Op maandag 1 april aanstaande is het terrein aan de Molenweg in Balkbrug weer het toneel van spanning, spektakel en gezelligheid. De motoren vliegen rakelings langs de schutting als het publiek wegduikt voor de rondvliegende kluiten zand. De coureurs hebben er maling aan; zij vliegen schouder aan schouder driftend en plat door de bocht op zoek naar de beste racelijn op de 470 meter piste.
Traditiegetrouw organiseert de MAC van Dedem op 2e paasdag haar ‘Internationale Jacobs Groep Grasbaanraces’, als eerste grasbaanrace op de kalender. De club heeft ook dit jaar een vol programma met maar liefst zes raceklassen aan het startlint. Met als hoogtepunt de internationale solo’s, waar onder andere 3 WK-deelnemers mogen strijden om de hoogste trede.
Naast de internationale solo’s zullen ook de internationale zijspannen, specials nationaal, shorttrack ST1 en ST2 en de Powergirls van start gaan tijdens de Internationale Jacobs Groep Grasbaanraces. Daarmee zijn er zes landen vertegenwoordigd op 2e paasdag, met deelnemers uit Engeland, Frankrijk, Duitsland, Tsjechië, Denemarken en uiteraard onze Nederlandse toppers.
Veel ogen zijn gericht op clubrijder Dave Meijerink, die vorig jaar de Nederlandse titel op zijn naam wist te schrijven. Meijerink, inmiddels 24 jaar en afkomstig uit Schuinesloot, behoort tot de top in de baansportwereld. Concurrentie heeft Meijerink genoeg in de ‘internationale special klasse’, waarin de coureurs op motorfietsen -zonder remmen- vol gas de bocht uitkomen. De club heeft zich ingezet om de beste internationale toppers naar Balkbrug te halen, waarmee spannende wedstrijden worden gegarandeerd.
Ook clubrijders Niek Meijerink en Harriet Zwiers mogen uiteraard niet ontbreken. De 16 jaar jonge Meijerink uit de Krim laat zijn talent zien bij de nationalen en zal dit jaar voor het eerst op een 500cc machine de strijd aangaan. De 32-jarige Harriet Zwiers uit Koekange komt uit in de altijd spectaculaire NK250 ST klasse.
Na afloop zal in de feesttent de band ‘The Sweatshirts’ optreden. Parkeren kunt U direct naast de baan. Daarnaast is er voor mindervaliden een in- en uitstapplaats vlak bij de ingang.
Kaarten zijn met korting te koop via de website van de MAC van Dedem. Zo hebben volwassenen vanaf 18 jaar € 3,50 korting bij aanschaf van een E-ticket. Tot 16 jaar is de toegang gratis. Jeugd tussen de 16 en 18 jaar krijgen online € 2,50 korting. Alle informatie en het bestellen van entreekaarten is te vinden via: www.macvandeden.nl
Wat: Internationale Jacobs Groep Grasbaanraces
Wanneer: maandag 1 april – tweede paasdag
Hoe laat: 12:00 uur rijdersvoorstelling en 12:30 uur de eerste race Waar: Grasbaanterrein aan de Molenweg in Balkbrug
Zo rond de eerste schakelbeurt van drie naar vier, word ik overvallen door een gelukzalig gevoel. Alsof niets moet, alles kan en verder geen gedoe. Best snel, maar dat is wat de Moto Guzzi V85 TT Travel met me doet. Op dat kleine stukje weet ik al dat ik me de verdere dag uitstekend zal vermaken.
Bij de technische uiteenzetting spreken de Moto Guzzi ingenieurs over een evolutie van de V85 TT. Klinkt goed. Het is evolutie die motoren beter maakt, iets wat ze daar in Mandello del Lario wel eens schijnen te vergeten. Veel van hun modellen duiken ineens op en verdwijnen, om later opnieuw op te duiken. Zie de Stelvio. Maar de V85 TT evolueert dus wel gewoon verder. Met als grootste technische innovatie VVT, waarbij vanaf 6.500 tpm de kleptiming verandert. Het zou gaan om de ideale combinatie tussen koppel onderin en topvermogen hogerop, maar ik roep bovenal emissienormen in als motief. Niettemin pompt de 2024 V85 4 pk meer uit zijn dwarse V-twin dan zijn voorganger (80 pk/7.750 tpm, ondanks de strengere Euro5). Een zogeheten knock sensor moet zorgen voor een betere verbranding en emissie, samen met een extra, derde lambdasonde in de uitlaat. Ook nieuw is het hellingshoekgevoelige ABS en tractiecontrole. Als we het dan toch over de elektronica hebben, zijn er ook nog vier rijmodi, inclusief de Off-road modus voor de V85 TT en Travel-versies. De basic Strada lijkt niet bedoeld om stof te happen. De kuipruit heeft een nieuw systeem om hem 70 mm hoger te zetten, maar dat moet wel gewoon handmatig en niet elektrisch, wat aardig lukt.
En ook het blok lijkt me een stuk soepeler te draaien. De VVT, knock-sensor en Lambda-sondes doen dus schijnbaar hun werk. Waarbij de overgang in kleptiming na 6.500 tpm niet voelbaar is. Heel erg netjes allemaal. Ik voel me dus zoals eerder aangehaald meteen in mijn sas op de TT, ook wanneer we de snelweg opdraaien. Ik pas makkelijk de kuipruit wat aan en cruise dan door het Zuid-Spaanse woestijnlandschap met een soort Easy-Rider-gevoel zoals ik het maar zelden ervaar. De windbescherming is goed en het V-twin blok dreunt aangenaam een eind weg. Ik zou er niets op tegen hebben helemaal door te rijden tot de Lage Landen. Of gewoon drie rondjes Spanje. Er zijn krachtiger allroads, er zijn ook comfortabelere allroads, maar er zijn er weinig die een aangename rust op mij neer laten dalen.
Gedwee
Zoals elke Moto Guzzi rijd je ook de V85 TT op koppel. Het vermogen in de hogere regionen opzoeken heeft enkel auditief merkbare gevolgen. Je kan hem op bochtige wegen een hele dag in zijn vier laten staan. De soepele vermogensafgifte brengt je zonder horten of stoten op je bestemming. Mocht je die al hebben. De V85 TT is zo meegaand als maar kan. Maar ook op tempo verrast de Moto Guzzi positief. Na het mooi ronden van perfect kronkelende kustwegen keren we na de middagstop terug richting hotel. De voorrijder legt behoorlijk de zweep erop en we volgen met zijn allen gedwee.
Met een tempo dat je gerust mag omschrijven als ‘behoorlijk stevig’, suizen we van bocht naar bocht en de V85 kwijt zich vastberaden van zijn taak. Geen enkele keer geeft het rijwielgedeelte te kennen dat het welletjes is. De remmen worden stevig aangesproken, maar houden zich kranig, zonder fading of andere tekenen van opgeven. De V85 houdt niet echt van erg snel en slordig schakelen, maar zolang je zelf wat zorg aan de dag legt, hebben we ook daar niets te klagen. We staan versteld van de sportieve kwaliteiten, die we op de vorige generatie nooit hebben ervaren, omdat daar het vertrouwen toch minder onbezorgd aanwezig bleek. Het Easy Rider-gevoel is intussen wel weg, maar de glimlach is des te breder.
Conclusie test Moto Guzzi V85 TT Travel
Wanneer we afstappen ben ik ontzettend positief verrast. Waar de Moto Guzzi V 85 TT me initieel een soort gelukzalig gevoel van totale onthaasting bracht, blijkt er toch vuur in zijn onderbuik te zitten als je dat wil. Of als het gewoon even moet. Elk minpuntje dat ik kon bedenken van de vorige generatie is weggewerkt of aangepakt, met een erg goede motor tot gevolg. Waarbij je de gebruikelijke verzachtende opmerking ‘voor een Guzzi’ helemaal kan vergeten…
Pluspunten Moto Guzzi V85 TT Travel
Koppelrijk blok
Easy Rider-gevoel
Stuurgedrag
Minpunten Moto Guzzi V85 TT Travel
Met zorg schakelen
Technische gegevens Moto Guzzi V85 TT Travel
MOTOR
Type
luchtgekoelde V-twin, DOHC
Cilinderinhoud
853 cc
Boring x slag
84 x 77 mm
Compressieverhouding
10,5:1
Koppeling
enkele droge plaat
Transmissie
zesbak
Eindoverbrenging
cardan
PRESTATIES
Maximaal vermogen
80 pk (58 kW) @ 7.750 tpm
Maximaal koppel
82 Nm bij 5.000 tpm
ELEKTRONICA
Motor
tractiecontrole, 4 rijmodi
Rijwielgedeelte
hellingshoekgevoelige ABS
RIJWIELGEDEELTE
Frame
stalen buizenframe
Vering voor
41mm USD-telescoopvork
Stelmogelijkheden
voorspanning en uitgaande demping
Vering achter
monoshock
Stelmogelijkheden
veervoorspanning en uitgaande demping
Veerweg v/a
170/170 mm
Rem voor
twee 320mm remschijven met radiale vierzuiger remklauw
De 2024 Yamaha MT-09 zal ongetwijfeld de concurrentie opschudden. De dynamische Yamaha biedt spannende prestaties, een aantrekkelijke prijs en volop mogelijkheden om te spelen.
Onlangs hebben wij de nieuwe Yamaha MT-09 getest. De Yamaha blijft een indrukwekkende keuze binnen het segment van A-motorfietsen en A2-geschikte motorfietsen. Ter herinnering: in 2023 werden er zo’n 380 registraties van de MT-09 genoteerd, een uitstekend resultaat voor Yamaha. Met zijn plezierige rijervaring, levendigheid en prestaties biedt de 2024 MT-09 nog meer rijplezier, waardoor het nog steeds een uitstekende keuze is. Yamaha staat bekend om zijn totaalpakket van hoge kwaliteit. Hieronder zetten we naar onze mening de belangrijkste concurrenten op een rijtje.
Voor een beter vergelijk zetten we de belangrijkste technische informatie van de Yamaha MT-09 2024 onder elkaar:
Yamaha MT-09 2024
Vermogen: 119 pk bij 10.000 tpm
Koppel: 93 Nm bij 7.000 tpm
Gewicht: aangekondigd als 193 kg rijklaar
Prijs: €12.499
A2-versie: Ja, specifieke versie met 70 kW/95 pk die kan worden begrensd tot 35 kW/47,5 pk en niet meer dan 70 kW/95 pk kan leveren.
De concurrenten van de nieuwe Yamaha MT-09 2024
Triumph Street Triple 765: Een agressieve driecilinder en iets lichter qua gewicht, maar met minder koppel.
Triumph Street Triple 765 R
Yamaha MT-09
Vermogen
120 pk @ 11.500 tpm
119 pk @ 10.000 tpm
Koppel
80 Nm @ 9.500 tpm
93 Nm @ 7.000 tpm
Gewicht
rijklaar 189 kg
rijklaar 193 kg
Prijs
€ 12.195
€ 12.499
Suzuki GSX-S950: De klassieke en efficiënte formule van een grote Japanse viercilinder.
De Suzuki GSX-S950 is een concurrent van de MT-09 wat betreft prijs en prestatieniveau. Het ontwerp van de Suzuki GSX-S950 is moderner dan dat van de Kawasaki Z900. De GSX-S950 is grotendeels gebaseerd op de GSX-S1000, wat resulteert in een solide en succesvol chassis, hoewel de vering en remmen minder goed zijn dan die van de 1000. De motor is uiteraard minder krachtig dan die van de GSX-S1000 en ook die van de MT-09, maar desondanks… De 95 pk-versie van de GSX-S is zeer goed geslaagd, alleen ontbreekt een quickshifter… Er is ook een A2-versie beschikbaar in het Suzuki-assortiment.
Suzuki GSX-S950
Yamaha MT-09
Vermogen
95 pk @ 7.800 tpm
119 pk @ 10.000 tpm
Koppel
92 Nm @ 6.500 tpm
93 Nm @ 7.000 tpm
Gewicht
rijklaar 214 kg
rijklaar 193 kg
Prijs
€ 11.299
€ 12.499
KTM 790 Duke: Iets minder krachtig, maar ook goedkoper!
De KTM 790 Duke is een concurrent van de nieuwe Yamaha MT-09, zij het iets minder krachtig. Het is echter vermeldenswaard dat KTM in 2024 ook een versie met meer vermogen heeft in de vorm van de 990 Duke, die gepositioneerd is in een hogere prijsklasse. Desalniettemin blijft de KTM 790 Duke een geduchte concurrent voor de Yamaha, met zijn opvallende en scherpe uiterlijk en het speelse karakter tijdens het rijden. Een KTM nodigt uit om te spelen, net als een MT. De LC8c tweecilinder is verkrijgbaar in zowel een A (105 pk) als een A2 (95 pk) versie. Wat we waarderen aan de 790 Duke is zijn lichte gewicht en het gemak waarmee je bochten kunt rijden.
KTM 790 Duke
Yamaha MT-09
Vermogen
95 pk of 105 pk
119 pk @ 10.000 tpm
Koppel
87 Nm
93 Nm @ 7.000 tpm
Gewicht
174 kg zonder brandstof
rijklaar 193 kg
Prijs
€ 11.040
€ 12.499
KTM 990 Duke: De echte concurrent van Yamaha vergt een hoger budget.
KTM heeft iedereen verrast met de nieuwe 990 Duke. Opnieuw angstaanjagend, explosief en zeer controversieel qua ontwerp – typisch KTM! Deze motorfiets belooft verbeterde kwaliteit, uitrusting en technologie, wat neerkomt op een upgrade, maar de prijs volgt deze trend. Of het verstandig is van KTM om de prijs van de 990 Duke zo hoog te positioneren valt nog te bezien. Ondertussen presteert hij zeer goed op de weg dankzij zijn krachtige motor en solide en precieze chassis. Hij vormt een serieuze concurrent voor de Yamaha MT-09 in de A-versie.
Motor
KTM 990 Duke
Yamaha MT-09
Vermogen
123 pk
119 pk @ 10.000 tpm
Koppel
103 Nm
93 Nm @ 7.000 tpm
Gewicht
179 kg zonder brandstof
rijklaar 193 kg
Prijs
€ 17.290
€ 12.499
BMW F 900 R: Comfortabeler, maar minder stoer.
De BMW F 900 R is waarschijnlijk een beetje teleurstellend voor degenen die op zoek zijn naar sensationele rijervaringen of die graag gas geven. Maar net als de MT-09 heeft hij een motor die al bij lage en middelhoge toeren efficiënt presteert, wat een pluspunt is op de weg. Bovendien heeft hij een laag brandstofverbruik (minder dan 4,5 l/100 km). Zoals vaak het geval is bij BMW, blinkt hij uit in veelzijdigheid en heeft hij een uitstekend chassis. Deze motorfiets biedt ook een goede grondspeling en kan worden uitgerust met optionele pakketten. Hij is verkrijgbaar in een A2-versie en geschikt voor sportief rijden, maar ook voor woon-werkverkeer in regenachtige omstandigheden…
Motor
BMW F 900 R
Yamaha MT-09
Vermogen
105 pk @ 8.500 tpm
119 pk @ 10.000 tpm
Koppel
92 Nm @ 6.500 tpm
93 Nm @ 7.000 tpm
Gewicht
rijklaar 211 kg
rijklaar 193 kg
Prijs
€ 9.990
€ 12.499
Kawasaki Z900: De krachtige Kawasaki-vier-in-lijn blijft het belangrijkste verkoopargument van een model dat alweer een tijdje mee draait.
De Kawasaki Z900 is een soort retro-roadster volgens het oude recept van Kawasaki. Deze motorfiets is zwaarder en minder geavanceerd, maar heeft zijn charme behouden. Allereerst is het een uitstekende motor, met een krachtige viercilinder die soepel, agressief en voorzien is van een melodieus geluid. Deze motor presteert nog steeds op topniveau. Het precieze voorkant van de Z900 komt goed tot zijn recht en met betere banden dan de zeer redelijke Dunlop Roadsport 2-banden waarmee hij standaard wordt geleverd, biedt hij veel rijplezier in het bochtenwerk. Er is ook een specifieke A2-versie beschikbaar. Het vermogen, dat beperkt is tot 35 kW (47,5 pk), lijkt net zo beperkt als het vermogen van de zeer geslaagde A2-versie (70 kW, 95 pk).
Motor
Kawasaki Z900
Yamaha MT-09
Vermogen
125 pk @ 9.500 tpm of 95 pk bij 8.000 tpm
119 pk @ 10.000 tpm
Koppel
98,6 Nm @ 7.700 tpm
93 Nm @ 7.000 tpm
Gewicht
rijklaar 212 kg
rijklaar 193 kg
Prijs
€ 11.299
€ 12.499
Er zijn ook andere concurrenten op het gebied van prestaties, uitrusting of prijs in vergelijking met de nieuwe Yamaha MT-09. Zo is er bijvoorbeeld de CFMOTO 800 Nk Advanced, die goedkoper is (€8.690), maar beperkt is tot 95 pk, of de Ducati Monster, die daarentegen duurder is met €12.290.
Is het gepast een route te rijden met een Russisch thema? Wij denken van wel; Misdaad en Straf van Dostojevski blijf je toch ook lezen? Bovendien kun je je geschiedenis niet verloochenen, want ons land heeft van oudsher veel met Rusland gehad. Dus… dawaai! Rolling on the Ruski Route!
In 1697 kwam de Russische Tsaar Peter naar Nederland. Hij had voor zijn reis al Nederlands geleerd, want hij wilde zijn land moderniseren en daarvoor vond hij waterwerken en scheepsbouw belangrijk. Dat waren twee bedrijfstakken waarin wij uitblonken. De tsaar ging naar Zaandam om zich daar te bekwamen in het bouwen van schepen. Dat was niet zo verwonderlijk, aan het einde van de 17e eeuw stond de scheepsbouw in de Zaanstreek een hoogtepunt bereikt.
In 1717 kwam Peter de Grote nogmaals naar Nederland, waar hij verbleef op De Krimp in Zaandam in een houten huisje. Dat is nu bekend als het Czaar Peterhuisje en onderdeel van het Zaans Museum. Ken je van die Russische matroesjka’s, houten poppetjes, waarvan een steeds een kleiner exemplaar in een grotere past? Zo is het ook met dit eeuwenoude houten gebouwtje. Dat staat beschermd tegen de elementen en andere tanden des tijds tussen bakstenen muren onder een heus pannendak.
De houten wanden staan schots en scheef en natuurlijk stoot ik mijn kop aan de veel te lage deurpost. Mevrouw Farida Guseynova die ons rondleidt kan er wel om lachen. Want het moet Peter de Grote ook zijn overkomen. Hij was voor zijn tijd behoorlijk lang. Ook daarom bleef hij niet onopgemerkt. Hij wilde anoniem in dit huisje verblijven en op de Zaanse scheepswerf het vak van scheepstimmerman leren. Maar van heide en verre kwamen de mensen naar die vreemde Russische snoeshaan kijken, nooit kon hij onopgemerkt over straat. Overal werd hij uitgejouwd.
In het huisje zijn heel wat eerbiedwaardige mensen Wim en mij voorgegaan. Sommigen hebben hun namen op de muren of in de vensters gekrast, dat kon toen gewoon nog. Napoleon Bonaparte bezocht in 1811 het Czaar Peterhuisje en zijn echtgenote Marie Louise kreeg de hik van het lachen toen ze de kleine bedstee zag waarin Peter de Grote zich moest opvouwen. Ook Boris Jeltsin en Michael Gorbatchov kwamen op bezoek en in 2005 leidde Willem-Alexander er Vladimir Poetin rond. Toen kon dat nog gewoon.
Op het plein van De Dam groeten we een standbeeld en wat andere beeltenissen van de Russentsaar, dan rijden we Zaandam uit. Eeuwen geleden ging het meeste verkeer nog per schip, nu per motorvoertuig. We rijden noordwaarts over een stukje rechte provinciale weg waar het moet, maar waar het kan slingeren we over dijkweggetjes op de grens tussen water en land.
1 van 9
Venster op het Westen
Net als Wladimir Ilyich Ulyanov, beter bekend als Lenin, is Ger Leegwater een begenadigd spreker. Hij klets bezoekers aan zijn Kunsttuin Nederlands Kremlin de oren van het hoofd. Maar Ger kan ook luisteren. Tenminste: hij stelt bezoekers vragen waarop hij dan antwoord. Slim bekeken: zo houdt hij de aandacht vast. Ger noemt zichzelf geen kunstenaar. ‘Of vinden jullie van wel?’ In zijn werkplaats staat onder een stapeltje stoffige motortijdschriften zijn rode Demmi, in de jaren vijftig gekocht van zijn eerste zelfverdiende geld en zijn eerste verkering ging mee, achterop het smalle zadeltje. ‘We waren vroeger kleiner dan de mensen van nu. En we hoefden minder ver.’ De kermissen van Wormer en Purmerend waren al heel wat.
Minstens zo belangrijk als zijn verhalen zijn de bouwwerken op zijn terrein bij het plaatsje Winkel. Vanwege de vele uivormige torens en koepels worden zijn creaties het Nederlands Kremlin genoemd. Of Kunsttuin dus, dat heeft hij zelf op een bord geschilderd. Als we bij mevrouw Leegwater een toegangskaartje hebben gekocht mogen we naar hartenlust op het terrein en in de gebouwen rondneuzen. Ger met z’n verhalen krijgen we er gratis en ongevraagd bij.

Hollands Kroon is de naam van een gemeente in de kop van Noord-Holland, waar Winkel deel van is, en ook Anna-Pauwlona, genoemd naar de Russische echtgenote van koning Willem II. De Oranjes, ook Willem-Alexander, hebben dus Russisch bloed. Het landschap is hier tussen de steden aan de kust laag en leeg. Wij vinden het prachtig, net als Peter de Grote. Het Nederlandse landschap was volgens hem de belichaming van de zege van de mens op de zee en de andere krachten van de natuur. Het Noord-Holland zoals Peter de Grote leerde kennen is ondertussen grotendeels ingepolderd. Maar oude dijken zoals de Westfriese Omringdijk bieden motorrijders ritsen bochten en een fraai uitzicht van bovenaf op land en zee.
Hoe mooi zou Peter de Grote de Markerwaarddijk hebben gevonden, die verhoogde strook asfalt tussen Enkhuizen en Lelystad, tussen Markerwaard en IJsselmeer? Die dijkweg rond een geplande polder die er nooit kwam. Die ondanks het rechte verloop altijd weer een feest is om overheen te rijden.
De naar hem genoemde stad Sint-Petersburg liet Tsaar Peter als een Nederlandse polder verrijzen op de drassige delta van de Neva. Sint-Petersburg moest het Venster op het Westen zijn, waardoor frisse, moderne ideeën door Rusland zouden waaien. Nederlandse kennis en ervaring hielpen daarbij.
Sovjetmemorablia
In Kampen dobberen geen luxejachten van Russische oligarchen in de haven. Wel zijn er al drie schepen van Kampener werf door een Russisch-Orthodoxe priester ingezegend. Kampen kan onze Russische route mooi in tweeën delen, we boeken er een B&B direct aan de IJssel. Kampen is rijk geworden met de Hanzehandel tot in Rusland aan toe en heeft een uniek iconenmuseum achter de kademuur liggen. Het voormalige Franciscanenklooster uit de veertiende eeuw biedt een fraaie omlijsting voor de orthodoxe religieuze schilderijen, die oorspronkelijk op houten panelen werden gezet, van donker naar licht geschilderd. De passie spat van de iconen af en ook van het verhaal dat Jan van Langen afsteekt. Iconen lijken voor leken op een stripverhaal, maar dat zien we toch echt verkeerd legt onze gids uit. Stukje bij beetje, beeld voor beeld, ontvouwt zich iets van de wondere wereld der iconografie voor onze ogen. Wij moeten iconen zien als vensters op een andere werkelijkheid, vol gloedvolle geloofsbelijdenis. Iconen zijn bezield. Bij de Slag om Stalingrad in de Tweede Wereldoorlog had de Russische tankcommandant een icoon op zijn tank hangen, waarmee hij de nazi’s aanviel.
De volgende morgen davert onze Moto Guzzi over de IJsselbrug en daarna rijden we over wat slingerende zijpaden naar Genemuiden. Daar is een bedrijf gevestigd, dat we met alle respect een uit de hand gelopen passie noemen. ‘Hier worden we niet rijk van, zegt Richard Busweiler in zijn werkplaats waarin diverse motoren van Russische en Oekraïense makelij staan. Vooral zijspannen natuurlijk, maar er staat hier en daar ook een solomachine en eentje daarvan mogen wij lenen. Wij laten onze Italiaanse dartele draafster achter en stijgen op een kolchozknol, gemaakt om mee door de Siberische modder te ploegen.
‘Een motor met een ziel,’ zegt Richard. Dat klinkt heel Russisch. Maar inderdaad, rijden op die sovjetboxer geeft zo’n gevoel.Geen startmotor, je moet er de levensadem elke keer zelf intrappen. Dat geeft een heel andere belevenis, een veel intiemere relatie met de motorfiets. Ik trap de 32 pk van de Dnepr MT11 tot leven en daar gaan we dan. Ik ben he-le-maal blij op dat ding! In een flits voelt het alsof ik veertig jaar geleden op mijn eerste motorfiets reed, een BMW 80/7. Die had ook al zo’n mooi groot spatbord voorop, want het was ooit een politiemotor geweest.
We tokkelen het industrieterrein af en pikken wat dijkweggetjes op die langs de IJssel slingeren. De motor schakelt zoals geen BMW of Guzzi onder mij ooit heeft geschakeld. Met respectvolle toewijding kan deze motor ons naar Omsk en nog verder brengen. Alleen die remmen zijn wel een dingetje, met die antieke trommels. Misschien maar een icoon op het spatbord plaatsen? Maar ja, goed grijpende remmen pasten natuurlijk niet in het Sovjet-concept van weleer. Want op weg naar de communistische heilstaat waren geen obstakels.
Boven de werkplaats is een ruimte ingericht als ontmoetingsplek voor gelijkgestemde russofielen en eigenlijk fungeert die ook een beetje als een minimuseumpje sovjetmemorablia zoals onklaar gemaakte Russische wapens uit de Tweede Wereldoorlog, vlaggen, brommers en wat dies meer zij. In een kast staat een fles, dop eraf. Geen heldere wodka maar donkere stroop. Ruik maar! Echte Russische aardolie. Van die geur worden wij meteen blij en gelukkig.
Ruskuie
Van De Krimp in Zaandam naar De Krim in Overijssel is het over de weg zo’n 170 kilometer. Dat doet Russisch aan, net als de namen van onze waypoints Siberië en Nieuw Moscou.
Waarschijnlijk hebben die plaatsen hun naam te danken aan de Krimoorlog die in 1854-1856 werd uitgevochten tussen Rusland en Groot-Brittannië, Frankrijk en het Ottomaanse rijk. Moscou, later Nieuw Moscou genoemd, kreeg deze naam omdat het zo ver weg van de bewoonde wereld lag. Het ‘dor en woest’ van Siberië klinkt erin door. De eerste bewoners van Moscou waren seizoenarbeiders, die hier alleen in de zomer verbleven, in hutten op de rand van het af te graven veen en het al leeg gegraven veld van heide en berken.
Moerassige grond en berkenboompjes langs de weg verhogen de Russische sfeer. De landbouwgronden waar we langsrijden lijken op komsomol-lijst te zijn geschoeid. Na de vervening kwamen er in de 19de eeuw boerenbedrijven, gevolgd door een aardappelmeelfabriek. Die ging in 1911 failliet, toen namen de boeren zelf het bedrijf als coöperatie in handen, onder de welluidende naam Onder Ons. Dat was al zes jaar voor de Russische revolutie! Eind twintigste eeuw, nadat de Sovjet-Unie uit elkaar was gevallen, sloot ook de aardappelfabriek op De Krim.
Er kwamen niet alleen Russen naar Nederland, er trokken ook Nederlanders naar Rusland. Uit Vriezenveen bijvoorbeeld, daarvan trokken de zogenaamde ‘Rusluie’ in de achttiende eeuw naar Sint-Petersburg. Ze reisden per schip of huifkar. Eerst handwerklieden en wevers, later gevolgd door kooplieden. Zij hadden er handelsondernemingen, winkels, huizen en een eigen Nederlandse Kerk. Zij handelden in textiel, maar ook in tabak, wijn, koffie, thee, cacao, Delfts aardewerk en bloemen. De Rusluie waren ook hofleveranciers, de tsaren kochten bij hun graag sigaren en tafellinnen. Met de Russische revolutie van 1917 kwam een einde aan bijna twee eeuwen handelsrelaties tussen Vriezenveen en Rusland. De Rusluie trokken terug naar hun geboorteplaats in Twente. Naar Vriezenveen, waar we in het Historisch Museum een expositie over ze bekijken.
Russisch Ereveld
De witte stenen in het groene gras spreken al boekdelen. Cyrillische letters erop vormen dezelfde woorden op stenen van onbekende soldaten. Gestorven in Kamp Amersfoort tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een Nederlandse meneer was eerst in de weer met het gastenboek aan de ingang van het Sovjet Ereveld en komt nu een praatje maken met die twee motorrijders. ‘Aangenaam, ik ben Kees Gerritsen.’ Meneer Gerritsen vertelt ons over de krijgsgevangenen die hier begraven liggen.
‘In de Tweede Wereldoorlog werden soldaten van het Sovjetleger aan het Oostfront, bij de Russische stad Smolensk, krijgsgevangen gemaakt door de Duitsers. Ze werden op transport gezet naar Nederland, om hier na twee weken uitgeput en uitgehongerd aan te komen. Ze kwamen uit landen zoals Oezbekistan en Kazachstan. De nazi’s presenteerden hen als Untermenschen. ‘Deze apen zijn nu jullie bondgenoten,’ zei de Duitse commandant tegen Nederlanders.
‘Na een halfjaar waren 23 van die krijgsgevangenen al overleden, op 9 april 1942 werden de andere 77 hier op de hei gefusilleerd. Op 7 mei 1945 bevrijdden Canadese militairen Kamp Amersfoort. Er werden 61 graven ontdekt. Ook de begraafplaats voor Untermenschen werd blootgelegd: 26 graven met 157 lichamen, waarvan er 101 aan de hand van hun gebit werden geïdentificeerd als Russisch. Ze werden op dit ereveld herbegraven.’
Daar zijn even stil van. Dat groene gras, die ruisende bomen, alles is nu zo vredig. Aan de overkant van de snelweg staat aan het eind van de weg langs de golfclub het Koedrift monument. Een obelisk markeert de plek waar de 77 Sovjetsoldaten zouden zijn doodgeschoten. Maar dat klopt niet, vorig jaar werd ontdekt dat die plek bij hole 9 van het golfterrein was. Dat maakt voor die 77 sloebers niet meer uit.
Rond de obelisk staan berkenbomen met enorme paddenstoelen erop. Hoe Russisch wil je het hebben? Het ruikt hier naar aarde. Naar Rusland. Naar echt. Op de terugweg moesten we toch maar weer even in Genemuiden stoppen. Dat gevoel van het rijden op de Dnepr laat me niet los. Als Richard er nou die fles aardolie bij doet, dan kunnen we misschien proosten op de verkoop. Na twee dagen Russische Route gaan we maar weer eens op huis aan. Daar konden de Vriezenveners en de soldaten van Napoleon en Hitler alleen maar van dromen.
De EXO-City II is de ideale open face helm. Uiteraard perfect geschikt voor wie veelvuldig in de stad te vinden, maar ook voor daarbuiten. Dit heeft te maken met het grote vizier, dat niet alleen in de breedte voldoende zicht geeft, maar ook voldoende lengte biedt. Hierdoor wordt het gezicht ook op hogere snelheden voor de wind goed afgeschermd. Een uitstapje naar de snelweg is daardoor ook goed mogelijk. Door de polycarbonaatschaal is de Scorpion EXO-City II daarnaast erg licht en biedt deze ook voldoende bescherming.
De EXO-City II biedt naast voldoende veiligheid ook de kwaliteit die u van Scorpion gewend bent. Om dit te bekrachtigen biedt Scorpion maar liefst vijf jaar garantie op de helm. Qua veiligheid voldoet ook de EXO-City II aan de laatste ECE 22-06 goedkeuring.
Het draagcomfort van de EXO-City II staat ook op een zeer hoog niveau. Dit komt onder andere door de twee buitenmaten die Scorpion aanbiedt voor de helmschaal. Voor brildragers is de helm voorzien van het Kwikfit™ systeem. Deze uitsparing in de helmbekleding is geschikt voor een uiteenlopend scala aan brillen. De KwikWick® bekleding zorgt voor de juiste isolatie, waardoor de EXO-City II juist koel aanvoelt in de zomer en warm in de winter. Daarnaast is de stof anti-microbiologisch en gemakkelijk uitneembaar om te wassen. Door middel van het Speedview™ zonnevizier is een losse zonnebril ook overbodig, juist omdat dit zonnevizier zo eenvoudig in- en uit te schuiven is. Door middel van de micrometric buckle is de kinband eveneens eenvoudig te openen en te sluiten.
Eveneens prettig is de bluetooth voorbereiding. De kleine uitsparingen in de helmbekleding bieden namelijk voldoende ruimte voor het plaatsen van een communicatie systeem, zonder de oren af te klemmen.
De Scorpion EXO-City II is beschikbaar in verschillende kleuren, waarbij er ook de keuze is voor originele en opvallende graphics.
Maatvoering: XS tot en met XXL (in twee verschillende buitenmaten)
Prijs: vanaf €129,90 (Graphics vanaf €159,90
Kleuren Solid: White, Black, Cement Grey en Matt Black
Dit zou binnenkort kunnen veranderen, want Moto Guzzi heeft onlangs in de USA een handelsmerk aangevraagd voor de naam Stornello. Volgens het patent op de website van het United States Patent and Trademark Office (USPTO) heeft Guzzi dit patent aangevraagd op 22 augustus 2023.
2016 Moto Guzzi V7 Stornello
Hoewel fabrikanten vaak merknamen aanvragen maar ze uiteindelijk niet gebruiken, zijn er veel strengere bepalingen bij het USPTO. Dit betekent dat zodra een patent of handelsmerk is aangevraagd, bedrijven veel meer druk voelen om ze te gebruiken, anders lopen ze het risico om de rechten op het handelsmerk volledig te verliezen. Dus, wat betekent dit voor motorrijders?
1961 Stornello 125 Scrambler America
Nou, het is zeer waarschijnlijk dat Moto Guzzi daadwerkelijk werkt aan een nieuw model met de naam Stornello. Hoewel er in 2016 al een Stornello-variant van de V7 roadster was, gaat het model eigenlijk terug tot 1961, met de Stornello 125 Scrambler America. Deze motorfiets was een vriendelijke machine met een pittige 125cc-eencilinder; compleet tegenovergesteld van de qua inhoud zware, dwarsgeplaatste V-twin die we vinden in de V7.
Extra retro-uitstraling
En juist vanwege deze veelzijdige geschiedenis is het voorstel van een nieuwe Stornello nog spannender. Toegegeven, het lanceren van een nieuwe V7 Stornello is misschien voor de hand liggend, en zou zeker Guzzi-fans prikkelen die op zoek zijn naar een stoere en retro-geïnspireerde roadster. Maar Moto Guzzi zou ook heel goed een andere richting kunnen inslaan. De V85 TT heeft bewezen dat het een zeer capabele avontuurlijke motor is, en wat extra retro-uitstraling en het toevoegen van het Stornello-logo lijkt zeker geen slecht idee.
Hoewel die ideeën allemaal gaaf zijn, is het misschien nog wel cooler om naar het grotere plaatje te kijken. Moto Guzzi leeft niet in een vacuüm. Het is eigendom van Piaggio, dat ook Aprilia bezit, naast nog vele andere Italiaanse merken. Aprilia heeft onlangs de RS 457 onthuld, een machine die klaar staat om het segment van sportieve motorfietsen met een kleine cilinderinhoud op te schudden.
2024 Aprilia RS457
Parallel-twin platforms zoals de 457 zullen ongetwijfeld leiden tot talloze nieuwe modellen. Dus wat als de Stornello eigenlijk een pittige retro-geïnspireerde scrambler is, gebouwd op het nieuwe 457-platform? Net zoals de eerste Stornello uit 1961, is een Stornello 457 ook voor beginnende motorrijders aantrekkelijk. Bovendien zijn veel grote fabrikanten bezig met modellen met minder cc’s ten gunste van meer bruikbare en handelbare modellen. Kijk maar naar Triumph, met zijn Speed en Scrambler 400.
In de wereld van motorfietsen zijn er machines die indruk maken, niet alleen door hun prestaties, maar ook door hun uniciteit en vakmanschap. De Archangel van Ransom Motorcycles belichaamt precies dat – het is geen gewone motorfiets die je zomaar bij een dealer vindt. Het is eerder het resultaat van jarenlange passie en vakmanschap en zou rechtstreeks uit het populaire videospel Cyberpunk 2077 kunnen komen. Met een prijs die zich in het bereik van sommige supersportwagens bevindt – afhankelijk van de individuele uitrusting kunnen de kosten snel oplopen tot in de zes- tot zevencijferige range (in dollars) – staat de Archangel voor exclusiviteit en luxe op twee wielen.
Kunstwerk van aluminium en chroom-molybdeenstaal
De Archangel is een toonbeeld van vakmanschap. Gemaakt van met de hand gevormd aluminium en chroom-molybdeenstaal, valt deze motorfiets op door zijn indrukwekkende silhouet dat zich uitstrekt van de voorkant tot aan het achterwiel, inclusief de enkelvoudige achterbrug. Hierdoor lijkt de motorfiets als gegoten te zijn. De absolute blikvanger is de voorkant, uitgerust met een verborgen led-koplamp die pas tevoorschijn komt wanneer het neusgedeelte van de Archangel naar voren en naar beneden schuift. De harmonieus geïntegreerde koellichamen met vleugels verhogen niet alleen de esthetiek, maar ook de prestaties door extra neerwaartse druk.
Het hart met racegenen
De Archangel wordt aangedreven door een 185 pk (137 kW, 183 pk) sterke viercilinder van ongeveer 1000 cc, die bij 13.000 tpm zijn volledige vermogen levert. De krachtpatser komt waarschijnlijk uit een Japanse sportmotor, maar de maker achter Ransom Motorcycles, W. Robert Ransom, houdt de exacte herkomst geheim om de individualiteit van elke Archangel te behouden. Met een gewicht van solide 200 kg en een speciaal aangepaste luchtgeveerde ophanging die tot 11,4 cm in hoogte verstelbaar is, is de Archangel misschien geen lichtgewicht, maar biedt hij indrukwekkende prestaties en een unieke rijervaring.
1 van 7
De indrukwekkende achterband van 300 mm breed geeft de Archangel niet alleen een krachtige uitstraling, maar zorgt ook voor buitengewone tractie. De voorkant wordt gekenmerkt door een agressieve, verlengde voorvork die, zoals Ransom zelf opmerkt, enige behendigheid van de bestuurder vereist om de machine te kunnen manoeuvreren.
Het onconventionele naar buiten gebogen titanium uitlaatsysteem is niet alleen een optisch statement, maar benadrukt ook het individuele karakter van de Archangel en zijn streven om zich te onderscheiden van de massa.
Niet alleen bedoeld voor op de weg
Ransom ziet zijn creaties als rijdende kunstwerken en richt zich daarmee op een klantenkring die iets bijzonders zoekt. De Archangel is meer dan alleen een motorfiets; het is een statement op het gebied van design en vakmanschap. Met zijn buitengewone verschijning en krachtige techniek combineert deze motor de fascinatie van het motorrijden met de luxe van een exclusief kunstobject waarvoor je echter ook de bijbehorende prijs moet betalen.
Op 12 maart vindt er een veiling plaats waarin een illustere hoofdrolspeler te bewonderen zal zijn: de meest iconische motorfiets uit de filmgeschiedenis, de Harley-Davidson die schitterde in de film Easy Rider uit 1969. Er wordt verwacht dat deze veiling veel belangstelling zal trekken.
Het evenement, georganiseerd door PropstoreAuction, een specialist in grote veilingen, zal ook live worden gestreamd. Gedurende drie dagen zullen er diverse objecten, kledingstukken en artefacten die gebruikt zijn in talloze films, worden aangeboden aan verzamelaars en liefhebbers. Enkele hoogtepunten zijn onder andere de gitaar van Marty McFly (Michael J. Fox) uit Back to the Future en verschillende kledingstukken die gebruikt zijn in de film. Om er slechts een paar te noemen: een kostuum uit Armageddon (1998), de met handtekening gesigneerde handschoen van Joker gespeeld door Jack Nicholson in Batman uit 1989, de ‘monsters’ uit Alien en nog veel meer verzamelobjecten.
De motorfiets is voorzien van een Harley-Davidson Panhead, een verchroomd star frame, een hoog sissy bar (rugsteun) en een iconische brandstoftank beschilderd met de Stars & Stripes, geïnspireerd op de oorspronkelijke Captain America-strip. Bovendien prijkt de handtekening van Peter Fonda op de motorfiets, die niet alleen de hoofdrol speelde in deze film, maar ook eigenaar was van deze motorfiets die hij volgens zijn eigen wensen liet bouwen.
De startprijs van de veiling is 100.000 dollar, maar het valt te verwachten dat er veel gepassioneerde verzamelaars zullen strijden om dit model in huis te halen. De motorfiets heeft namelijk recentelijk in een museum in de VS gestaan. We hoeven alleen nog maar af te wachten wat er de komende dagen gaat gebeuren. Als je geïnteresseerd bent, moet je snel handelen! Eerst registreer je je op de website van Propstore Auction en vervolgens bij elke bieding probeer je om steeds weer hoger te gaan: wie biedt meer?
Test 2024 Kawasaki Ninja ZX-6R.Wie heeft een cent gegeven om de toekomst van de supersportklasse? Heel weinig motorrijders, maar anno 2024 komt de heropleving stilaan op volle toeren. Honda duwt zijn CBR600RR binnenkort terug op de bühne, Yamaha strooit met geruchten rond een op til staande R9, en Kawasaki presenteert na de erg lekkere Ninja ZX-4RR ook de nieuwe versie van de Ninja ZX-6R. In afwachting van diens dertigste verjaardag, zetten we het feestje alvast luidkeels in op het circuit van Almeria!
Testomstandigheden
Droog, fikse zuiderwind.
Temperatuur
17 graden
Testkilometers
Circuito de AlmerÃa
Dertig jaar? Jazeker. In 1995 verschijnt de allereerste ZX-6R ten tonele, exact tien jaar na de GPz600R. Dat was een watergekoelde zestienklepper, met een perimeterframe en 16-inch wielen voor de middenklasse. Daarmee tekende Kawasaki alvast de conceptie voor de succesformule van de Ninja ZX-6R. De nieuwkomer was destijds een sportieve optie voor wie een eerste, ‘echte’ motor kocht, maar vormde ook de perfecte machine voor zogenaamde downsizers. Een motor voor het volk, die een gretig blok met indrukwekkende acceleratie wist te combineren met een laag gewicht en een fluks stuurgedrag. En die je niet meteen een rib uit je lijf kostte. In 2002 doet Kawasaki een Kawasakietje: het gooit alle conventies overboord, boort 37 cc extra in de cilinders en pakt de concurrentie waar het pijn doet – in lage en middelhoge toeren. Anno 2024 vaart het, ook na de lange winterslaap, nog steeds met trots dezelfde koers, zij het met een in meerdere generaties steeds verder opgewaardeerde ZX-6R.
1 van 12
Wasknijper in de nek
Om eerlijk te zijn: de nieuwigheden zijn al met al beperkt. In meerdere opzichten is de 2024 ZX-6R eerder een fikse update van de afgezwaaide versie dan een volledige wedergeboorte. Het blok bijvoorbeeld is in grote lijnen identiek aan de eerdere 636cc-vierpitter, zij het met onder meer nieuwe nokkenassen met lagere nokken en bijbehorende kortere klepopening – uiteraard door EURO5+. Ook een geoptimaliseerd in- en uitlaattraject helpt overigens om die met verve te halen: van de grotere voorkamer, tot de verder stroomopwaarts geplaatste lambdasonde – alles voor een efficiëntere monitoring en schonere verbranding. Het resultaat is een 124 pk bij 13.000 tpm (129 pk met RAM-Air) 69 Nm (10.800 tpm) sterk blok. Het piekvermogen bereik je 500 tpm eerder.
Wel nieuw is de voorkant van de Ninja ZX-6R, waarvan de looks beter aansluiten bij de Ninja-serie. Zo zijn de geïntegreerde richtingaanwijzers en de volledige ledverlichting geïnspireerd op de ZX-4RR en ZX-10R, is er een nieuw RAM-Air-traject door zijn ‘voorhoofd’ geboord en krijgt de ZX-6R een spreekwoordelijke wasknijper in de nek. Het oogt allemaal een stuk strakker en slanker. En daaronder vallen meteen ook de ronde remschijven op – dus geen ‘wave’-versies. Ze meten nog steeds 310 mm en worden vastgeklemd door radiaal gemonteerde Nissin-vierzuigerremklauwen, terwijl het Bosch-ABS softwarematig een update kreeg. Geen IMU en ook geen hellingshoekgevoelig ABS – al is het KIBS (Kawasaki Intelligent Braking System) the next best thing. Dat systeem is gekoppeld aan de ECU, waardoor het de perfecte remdruk bepaalt op basis van onder meer wielsnelheid, gasklepstand, toerental, geselecteerde versnelling… De nieuwe Pirelli Diablo Rosso IV’s worden tegen het asfalt gedrukt door een volledig instelbare Showa SFF-BP UPSD-vork en een Bottom Link Uni-Trak monoshock met piggyback achter. Een set-up die volgens Kawasaki zowel voor straat- als circuitgebruik gekalibreerd is.
De andere noviteit treffen we achter de vernieuwde kuip aan: voor 2024 ruilt Kawasaki de vroegere lcd-tellers in voor een mooier en beter afleesbaar 4,3-inch tft-kleurenscherm. Maar het heeft ook functionele voordelen: zo zijn rijmodi, power modes en instelbare tractiecontrole niet nieuw – maar de mogelijkheid om er een nieuwe rijmodus mee te boetseren is dat wel. Dat zit zo: in de Sport-, Road- en Rain-modus krijg je een vooraf ingestelde power- en TC-instelling. Zo heb je in zowel Sport als Road het volle vermogen, maar staat de tractiecontrole in respectievelijk stand 1 (laagste interventie) of stand 2 (middelste interventie). In Rain heb je powermode ‘Low’ en het hoogste interventieniveau van de tractiecontrole. De volledig nieuwe Rider-modus zal vooral voor circuitrijders handig zijn. Het is de enige stand waarin je – naast de instelbare powermodi en tractiecontrole – ook kan kiezen om de TC uit te schakelen.
Tot slot kan je ook in de weer met Kawasaki’s Rideology App om je mobiel via bluetooth met je motor te koppelen. Naast allerlei info en meldingen houdt de app je ritten bij – zowel op als naast het circuit. Dan kan je later met de track je route reconstrueren. In theorie zou je zo, net als op de ZX-4RR, je rondetijden kunnen berekenen, maar die optie ontbreekt.
40th Anniversary Edition
Tot onze grote vreugde rijden we de waanzinnig mooie 40th Anniversary Edition. Die kost amper 250 euro meer dan de versie in KRT-kleuren, maar dan heb je niet alleen de goud geanodiseerde voorvorkpoten en het zilvergrijsgelakte frame en swingarm, maar ook de waanzinnig mooie kleurstelling. Een no-brainer, als je het mij vraagt. Die 40th is geen limited edition, maar wordt alleen dit jaar verkocht. Goed om mee te geven: onze Ninja had de Performance Edition Kit van 1.499 euro, dus met Akra, tankpad, grippads, duozitcover en het gerookte windschermpje. Nattedromenvoer.
Thuiskomen
Goed, op naar het Circuito de AlmerÃa. Weinig circuits waar mijn billen zo spontaan van samenknijpen als deze vier kilometer lange asfaltreep aan de Spaanse zuidkust. De bloedsnelle baan is gelardeerd met hoogteverschillen, blinde bochten en asfalt dat qua grip op een goede dag kan doorgaan voor ‘niet optimaal’. Als het even tegenzit,
Nadat de 636cc-viercilinder diep snuivend tot leven is gekomen ontsnapt een zacht gebrom uit de Akra. Met de pijltjesknoppen op de linker stuurhelft selecteer ik snel USER-modus, waarmee je in de weer kan met alle presets. Ik mik het vermogen op ‘full’ en de tractiecontrole – gezien het zand op de baan – in stand ‘1’, die het minst intrusief voor de dag komt. Wat in wezen neerkomt op de Sport-modus, maar dan met de optie om de tractiecotrole alsnog uit te schakelen. Gas erop! Nog voor we de pitstraat zijn uitgerold, tovert de Ninja ZX-6R al een eerste troef uit de mouw. De 37 cc extra ten opzichte van de concurrentie lijkt misschien een gegeven in de marge, maar is dat niet: ook in het middengebied valt er genoeg te beleven, en komt de ZX-6R best koppelrijk voor de dag. Niet gebruikelijk voor zo’n van nature hoogtoerige vierpitter. Vanaf ruwweg 4.500 tpm smeult het vuur al duchtig, maar de vlam slaat pas echt in de pan als je 6.500 tpm en meer draait, tot je bij zo’n 14.500 tpm met stotterend gekrijs in de begrenzer maalt. Wat er vooral voor zorgt dat de ZX-6R een heel makkelijk te rijden supersport is: de juiste versnelling kiezen voor je de bocht induikt, is uiteraard altijd interessant. Maar in tegenstelling tot veel van zijn concurrenten straft de Ninja een foute inschatting nooit hardhandig af. Een versnelling te hoog kan je doorgaans nog redden door het volle middengebied. En als je diep in de donkeroranje cijfers richting apex bent gedoken, maakt de begrenzer je redelijk beschaafd duidelijk dat je moet opschakelen. Wie vooraf zijn neus had opgehaald voor de dubbele kabel die uit het gashendel priemt, knikt na de eerste exit met hooggetrokken wenkbrauwen en samengeperste lippen goedkeurend achter zijn vizier. Afwezigheid van ride-by-wire is hem meteen vergeven. Door de subtiele tractiecontrole kan je – ondanks koude banden en zanderige ondergrond – bijna meteen vol op het gas. Opschakelen gaat prima met de quickshifter, maar legt ook een minnetje bloot: de afwezige ‘down’-functie en autoblipper op de quickshifter krijgt circuitrijders niet op de banken.
Kawasaki mikt met de ZX-6R zowel op sportieve straatrijders als laagvliegers op het circuit. Die insteek houdt, vooral op het vlak van frame en ophanging, wel een zoektocht naar het perfecte compromis in. Naast de vraag om feedback moet de demping ook comfortabel genoeg zijn om zowel slecht asfalt weg te vreten, als zo strak mogelijk blijven onder zware belasting en constante foltering tussen de curbs. Het dient gezegd dat Team Green goed in die opzet is geslaagd: mijn eigen zeventig rijklaarkilo’s krijgen het alu-perimeterframe, de standaardsetting van de Showa-demping ook onder fikse remdruk of flink buitenboord hangen op snelheid niet uit balans, terwijl de benodigde input om de Ninja ZX-6R op lijn te zetten (en te houden) minimaal is. Voorbeeldje? Die verduvelde, driedubbelle blinde bocht achterop het circuit krijg ik maar niet onder de knie – waarbij ik vaker wel dan niet moet corrigeren om de tricolore schoonheid niet in de grindbak te parkeren. Maar de Ninja laat het allemaal gewillig toe. Van plots forser aanremmen, over in een ruk toegenomen hellingshoek (off-camber, notabene…) tot het lastminute vol dichtgeschroefde gashendel: geen gewichtstransfer of onverwachte beweging blijkt voldoende om de innerlijke boeddhist van de Ninja uit z’n kleermakerszit te lokken. Doorgaans vragen we vaak om wat extra veervoorspanning of demping bij circuittests, maar standaard is nu gewoon prima.
Wat wel roet in het eten dreigt te gooien: de Pirelli’s zijn uitstekende straatrubbers, maar de combinatie van hoge snelheden in combinatie met zanderig asfalt blijkt ze minder goed te liggen. De schrikmomentjes vallen stuk voor stuk op conto van de banden te schrijven. Geen schande, maar wel iets om in gedachten te houden als je circuitkilometers ambieert.
Een open doekje voor de radiale Nissins voor, die ronde na ronde optimaal blijven bijten en zich steevast met veel gevoel laten bedienen door een enkele vinger. Dat zowel de koppelings- als remhendel meertraps instelbaar zijn, is daarbij ook voor kleinere handen een bonus. KIBS schakel je uit door in de zekeringenkast te rommelen. Doen we ook niet en daar hebben we aan het einde van de testdag geen spijt van. De tussenkomsten zijn subtiel en alleen merkbaar op het eind van het rechte stuk (van 251 km/u in zes terug naar 85 in twee), dat sterk daalt in aanloop richting de eerste bocht. De remweg blijft ook met KIBS aan perfect binnen de perken, dus klagen we niet. Dat de quickshifter niet terugschakelend werkt, en de toeren niet via een autoblipper aangepast worden, kan je in dezen ombuigen tot een voordeel: geforceerd een versnelling extra terugschakelen zorgt voor de nodige extra motorrem om perfect gecontroleerd richting apex dicht te remmen.
Tijdens een presentatie waarvoor alle snelle jongens uit de lage landen zijn uitgenodigd, zal ik nooit de snelste tijd rijden – daar heb ik me jaren geleden al bij neergelegd. Maar rijhouding en bochtentechniek heb ik best goed onder de knie, en de zin om blitzrondjes te draaien is nooit ver weg. Voor gezond ambitieuze rijders zoals ik is de Ninja ZX-6R een in het kuipwerk gehesen droom. Geavanceerd genoeg voor zowel straat- als circuitgebruik, genoeg stelmogelijkheden, een oerdegelijk, krachtig en mooi vol blok en een gebruiksgemak waar veel van z’n concullega’s een flinke punt aan kunnen zuigen. Makkelijker te rijden vind je ze niet snel, die supersports. Het ontbreken van bijna vanzelfsprekende snufjes, vergeven wij ‘m graag gezien z’n kwaliteiten – al wordt die nostalgische hang misschien wel een achilleshiel in de strijd met rechtstreekse concurrenten.
Pluspunten 2024 Kawasaki Ninja ZX-6R
Heerlijk blok, krachtig bovenin maar tevens een mooi vol middengebied
Looks zijn erg geslaagd, al helemaal in de 40th Anniversary Edition
Gebruiksgemak, van het intuïtief stuurgedrag tot de stelmogelijkheden op het TFT’tje
Minpunten 2024 Kawasaki Ninja ZX-6R
Standaardbanden zijn prima straatrubber, maar lopen na verloop van tijd tegen hun limieten op circuit
Afwezigheid IMU, ride-by-wire en autoblipper kan voor sommigen een twijfelpunt zijn
Technische gegevens Kawasaki Ninja ZX-6R
MOTOR
Type
vloeistofgekoelde vier-in-lijn
Cilinderinhoud
636 cc
Boring x slag
67 x 45,1 mm
Compressieverh.
12,9:1
Koppeling
natte multiplaat
Transmissie
zesbak, assist-slipperkoppeling
Eindoverbrenging
ketting
PRESTATIES
Maximaal vermogen
124 pk (91 kW) @ 13.000 tpm
Maximaal koppel
69 Nm @ 10.800 tpm
ELEKTRONICA
Motor
Vier rijmodi (Sport, Road, Rain en Rider), quickshifter (enkel up), power modes, eco-stand
Rijwielgedeelte
KTRC (tractiecontrole, 3 standen), KIBS (ECU-gekoppeld ABS), TFT met connectiviteit
RIJWIELGEDEELTE
Frame
aluminium perimeterframe
Vering voor
41mm Showa SFF-BP UPSD-vork
Stelmogelijkheden
volledig instelbaar (in- en uitgaande demping, veervoorspanning)
Vering achter
Bottom-Link Uni Trak monoshock met piggyback
Stelmogelijkheden
volledig instelbaar (in- en uitgaande demping, veervoorspanning)
Veerweg v/a
120/151 mm
Rem voor
Dubbele 310 mm remschijven met radiaal gemonteerde vierzuigerremklauwen
Sommige woorden kunnen een mens vrees aanjagen. Dat had ik vroeger met het woord kut. Zodra dat viel, maakte ik me nog net niet uit de voeten. Seks, zo had ik als katholiek jongetje geleerd, was zondig of op zijn minst iets waarvoor je moest oppassen. Of waar je vanaf moest blijven.
Daarom is het met des te meer verwondering (en plezier) dat ik je in de serie scabreuze plaatsnamen mag meenemen naar het diepe zuiden. Daar ligt, verborgen tussen de heuvels onder Epen, het nietige Kuttingen, met als slap aftreksel het nog nietigere Klein-Kuttingen. De vraag is: hoe hebben deze buurtschappen met hun uitdagende naam zich aan het toezicht van de hier alomtegenwoordige moederkerk weten te onttrekken?
Het is begin juli, een zonnige zomerdag, als we bij Simpelveld de A73 achter ons laten en vrijwel direct de heuvels induiken. Een feestje dat met de kilometer groeit en zijn hoogtepunt bereikt als we achter Epen via een beeldschoon weggetje – ‘t Veld – in … ja, hier zou Klein-Kuttingen moeten liggen maar we staan op de Rue de Beusdael, in Sippenaeken.
Onmiskenbaar België, blijkt ook als we een boerin – klein, stevig, gekleed in een roze blouse op een blauwe spijkerbroek – aanspreken. Of zij weet waar – en even, heel even is daar weer die aarzeling, ze zal toch niet denken … kut … wat moet die man? – waar Klein-Kuttingen ligt. Blijkt ze er nog nooit van te hebben gehoord. ‘Dit hier is België en dat daar’, ze wijst naar de overkant van de weg, ‘is Nederland.’
Stilte. Hoog in de lucht trekt een vliegtuig over. Het is drukkend warm. Gekwetter van mussen. De Rue de Beusdael afdalend stuiten we op A gen Veld, een voormalig woonhuis, nu groepsaccommodatie. De deur staat open en ik stap het schemerduister in. Onder aan de trap ligt wasgoed. Op mijn geroep komt een lange, gezond ogende vrouw de trap af, ze is bezig met de schoonmaak en luistert naar de vraag – weer die aarzeling, als ze maar niet denkt dat… Maar ook zij heeft nog nooit van Kuttingen gehoord, laat staan Klein-Kuttingen.
Even later, ik sta op het punt door te lopen, zwaait ze ineens met haar mobiele telefoon. ‘Ik weet hoe het zit. Die vier huizen, daar aan de overkant van ’t Veld, dat is Klein-Kuttingen.’ Hier stopt onze conversatie. Nadere vragen over het ontstaan van de naam durf ik wegens overgevoeligheid niet te stellen en wij vervolgen onze weg, over ’t Veld terug naar de Kuttingerweg en dan rechtsaf, naar Kuttingen. Een stukje van niks maar jongens, wat een feest, met dank aan dat fijnmazige netwerk van voormalige landwegen waarop we ons volledig kunnen uitleven.
Als we Kuttingen binnenrijden – nou ja, binnenrijden … een doodlopend weggetje, meer is het niet, een paar boerenhuizen links, een enorme, hypermoderne schuur rechts en aan het eind een magistraal uitzicht over de vallei van de Geul – stuiten we pardoes op Wiel Hupperets. Hij brengt net het paard van zijn kleindochter naar binnen, het begint te regenen, ‘ja, en dan mag opa het verzorgen’, meesmuilt hij. Wiel, geboren Epenaar, woont alweer twintig jaar in Kuttingen. Hij runt er, samen met schoonzoon Jean en kleinzoon Camiel, een akkerbouwbedrijf. Daarnaast heeft hij nog vijfentwintig stuks vet vee, Herefords, voor het vlees.
Misprijzend
‘Rustig’, noemt hij het leven in Kuttingen wat je een understatement zou kunnen noemen – wat gebeurt hier nou helemaal? Tegelijkertijd maakt Wiel niet de indruk dat hij zich door onze komst overvallen voelt. ‘Wij zijn wel gewend aan vreemden’, zegt hij. ‘Mijn vrouw heeft vroeger ook toeristen gehad en nu verhuurt onze dochter een deel van de opstallen.’ Toerisme … natuurlijk, dat is wat het leven in deze streek, het heartland van de Dutch Mountains, al honderd jaar mede bepaalt. Je vindt er minstens evenveel campings en vakantiehuizen als boerenbedrijven, misschien wel meer. En de naam Kuttingen, kan ie daar nog iets over vertellen? Wiel wijst op het plaatselijk dialect. ‘Kùt betekent kort en ing betekent smal of einde. Precies wat Kuttingen is, een kort, smal stukje weg.’
Als we voor de foto terugkeren naar ’t Veld bij Sippenaeken, valt het me weer op. Het wemelt hier van de wegkruisen en kapelletjes – alsof de ontkerkelijking in Zuid-Limburg niet heeft toegeslagen, integendeel, het geloof in de openbare ruimte aan invloed heeft gewonnen. Bij de Mariakapel in Terziet steekt een vrouw een kaarsje op, enigszins misprijzend gadegeslagen door haar man. Ze reageert in eerste instantie stroef maar als ik vertel dit jaar in Lourdes te zijn geweest, glijdt een vriendelijke trek over haar gezicht. Ze is jaren vrijwilligster geweest bij de stichting VNB, Vereniging tot samenstelling van de Nederlandse Bedevaarten. Corona heeft echter roet in het eten gegooid en in 2021 is de stichting, actief sinds 1883, failliet verklaard. Waarmee het geheim achter al die goed onderhouden wegkruisen en kapelletjes in Zuid-Limburg alleen maar groter wordt.
Later thuis verdiep ik me nog eens in de geschiedenis achter de kruisen en kapellen van Zuid-Limburg en wat blijkt? Deze verschenen voor het eerst massaal in de openbare ruimte ten tijde van de Reformatie, midden zestiende eeuw, toen de katholieke kerk concurrentie had gekregen van wat de protestanten zouden worden. Al die wegkruisen en kapelletjes moesten de gelovigen aan het ware geloof herinneren, zijnde het katholicisme, en kenbaar maken: hier wonen katholieken, dit is van ons!
Een tweede confessionaliseringsgolf volgde vanaf het midden van de negentiende eeuw toen de katholieke kerk zich weer mocht organiseren en die gelegenheid aangreep zich nadrukkelijk naar de buitenwereld te manifesteren. Daarbij werd opnieuw teruggegrepen op het beproefde middel van wegkruisen en kapelletjes – eigenlijk waren het onder ons gezegd gewoon reclamezuilen. Het grappige is dat al die goed onderhouden wegkruisen en kapelletjes nu geen reclame meer maken voor het ware geloof maar het streekeigene moeten uitdragen. Reclame voor de streek moeten maken opdat weer nieuwe toeristen naar het zuiden komen.
Valse vrienden
Wat ons nog rest, is de vraag: hoe zit het nu met kut? Dat is etymologisch een knap ingewikkeld verhaal. Als kutte, in de betekenis vagina, duikt het in de zestiende eeuw voor het eerst op. Rijkelijk laat voor zo’n belangrijk woord en daarom is er volgens taalkundigen meer aan de hand. Zij vermoeden dat er een relatie bestaat tussen kut en kont waarbij het eerste teruggaat op het Germaans kutt, voor onderste delen, en het tweede op het Romaanse cunnus respectievelijk het Franse con, voor vagina. Vermenging van kutt en cunnus/con leidde in de middeleeuwen tot cunt of cont(e) en dat woord kon verwijzen naar zowel vagina als anus. Tegenwoordig echter staat kont bij ons voor niet meer dan achterwerk terwijl het in Engeland, als cunt, voortleeft als een bijzonder vulgaire aanduiding van het vrouwelijk geslacht.
Daarmee heten het Engelse cunt en ons kont in de etymologie valse vrienden – het zijn woorden die op elkaar lijken maar een andere betekenis hebben (gekregen). Denk ook aan het Vlaamse poepen versus het Nederlandse en aan het Duitse See respectievelijk Meer versus hun betekenis in het Nederlands – precies omgekeerd!
En dan nog dit. De naam Kuttingen heeft volgens Gerald van Berkel en Kees Samplonius in hun boek Nederlandse plaatsnamen verklaard niets te maken met kut. Volgens hen betekent de naam ‘bij de lieden van de persoon Cotto’. Kuttingen en kut zijn zogezegd valse vrienden. Niks om je voor te schamen!
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.