donderdag 16 mei 2024
Home Blog Pagina 4

Toertocht Italië: geweldig motorrijden in Toscane

0
Toertocht Italië

De Apuaanse Alpen en het Garfagnanagebergte in de noordwesthoek van Toscane zijn behoorlijk geweldig om op de motor te rijden – zelfs zonder cipressen.

‘We bevinden ons in het jaar 50 na Giacomo Agostini’s tiende wereldtitel. Heel Toscane is overspoeld door toeristen… Heel Toscane? Nee! Twee onbezorgde motorrijders ontkrachten dit cliché. En het leven is niet moeilijk voor deze twee, Ze overnachten in Castelnuova di Garfagnana, een dorpje in de schaduw van het kasteel Rocca Ariostesca.’ Zo zou dit verhaal eigenlijk kunnen beginnen, vrij naar Asterix. Want het uiterste noordwesten van Toscane is zo anders dan het Toscane dat zo geliefd is bij vakantiegangers.

Toertocht Wales: groen Wales zonder regen?

Al tijdens de laatste etappe van onze reis maken we kennis met wat Katrin en mij te wachten staat gedurende de komende dagen. We rijden over de A12 langs de Italiaanse Rivièra, voorbij Carrara, nemen afslag Massa – en dan begint het avontuur pas echt, met een rit vol bochten de Apuaanse Alpen in. Maar helaas, pal voor ons is er een enorme vrachtwagen die ons pad kruist. Hij lijkt goed bekend te zijn op zijn gebruikelijke route: een vrachtwagenchauffeur met een gigantisch marmerblok op zijn laadbak dat hij behendig meeneemt in de bochten, wat het inhalen op de onoverzichtelijke achtbaanroute niet bepaald vergemakkelijkt. Rustig aan. En terwijl we geduldig wachten op het juiste moment, mompelen we ‘Marmer, steen en ijzer breekt – maar hopelijk niet de laadbak’ voordat we opdracht geven aan onze eigen motoren: ‘Gas geven, ik wil plezier hebben’. En dat plezier volgt dan op de rest van de route SP13, bijna helemaal voor onszelf. Het is vooral prachtig dat de rode zon niet alleen ondergaat in zee bij Capri, zoals zo hartstochtelijk bezongen door de Duitse schlagerzanger Rudi Schuricke, maar dat ze ook haar avondbad neemt in de wateren van Passo di Vestito, gezien vanaf het zadel van een motorfiets. Heel romantisch. En nu vooruit naar ‘Hotel Ristorante La Lanterna’ in Castelnuova di Garfagnana, zodat borden en glazen niet leeg blijven.

Kleine reddingsboeien

Woensdagochtend, wisseling van motoren. Katrin rijdt nu op de Moto Morini X-Cape, een echte Italiaanse schone. Tja, wat kan ik daarvan zeggen als erkende liefhebber van klassieke Italiaanse motoren? Terwijl China al lang wakker is, ligt het centrum van Castelnuova di Garfagnana nog gehuld in herfstige mistflarden rondom de eeuwenoude stenen brug Ponte di Castruccio over de Serchio-rivier en begint langzaam tot leven te komen. Buiten ‘L’Aia Di Piero’, bekend om zijn worst en kaas, stilt een Ape-bestuurder rustig zijn honger voordat hij met zijn Vespa, met volledige kuip, luidruchtig verdergaat naar zijn werk. Ook ‘La Bottega del Gelato’, een straatcafé tegenover het kasteel Rocca Ariostesca en de stadspoort Porta Calcinaia, maakt al snel wat omzet als een stelletje plaatsneemt op de kleurrijke stoelen daar. Het is nog net geen 10:00 uur als we richting Fivizzano vertrekken. Inmiddels breekt ook de zon door de wolken heen. Slechts enkele resterende mistbanken omringen als witte sjerpen nog de weelderig groene heuvels in het Garfagnanagebergte – net zo groen als de ‘schoonheidsstrepen’ op de kronkelige wegenkaart.

In Poggio nemen we linksaf bij SR445 en rijden we verder op SP50 naar het Lago di Vagli, het grootste meer van Toscane. Om de paar jaar wordt het meer leeggepompt voor onderhoudswerkzaamheden, waardoor het dorp Fabbriche di Careggine, dat ooit onder water werd gezet, verschijnt als een spectaculaire spookstad en overspoeld wordt door toeristen. Een symbiose van leeg en vol. Vandaag hebben we pech en geluk tegelijk: het meer is vol, maar de wegen zijn leeg. Behalve af en toe wat kastanjebomen waar we tussendoor kronkelen tussen Vagli Sopra en Gramolazzo voordat we weer soepel rijden op SR445 richting Nicciano. Slalommend langs Passo Carpinelli maken we een pitstop in Metra, met een prachtig uitzicht bij Reusa, en stoppen we ook bij het tankstation in Fivizzano – waar in de laatste jaren van de tweede wereldoorlog een bloedbad werd veroorzaakt door de Waffen-SS.

Als kleine reddingsboeien liggen de huizen verspreid in de beboste heuvelzee waar we ons een weg doorheen banen op de SS63 naar Passo del Cerreto. Het is hier op 1.261 meter aanzienlijk koeler dan in het dal, behalve voor de banden. Vroeger kenden de mensen elkaar waarschijnlijk wel en vonden ze elkaar van heuvel tot heuvel. En gaat de weg vanaf Sassalbo echt verder naar Comano zoals op de kaart ingetekend? Zelfs de oude man met een tros druiven die één voor één door zijn vingers glijden alsof het een rozenkrans is, weet het niet. Dus lijkt het moediger om terug te keren in plaats van hopeloos te verdwalen. Net als dat roestige anker dat hier ver weg van de zee beland is op het voetstuk van een Mariabeeld. Een Maria komt zelden alleen in katholiek Italië, net zoals er zelden perfecte bergwegen zijn in dit hoekje van Toscane. Niet dat ik de SP25 bedoel, bezaaid met kuilen over Monte del Giogo, maar de SP74 van Passo del Lagastrello naar Licciana; oh mijn god, waarom staat er onderweg bij een haarspeldbocht een kruis met vier kaarsen?

Twee kletsende moeders, twee zwervende katten, een blaffende hond – het bewijs dat Castiglione del Terziere niet uitgestorven is. Het slaperige bergdorpje, opgebouwd uit natuursteen, is echter alleen te verkennen te voet. ‘Oh nee’, protesteert de luie hond in ons hoofd en bederft zo helaas onze wandeling naar het middeleeuwse kasteel. Dus terug op de motor, gas geven en op weg naar Canossa. We vonden het dorpje op de kaart. Er staat een kasteel waar koning Heinrich IV in 1076 naartoe ging om smeekbeden tot paus Gregorius VII te richten om zijn excommunicatie ongedaan te maken. De strijd tussen wereldlijke en geestelijke macht, geloof en werkelijkheid. Hoewel we Canossa wel vinden, vinden we er geen kasteel. Geen wonder, historisch Canossa ligt ver weg in Emilia-Romagna. Als boetedoening voor dit slordige onderzoek – mea culpa – rijden we twee uur lang door de duisternis van de nacht terug naar ‘La Lanterna’ – waar gelukkig nog steeds licht brandt in de keuken.

IJzerhoudende bronnen

Gisterenochtend mist, vandaag strakblauwe lucht vanaf het begin. Grazie mille, Petrus. Maar nu ontstaat er een probleempje: moeten we linksom of rechtsom naar Passo delle Radici? We kiezen voor de klok mee, blijven op de SP72 en rijden eerst door wat wijngaarden, weerstaan dan de verleiding om vroeg te stoppen onder het zonnescherm van de ‘Bar Enosteria ai Macelli’ in het mooie vestingstadje Castiglione di Garfagnana, slingeren vervolgens over kronkelende weggetjes met prachtige panorama’s naar 1.530 meter hoogte – waar Toscane eindigt en Emilia-Romagna begint. Daar slaan we rechtsaf op de SP71, die via Passo del Lagadello en San Pellegrino in Alpe terugvoert naar Castelnuovo di Garfagnana. Na de Radici-ronde hebben we al behoorlijk wat geweldige kilometers gemaakt, dus misschien lonkt het zwembad van het hotel wel voor een beetje ‘dolce far niente’. Maar we gaan meteen verder, geen pauze, want geschiedenis wordt geschreven, ook in dit motorblad.

Volgende halte: Grotta del Vento. De druipsteengrot met stalagmieten en kleine meren is een topattractie in de Apuaanse Alpen. Tijdens rondleidingen van één, twee of zelfs drie uur kun je het donkere natuurwonder bezoken. Maar een foto maken van de poster buiten met vijf kleurrijke afbeeldingen van de grot – inclusief de X-Cape – duurt ongeveer 1/500 seconde. Dus carpe diem; in plaats van de kilte van de grot gaan we liever voor de warmte van de zon en snellen in schuine stand verder naar Bagni di Lucca. Dankzij zijn warme ijzerhoudende bronnen groeide het stadje vanaf de negentiende-eeuw uit tot een van de meest prominente en elitaire kuuroorden van Europa. En vandaag? De charme van de Belle Epoque is allang vervaagd en mensen trekken eerder naar de kust. Wij ook. Maar voordat we vertrekken, maken we nog wel een uitstapje naar een lokale beroemdheid: Pinocchio. Deze brutale houten pop, wiens neus met elke leugen langer werd, kom je bijna op elke straathoek tegen in het dorp Collodi; er is zelfs een park gewijd aan zijn ‘leven’, maar daar moet je wel flink voor betalen. Een foto van ‘Pinocchio en Morini’ moet volstaan; het idee welt op dat de X-Cape eigenlijk een lange nepneus zou moeten krijgen als straf voor zijn misleidende badgemarketing – gebouwd in China, maar verkocht als Italiaans. Maar dat idee blijft in het rijk der verbeelding.

Toertocht Gelderland: rare Romeinse jongens langs de Rijn

Wie droomt er nu niet in Nederland van zon, strand en zee – niet alleen aan de Noordzee. Maar na een verbindingsroute, langs of via de snelweg, ontwaken we in Viareggio in een andere realiteit. Katrin: ‘Ieder zijn meug natuurlijk, maar ik zou het vreselijk vinden om zo mijn vakantie door te brengen!’ We rijden eindeloos parallel aan de kust, over vierbaanswegen die alleen maar rechtuitgaan, met nergens vrije toegang tot het volgestouwde strand. Waar je dan waarschijnlijk veertien rijen dik in de zon kunt bakken op zo’n duur strandbed. Het is tijd om te vluchten. In Pietrasanta verlaten we de stad en via Ripa duiken we weer de droomwereld van de Apuaanse Alpen in. Nog een keer naar Passo del Vestito voor een laatste blik. Oh ja: toen Agostini zijn helm aan de wilgen hing, had hij vijftien wereldtitels op zijn naam staan. Zijn eerste titel, die van Italiaans hill climb-kampioen, behaalde hij bijna zestig jaar geleden op een Moto Morini 175 Settebello Aste Corte.

Tekst en foto’s: Klaus H. Daams

Informatie

REIS

Vanuit Rotterdam is het ongeveer 1.300 kilometer rijden over tolwegen door België, Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland naar Castelnuovo di Garfagnana.

ACCOMMODATIE

Hotel Ristorante La Lanterna, Località alle Monache, 300, I-55032 Castelnuovo di Garfagnana LU, Tel. 0039/0583/639364, www.lalanterna.eu. Net iets meer dan twee kilometer ten noorden van het stadscentrum langs SP72 ligt dit 3 sterrenhotel met een zwembad bijna voor de deur en een prachtige rit naar Passo delle Radici.

GASTRONOMIE

Osteria il Buffardello, SR445, 17, I-55034 Metra LU, Tel. 0039/0583/611093. Een gezellige locatie op de bochtige weg tussen Passo del Carpinelli en Pugliano, die met borden langs de weg adverteert met teksten als Pit Stop Bikers en Bar Davini – een ideale plek om even te stoppen voor een cappuccino of zelfs een maaltijd als de timing goed is. Gesloten op woensdag.

UITSTAPJES

Grotta del Vento, www.grottadelvento.com. Het dorp Collodi, met of zonder (dure) Pinocchio-park, www.pinocchio.it. Het Lago di Vagli-stuwmeer, het Italiaanse Atlantis waar het onder water gezette dorp Fabbriche di Careggine kan verschijnen als het water weer eens wordt afgepompt, zoals in 1994.

WEBSITES

www.visittuscany.com

Download de route Toscane

Kawasaki op RIDERS Festival met de Ninja ZX-4RR, bijna gehele Z-line-up en meer

0
Kawasaki RIDERS Festival website

Het motorseizoen is officieel van start. Velen van ons hebben al menig kilometer gemaakt. Eens wat kilometers op een heel andere motor maken? Kom dan naar RIDERS Festival in Rosmalen op 1 en 2 juni! Onder andere Kawasaki staat daar voor je klaar met bijna hun gehele line-up.

Beleef de stunts van FMX4EVER op RIDERS Festival

De nieuwste Kawasaki motoren staan voor je klaar om te testrijden. Letterlijk nieuwste, want het merk neemt veel pas geïntroduceerde modellen mee. Wat dacht je van de nieuwe Z500SE, de sportieve ZX-6R, ZX-4RR of de Eliminator 500? Splinternieuwe motoren die allen recent gelanceerd zijn, en nu voor jou klaar staan om te testen!

Maar ook praktisch de gehele Z line-up staat voor je klaar. Van die nieuwe, zeer wendbaar Z500SE tot ‘de zwaarste jongen’, de Z H2 SE.

Op de volgende modellen modellen kun jij proefrijden tijdens het festival:

Categorie Model
Naked Z H2 SE
Naked Z900 SE
Naked Z900
Naked Z650
Naked Z500 SE (A2)
Adventure Touring Versys 1000 SE
Adventure Touring Versys 650
Sport Touring Ninja H2 SX SE
Sport Touring Ninja 1000SX
Sport Touring Ninja 650
Modern Classic Z900RS
Modern Classic Z650RS
Modern Classic W800 (A2)
Supersport Ninja ZX-6R
Supersport Ninja ZX-4RR
Supersport Ninja 500 SE (A2)
Urban Cruiser Vulcan S
Urban Cruiser Eliminator 500 (A2)

Wil jij er zeker van zijn dat je jouw Kawasaki droommotor kunt rijden op RIDERS Festival? Of ben je nieuwsgierig naar een bepaald model en wil je zeker weten dat jij je been over dat zadel gooit op 1 of 2 juni? Schrijf je dan nu alvast in! 

Kawasaki heeft de inschrijving vooraf geopend. Je schrijft je in voor een testrit via deze link.

Heb jij je kaartje(s) voor RIDERS Festival al in huis? Weet zeker dat je erbij bent en scoor je ticket(s) hier in de voorverkoop.

WaarAutotron Rosmalen

Wanneer         
1 en 2 juni 2024
Zaterdag van 10.00 – 17.00u
Zondag van 10.00 – 17.00u
Meer informatieRIDERSfest.nl
Ticketsticketpoint.nl/RIDERSfestival
2024 Kawasaki Ninja 500 SE
2024 Kawasaki Ninja 500 SE.

De Meije: open of dicht? Gemeente negeert uitspraak; MAG onderneemt opnieuw actie

0
De Meije
Foto: MAG Media

 In oktober vorig jaar won de MAG een rechtszaak rond de motorweekendafsluiting van de Meije bij Bodegraven. Toch staan de verbodsborden er nog altijd. Hoe kan dat, en wat doet de MAG eraan? 

Helaas vernietigde de Haagse bestuursrechter niet het verkeersbesluit dat de Meije in de weekenden tot verboden terrein voor motoren verklaart. Dat verbod bleef dus in stand. Wel vernietigde de rechtbank het besluit om de door de MAG ingediende bewaren tegen de afsluiting ongegrond te verklaren. Daarbij veegde de rechtbank de vloer aan met de door de gemeente aangevoerde gronden voor de afsluiting. Zo werd gesteld dat de gemeente “niet zonder meer de conclusie kon trekken dat groepen motoren geluidshinder veroorzaken op de Meije in Bodegraven. [De gemeente] heeft namelijk geen geluidsmeting of observaties uitgevoerd[…]” Ook stelde de rechtbank dat de gemeente “niet tot de slotsom kon komen dat groepen motoren het karakter en de functie van het gebied aantasten.” 

In plaats van de verbodsborden weg te halen, wat nodig is om het door de rechtbank gevraagde onderzoek naar eventuele overlast te kunnen doen, besloot de gemeente om de uitspraak geheel te negeren. Zonder verder onderzoek of metingen paste men de onderbouwing van het verkeersbesluit aan, om vervolgens de door de MAG eerder ingediende bezwaren opnieuw af te wijzen. De MAG is in deze ‘procedure’ niet gehoord. 

Vanzelfsprekend heeft de MAG tegen dit besluit opnieuw beroep bij de rechtbank ingesteld. Omdat een uitspraak hierover maanden op zich laat wachten, is ook een spoedprocedure aangevraagd. Doel is om de afsluiting nog deze maand ongedaan te maken. 

Daarnaast spreekt de MAG de gemeente bij een binnenkort te organiseren manifestatie aan op de onacceptabele gang van zaken, natuurlijk in bijzijn van de pers. En mag je er nu wel of niet rijden, in de weekenden? Niet dus. Verbodsborden zijn rechtsgeldig, ook als ze er op deze wankele basis staan. Meer nieuws volgt! 

Echte wegracer Michael Dunlop is ‘bereid om harder te sterven’

0
Michael Dunlop

Michael Dunlop is wat je noemt een ‘real road racer’ – een echte wegracer. Daarbij slaat ‘echt’ zowel op de weg waarop hij zijn ding doet, als hemzelf als racer. En hij is een echte racer omdat hij geen andere manier van leven kent, laat staan wil kennen, zo blijkt.

Gewicht dragen

Michael Dunlop heeft het echte wegracen letterlijk met de paplepel meegekregen. De wegen waarop hij van leer trekt zijn niet de semi-veilige gesloten omlopen met zandbakken en bandenmuren, maar de wegen van de Isle of Man TT, de Everest van het wegracen, en evengoed de North West 200 en Ulster Grand Prix. Wegen die doordeweeks gebruikt worden door Colin en Eileen in hun Rover 75, maar dan een slordige vijf keer zo snel. Zonder veel respect voor weinig vergevingsgezinde muren, lantaarnpalen en ander straatmeubilair.

Joey Dunlop ging, maar terug kwam hij niet

Oom Joey Dunlop is met 26 zeges nog steeds de meest succesvolle Isle of Man TT-racer en een legende. Maar neefje Michael ontbreekt slechts één extra TT-zege om op gelijke hoogte te komen. Vader Robert raakte nooit uit de schaduw van zijn oudere broer, mede door gruwelijke verminkingen aan armen en benen, maar was verdienstelijk met eigen TT- en andere zeges. En oudere broer William won nooit een TT, maar wel genoeg andere straatraces om de Dunlop-naam te eren. Van deze vier Dunlops is alleen Michael nog in leven. Zowel Joey, Robert als William kwamen om het leven tijdens wegraces. Het verlies dat Michael Dunlop in zich meedraagt, het gewicht van de Dunlop-dynastie dragend, is welhaast onmenselijk. En toch verschijnt Michael Dunlop elk seizoen opnieuw aan de start met het soort intensiteit die bovenal angst inboezemt. Bij toeschouwers en tegenstanders.

Bereid om harder te sterven

Die intensiteit was er niet altijd. Tot de North West 200 in 2008, slechts een steenworp verwijderd van de Dunlop-clan thuisbasis in het Ierse Ballymoney, reden zowel William als Michael onder de vleugels van vader Robert. Zonder er onderuit te komen. Daarbij was Michael als een wat pafferige, stille tiener allesbehalve de wegracende asfaltwals die hij nu is. Robert Dunlop kwam om het leven tijdens proefritten voor dezelfde NW200 in 2008 wegens een technisch defect aan zijn motor. Zoon William had in de smiezen dat er iets niet pluis was, maar slaagde er niet in zijn vader bij te benen en te waarschuwen. Hij zag zijn vader voor zijn ogen crashen. De volgende dag verschenen William en zijn jongere broer Michael aan de start. De organisatoren wilden hen het starten verbieden, maar beide broers duwden koppig hun motorfiets op de startgrid. En niemand durfde ze eraf te schoppen, uit vrees dat het publiek zou gaan rellen. Uiteindelijk verscheen alleen Michael Dunlop aan de start en won de race met het soort overgave die op een stratencircuit als de NW200 geen lang leven beschoren lijkt. Het scheen hem geen zier te schelen of hij crashte of niet. Het was zijn eerste grote zege en een van de meest emotioneel beladen sportprestaties aller tijden, zonder twijfel. John McGuinness, de beste wegracer van dit moment, werd derde die dag en zag Michael Dunlop naar eigen zeggen veranderen van een jongen in een man. Een jaar later won Dunlop zijn eerste Isle of Man TT, in halfnatte, levensgevaarlijke omstandigheden. Het was dezelfde John McGuinness die off the record verklaarde dat Dunlop bereid leek er harder voor te sterven dan alle anderen. En dat gevoel heb je nog steeds. Michael Dunlop in de ogen kijken wanneer hij zijn helm opzet, voelt als kijken in de ogen van een zelfmoorterrorist die zijn bomgordel aantrekt. Een mix van staalharde motivatie, angst, wanhoop en waanzin.

Geen introspectie

En ondanks een schijnbare doodswens, of toch weinig zorg om eigen lijf en leden, racet Dunlop dus nog steeds uiterst succesvol op de wegen. Met opvallend weinig crashes. Al lijken die nooit veraf. Met zijn instelling heeft Dunlop de bakens verzet. Waar voorheen een mooie, behoudsgezinde vloeiende rijstijl de norm was om het goed te doen bij wegraces, al dan niet met een zekere veiligheidsmarge, lijkt onder impuls van Dunlop de totale overgave vereist. Op het scherpst van de snede en er wellicht over. Een race-gezegde luidt dat je niet snel genoeg gaat als je alles onder controle hebt, maar dat gaat niet op voor de TT en consorten. Want één keer echt de controle verliezen betekent zo goed als een gruwelijk einde. Michael Dunlop bekijk je met de hand voor je ogen. Zijn motor schuift, bokt en schudt een eind weg. Wat compleet niet te rijmen valt met de totale afwezigheid van enige vorm van veiligheidsmaatregelen langs de baan. Volgens Steve Plater, ook TT-winnaar tot hij zijn linkerarm half verlamde, zou Dunlop nog sneller kunnen zijn als hij minder zou pushen en wat vloeiender te werk zou gaat. Zijn oom Joey was in die zin een voorbeeld. Vloeiender dan stromend water. Peter Hickman, Michael Dunlops taaiste tegenstander, houder van het absolute TT-ronderecord en qua persoonlijkheid de totale tegenpool van Dunlop, vertelde me ooit dat hij wel met een zekere reserve rijdt tijdens de TT. Wanneer ik Dunlop daarmee confronteer mompelt hij iets onverstaanbaars en onfraais tussen zijn tanden door, terwijl zijn potje zichtbaar overkookt. Mocht Dunlop nog extra adrenaline en motivatie hebben voor de aankomende TT, dan vrees ik dat ik hem die net heb bezorgd…

Zich niets aantrekken van wat een ander zegt of denkt. Dat is een mantra die Dunlop graag herhaalt. Dat hij ‘his own man’is. Het uit zich ook naar teams die hem contacteren. Als iets hem ook maar een beetje tegenstaat, durft hij een paar weken voor het seizoen of de TT een contract op te blazen om op een andere motor zijn ding te doen, waarbij hij zelf instaat voor al het werk om die motor klaar te stomen. En als sponsor mag je blij zijn als hij komt opdagen voor mediamomenten. Een ander zijn mening kan hem geen moer schelen. En daarom haat hij ook interviews. De rest van het interview verloopt dan ook stroever dan het al was begonnen. Op de vraag waarom hij wegracet krijg ik terug: ‘Waarom speelt iemand golf? Volgende vraag.’ Introspectie is iets waaraan Michael Dunlop niet meedoet. Hij voelt niet de nood om zichzelf ook maar enigszins te verklaren.

Glamoureus noch professioneel

Hij lijkt die attitude ook uit te stralen. Tijdens het interview, georganiseerd door sponsor D30 die beschermingsmateriaal voor motor en andere sportkledij vervaardigt, zit hij met een korte werkbroek aan tafel. Een werkbroek die hij gisteren nog aanhad terwijl hij het dak van zijn moeders huis repareerde. Bij -7°C. Bijster professioneel komt het niet over. Glamoureus al helemaal niet. Hij antwoordt ook nors op de vraag of de kans op een 26e of zelfs 27e recordzege extra druk met zich meebrengt. Kan hem niet schelen. En dan komt de vraag van een Franse collega of hij gelukkig is. ‘Nooit geweest. Ook niet als kind’, mompelt hij. Hij voelt zich slechts vrij op de motor, omdat hij daar met rust gelaten wordt. Maar gelukkig: nee. Een veelzeggend antwoord. Want hij straalt inderdaad geen geluk uit. In een halve dag zie ik hem slechts één keer halverwege een lach komen. Hij geeft mij de indruk van een angstig, aan zijn lot overgelaten, nukkig kind dat zijn gebrek aan zelfvertrouwen in alledaagse situaties overcompenseert met dat ene talent waarmee hij het verschil maakt. In zijn geval dus racen. Door straten én het leven.

Eerbetoon aan Henk van Kessel: leven tussen start en finish

Demonen voorblijven

Als de interviews met alle uitgenodigde journalisten voorbij zijn, de één nog verbouwereerder dan de ander, ontspant Dunlop niet of nauwelijks. In 2023 hing het wegracen aan een zijden draadje, omdat niemand nog bereid scheen om de hele boel te verzekeren. Of waren de prijzen voor organisatoren en rijders onhaalbaar. Ik vraag hem aan de bar wat hij dan gedaan had? Gewoon harder gewerkt in zijn drie bedrijven. Hij is vannacht pas om twee uur in zijn bed gekropen. Te veel werk. In die werkbroek. En om vijf uur opgestaan om op tijd in Londen te zijn. En schijnbaar doet hij zaken zoals hij racet. Gas tegen de stuit. Toen iemand niet wilde betalen, jatte hij gewoon de man zijn auto. Wegracen en keihard werken en vooral niet al te hard nadenken of reflecteren. Het voelt alsof Dunlop vooral niet ingehaald wil worden door de demonen die hem belagen, eerder dan tegenstanders op de baan. De iconische wegracereporter Mat Oxley, zelf een voormalig TT-winnaar die zijn broer Julian al racend verloor, zegt dat die demonen Michael Dunlop ooit zullen inhalen. Willens nillens. Als hij zijn wegraces overleeft tenminste. En dat hij niet in de buurt van Dunlop wil zijn wanneer dat gebeurt…

Foto’s: D30, ANP

De Exclusieve Aprilia Pro Experience is terug in Misano op 9 juni

0

De Aprilia Pro Experience is terug, een droomdag die een beperkt aantal liefhebbers de kans biedt om op het circuit te rijden met enkele van ’s werelds beste coureurs als coach.

Het evenement vindt plaats op zondag 9 juni op het Misano World Circuit, na de 2024 Aprilia All-Stars. Dat is het evenement waar fans, rijders én Aprilia-racers’s die de meeste overwinningen hebben behaald in de Grands Prix bij elkaar komen. De 2024 Aprilia All Stars vindt plaats op zaterdag 8 juni.

Aprilia Pro Experience is niet ‘slechts’ een trackday, het is een race-ervaring op topniveau – een droom die werkelijkheid wordt voor elke motorrijder – op een van de weinige circuits ter wereld die zowel de MotoGP als WorldSBK huisvest. De gelukkige deelnemers zullen plaatsnemen in het zadel van de buitengewone Aprilia RSV4 Factory, onder begeleiding van drie uitzonderlijke ‘super-coaches’: MotoGP-legende Max Biaggi, viervoudig wereldkampioen in de 250cc-klasse en tweevoudig wereldkampioen Superbike, vijfvoudig MotoGP-winnaar Miguel Oliveira, nu Aprilia-rijder bij team Trackhouse en Lorenzo Savadori, Aprilia Racing MotoGP-rijder en testrijder.

Ook de Aprilia Racing MotoGP-rijders zullen aanwezig zijn: de twee fabrieksrijders, Aleix Espargaró en Maverick Viñales, evenals Raúl Fernández, teamgenoot van Oliveira bij team Trackhouse.

KTM op weg naar het World Supersport met de nieuwe 990 RC R

Het Experience-evenement, toegankelijk voor slechts twintig deelnemers, duurt de hele dag. De belangrijkste momenten zullen natuurlijk de circuitronden zijn, in totaal zes sessies van twintig minuten. Elke coach zal achtereenvolgens een klein aantal rijders begeleiden, om er zeker van te zijn dat ze hun volledige aandacht aan elke rijder kunnen wijden en om ervoor te zorgen dat elke deelnemer minstens één sessie heeft met elk van de super-coaches, zelfs tijdens de activiteiten in de paddock.

De Aprilia RSV4 Factory-motoren die de deelnemers ter beschikking staan, zullen de meest geavanceerde versie zijn van de motor die zeven WorldSBK-titels heeft gewonnen. Ze zullen deze dag zijn uitgerust met Pirelli Diablo Superbike-compound banden.

Er zullen briefings en debriefings zijn vóór en na elke sessie, met analyse van de videobeelden die dankzij camera’s op elke motor zijn gemaakt. Dit exclusieve evenement omvat ook een lunch in het Aprilia-hospitality-gedeelte en een speciale fotoshoot.

Bovendien omvat het exclusieve pakket ook een ronde op het circuit als passagier van een van de Aprilia Racing-rijders op de Aprilia RSV4 two-seater en één sessie waarbij je rechtstreeks vanuit de Aprilia Racing MotoGP-garage het circuit op rijdt. Gedurende de dag zullen de deelnemers ook de Aprilia RS-GP-prototype zien opstarten, de hoofdrolspeler in het 2024 MotoGP Wereldkampioenschap.

De Aprilia Pro Experience in Misano is beschikbaar voor een prijs van €2.950.

Check de officiële site voor alle informatie over hoe je kunt boeken en deelnemen.

René naar de Homecoming 120 in Milwaukee

0

In oktober 2022 ontving René een mail van het totaal onbekende Merkle.com. Je kent het wel; ‘Congratulations pricewinner!’, met de mededeling dat hij een prijswinnaar was in de Homecoming-actie van Harley-Davidson. De hoofdprijs was een reis voor twee personen naar dit evenement in juli 2023 in Milwaukee, compleet met overnachtingen en vluchten. Veel te mooi om waar te zijn. Of zou het toch…?

René vertelt zijn verhaal: “Ja ‘tuurlijk, ik win eventjes een compleet verzorgde reis naar Milwaukee. Hup, die mail de virtuele prullenbak in. Maar twee dagen later ontvang ik weer een mail met de opmerking dat ik nog niets had laten horen. Na 10 dagen zou deze prijs naar een ander gaan! Hmmm… Toch maar even een belletje naar Harley-Davidson Benelux. Na enige tijd kreeg ik van hen te horen: ‘Nou gefeliciteerd, ik zou het toch maar invullen!’ Zou het dan toch? Dus alsnog maar gereageerd op de mail van Merkle en mijn gegevens ingevuld. Na een aantal weken, waarin wij meer en meer dachten ‘Zie je wel, toch nep’, kwam er een mail van het reisbureau met de vraag wanneer wij wilden vliegen en met welke maatschappij. Wow, het gaat toch echt door! Ik ben echt een van de 120 winnaars wereldwijd!

Vier vrienden op Himalayans door Nepal: naar het Dak van de Wereld

ONGELOOF

Op donderdag 13 juli was het dan eindelijk zover! Na een goede vlucht aangekomen in Milwaukee en vanaf het vliegveld opgehaald met een bus. Met meerdere prijswinnaars naar het hotel gebracht, waar een goodiebag voor ons klaar lag met allerlei dingetjes en de kaarten voor het festival, het museum en de pendelbus. Super geregeld. Er bleken meerdere Nederlanders bij te zijn, altijd gezellig! Alle prijswinnaars waren in hetzelfde hotel ondergebracht en bij iedereen dezelfde reactie en dezelfde mate van ongeloof op het gezicht; het is geen droom, we zijn er echt bij! Voor ons was het inmiddels een hele lange dag en na een paar biertjes en hamburger in de bar was het niet moeilijk om supersnel in slaap te vallen.

POWERTRAIN OPERATIONS

De vrijdagochtend natuurlijk vroeg wakker en na een heerlijk ontbijt alvast een klein rondje gelopen in downtown Milwaukee. Om 10 uur konden wij mee met de pendelbus naar de ‘Powertrain Operations’ net buiten Milwaukee. Het is de afdeling waar de motorblokken gemaakt worden, tegenwoordig de Milwaukee-Eight. We krijgen een rondleiding door de fabriek, prachtig. Diverse blokken werden geshowd, van 107 tot en met 131 cubic inch. Er worden per week 700 blokken gebouwd, die daarna naar Pennsylvania gaan om daar met de frames samengevoegd te worden. Super om dit eens echt te kunnen zien. Buiten de fabriek was er de mogelijkheid om op alle modellen te rijden en er waren demonstraties van de Police op hun Harleys. Die mannen kunnen dus echt wel rijden. De parkeerplaatsen rondom de fabriek stonden helemaal vol en ook daar was meer dan genoeg te zien. Vrijdagavond was onze eerste avond in Veterans Park met diverse artiesten, het fameuze Nitro Circus en een steile wand. Heerlijk genieten van een biertje met de Cult en daarna de hoofd-act van de vrijdag; Green Day.

THE VAULT

Zaterdagochtend weer vroeg wakker en deze dag stond in het teken van het Harley-Davidson museum. Wij hadden zelf een ticket geboekt voor koffie en gebak met Bill Davidson, de zoon van Wille G.. Wat kan deze man prachtig vertellen over de geschiedenis! Geweldig om te zien hoe gepassioneerd hij praat over Harley-Davidson en zijn vader. Tijdens het verhaal over het bijna-faillissement werd hij zelfs nog emotioneel. Uit zijn verhaal bleek dat het echt niet veel heeft gescheeld of het merk zou niet meer bestaan! Na dit gesprek konden we mee met een privé tour door het museum, inclusief bezoek aan ‘The Vault’. De kluis met alle speciale motoren en modellen die ooit zijn gemaakt. Het valt niet mee om te beschrijven wat je in het museum allemaal ziet. Van Model 1, waar het allemaal mee begon, tot en met de nieuwste modellen en alles wat daar tussenin zit. De eerste dirt trackers, de board trackers en van Sportster tot big twin. Een hele wand met alle tank designs, alle motortypes op een wand en de befaamde ‘Tsunami-Harley’ die in een container bij Japan in zee verdween en 14 maanden later in Canada weer aanspoelde.

DUIZENDEN HARLEYS

Buiten op het museumterrein was de Mama Tried custombike show met fraaie creaties. Ook zijn er verschillende coureurs aanwezig van de King of the Baggers raceserie. Bij de museumshop een lange rij wachtenden, maar genoeg eten en drinken voor iedereen. De C.E.O. van Harley-Davidson, Jochen Seitz, liep ook met een grote lach op zijn gezicht tussen de mensen en ging met vele bezoekers op de foto. De parkeerterreinen van het museum liepen al snel vol met de duizenden Harleys en daarna werden de zijstraten en toegangswegen naar het museum ook gebruikt als parkeerplaats. Wat een prachtig gezicht al die duizenden Harleys bij elkaar.

Op zaterdagavond weer richting Veterans Park voor de optredens van onder andere Joan Jet & the Black Hearts en daarna de Foo Fighters als hoofd-act. Het hele veld was uitverkocht en toch stond je nergens in de rij voor bier, eten of toilet. Dat kunnen ze daar wel, een feestje organiseren!

GELUKSVOGELS

Zondag was alweer de afsluitende dag en we besloten om vroeg naar de museumshop te gaan om wat shirts te scoren. Nu was het nog heerlijk rustig en konden wij zonder wachten zo naar binnen. Hierna nog even snel naar ‘House of Harley’, een dealer verderop in Milwaukee, om daar nog even te kijken en een shirt te scoren. Net op tijd terug bij het hotel om de parade bij te wonen, die voor ons hotel langs zou rijden. Vele mensen stonden klaar om de rijders te begroeten en onder begeleiding van de politie kwam de parade langs. Na bijna een uur, twee soms drie rijen dik naast elkaar. Kippenvel van onder tot boven, wow! Wat een geluksvogels zijn wij om dit mee te maken. Maandag stond in het teken van de terugreis en in het vliegtuig de vele foto’s en filmpjes terugkijken. Samen met de andere Nederlanders hebben wij super genoten van de hele reis en dit vergeten wij nooit meer. Harley-Davidson, bedankt!”

Tekst & foto’s: René van Harskamp

Test 2024 Honda NX500: van vele markten thuis

0
2024 Honda NX500

Test 2024 Honda NX500. Tot spijt van wie het benijdt: bij de reïncarnatie van de NX blijft het Dominator-addendum in de naam helaas achterwege. In plaats daarvan doopt Honda in wezen z’n CB500X om, voorziet het die van een nieuwe styling, een verbeterde ophanging en een brede waaier aan technologische snufjes. Wat dat knutselwerk oplevert, mochten wij ondervinden tijdens een testrit op en naast het asfalt!

TestlocatieNationaal Park Scheldevallei
TestomstandighedenEerste lentezon
Temperatuur17 graden

De letters ‘NX’ hebben best een flinke nalatenschap bij Honda. De ééncilinder NX650 Dominator, die tegen het einde van de jaren 80 debuteerde met een opvallende mix van straat- en offroadstijl, wist over heel Europa de nodige zieltjes te winnen. NX staat overigens voor ‘New X-over’ – lees: new crossover – en dat omschrijft de nieuwe NX500 sprekend: van slingerende asfaltwegen, over gravel – de NX zou het ook in z’n nieuwe plunje allemaal moeten lusten. En dat straalt hij ook uit, met het extra laagje adventure-styling dat over z’n voorganger werd gedrapeerd. Daarenboven zijn de nieuwe vijfspaaks gietwielen lichter uitgevoerd (-1,5 kg), is de gasrespons bijgespijkerd en werd de Showa-ophanging zowel voor- als achteraan grondig aangepakt voor een meer allround inzetbaarheid.

Kleine Trans

Puristen zullen het vermoedelijk jammer vinden dat Honda z’n NX500 niet opluistert met een stampende ééncilinder tussen de stalen ribben, zoals dat op z’n illustere naamgenoot het geval was. In plaats daarvan grijpt Honda naar een beproefde krachtbron in zijn gamma: het 471cc-achtkleps tweecilinderblok van de CB500X. Dat is ook in deze opstelling goed voor 47 pk (35 kW en dus A2-rijp) en 43 Nm. Uitschakelbare HSTC-tractiecontrole is op de nieuwkomer standaard, net zoals het 5-inch TFT-kleurenscherm (met connectiviteit via RoadSync), een slipperassistkoppeling en een ruime 17,7 litertank. Het blok is overigens niet het enige element dat komt overwaaien van de CB500X: zowel het frame en subframe, het zadel, het kuipwerk van de hele staartsectie, de uitlaatdemper, tot het voorspatbord zijn identiek. De bijgetimmerde snuit leunt dan weer verdacht dicht op de vorig jaar herboren Transalp – en dat is allerminst een belediging. De ‘kleine Trans’ pronkt met een gelijkaardig silhouet van het windscherm, over de bekleding van de koplampunit met immer opgelichte richtingaanwijzers, het kuipwerk op de flanken, tot het zadel en de manier waarop het hitteschild op de uitlaatdemper zit gebout. Een soort uniformiteit die voor herkenbaarheid door het gamma moet zorgen, en in het beste geval doorgroeiers naar de ‘grote broers’ moet leiden. Niet het soort lijnenspel dat bij ondergetekende voor een verhoogde hartslag zorgt, maar wel strak, verzorgd en – zoals het een Honda betaamt – heel netjes afgewerkt.

Test Royal Enfield Himalayan 450: een berg plezier!

Voor elke lichaamsbouw

Ik zwaai m’n Alpinestars Toucan GTX over het zadel en maak meteen kennis met het grote voordeel van deze middenklasse crossover: z’n absolute toegankelijkheid. De combinatie van een vrij bescheiden zithoogte van 830 mm, het smalle zadel en de gevoelsmatig vrij zacht afgeveerde achterhand zorgt er immers meteen voor dat ik beide voeten perfect plat op het asfalt kan planten. Dat terwijl ik zowel naar beide zijden als naar achter toe een ruime bewegingsvrijheid behoud – wat me ook een troef lijkt voor iets grotere rijders – en een grondspeling van 180 mm overeind blijft. Het brede stuur duwt me meteen mooi rechtop in het zadel, met de armen onder een luie hoek, de knieën met ruwweg 90 graden en de voetsteunen die op de hoogte van de achteras gemonteerd staan. Het windscherm is niet-verstelbaar, maar tilt – met behulp van de ‘schoudertjes’ op het kuipwerk – het gros van de rijwind mooi rond m’n torso en over m’n helm.

Nog voor het vertrek valt m’n oog op de linkerhelft van het stuur, waar ik een soort joystick aantref zoals op de Transalp. Die is verlicht en laat zich heel makkelijk bedienen om je weg te vinden in de heel intuïtief aanvoelende menustructuur van het TFT-scherm – een absolute verademing na het kluwen op de Africa Twin en de afgeslankte versie daarvan op de Transalp. Dankzij Honda RoadSync kan je je mobiel makkelijk koppelen met je NX500, waarna je muziek en telefoongesprekken kan bedienen, maar ook in een wip turn-by-turnnavigatie op je scherm kan projecteren. De meest interessante knop van de dag zit evenwel links van de joystick gemonteerd: de T-knop, waarmee je met één por de tractiecontrole kan uitschakelen als zich een portie onverhard aandient. Dat biedt perspectieven…

Prima gegeared

De twin borrelt in alle discretie tot leven, en jaagt enkel bij het sluiten van het gas enkele plofjes door de demper. Bij het vieren van het niet-verstelbare koppelingshendel komt de nog geen 200 kg wegende NX met sprekend gemak van de plaats, en laat zich opvallend eenvoudig wiegen. De CB500X konden we bezwaarlijk een dikkerdje noemen, maar de lichter uitgevoerde wielen van de NX zorgen ervoor dat hij nog net een tikkeltje lichter dartelt. Nee, op vlak van vermogen en koppel verbluft de 471cc-twin niet, maar ik kan me perfect inbeelden dat een jonge of beginnende rijder volop geniet van het vertrouwen dat dit blok uitstraalt. Het dreigt – ondanks wat het lichte gedokker van de 180°-ontstekingsvolgorde zou laten vermoeden – nooit stil te vallen, laat zich makkelijk bedienen via het licht aanvoelende koppelingshendel en lijkt prima gegeared voor dagelijks gebruik: 30 in z’n twee, 50 in z’n drie, 70 in z’n vier, en autosnelweg mooi halfweg in z’n zes, steevast bij toerentallen tussen de 3.000 en 5.000 tpm. Mooi zo. Al merk je snel dat die geruststellende factor er ook voor zorgt dat een en ander nogal vlak aanvoelt: onder de 2.500 – 3.000 tpm valt weinig te beleven en boven de 6.500 tpm vibreert het blok meer dan er snelheid wordt opgebouwd. De sweet spot ligt halfweg de toerenschaal, mooi tussen 3.500 en 6.500 tpm in. Hou ‘m daar en je zit gebakken voor een fijne rit.

2024 Honda NX500

Neutraliteit troef

De herziene ophanging lijkt vooral het gevoel voort te zetten dat ook op de CB500X als een troef werd bestempeld: een erg neutraal, heel voorspelbaar stuurgedrag en een comfortabele setting voor korte én lange ritten. Je stuurt ‘m heel makkelijk in, het rijwielgedeelte laat zich ook bij correcties bijsturen zonder aan het jojo’en te slaan en ook onder remdruk breng je de Showa-spullen niet van de wijs. Zo soepel als je het zou willen vooraan, een stukje steviger aan de achterhand. Voor één rijder dan: op het moment dat onze fotograaf even achterop springt voor een shot over m’n schouder, zakt de achterzijde opvallend diep door. Wil je dus met duo én bagage op weg, dan moet je minimaal even met de veervoorspanning (vijftraps instelbaar) in de weer.

Ook de remmerij ligt volledig in lijn met het blok en rijwielgedeelte: vertrouwen voorop. Het remhendel is verstelbaar en op de bijtkracht van de Nissins vooraan valt niks af te dingen. De tweezuigers bijten met gevoel in de bijbehorende waveremschijven. Het achteranker is prima voor gemanoeuvreer bij lagere snelheden – exact waarvoor ik ‘m primair inzet. Prima, al had een uitschakelknop voor het ABS achteraan een extra troef geweest voor de kilometers naast het wegdek. Daarover gesproken…

Onverhard

Gezien de crossover-insteek – dat belooft zin in zowel asfalt als onverhard – loodsen we onze NX ook even over een tiental kilometers onverhard. Geen gekkigheden, evenwel: een veerweg voor- en achteraan van ‘amper’ 135 mm, de ietwat ruwer geprofileerde maar bezwaarlijk als modderrubber te bestempelen Dunlop Trailmax Mixtours om de gietwielen, en de complete afwezigheid van een beschermplaat rond het blok (en oliefilter) laten meteen verstaan dat zware offroadtrajecten op deze knaap niet van toepassing is. Maar een reep gravel? Die lust de NX500 wel. Rechtstaand rijden gaat prima, dankzij de potige stuurrisers, de ranke, gladde flanken en de smalle zit. De (niet-instelbare) 41 mm Showa SFF-BP slikt het gros van de oneffenheden met een glimlach, terwijl de achterhand het gravelbraille iets minder verbloemd doorseint naar ruggengraat en ledematen. Het windscherm blijft ook op een ruwere ondergrond uit de buurt van je helm, en – zolang je geen plassen doorwaadt – blijven je laarzen grip houden op de met rubber ingelegde voetsteunen. De Dunlops presteren prima op droge gravel, maar elke strook modder daartussen zorgt logischerwijs voor flink wat gezwabber. Nou ja, daar zijn ze ook niet voor gemaakt – op het asfalt hebben we helemaal niks te klagen gehad. Om ‘m als volbloed allroad te kunnen gebruiken, zou deze NX nog wat extra protectoren, spaakwielen met toegewijd rubber en uitschakelbaar ABS kunnen gebruiken. Ingrepen waarin Honda vermoedelijk wel zal voorzien, op termijn.

Conclusie test 2024 Honda NX500

Na onze rit blijkt dat we net een tikkeltje meer dan vijf liter door de injectoren van de Honda hebben gejaagd – goed voor een verbruik van omgerekend 3,9 liter op 100 kilometer. Peanuts. En dat maakt het verhaal wat mij betreft helemaal af: de NX500 is betaalbaar – zowel in aanschaf als verbruik, voorspelbaar – zowel qua motor-, stuur- als remgedrag, comfortabel én relatief breed inzetbaar. We kunnen ons moeilijk inbeelden dat een aspirant-rijder een poster van de NX500 boven z’n bed heeft hangen en ook de rijervaring is niet van het soort waar je je stoutste dromen mee vult. Maar het is wél de motor waarmee je zonder zorgen en in alle vertrouwen de wereld verkent, zelfs met een bescheiden beurs of ervaring. Onbetaalbare ervaringen op het asfalt en ernaast, die op hun beurt wél weer droomvoer zijn voor een nieuwe generatie motorrijders. Daar kunnen we moeilijk iets op tegen hebben. Toch?

Pluspunten 2024 Honda NX500

  • Gebruiksgemak
  • Soepel blok
  • Laag verbruik

Minpunten 2024 Honda NX500

  • Gegoten wielen beperken offroadambities
  • Zachte achterveer
  • Standaard USB-laadpunt was handig geweest

Foto’s: Manu De Soomer / Motorsportspics

Technische gegevens 2024 Honda NX500

MOTOR
Type vloeistofgekoelde DOHC-paralleltwin
Cilinderinhoud 471 cc
Boring x slag 67 x 66,8 mm
Compressieverhouding 10,7:1
Koppeling natte multiplat, slipperassist
Transmissie zesbak
Eindoverbrenging ketting
PRESTATIES
Maximaal vermogen 47 pk (35 kW) @ 8.600 tpm
Maximaal koppel 43 Nm @ 6.500 tpm
ELEKTRONICA
Motor – Rijwielgedeelte traction control (uitschakelbaar), ABS
RIJWIELGEDEELTE
Frame stalen diamant
Vering voor 41 mm Showa usd SFF-BP-voorvork
Stelmogelijkheden voor
Vering achter Prolink-monoshock
Stelmogelijkheden achter veervoorspanning
Veerweg v/a 135/135
Rem voor twee 296mm-remschijven met tweezuigerremklauwen
Rem achter een 240mm-remschijf met eenzuigerremklau
Banden v/a 1120/80-19
PRIJZEN
Nederland €8.849
België €7.649
[ZIJAANZICHT]
Gewicht 196 kg
Tankinhoud 17,5 l
Wielbasis 1.4455 mm
Zithoogte 830 mm
Balhoofdhoek 27,5
Naloop 108 mm
2024 Honda NX500

Back to the Roots: Christophe keert terug naar Evo

0

Voor Christophe Janssens zijn motoren een onontbeerlijk onderdeel van het leven. Zijn voorkeur gaat uit naar een custom of chopper, die liefst voorzien is van een betrouwbaar Evo blok met een klassieke, verleidelijke sound.

Christophe: “Ingenieuze technische snufjes of een indrukwekkende verzameling paardenkrachten krijgen mij absoluut niet warm. Het uiterlijk van een motor is het allerbelangrijkste voor mij. De drang naar het exclusieve, om iets te hebben wat niemand anders heeft, is de ultieme triomf. Ergens een identieke machine tegenkomen is voor mij een gruwelijke nachtmerrie.”

Naam Christophe Jansens
Bouwjaar 1964
Beroep militair in ruste
Type oldskool
Drank als er maar witbier inzit
Eten als het maar smaakt
Beste film Braveheart, Apocalypto, Mad Max
Muziek Metal rules, Accept over Manowar tot Zeromancer
Boek ben cultuurbarbaar
Sport daar wordt je moe van
Hobby mijn Mustangs en Harleys
Motoren zijn part of my life
Droommotor Harley, liefst niet origineel
Meest pijnlijke moment inklappend zijstandaard aan ingang kazerne, waardoor de motor omviel
Mooiste motorervaring elk moment onderweg met mijn Iron Horse
Zonder motor zou ik niet kunnen rijden
Gebruik motor meest voor relaxte ritjes
Wat maakt uw motor speciaal geluid en de bouw
Gevoel bij eerst start project we gaan er eens een lap op geven
Ondeugdelijkheden in het verkeer inhalen over de witte lijn bij file
Heb een hekel aan leugenaars en mensen met veel uitleg. Veel blabla, weinig boemboem
Lijfspreuk ‘Waar een wil is, is een weg’

De gepensioneerde militair vervolgt: “Voor wie als snotneus ernstig geïnfecteerd raakt met het motorvirus is het lang wachten op het achttiende verjaardagsfeest. Maar eenmaal die barrière gepasseerd vloog ik er op een 350 cc tweetakt Jawa direct ‘Full Monty’ in. Als in Duitsland gelegerde beroepsmilitair had ik nooit een vaste stek en omdat ik regelmatig actief was op buitenlandse missies, ging ik daarna een tijdje motorloos door het leven. Toen ik in 1995 naar België verhuisde kocht ik met de bonussen van mijn missies een 1400 Intruder, die meteen stevig werd verbouwd. Diehard chopperfanaten komen gegarandeerd vroeg of laat automatisch op een Harley-Davidson terecht en voor mij was dat in 1999, met de aankoop van een nagelnieuwe Night Train met Evo blok. Na zeven jaar deed ik een tamelijk gewaagd manoeuvre door als consequent Harley rijder op een Night Rod over te stappen. De daaropvolgende Street Glide was eerder een rationele keuze, want we werden stilaan een dagje ouder. Ondanks het behaaglijke comfort kreeg ik heimee naar de aimabele eigenschappen van het motorblok waarmee het voor mij ooit begon en bij mijn pensionering wist ik het zeker: ik zou terugkeren naar de basis, een Harley-Davidson met Evo blok.”

Milwaukee Mayan: Softail M8 Mexican volgens Jan

SPUUGLELIJK

Christophe had ondertussen meerdere projecten onder z’n hersenpan, zodat er eerst nog een Heritage bobber in elkaar werd gezet. “De FXSTS Springer kwam pas twee jaar later”, verduidelijkt hij. “Beide machines zijn via het net getraceerd, gebouwd in ’89 en afkomstig uit Nederland. Met een superroyale benzinetank en spatbord tot op de grond had de Springer het typische uiterlijk van een custom uit de jaren negentig. Het was eigenlijk een spuuglelijk ding, maar toch zag ik er wel een projectje in. Omdat de machine al een tijdje te koop stond, kon ik een magnifieke deal afsluiten. Een tweedehands donormotor met een goede prijs/kwaliteit verhouding is belangrijk, want customizen brengt gegarandeerd een pak onvoorziene uitgaven met zich mee. Extreme aanpassingen probeer ik halsstarrig te vermijden en vervangen stukken worden bewaard, zodat de motor desgewenst in zijn originele toestand gebracht kan worden. Zuiver technisch heb ik helaas wat beperkingen. Nadat de twin uit elkaar geschroefd was, kreeg de krachtbron een bescheiden revisiebeurtje bij een ex-collega uit het leger. Omdat het blok nu toch open lag zijn de zuigerveren, lagers en dichtingen vervangen. Verder leek alles in orde.”

BRAINSTORMEN

Enthousiast vertelt hij verder: “De elektriciteit is volledig opnieuw heropgebouwd. Momenteel zit er enkel nog één enkele hoofdzekering in, de rest wordt aangestuurd door een mo-unit. Het is de standaardversie, waarbij de instellingen manueel gebeuren. Bij de duurdere versie kan alles geregeld worden via een app. De vorige eigenaar heeft de custom made aluminium wielen exclusief op bestelling laten vervaardigen. In eerste instantie wou ik ze vervangen door exemplaren met dikke spaken, maar later kwam ik op het idee om ze zwart te laten poedercoaten. Het in de wielen voorkomende design, komt ondermeer in de achterste poelie en de remklauwen terug. Eventjes was er twijfel om ook de voorvork te laten coaten, maar om de chroom van de kostbare vork niet te beschadigen heb ik geopteerd voor Motip rubberlak, die achteraf moeiteloos en zonder schade terug verwijderd kan worden. De standaard belt bleef behouden, maar om een 200 achterslof te kunnen huisvesten, zijn er een offset kit en bredere achterbrug gemonteerd. De Springer had verschrikkelijk lange Porker uitlaten, die uitstaken tot voorbij het achterwiel. Ik heb er de slijpschijf in gezet en ze ingekort op gelijke lengte. Daarna zijn ze keramisch gecoat. Esthetisch sluiten de pijpen goed aan op het project en verspreiden ze geen ergerlijk kabaal.”

‘T MOTORATELJEE

Meerdere onderdelen zijn afkomstig van Motorcycle Storehouse. Die kunnen enkel besteld worden via een dealer. “Zo kwam ik toevallig in contact met Roland van ’t Motorateljee, een motorzaak in de buurt”, zegt Christophe. “Via hem kwam ik voor het spuitwerk terecht bij Royal Kustom Works in Dordrecht. Ondertussen had ik bij Thunderbike een paar gave bikes gespot die met koper- of bronskleurige tinten waren afgewerkt. Vanaf dat moment stond het onvoorwaardelijk vast dat mijn motor dezelfde kleur zou krijgen. De coronapandemie woekerde op z’n hoogtepunt, zodat ik mijn keuze moest maken uit enkele opgestuurde staaltjes. Het overleg ging vlot en ook over het door de spuiter ontworpen Harley tanklogo waren we het snel eens. Het is wellicht een minder belangrijk detail, maar ook de voorste ring van de Arlen Ness koplamp, die origineel verchroomd was, kreeg hetzelfde bronstintje mee. De rest van de schijnwerper is zwart gepoedercoat.” 

BOB DE BOUWER

Als gepensioneerd militair beschikt Christophe over sloten vrije tijd, die voornamelijk met intensieve sleuteluurtjes worden ingevuld. “Motoren zijn ‘a part of my life’, maar bovenop mijn twee Harleys heb ik tevens een ontzettende passie voor mijn twee Ford Mustangs. Die ontsnappen eveneens niet aan mijn verbouwingsdrift. Aan garagisten geeft ik zo weinig mogelijk geld uit, ik speel liever zelf voor ‘Bob de Bouwer’. Of mijn motor een naam heeft? Nee jongen, zo erg is het nog niet, hoor. Dat is een privilege dat alleen voorbehouden is voor ‘Jefke’, onze  robotmaaier”, lacht hij.

“Hypermoderne snufjes spreken me totaal niet aan. Van inborst ben ik vrij conservatief en oldskool ingesteld. Een cv carburateur, in combinatie met een Big Sucker luchtfilter, is uitermate betrouwbaar en zeer gebruiksvriendelijk. Een solide Evo machine sluit het best aan bij mijn verlangens en de sound klinkt stukken bekoorlijker dan het timbre van de nieuwste Harleys. Daarenboven is er een enorme waaier accessoires beschikbaar voor dat concept. Sleutelen en motorrijden zijn zuivere zen voor mij. Mijn motoren gebruik ik dus het meest voor aangename, relaxte pleziertoertjes. Elke seconde dat ik op mijn ‘Iron Horse’ onderweg ben behoort tot de mooiste momenten in mijn leven. Tussendoor zijn er ook wel eens zeldzame, gênante momentjes. Zo heb ik al een tweetal keer de motor laten omvallen door een slecht uitgeklapte zijstandaard. Wanneer dat bij het binnenrijden van de kazerne, te midden van de collega’s gebeurt, dan is dat vanzelfsprekend niet zo goed voor het zorgvuldig opgebouwde ego. Zelden kreeg ik een motor zo snel recht. Wellicht zal de adrenaline een beetje meegeholpen hebben. Ach, that’s life hé!”

Tekst & fotografie: Patrick De Muynck

TECHNISCHE SPECIFICATIES SPRINGER CUSTOM

ALGEMEEN
Merk Harley-Davidson
Model FXSTS Springer
Bouwjaar 1989
Eigenaar en bouwer Christophe Janssens
Bouwtijd 9 maanden
MOTORBLOK
Type Evo
Cilinderinhoud 1340 cc
Carburateur CV
Luchtfilter Arlen Ness Big Sucker Stage 1
Uitlaten Porker
Versnellingsbak originele 5-bak
Primaire kast origineel, met offset kit
Koppeling origineel
Andere aanpassingen elektriciteit vernieuw en aangestuurd door mo-unit
RIJWIELGEDEELTE
Frame Softail
Achterbrug verbreed
Schokdempers origineel
Voorvork origineel
Voorwiel gefreesd, 21 inch
Voorrem origineel
Voorband Avon Cobra Chrome 90/90-21
Achterwiel gefreesd, 18 inch
Achterrem origineel
Achterband Avon Cobra Chrome 200/55-18
OVERIG
Koplamp Arlen Ness
Stuur H-D
Knipperlichten JS-Parts
Spiegels Anzene Grim Reaper
Handvatten Duke handlebar grip set
Zadel Le Pera solo
Achterspatbord Choppershop
Achterlicht JS-Parts
Voetsteunen gefreesd
Kentekenplaathouder JS-Parts
SPUITWERK
Spuiter Royal Kustom Works
Kleur Brons

KTM op weg naar het World Supersport met de nieuwe 990 RC R

0

KTM lijkt bloed te ruiken, zoals een hongerige haai. Nadat KTM zich bijna tien jaar geleden leek af te wenden van de sportmotorscene, is de Oostenrijkse fabrikant begonnen met het produceren van circuitvriendelijke motoren zoals de 1390-serie Super Duke en de nieuwe 990 Duke, om nog maar te zwijgen over de niet-voor-de-openbare-weg bedoelde RC8 C. En nu, voor 2025, krijgen we de KTM 990 RC R, een sportmotor gebouwd voor de circuits van het WorldSSP, maar die ook beschikbaar is voor motorrijders. Is het dan een homologatie-special? De tekst van het persbericht van KTM danst om die term heen:

‘Het is meer dan vijftien jaar geleden dat KTM voor het laatst een authentieke, op de weg gehomologeerde high-performance sportmotor voor het grote publiek produceerde. KTM benut al zijn expertise, opgedaan via inspanningen in de MotoGP, duizenden ronden op het circuit, overwinningen en podiumplaatsen, om de KTM 990 RC R tot leven te wekken.’

Zoals in dit persbericht wordt gezegd, racet KTM al een tijdje in de MotoGP, zonder dat het echt iets voor motorrijders heeft opgeleverd. Maar de nieuwe 990 RC R zal dit jaar deelnemen aan eenmalige World Supersport-evenementen en zal zeker als 2025-model te koop zijn.

De naam doet vermoeden dat de motor nauw verwant zal zijn aan de 990-versie van de LC8c-twin die in andere KTM-modellen wordt gebruikt, hoewel we voor deze toepassing een hercalibratie kunnen verwachten. Het persbericht vermeldt nog enkele andere details, maar geeft ons niet veel specifieke informatie:

‘De voor de openbare weg gehomologeerde KTM 990 RC R heeft een LC8c-krachtbron, verfijnd voor koppel en vermogen, dat door de nieuwe ergonomisch gevormde en compacte roestvrijstalen demper wordt afgevoerd en via een versnellingspook die standaard is omgekeerd voor raceschakelen.

Het stalen frame is ontworpen voor dynamische prestaties, met een groter gewichtsaandeel aan de voorkant. Het heeft een specifieke stuurhoek van 25 graden en een offset voor verbeterde stuurrespons. Verhoogde stijfheid geeft het juiste gevoel en stabiliteit onder acceleratie op hobbelige wegen of circuits, terwijl de wendbaarheid, vooral bij lage snelheden, behouden blijft. Een gegoten aluminium subframe draagt bij aan het rijgedrag.

De RC 8C werd slechts in twee beperkte series geproduceerd.

Ergonomie is cruciaal voor het gedrag van de KTM 990 RC R. Uitgebreide experimenten hebben de zes contactpunten op de tank afgestemd voor een betere verbinding, kantelen en ‘inkruipen’ om comfort te bieden maar ook ondersteuning voor knieën, armen en minder druk op de handen. Een nieuwe brandstoftank is als hoofdcomponent van de ergonomie vormgegeven. Verstelbare voetsteunen spelen ook een rol, evenals de volledig instelbare WP APEX Open Cartridge-vering en lichtgewicht gegoten aluminium wielen met Michelin-banden.

RIDERS Festival; een waar Tribute Festival voor de muziekliefhebber

Het MotoGP-erfgoed is duidelijk te zien in de in de windtunnel geprofileerde aerodynamische vleugels die stabiliteit bieden bij remmen en in bochten, en andere randen en profielen rond de carrosserie die ‘racer’ schreeuwen.’

We verwachten de komende weken meer informatie, aangezien KTM belooft de onderstaande YouTube-serie voort te zetten naarmate het project vordert.

RIDERS Festival; een waar Tribute Festival voor de muziekliefhebber

0
RIDERS Festival timetable 1200x800

Op 1 en 2 juni trappen we de zomer af met RIDERS Festival. Waar? Autotron Rosmalen. Hoe laat? Van 10:00 tot 17:00. De naam zegt het al; het is hét festival voor de motorrijder. Maar ook als je niets met motoren hebt of niet motorrijdt is RIDERS Festival een feest om te bezoeken.

Deze motormerken staan op RIDERS Festival met hun testmotoren line-up

Het middelpunt van het festival is namelijk het Main Stage. Dit podium ligt centraal op het festivalterrein en is het kloppende hart van dit heerlijke weekend. Op dit podium vind je de vetste tribute bands die jou van toffe shows gaan voorzien.

De volgende grote namen staan voor je klaar

Geniet van de muziek, waag een dansje of geniet van een goede hap en drankje bij één van de food trucks. Als niet-motorrijder valt er ook genoeg te zien bij de vele verschillende standhouders. En vergeet het reuzenrad niet! Maak een rit op grote hoogte en kijk uit over het gehele festivalterrein. 

Spot jij vanaf grote hoogte één van de bijzondere creaties van Abacus Theater? Bewonder die dan ook vooral van dichtbij en laat je verbazen. Dit mobiele straattheater team beweegt zich over het festivalterrein om jou mee te nemen naar een andere, wonderlijke wereld.

Kortom; RIDERS Festival is een uitje voor het hele gezin, je hele vriendengroep en zelfs de hele familie. Heb jij je ticket(s) al gescoord? Weet zeker dat je erbij bent en scoor hier ze in de voorverkoop.

WaarAutotron Rosmalen

Wanneer         
1 en 2 juni 2024
Zaterdag van 10.00 – 17.00u
Zondag van 10.00 – 17.00u
Meer informatieRIDERSfest.nl
Ticketsticketpoint.nl/RIDERSfestival
The Policed komt op 2 juni naar het RIDERS Festival.