaal binnen kwam en vroeg “Can I join you?” We hebben het toen bijna niet over motorsport gehad. En door mijn interesse voor techniek heb ik goede relaties met technici opgebouwd. Ik heb veel respect voor Jeremy Burgess en ik spreek tegenwoordig nog zeer regelmatig met Gigi Dall’Igna. Ook heb ik al jarenlang een speciale band met ontwerper Aldo Drudi. Zo iemand en ook technici blijven over het algemeen langer in de paddock dan coureurs en hebben een andere instelling, waardoor je er beter een band mee kunt opbouwen. Dat ik in 2004 op uitnodiging van Honda hun raceafdeling in Asaka mocht bezoeken, zie ik als één van de hoogtepunten in mijn journalistieke racecarrière.’
Waarom ben je zo lang bij MOTO73 gebleven? ‘Als freelancer heb ik altijd goede afspraken met de redactie kunnen maken en het was lange tijd goed te combineren met mijn baan als parttime leraar. Ook was en is mijn langjarige vriendin Marchien een groot racefan. En dat is zeker een voordeel. Ik vind de sport mooi en vooral dynamisch, ik kan op plekken komen waar bijna niemand kan komen en vind het geweldig om dit op de foto vast te leggen. Maar ik heb wel andere aanbiedingen gehad. Ook buiten de journalistiek.’ Vertel. ‘In 1982 is HRC (Honda Racing Corporation) opgericht. Een jaar eerder werd ik gevraagd of ik eventueel teammanager wilde worden. Dat heb ik niet gedaan, omdat ik dan niet meer met mijn camera langs de baan kon lopen. Ook hebben Loris Capirossi, Kenny Roberts Jr. en Valentino Rossi begin deze eeuw gevraagd of ik rijdersvertegenwoordiger wilde worden. Ik vond het een eer, maar heb het afgeslagen.’ Als je terugkijkt naar al die jaren, wat vind je dan bijzonder? ‘Dat ik vanaf de TT-overwinning van Wil Hartog in 1977 maar één Nederlandse GP-zege heb gemist. Ik was er alleen niet bij toen Hans Spaan in 1990 op Suzuka (Japan) won. Voor de rest heb ik niet alleen alle zeges van Spaan meegemaakt, maar ook die van Jack Middelburg, Boet van Dulmen, Wilco Zeelenberg en alle overwinningen van Egbert Streuer met Bernard Schnieders of Gerrit de Haas als bakkenist. Ook tot nu toe wint Collin Veijer alleen als ik erbij ben en heb zo unieke foto’s. Hopelijk voor hem gaat dit nog veranderen. Daarnaast vind ik het mooi om te merken dat mensen blij worden van de verhalen of boeken die ik heb gemaakt of aan heb meegewerkt. Dan besef je dat ik mij in een wereld mag begeven die voor een motorsportfan ongrijpbaar is. Voor hen zijn het helden, maar voor mij zijn het mensen met dezelfde passie.’ Welke coureur heeft in al die jaren de meeste indruk op je gemaakt? ‘Dat is toch wel Jarno Saarinen. Dat komt denk ik ook door mijn leeftijd op dat moment. Ik was begin twintig. Giacomo Agostini domineerde de GP’s en toen kwam er ineens een sympathieke Fin met een geweldige rijstijl, een leuke vrouw en schitterende Yamaha’s die beter waren. En dan was er helaas natuurlijk zijn vroegtijdige overlijden. Het is door de verschillen van toen en nu onmogelijk te zeggen wie de beste rijder ooit is. Dat doe ik dus ook niet. Maar Saarinen heeft op mij wel de meeste indruk gemaakt.’
1 van 8
Één van Henk’s bekendste fotoseries: Graziano en Valentino Rossi in 1980 en...
speciaal voor Moto73 nogmaals gemaakt in 2004.
Vaak op de juiste plaats. Zoals bij de ‘Zwemmende TT-finish’ van Marc Márquez in 2014.
Goed inschatten wat er gaande is. GP Maleisië 2015: Valentino Rossi heeft zijn zegje over Marc Márquez gedaan. Die reageert verbaasd. En een vete is geboren.
Samen met ‘Mister keep it simple’ Jeremy Burgess, de grote technische man achter wereldkampioenen als Freddie Spencer, Wayne Gardner, Mick Doohan en Valentino Rossi.
Henk en Gigi Dall’Igna, de grote technische man van Ducati, kennen elkaar vanaf het moment dat die met Aprilia in de racerij kwam. Ruim 30 jaar geleden dus.
Een geanimeerd interview, beter gezegd gesprek, met Loris Capirossi in 2003.
Met Marc Márquez is het altijd niet alleen serieus maar vooral ook gezellig en enthousiast praten. Als er tenminste genoeg tijd voor wordt gegeven…
Het overlijden van zijn tweede vrouw deed Ivo beseffen dat het leven veel te kort is. Je weet nooit hoeveel tijd je nog hebt om te genieten en te rijden. Daarom hakte hij een knoop door en besloot de reis van zijn leven te maken. Aanvankelijk wilde hij “maar”een paar maanden weg op de motor. Zijn werkgever gaf hem echter de mogelijkheid om een jaar verlof te nemen.
Deze unieke kans greep hij met beide handschoenen aan om een flinke motorreis te maken. Geïnspireerd door onder anderen wereldreiziger Itchy Boots, vertrok hij richting het oosten en reed uiteindelijk door 24 landen. De motortocht van zijn leven, die hem in ieder geval een klepdeksel van zijn BMW R1200 GS Rallye heeft gekost, maar hem ook een heel aantal schitterende ontmoetingen heeft opgeleverd. De meest gekke grensovergangen, de mooiste ontmoetingen én een rit met zijn zoons dwars door Bangkok.
De super inspirerende aflevering 131 van De Motor Podcast vind je nu in je podcast-app!
Luisteren naar De Motor Podcast is helemaal gratis en kun je doen via elke podcast-app zoals Spotify of de andere platformen. Er verschijnt elke 2 weken een nieuwe aflevering.
Collin Veijer was dit jaar de eerste Nederlander sinds dertig jaar die weer eens op het TT-podium stond. De vorige Nederlander die dat presteerde was Loek Bodelier met zijn derde plaats in de 125cc-race in 1994. Destijds een complete verrassing. Bodelier was een goede coureur, maar leek door gebrek aan fabrieksmateriaal vooraf al kansloos voor een topklassering. Tenminste… dat dacht iedereen. Voorafgaand aan zijn thuisrace had de Honda-rijder één keer een top-tien klassering gescoord in 1994. Ondanks dat zijn motor over 20% minder vermogen beschikte, wist Bodelier gedurende de 125cc-race in Assen aansluiting met de kopgroep te vinden. Dit kwam mede doordat hij meekon in de slipstream van de fabrieks-Honda van uiteindelijke winnaar Takeshi Tsujimura. Bodelier wist zich te handhaven bij de koplopers en reed zelfs even op kop in zijn thuisrace. De hoop op een verrassend resultaat werd groter en groter. In de slotfase zaten er vooraan nog vijf rijders bij elkaar, maar in de voorlaatste ronde zakte Bodelier naar de staart van de kopgroep. Een vijfde plaats leek het maximale, toen de rijders voor de laatste keer op de Geert Timmer-bocht afkwamen. Maar Öttl kwam bij het uitkomen van de chicane ten val en Kazuto Sakata moest daardoor uitwijken over het gras. Bodelier profiteerde optimaal, ging buitenom en pakte achter Tsujimura en Jorge Martinez de derde plaats. Een gigantisch gejuich klonk er vanaf de tribunes. Het TT-publiek werd verwend, want eerder die dag was Wilco Zeelenberg al derde geworden in de 250cc-race. In de uitloopronde kwam een uitzinnige Bodelier zelfs nog ten val, omdat de stok van zijn enorme vlag in zijn wiel kwam te zitten. Eenmaal terug in de pits werd hij opgevangen door zijn Duitse team en werd er met een handdoek een groot stuk snot onder zijn neus weggeveegd. Bodelier had zich letterlijk het snot voor de ogen gereden om de fabrieksmoteren bij te kunnen houden. Even later stond de Nederlander geëmotioneerd en zichtbaar trots op het podium van de TT Assen.
WRider, de communicatieafdeling van het Vlaamse MotoMedia, is op zoek naar versterking voor haar veelzijdige team. WRider is een samentrekking van Writer en Rider – en die vlag dekt de lading. WRider bestaat uit een klein en veelzijdig team dat instaat voor alle communicatienoden van klanten uit de automotive sector. Social media, marketing campaigning, public & press relations, content creation en vertalingen zijn de core business.
Als Social Marketing- & Communicatiemedewerker sta je in voor alle communicatienoden van klanten uit de automotive sector. Je creëert en publiceert content voor sociale mediakanalen, werkt marketingcampagnes uit en onderhoudt persrelaties.
Ze zoeken iemand met een professionele bachelor in een relevant vakgebied of gelijkgestelde ervaring. Uitstekende kennis van het Nederlands en Engels is vereist, kennis van Frans is een pluspunt. Je hebt een vlotte pen, bent op de hoogte van de nieuwste communicatie- en marketingtrends en kunt zelfstandig en georganiseerd werken.
WRider biedt een unieke en flexibele werkomgeving met de mogelijkheid tot thuiswerken, een uitdagende job in een fascinerende sector en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden. Maak deel uit van een hecht team waar collegialiteit en lange termijn betrokkenheid gewaardeerd worden. Heb jij een passie voor motorfietsen en ben je de geschikte kandidaat? Solliciteer dan nu en maak kans op deze veelzijdige functie!
Harley-Davidson heeft aangekondigd dat de 31e jaarlijkse Europese H.O.G. Rally in 2025 zal plaatsvinden in Medulin, Kroatië, van 12 tot 15 juni. De locatie van de rally wisselt elk jaar, passend bij het internationale karakter van de groep. Medulin ligt op het schiereiland van Istrië in Noord-Kroatië, dichtbij Pula en op rijafstand van Zagreb, Triëst en Portorož.
Het kustresort Medulin biedt veel accommodaties, eetgelegenheden en mooie routes om te toeren. Bezienswaardigheden zijn onder meer Romeinse ruïnes zoals het amfitheater van Pula en de schilderachtige Adriatische kust met zijn heldere water, grotten en stranden.
Tijdens de rally organiseert Harley-Davidson diverse gratis activiteiten, waaronder avonden met livemuziek, de nieuwste modellen om te bekijken en te testen, en stands van dealers uit heel Europa.
Kolja Rebstock, Vice President EMEA bij Harley-Davidson, is enthousiast over de schitterende locatie en nodigt alle rijders uit om in 2025 naar Kroatië te komen, waar ze warm zullen worden onthaald, net als tijdens de vorige Kroatische rally in 2014.
De Chinese Qianjiang-groep heeft een nieuwe motorfiets uitgebracht onder het Italiaanse merk Benelli, de 902 S. Dit model is gebaseerd op de bestaande 752 S, maar heeft een krachtigere motor met een cilinderinhoud van 904cc en een vermogen van 105 pk. Hierdoor kan de 902 S een topsnelheid van 225 km/u bereiken.
1 van 4
Qua ontwerp en technische specificaties lijkt de 902 S sterk op de 752 S. Beide modellen hebben hetzelfde frame, vering, remmen en bandenmaten. Het grootste verschil zit in de motor en het gewicht. De 902 S is met 220 kg volgetankt lichter dan de 752 S, maar heeft een iets lagere laadcapaciteit.
De 902 S is uitgerust met moderne elektronica, waaronder een TFT-display en bandenspanningcontrole. Opvallend genoeg ontbreekt tractiecontrole op de Chinese versie.
Het nieuwe model is in september 2024 gelanceerd in China voor een prijs van ongeveer 5.100 euro. Het is nog onduidelijk of en wanneer de 902 S naar Europa komt. Op de EICMA-beurs in 2024 zou de 902 S gepresenteerd kunnen worden als het nieuwe topmodel van Benelli.
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.