maandag 20 mei 2024
Home Blog Pagina 5

Goed ondergoed #2: leggings met AA-label

0

In een eerder artikel namen we AA-gecertificeerde leggings van Pando Moto en Bowtex onder de loep. Ga je voor optimale veiligheid, dan kan je bij beide merken ook terecht voor superlichtgewicht AAA- gecertificeerde (!) shirts en leggings.

Belangrijkste doel van deze meestal als midlayer gedragen spullen is dat je in je gewone kleren op de motor kan stappen terwijl je toch goed beschermd bent. Ideaal voor coole looks, maar ook voor als je ergens op bezoek gaat waar je niet meteen de motorrijder wil uithangen. In je maatpak of je favoriete blouse of shirt op de motor? Geen probleem! En ga je naar het strand? Dan prop je je complete motoruitrusting makkelijk in een tas of zijkoffer.

Meer dan ijzersterk

Vooral in die zomers is het heel prettig dat al deze kleding voor een groot deel uit UHMWPE bestaat. Met de kwalificatie ‘ijzersterk’ doe je die in Nederland ontwikkelde vezel tekort: het spul is vijftien maal sterker dan staal en weegt maar een fractie ervan. Net zo fijn is dat het bijvoorbeeld met polyamide en/of elasthaan verweven materiaal uitstekend doorwaait, prima warmtegeleidend is en (dus) koel aanvoelt.

Shirt?

Van Pando Moto droegen we twee shirts en een body. Meer over die body lees je hier.

De term ‘shirt’ is wat misleidend. Vooral de lichtste van de twee, de AA-gecertificeerde Shell UH 03, is wat je in het Nederlands eerder een vest noemt, met lange mouwen en een ritssluiting. De duidelijk zwaarder uitgevoerde Commando, met drie A’tjes, gaat meer richting jack. Die Commando zal je ook eerder zonder kleding eroverheen dragen.

Merklabels op de pols.

Ook dames

Het Belgische Bowtex stuurde ons hun AAA Elite shirt en legging, die er sinds kort ook in damesmodellen zijn. Heel opvallend: met een protectorloos gewicht van niet meer dan 610 gram weegt het Elite shirt slechts 40 gram meer dan het AA-gecertificeerde UH 03 shirt van Pando Moto. Dan is de keuze snel gemaakt, zou je zeggen – totdat je de prijzen ziet: met een prijs van € 399,- is de Elite bijna anderhalf keer zo duur als de UH 03. Voor dat geld krijg je behalve die derde A ook level 2- in plaats van level 1-protectoren. 

Koel

Een ander verschil is dat de beduidend koeler aanvoelende gladde zijde van het witte UHMWPE-weefsel bij Bowtex aan de binnenkant zit. Dat voel je vooral bij het aantrekken, ook als je er een – bij voorkeur temperatuur- en vochtregulerend – T-shirt onder draagt. Zeker als je je bij een graadje of 25° aankleedt om een stuk te gaan rijden, is die koele sensatie heel aangenaam. Op vakantie in Frankrijk droegen we de Elite zonder de protectoren onder een wit ‘A’ doorwaai-jack mét protectie: prima combinatie, ook bij hogere temperaturen.

Koele binnenkant door Dyneema (Bowtex Elite).

Iets minder cool

Alle drie de shirts hebben een uiterst strakke pasvorm. Opbollende buiken en love handles zijn dus voor iedereen zichtbaar, zeker met het plaatselijk nogal glansrijke textiel. Geen probleem als je er iets overheen draagt, maar zoals gezegd is de Commando ook bedoeld om zonder extra bovenkleding te dragen. Buik in, in dat geval.

Dunne polsen

Een medetester vond de strakke pasvorm van de Commando bijdragen aan een gevoel van sportiviteit en veiligheid. ‘Aan de andere kant voelt een wat losser zittend doorwaai-jack zeker bij lagere snelheden wel luchtiger,’ voegde hij daaraan toe. Dat verschil zit ‘m voor een deel in de mouwen, die bij Pando Moto overigens strakker zitten dan bij Bowtex.

Die mouwen eindigen bij alle shirts in niet verstelbare manchetten. Zijn je polsen aan de dunne kant, dan moeten de brede duimbandjes van de shirts de mouwen bij een glijer op hun plek houden. Verstelbare manchetten zouden een midlayer op die plek ongewenst dik maken.

Strak

De Commando is uitgerust met voorgevormde D3O-protectoren, die door de strakke pasvorm van het jack nauw op je schouders en ellebogen aansluiten. Dat draagt zonder meer bij aan het eerder genoemde gevoel van veiligheid, maar dan moet je die strakke mouwen wel aangenaam vinden of voor lief nemen.  Voor de pocket van de rugprotector is 3D gaasmateriaal gebruikt: daardoor ontstaat er ruimte voor luchtcirculatie tussen protector en huid. Kies dan wel een geperforeerde protector en sowieso altijd eentje die precies in de pocket past.

3D-gaasmateriaal voor luchtcirculatie (Pando Moto Commando).

Pockets

Ook het Bowtex Elite-shirt heeft level 2, type B-protectoren: niet-ventilerende gele Sas-Tec matjes op de ellebogen en voorgevormde Sas-Tecs op de schouders. De rechthoekige pocket voor de rugprotector meet slechts 37 x 13 cm. Een bredere protector biedt logischerwijs meer bescherming, maar die kan je hier dus niet kwijt. De rugprotectorpocket van de Pando Moto UH 03 is een stuk hoger en bij de schouderbladen twee keer (!) zo breed. Schouder- en elleboogprotectoren van de UH 03 zijn ventilerende ‘air’ matjes van Sas-Tec, level 1, type A.

Op je rug

De shirts worden alle drie zonder rugprotector geleverd. Dat flatteert de prijzen, want je moet zo’n ding er toch echt wel bij kopen. Niet alleen om de klappen op te vangen, maar ook omdat de soepele, lichtgewicht stof dan minder makkelijk helemaal omhoog schuift als je een keer op je rug over straat zou glijden. Het Bowtex Elite shirt heeft weliswaar twee belt loops, maar ga je echt voor elke keer dat je het shirt aan- of uittrekt je riem uit je broek halen? De elastische siliconenstrip onderaan de rug van de Commando helpt wel tegen het omhoog kruipen van de stof als je in sportieve houding op je motor zit, maar bij een schuiver haalt die strip niets uit.  

Riemlussen op het Bowtex Elite-shirt.

Lus

Hoe aangenaam het materiaal ook ventileert en hoe fijn het de warmte ook geleidt, als je ergens aankomt doe je de hier besproken shirts eigenlijk liever uit. Jammer dus dat ze geen van drieën een lusje hebben om het ding aan op te hangen. Pando Moto-importeur Perier noteerde het meteen als een suggestie voor de fabriek. Bowtex -oprichter Robert Souery liet weten bewust geen lusje aan te brengen: als je zo’n elastisch shirt met vijf protectoren aan een lusje ophangt, gaat het materiaal geheid vervormen.

Zakken

Wat ook bij alle drie mist zijn zakken. Bowtex had ze wel op hun prototypes, maar ontdekte dat geen van de testrijders ze gebruikten. Pando Moto liet ze weg omdat je in zo’n dun vest  niet onderuit wil gaan met een bos sleutels in je zak. Ook prijsoverwegingen zullen een rol spelen. Het Commando-shirt is wel uitgerust met het uit de wereld van de tactische kleding afkomstige Molle-systeem. Dat zijn de in dit geval op de buik genaaide stroken, bedoeld om een scala van tasjes, buidels en andere accessoires aan te bevestigen.

Het Molle-systeem op de Commando (Pando Moto).

AAA LEGGING

Bowtex was bij ons weten de eerste fabrikant die ook een legging met een AAA-rating in het programma opnam. Deze Elite legging (€ 329,-) heeft dezelfde protectoren en dezelfde constructie als het gelijknamige shirt. De gladde, koele kant van het weefsel ligt dus direct op je huid. Een hele dag met de legging onder je gewone broek op kantoor zitten lijkt ons wat veel van het goede, maar een paar uur kan je er binnenshuis prima mee doorbrengen.

Ritsjes

Dat is maar goed ook, want de nauwsluitende Elite trek je niet zomaar uit, zeker niet in combinatie met een hoge wreef. Jammer dat Bowtex op die plek niet voor ritsjes koos, zoals Pando Moto dat wel doet op hun Skin UH 03 AA legging (€ 229,-) of de later geïntroduceerde Skin UH AAA (€ 279,-). Bowtex neemt het ritsidee mee voor volgende versies.

Koord

Met de wat slobberige gele Bowtex legging die we eerder bespraken, heeft de Elite niets meer te maken. Belangrijk verschil, afgezien van model en materiaal, is dat de legging niet meer naar halverwege je kont zakt als je richting remschijfslot door je knieën gaat. Dat is deels door het verbeterde, hogere model en deels door het eenvoudig vast te knopen heupkoord.

Heupkoord houdt de zaak op hoogte (Bowtex).

(Te) koel

Het aangename doorwaaikarakter van de Dyneema-legging heeft onder een gewone broek wel z’n beperkingen: bij een graad of 16° was het onder een gewone spijkerbroek nog wel te doen, maar warm was het op snelheid zeker niet, ondanks de riante windbescherming van een GS Adventure. Echt zomerspul dus, zo’n legging. De shirts kan je prima ook met je eigen winterjas combineren. En met de rest van je garderobe. Helemaal goed dus!

Vezelnamen

Zowel Bowtex als Pando Moto gebruiken voor deze lichtgewicht kledingstukken UHMWPE. Bowtex kiest voor het meestal in ‘t wit gebruikte Dyneema, dat net als alle andere materialen van West-Europese bodem is. Pando Moto gebruikt het merkeigen, ook in Europa gemaakte Balistex. 
Maatvoering

Op het gebied van maatvoering vaart elk merk z’n eigen koers. Als indicatie: wie bovenkleding normaal in XL koopt, doet er bij de Pando Moto shirts goed aan om voor 2XL te gaan. Bij Bowtex past het XL shirt wel, maar moet je als ondergoeddrager maat L voor de legging echt een XL kiezen.

Tekst: MAG redactie
Beeld: Bowtex, Pando Moto, MAG media

2024 Zero DSR test

0

In deze video rijden we met de 2024 Zero DSR. Deze elektrische motor heeft een actieradius van ongeveer 250 km.

Primavera motortocht 2024

0

Op zaterdag 20 april reden 240 motorrijders – volgers, fans en leden van Motor.NL – de Primavera motortocht 2024. Deze keer langs de tulpenvelden in Noord-Holland. Een geheel verzorgde dag met lekker eten, drinken en een mooie route.

Ook een keertje meerijden met één van onze toertochten? Rij dan op 19 oktober 2024 mee met de KouwePotenTocht. Meer info en kaartverkoop vind je hier.

Test BMW R 1300 GS Tramuntana vs. Ducati Multistrada V4 S: boulevard-offroads

0
BMW R 1300 GS Tramuntana vs. Ducati Multistrada V4 S

In de avontuurlijke motorwereld woedt een cultuurstrijd. Offroad-expeditie of comfortabele tour, Paris-Dakar of Delfzijl – Maastricht binnendoor? De BMW R 1300 GS Tramuntana en de Ducati Multistrada V4 S hebben hun kant gekozen.

Tekst en foto’s: MotorradNews

We worden het niet eens: wat draag je op een zo’n boulevard-offroad? Een stoere endurohelm met klep of de comfortabele systeemhelm die zowel brildragers als rokers waarderen? Jan wijst naar bikersmeetings bij de Möhnesee, achter Dortmund, waar zomers veel GS-rijders uit de omgeving neerstrijken voor curryworst. Die dragen steevast hun systeemhelmen en rijden rond met lege aluminium koffers. Ik doel op de vaste klanten van Wunderlich, die net achter Wanne-Eickel de raid-modus inschakelen en daarbij passende outfits dragen. We komen er niet uit. Is niet erg, dan draagt elk gewoon zijn eigen helmkeuze.

Gulzig of zuinig?

Ook tussen beide motoren in deze vergelijking zijn er fundamentele verschillen in interpretatie van hetzelfde concept. De Multistrada V4 S laat op verschillende punten zien dat Ducati’s traditie gebaseerd is op sportieve straatmotoren. De stamboom van de V4 is terug te voeren tot aan de rode MotoGP-racers, ook al moet de Multistrada het stellen zonder het voor Ducati kenmerkende desmodromische kleppensysteem en genoegen nemen met gewone klepveren.

Desondanks is het een motorfiets die zijn kracht uit toerentallen haalt, zoals blijkt uit de zeer kort gekozen overbrengingsverhoudingen: de zesde versnelling van de Multistrada draait 5.750 tpm bij 130 km/u, dat is 47% meer dan de 3.900 tpm van de BMW-boxer bij dezelfde snelheid. Met andere woorden: de zesde versnelling van de Ducati heeft een kortere overbrenging dan de vierde versnelling van de BMW.

Hierdoor reageert de Ducati fel op het gas, lage toerentallen worden het liefst vermeden. En omdat de V4 uitstekend in balans is, stoort het hoge toerental relatief weinig. Maar de harde werkelijkheid wordt duidelijk bij het tankstation, waar de gulzige Ducati tijdens onze eerdere, ingetogen gereden, verbruikstest maar liefst 7,3 liter per 100 kilometer verlangt. Dat is weer 43% hoger dan de 5,1 liter van de ShiftCam-boxer. De bijna lineaire overeenkomst met de overbrengingsverhoudingen bevestigt hiermee een wet in de motortechniek: een langere overbrenging bespaart brandstof.

Maar goed: bij een jaarkilometrage van 10.000 kilometer en een gemiddelde brandstofprijs van €2 per liter bespaart de BMW-rijder ongeveer €440 per motorseizoen. Dus moet iedereen voor zich maar bepalen of dat relevant genoeg is bij aanschafprijzen van meer dan €26.000.

Toegankelijk of enduro-gevoel?

Maar kan de Ducati zijn korte overbrenging omzetten in brute kracht? In principe wel, totdat de ongelooflijk krachtige Tramuntana-boxer zijn visitekaartje afgeeft en met een indrukwekkend koppel van 150 Nm het cardanaangedreven achterwiel aan het rollen brengt. Wat helpen de superieure 166 pk uit Bologna dan nog? Weinig, want deze extra kracht komt pas boven de 150 km/u echt tot uiting, daaronder domineert de BMW op ons testparcours voor acceleratie. Dit heeft zeker ook te maken met het lagere zwaartepunt van de BMW, waardoor het voorwiel beter aan de grond blijft in de eerste 40 meter van de acceleratie vanuit stilstand.

Hiermee komen we bij het tweede grote verschil tussen beide motoren: de BMW gedraagt zich verrassend solide voor een grote allroad-motorfiets, voelt in combinatie met de automatische verlaging van de zithoogte met 30 millimeter bij lage snelheden en stilstand, tijdens manoeuvres en bij verkeerslichten eerder aan als een roadster. Dat heeft zeker voordelen, vooral voor kortere rijders. Maar tegelijkertijd gaat er iets verloren van het klassieke enduro-gevoel, wat verklaart waarom rijders boven 1m75 ervoor kiezen om de automatische hoogteaanpassing uit te schakelen. Of zelfs niet te bestellen.

Rijcomfort of sportief?

Een andere bepalende factor is hoe je op de motorfiets zit. De Ducati heeft een enorme tank en een imposante kuip, waarachter de berijder zich in een uitgesproken holte nestelt. Het naar achteren geplaatste stuur maakt het typische, grote-enduro-arrangement compleet. Alles is hoog en breed – hier moet de berijder bereid zijn om actief en geconcentreerd te rijden als het snel moet gaan.

De BMW is daarentegen toegankelijker. En net zoals sommige compacte auto’s omschreven worden als klein aan de buitenkant en groot aan de binnenkant, kan je de R 1300 GS beschouwen als zwaar op de weegschaal maar licht op de weg. Concreet weegt de ruim uitgeruste BMW- Tramuntana 260 kilogram – zonder koffers. Toch is het rijgedrag meer meegaand dan bij de vier kilo lichtere Ducati. Daarentegen biedt de hoogpotige Ducati een beter offroad-gevoel, wat veel motorrijders tegenwoordig als ‘een echt enduro-gevoel’ ervaren. Op provinciale wegen levert de kortere veerweg en de agressievere remmen van de Ducati het legendarische sportieve karakter van het merk op. Het elektronische veersysteem biedt een enorme aanpassingsmogelijkheid – van soepel tot stevig gedempt. De BMW combineert het voordeel van zijn Telelever met langere veerwegen en progressieve vering aan de achterzijde, uiteraard ook semi-actief geregeld. En spreekt daarmee niet in het minst liefhebbers van secundaire wegen aan.

Test CFMoto 800NK Sport vs KTM 790 Duke: van je familie moet je het hebben

De kerncompetentie van de BMW R 1300 GS is dat hij acceptabel rijcomfort op oneffen asfalt combineert met sportieve dempingsreserves, zelfs bij volle belading. En voor wie het liever rustig aan doet, biedt het TFT-menu altijd wel een passende rij-instelling. Kortom, het veersysteem van BMW biedt meer veelzijdigheid, terwijl het veersysteem van Ducati meer reserves heeft voor sportief rijden op hoogwaardig asfalt.

Interessante functies die we zeker ook in de gaten moeten houden, zijn de radarondersteunde adaptieve cruisecontrol en dodehoekassistent van beide topmodellen. De adaptieve cruisecontrol went snel en gebruikten we graag op de snelweg. Het nieuwe BMW-systeem biedt ook nog een frontale botsingswaarschuwing. Wanneer de voorste radarsensor een langzaam object detecteert, wordt eerst een rood auto-symbool getoond in het display en bij nog dichtere benadering wordt een zwakke remimpuls gegeven. Het systeem maakte tijdens onze test een behoorlijk volwassen indruk, alleen bij groepsritten met meerdere motorfietsen in een ongeordende formatie waren er enkele valse waarschuwingen.

Waar staan de BMW R 1300 GS Tramuntana en Ducati Multistrada V4 S? Puur qua prijs bevinden de twee testmotoren zich aan de top van de voedselketen in het segment van luxe allroad-motorfietsen, hoewel deze term natuurlijk tegenstrijdig is. Als je daar goed mee kunt leven en het geld ervoor hebt, maak je met de R 1300 GS Tramuntana de betere deal. Simpelweg omdat de ShiftCam-boxer momenteel onverslaanbaar lijkt en ondanks minder vermogen betere prestaties levert dan de Multistrada V4 S, met bovendien een aanzienlijk lager brandstofverbruik.

Conclusie test BMW R 1300 GS Tramuntana vs. Ducati Multistrada V4 S

BMW bracht met de GS-serie ooit gigantisme naar de wereld van reisenduro’s. Groter, hoger, zwaarder, sterker – elke nieuwe GS zette die trend voort. Nu houdt BMW zich in, maakte de nieuwste R 1300 GS compacter, iets lichter en vooral gemakkelijker toegankelijk – dat voel je al bij de eerste proefrit bij een dealer. De Ducati Multistrada V4 S blijft daarentegen vasthouden aan het hoogpotige concept dat veel rijders tegenwoordig associëren met ‘echt enduro-gevoel’. We zullen zien of BMW weer een trend kan zetten.

Toertocht Italië: geweldig motorrijden in Toscane

0
Toertocht Italië

De Apuaanse Alpen en het Garfagnanagebergte in de noordwesthoek van Toscane zijn behoorlijk geweldig om op de motor te rijden – zelfs zonder cipressen.

‘We bevinden ons in het jaar 50 na Giacomo Agostini’s tiende wereldtitel. Heel Toscane is overspoeld door toeristen… Heel Toscane? Nee! Twee onbezorgde motorrijders ontkrachten dit cliché. En het leven is niet moeilijk voor deze twee, Ze overnachten in Castelnuova di Garfagnana, een dorpje in de schaduw van het kasteel Rocca Ariostesca.’ Zo zou dit verhaal eigenlijk kunnen beginnen, vrij naar Asterix. Want het uiterste noordwesten van Toscane is zo anders dan het Toscane dat zo geliefd is bij vakantiegangers.

Toertocht Wales: groen Wales zonder regen?

Al tijdens de laatste etappe van onze reis maken we kennis met wat Katrin en mij te wachten staat gedurende de komende dagen. We rijden over de A12 langs de Italiaanse Rivièra, voorbij Carrara, nemen afslag Massa – en dan begint het avontuur pas echt, met een rit vol bochten de Apuaanse Alpen in. Maar helaas, pal voor ons is er een enorme vrachtwagen die ons pad kruist. Hij lijkt goed bekend te zijn op zijn gebruikelijke route: een vrachtwagenchauffeur met een gigantisch marmerblok op zijn laadbak dat hij behendig meeneemt in de bochten, wat het inhalen op de onoverzichtelijke achtbaanroute niet bepaald vergemakkelijkt. Rustig aan. En terwijl we geduldig wachten op het juiste moment, mompelen we ‘Marmer, steen en ijzer breekt – maar hopelijk niet de laadbak’ voordat we opdracht geven aan onze eigen motoren: ‘Gas geven, ik wil plezier hebben’. En dat plezier volgt dan op de rest van de route SP13, bijna helemaal voor onszelf. Het is vooral prachtig dat de rode zon niet alleen ondergaat in zee bij Capri, zoals zo hartstochtelijk bezongen door de Duitse schlagerzanger Rudi Schuricke, maar dat ze ook haar avondbad neemt in de wateren van Passo di Vestito, gezien vanaf het zadel van een motorfiets. Heel romantisch. En nu vooruit naar ‘Hotel Ristorante La Lanterna’ in Castelnuova di Garfagnana, zodat borden en glazen niet leeg blijven.

Kleine reddingsboeien

Woensdagochtend, wisseling van motoren. Katrin rijdt nu op de Moto Morini X-Cape, een echte Italiaanse schone. Tja, wat kan ik daarvan zeggen als erkende liefhebber van klassieke Italiaanse motoren? Terwijl China al lang wakker is, ligt het centrum van Castelnuova di Garfagnana nog gehuld in herfstige mistflarden rondom de eeuwenoude stenen brug Ponte di Castruccio over de Serchio-rivier en begint langzaam tot leven te komen. Buiten ‘L’Aia Di Piero’, bekend om zijn worst en kaas, stilt een Ape-bestuurder rustig zijn honger voordat hij met zijn Vespa, met volledige kuip, luidruchtig verdergaat naar zijn werk. Ook ‘La Bottega del Gelato’, een straatcafé tegenover het kasteel Rocca Ariostesca en de stadspoort Porta Calcinaia, maakt al snel wat omzet als een stelletje plaatsneemt op de kleurrijke stoelen daar. Het is nog net geen 10:00 uur als we richting Fivizzano vertrekken. Inmiddels breekt ook de zon door de wolken heen. Slechts enkele resterende mistbanken omringen als witte sjerpen nog de weelderig groene heuvels in het Garfagnanagebergte – net zo groen als de ‘schoonheidsstrepen’ op de kronkelige wegenkaart.

In Poggio nemen we linksaf bij SR445 en rijden we verder op SP50 naar het Lago di Vagli, het grootste meer van Toscane. Om de paar jaar wordt het meer leeggepompt voor onderhoudswerkzaamheden, waardoor het dorp Fabbriche di Careggine, dat ooit onder water werd gezet, verschijnt als een spectaculaire spookstad en overspoeld wordt door toeristen. Een symbiose van leeg en vol. Vandaag hebben we pech en geluk tegelijk: het meer is vol, maar de wegen zijn leeg. Behalve af en toe wat kastanjebomen waar we tussendoor kronkelen tussen Vagli Sopra en Gramolazzo voordat we weer soepel rijden op SR445 richting Nicciano. Slalommend langs Passo Carpinelli maken we een pitstop in Metra, met een prachtig uitzicht bij Reusa, en stoppen we ook bij het tankstation in Fivizzano – waar in de laatste jaren van de tweede wereldoorlog een bloedbad werd veroorzaakt door de Waffen-SS.

Als kleine reddingsboeien liggen de huizen verspreid in de beboste heuvelzee waar we ons een weg doorheen banen op de SS63 naar Passo del Cerreto. Het is hier op 1.261 meter aanzienlijk koeler dan in het dal, behalve voor de banden. Vroeger kenden de mensen elkaar waarschijnlijk wel en vonden ze elkaar van heuvel tot heuvel. En gaat de weg vanaf Sassalbo echt verder naar Comano zoals op de kaart ingetekend? Zelfs de oude man met een tros druiven die één voor één door zijn vingers glijden alsof het een rozenkrans is, weet het niet. Dus lijkt het moediger om terug te keren in plaats van hopeloos te verdwalen. Net als dat roestige anker dat hier ver weg van de zee beland is op het voetstuk van een Mariabeeld. Een Maria komt zelden alleen in katholiek Italië, net zoals er zelden perfecte bergwegen zijn in dit hoekje van Toscane. Niet dat ik de SP25 bedoel, bezaaid met kuilen over Monte del Giogo, maar de SP74 van Passo del Lagastrello naar Licciana; oh mijn god, waarom staat er onderweg bij een haarspeldbocht een kruis met vier kaarsen?

Twee kletsende moeders, twee zwervende katten, een blaffende hond – het bewijs dat Castiglione del Terziere niet uitgestorven is. Het slaperige bergdorpje, opgebouwd uit natuursteen, is echter alleen te verkennen te voet. ‘Oh nee’, protesteert de luie hond in ons hoofd en bederft zo helaas onze wandeling naar het middeleeuwse kasteel. Dus terug op de motor, gas geven en op weg naar Canossa. We vonden het dorpje op de kaart. Er staat een kasteel waar koning Heinrich IV in 1076 naartoe ging om smeekbeden tot paus Gregorius VII te richten om zijn excommunicatie ongedaan te maken. De strijd tussen wereldlijke en geestelijke macht, geloof en werkelijkheid. Hoewel we Canossa wel vinden, vinden we er geen kasteel. Geen wonder, historisch Canossa ligt ver weg in Emilia-Romagna. Als boetedoening voor dit slordige onderzoek – mea culpa – rijden we twee uur lang door de duisternis van de nacht terug naar ‘La Lanterna’ – waar gelukkig nog steeds licht brandt in de keuken.

IJzerhoudende bronnen

Gisterenochtend mist, vandaag strakblauwe lucht vanaf het begin. Grazie mille, Petrus. Maar nu ontstaat er een probleempje: moeten we linksom of rechtsom naar Passo delle Radici? We kiezen voor de klok mee, blijven op de SP72 en rijden eerst door wat wijngaarden, weerstaan dan de verleiding om vroeg te stoppen onder het zonnescherm van de ‘Bar Enosteria ai Macelli’ in het mooie vestingstadje Castiglione di Garfagnana, slingeren vervolgens over kronkelende weggetjes met prachtige panorama’s naar 1.530 meter hoogte – waar Toscane eindigt en Emilia-Romagna begint. Daar slaan we rechtsaf op de SP71, die via Passo del Lagadello en San Pellegrino in Alpe terugvoert naar Castelnuovo di Garfagnana. Na de Radici-ronde hebben we al behoorlijk wat geweldige kilometers gemaakt, dus misschien lonkt het zwembad van het hotel wel voor een beetje ‘dolce far niente’. Maar we gaan meteen verder, geen pauze, want geschiedenis wordt geschreven, ook in dit motorblad.

Volgende halte: Grotta del Vento. De druipsteengrot met stalagmieten en kleine meren is een topattractie in de Apuaanse Alpen. Tijdens rondleidingen van één, twee of zelfs drie uur kun je het donkere natuurwonder bezoken. Maar een foto maken van de poster buiten met vijf kleurrijke afbeeldingen van de grot – inclusief de X-Cape – duurt ongeveer 1/500 seconde. Dus carpe diem; in plaats van de kilte van de grot gaan we liever voor de warmte van de zon en snellen in schuine stand verder naar Bagni di Lucca. Dankzij zijn warme ijzerhoudende bronnen groeide het stadje vanaf de negentiende-eeuw uit tot een van de meest prominente en elitaire kuuroorden van Europa. En vandaag? De charme van de Belle Epoque is allang vervaagd en mensen trekken eerder naar de kust. Wij ook. Maar voordat we vertrekken, maken we nog wel een uitstapje naar een lokale beroemdheid: Pinocchio. Deze brutale houten pop, wiens neus met elke leugen langer werd, kom je bijna op elke straathoek tegen in het dorp Collodi; er is zelfs een park gewijd aan zijn ‘leven’, maar daar moet je wel flink voor betalen. Een foto van ‘Pinocchio en Morini’ moet volstaan; het idee welt op dat de X-Cape eigenlijk een lange nepneus zou moeten krijgen als straf voor zijn misleidende badgemarketing – gebouwd in China, maar verkocht als Italiaans. Maar dat idee blijft in het rijk der verbeelding.

Toertocht Gelderland: rare Romeinse jongens langs de Rijn

Wie droomt er nu niet in Nederland van zon, strand en zee – niet alleen aan de Noordzee. Maar na een verbindingsroute, langs of via de snelweg, ontwaken we in Viareggio in een andere realiteit. Katrin: ‘Ieder zijn meug natuurlijk, maar ik zou het vreselijk vinden om zo mijn vakantie door te brengen!’ We rijden eindeloos parallel aan de kust, over vierbaanswegen die alleen maar rechtuitgaan, met nergens vrije toegang tot het volgestouwde strand. Waar je dan waarschijnlijk veertien rijen dik in de zon kunt bakken op zo’n duur strandbed. Het is tijd om te vluchten. In Pietrasanta verlaten we de stad en via Ripa duiken we weer de droomwereld van de Apuaanse Alpen in. Nog een keer naar Passo del Vestito voor een laatste blik. Oh ja: toen Agostini zijn helm aan de wilgen hing, had hij vijftien wereldtitels op zijn naam staan. Zijn eerste titel, die van Italiaans hill climb-kampioen, behaalde hij bijna zestig jaar geleden op een Moto Morini 175 Settebello Aste Corte.

Tekst en foto’s: Klaus H. Daams

Informatie

REIS

Vanuit Rotterdam is het ongeveer 1.300 kilometer rijden over tolwegen door België, Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland naar Castelnuovo di Garfagnana.

ACCOMMODATIE

Hotel Ristorante La Lanterna, Località alle Monache, 300, I-55032 Castelnuovo di Garfagnana LU, Tel. 0039/0583/639364, www.lalanterna.eu. Net iets meer dan twee kilometer ten noorden van het stadscentrum langs SP72 ligt dit 3 sterrenhotel met een zwembad bijna voor de deur en een prachtige rit naar Passo delle Radici.

GASTRONOMIE

Osteria il Buffardello, SR445, 17, I-55034 Metra LU, Tel. 0039/0583/611093. Een gezellige locatie op de bochtige weg tussen Passo del Carpinelli en Pugliano, die met borden langs de weg adverteert met teksten als Pit Stop Bikers en Bar Davini – een ideale plek om even te stoppen voor een cappuccino of zelfs een maaltijd als de timing goed is. Gesloten op woensdag.

UITSTAPJES

Grotta del Vento, www.grottadelvento.com. Het dorp Collodi, met of zonder (dure) Pinocchio-park, www.pinocchio.it. Het Lago di Vagli-stuwmeer, het Italiaanse Atlantis waar het onder water gezette dorp Fabbriche di Careggine kan verschijnen als het water weer eens wordt afgepompt, zoals in 1994.

WEBSITES

www.visittuscany.com

Download de route Toscane

Kawasaki op RIDERS Festival met de Ninja ZX-4RR, bijna gehele Z-line-up en meer

0
Kawasaki RIDERS Festival website

Het motorseizoen is officieel van start. Velen van ons hebben al menig kilometer gemaakt. Eens wat kilometers op een heel andere motor maken? Kom dan naar RIDERS Festival in Rosmalen op 1 en 2 juni! Onder andere Kawasaki staat daar voor je klaar met bijna hun gehele line-up.

Beleef de stunts van FMX4EVER op RIDERS Festival

De nieuwste Kawasaki motoren staan voor je klaar om te testrijden. Letterlijk nieuwste, want het merk neemt veel pas geïntroduceerde modellen mee. Wat dacht je van de nieuwe Z500SE, de sportieve ZX-6R, ZX-4RR of de Eliminator 500? Splinternieuwe motoren die allen recent gelanceerd zijn, en nu voor jou klaar staan om te testen!

Maar ook praktisch de gehele Z line-up staat voor je klaar. Van die nieuwe, zeer wendbaar Z500SE tot ‘de zwaarste jongen’, de Z H2 SE.

Op de volgende modellen modellen kun jij proefrijden tijdens het festival:

Categorie Model
Naked Z H2 SE
Naked Z900 SE
Naked Z900
Naked Z650
Naked Z500 SE (A2)
Adventure Touring Versys 1000 SE
Adventure Touring Versys 650
Sport Touring Ninja H2 SX SE
Sport Touring Ninja 1000SX
Sport Touring Ninja 650
Modern Classic Z900RS
Modern Classic Z650RS
Modern Classic W800 (A2)
Supersport Ninja ZX-6R
Supersport Ninja ZX-4RR
Supersport Ninja 500 SE (A2)
Urban Cruiser Vulcan S
Urban Cruiser Eliminator 500 (A2)

Wil jij er zeker van zijn dat je jouw Kawasaki droommotor kunt rijden op RIDERS Festival? Of ben je nieuwsgierig naar een bepaald model en wil je zeker weten dat jij je been over dat zadel gooit op 1 of 2 juni? Schrijf je dan nu alvast in! 

Kawasaki heeft de inschrijving vooraf geopend. Je schrijft je in voor een testrit via deze link.

Heb jij je kaartje(s) voor RIDERS Festival al in huis? Weet zeker dat je erbij bent en scoor je ticket(s) hier in de voorverkoop.

WaarAutotron Rosmalen

Wanneer         
1 en 2 juni 2024
Zaterdag van 10.00 – 17.00u
Zondag van 10.00 – 17.00u
Meer informatieRIDERSfest.nl
Ticketsticketpoint.nl/RIDERSfestival
2024 Kawasaki Ninja 500 SE
2024 Kawasaki Ninja 500 SE.

De Meije: open of dicht? Gemeente negeert uitspraak; MAG onderneemt opnieuw actie

0
De Meije
Foto: MAG Media

 In oktober vorig jaar won de MAG een rechtszaak rond de motorweekendafsluiting van de Meije bij Bodegraven. Toch staan de verbodsborden er nog altijd. Hoe kan dat, en wat doet de MAG eraan? 

Helaas vernietigde de Haagse bestuursrechter niet het verkeersbesluit dat de Meije in de weekenden tot verboden terrein voor motoren verklaart. Dat verbod bleef dus in stand. Wel vernietigde de rechtbank het besluit om de door de MAG ingediende bewaren tegen de afsluiting ongegrond te verklaren. Daarbij veegde de rechtbank de vloer aan met de door de gemeente aangevoerde gronden voor de afsluiting. Zo werd gesteld dat de gemeente “niet zonder meer de conclusie kon trekken dat groepen motoren geluidshinder veroorzaken op de Meije in Bodegraven. [De gemeente] heeft namelijk geen geluidsmeting of observaties uitgevoerd[…]” Ook stelde de rechtbank dat de gemeente “niet tot de slotsom kon komen dat groepen motoren het karakter en de functie van het gebied aantasten.” 

In plaats van de verbodsborden weg te halen, wat nodig is om het door de rechtbank gevraagde onderzoek naar eventuele overlast te kunnen doen, besloot de gemeente om de uitspraak geheel te negeren. Zonder verder onderzoek of metingen paste men de onderbouwing van het verkeersbesluit aan, om vervolgens de door de MAG eerder ingediende bezwaren opnieuw af te wijzen. De MAG is in deze ‘procedure’ niet gehoord. 

Vanzelfsprekend heeft de MAG tegen dit besluit opnieuw beroep bij de rechtbank ingesteld. Omdat een uitspraak hierover maanden op zich laat wachten, is ook een spoedprocedure aangevraagd. Doel is om de afsluiting nog deze maand ongedaan te maken. 

Daarnaast spreekt de MAG de gemeente bij een binnenkort te organiseren manifestatie aan op de onacceptabele gang van zaken, natuurlijk in bijzijn van de pers. En mag je er nu wel of niet rijden, in de weekenden? Niet dus. Verbodsborden zijn rechtsgeldig, ook als ze er op deze wankele basis staan. Meer nieuws volgt! 

Echte wegracer Michael Dunlop is ‘bereid om harder te sterven’

0
Michael Dunlop

Michael Dunlop is wat je noemt een ‘real road racer’ – een echte wegracer. Daarbij slaat ‘echt’ zowel op de weg waarop hij zijn ding doet, als hemzelf als racer. En hij is een echte racer omdat hij geen andere manier van leven kent, laat staan wil kennen, zo blijkt.

Gewicht dragen

Michael Dunlop heeft het echte wegracen letterlijk met de paplepel meegekregen. De wegen waarop hij van leer trekt zijn niet de semi-veilige gesloten omlopen met zandbakken en bandenmuren, maar de wegen van de Isle of Man TT, de Everest van het wegracen, en evengoed de North West 200 en Ulster Grand Prix. Wegen die doordeweeks gebruikt worden door Colin en Eileen in hun Rover 75, maar dan een slordige vijf keer zo snel. Zonder veel respect voor weinig vergevingsgezinde muren, lantaarnpalen en ander straatmeubilair.

Joey Dunlop ging, maar terug kwam hij niet

Oom Joey Dunlop is met 26 zeges nog steeds de meest succesvolle Isle of Man TT-racer en een legende. Maar neefje Michael ontbreekt slechts één extra TT-zege om op gelijke hoogte te komen. Vader Robert raakte nooit uit de schaduw van zijn oudere broer, mede door gruwelijke verminkingen aan armen en benen, maar was verdienstelijk met eigen TT- en andere zeges. En oudere broer William won nooit een TT, maar wel genoeg andere straatraces om de Dunlop-naam te eren. Van deze vier Dunlops is alleen Michael nog in leven. Zowel Joey, Robert als William kwamen om het leven tijdens wegraces. Het verlies dat Michael Dunlop in zich meedraagt, het gewicht van de Dunlop-dynastie dragend, is welhaast onmenselijk. En toch verschijnt Michael Dunlop elk seizoen opnieuw aan de start met het soort intensiteit die bovenal angst inboezemt. Bij toeschouwers en tegenstanders.

Bereid om harder te sterven

Die intensiteit was er niet altijd. Tot de North West 200 in 2008, slechts een steenworp verwijderd van de Dunlop-clan thuisbasis in het Ierse Ballymoney, reden zowel William als Michael onder de vleugels van vader Robert. Zonder er onderuit te komen. Daarbij was Michael als een wat pafferige, stille tiener allesbehalve de wegracende asfaltwals die hij nu is. Robert Dunlop kwam om het leven tijdens proefritten voor dezelfde NW200 in 2008 wegens een technisch defect aan zijn motor. Zoon William had in de smiezen dat er iets niet pluis was, maar slaagde er niet in zijn vader bij te benen en te waarschuwen. Hij zag zijn vader voor zijn ogen crashen. De volgende dag verschenen William en zijn jongere broer Michael aan de start. De organisatoren wilden hen het starten verbieden, maar beide broers duwden koppig hun motorfiets op de startgrid. En niemand durfde ze eraf te schoppen, uit vrees dat het publiek zou gaan rellen. Uiteindelijk verscheen alleen Michael Dunlop aan de start en won de race met het soort overgave die op een stratencircuit als de NW200 geen lang leven beschoren lijkt. Het scheen hem geen zier te schelen of hij crashte of niet. Het was zijn eerste grote zege en een van de meest emotioneel beladen sportprestaties aller tijden, zonder twijfel. John McGuinness, de beste wegracer van dit moment, werd derde die dag en zag Michael Dunlop naar eigen zeggen veranderen van een jongen in een man. Een jaar later won Dunlop zijn eerste Isle of Man TT, in halfnatte, levensgevaarlijke omstandigheden. Het was dezelfde John McGuinness die off the record verklaarde dat Dunlop bereid leek er harder voor te sterven dan alle anderen. En dat gevoel heb je nog steeds. Michael Dunlop in de ogen kijken wanneer hij zijn helm opzet, voelt als kijken in de ogen van een zelfmoorterrorist die zijn bomgordel aantrekt. Een mix van staalharde motivatie, angst, wanhoop en waanzin.

Geen introspectie

En ondanks een schijnbare doodswens, of toch weinig zorg om eigen lijf en leden, racet Dunlop dus nog steeds uiterst succesvol op de wegen. Met opvallend weinig crashes. Al lijken die nooit veraf. Met zijn instelling heeft Dunlop de bakens verzet. Waar voorheen een mooie, behoudsgezinde vloeiende rijstijl de norm was om het goed te doen bij wegraces, al dan niet met een zekere veiligheidsmarge, lijkt onder impuls van Dunlop de totale overgave vereist. Op het scherpst van de snede en er wellicht over. Een race-gezegde luidt dat je niet snel genoeg gaat als je alles onder controle hebt, maar dat gaat niet op voor de TT en consorten. Want één keer echt de controle verliezen betekent zo goed als een gruwelijk einde. Michael Dunlop bekijk je met de hand voor je ogen. Zijn motor schuift, bokt en schudt een eind weg. Wat compleet niet te rijmen valt met de totale afwezigheid van enige vorm van veiligheidsmaatregelen langs de baan. Volgens Steve Plater, ook TT-winnaar tot hij zijn linkerarm half verlamde, zou Dunlop nog sneller kunnen zijn als hij minder zou pushen en wat vloeiender te werk zou gaat. Zijn oom Joey was in die zin een voorbeeld. Vloeiender dan stromend water. Peter Hickman, Michael Dunlops taaiste tegenstander, houder van het absolute TT-ronderecord en qua persoonlijkheid de totale tegenpool van Dunlop, vertelde me ooit dat hij wel met een zekere reserve rijdt tijdens de TT. Wanneer ik Dunlop daarmee confronteer mompelt hij iets onverstaanbaars en onfraais tussen zijn tanden door, terwijl zijn potje zichtbaar overkookt. Mocht Dunlop nog extra adrenaline en motivatie hebben voor de aankomende TT, dan vrees ik dat ik hem die net heb bezorgd…

Zich niets aantrekken van wat een ander zegt of denkt. Dat is een mantra die Dunlop graag herhaalt. Dat hij ‘his own man’is. Het uit zich ook naar teams die hem contacteren. Als iets hem ook maar een beetje tegenstaat, durft hij een paar weken voor het seizoen of de TT een contract op te blazen om op een andere motor zijn ding te doen, waarbij hij zelf instaat voor al het werk om die motor klaar te stomen. En als sponsor mag je blij zijn als hij komt opdagen voor mediamomenten. Een ander zijn mening kan hem geen moer schelen. En daarom haat hij ook interviews. De rest van het interview verloopt dan ook stroever dan het al was begonnen. Op de vraag waarom hij wegracet krijg ik terug: ‘Waarom speelt iemand golf? Volgende vraag.’ Introspectie is iets waaraan Michael Dunlop niet meedoet. Hij voelt niet de nood om zichzelf ook maar enigszins te verklaren.

Glamoureus noch professioneel

Hij lijkt die attitude ook uit te stralen. Tijdens het interview, georganiseerd door sponsor D30 die beschermingsmateriaal voor motor en andere sportkledij vervaardigt, zit hij met een korte werkbroek aan tafel. Een werkbroek die hij gisteren nog aanhad terwijl hij het dak van zijn moeders huis repareerde. Bij -7°C. Bijster professioneel komt het niet over. Glamoureus al helemaal niet. Hij antwoordt ook nors op de vraag of de kans op een 26e of zelfs 27e recordzege extra druk met zich meebrengt. Kan hem niet schelen. En dan komt de vraag van een Franse collega of hij gelukkig is. ‘Nooit geweest. Ook niet als kind’, mompelt hij. Hij voelt zich slechts vrij op de motor, omdat hij daar met rust gelaten wordt. Maar gelukkig: nee. Een veelzeggend antwoord. Want hij straalt inderdaad geen geluk uit. In een halve dag zie ik hem slechts één keer halverwege een lach komen. Hij geeft mij de indruk van een angstig, aan zijn lot overgelaten, nukkig kind dat zijn gebrek aan zelfvertrouwen in alledaagse situaties overcompenseert met dat ene talent waarmee hij het verschil maakt. In zijn geval dus racen. Door straten én het leven.

Eerbetoon aan Henk van Kessel: leven tussen start en finish

Demonen voorblijven

Als de interviews met alle uitgenodigde journalisten voorbij zijn, de één nog verbouwereerder dan de ander, ontspant Dunlop niet of nauwelijks. In 2023 hing het wegracen aan een zijden draadje, omdat niemand nog bereid scheen om de hele boel te verzekeren. Of waren de prijzen voor organisatoren en rijders onhaalbaar. Ik vraag hem aan de bar wat hij dan gedaan had? Gewoon harder gewerkt in zijn drie bedrijven. Hij is vannacht pas om twee uur in zijn bed gekropen. Te veel werk. In die werkbroek. En om vijf uur opgestaan om op tijd in Londen te zijn. En schijnbaar doet hij zaken zoals hij racet. Gas tegen de stuit. Toen iemand niet wilde betalen, jatte hij gewoon de man zijn auto. Wegracen en keihard werken en vooral niet al te hard nadenken of reflecteren. Het voelt alsof Dunlop vooral niet ingehaald wil worden door de demonen die hem belagen, eerder dan tegenstanders op de baan. De iconische wegracereporter Mat Oxley, zelf een voormalig TT-winnaar die zijn broer Julian al racend verloor, zegt dat die demonen Michael Dunlop ooit zullen inhalen. Willens nillens. Als hij zijn wegraces overleeft tenminste. En dat hij niet in de buurt van Dunlop wil zijn wanneer dat gebeurt…

Foto’s: D30, ANP

De Exclusieve Aprilia Pro Experience is terug in Misano op 9 juni

0

De Aprilia Pro Experience is terug, een droomdag die een beperkt aantal liefhebbers de kans biedt om op het circuit te rijden met enkele van ’s werelds beste coureurs als coach.

Het evenement vindt plaats op zondag 9 juni op het Misano World Circuit, na de 2024 Aprilia All-Stars. Dat is het evenement waar fans, rijders én Aprilia-racers’s die de meeste overwinningen hebben behaald in de Grands Prix bij elkaar komen. De 2024 Aprilia All Stars vindt plaats op zaterdag 8 juni.

Aprilia Pro Experience is niet ‘slechts’ een trackday, het is een race-ervaring op topniveau – een droom die werkelijkheid wordt voor elke motorrijder – op een van de weinige circuits ter wereld die zowel de MotoGP als WorldSBK huisvest. De gelukkige deelnemers zullen plaatsnemen in het zadel van de buitengewone Aprilia RSV4 Factory, onder begeleiding van drie uitzonderlijke ‘super-coaches’: MotoGP-legende Max Biaggi, viervoudig wereldkampioen in de 250cc-klasse en tweevoudig wereldkampioen Superbike, vijfvoudig MotoGP-winnaar Miguel Oliveira, nu Aprilia-rijder bij team Trackhouse en Lorenzo Savadori, Aprilia Racing MotoGP-rijder en testrijder.

Ook de Aprilia Racing MotoGP-rijders zullen aanwezig zijn: de twee fabrieksrijders, Aleix Espargaró en Maverick Viñales, evenals Raúl Fernández, teamgenoot van Oliveira bij team Trackhouse.

KTM op weg naar het World Supersport met de nieuwe 990 RC R

Het Experience-evenement, toegankelijk voor slechts twintig deelnemers, duurt de hele dag. De belangrijkste momenten zullen natuurlijk de circuitronden zijn, in totaal zes sessies van twintig minuten. Elke coach zal achtereenvolgens een klein aantal rijders begeleiden, om er zeker van te zijn dat ze hun volledige aandacht aan elke rijder kunnen wijden en om ervoor te zorgen dat elke deelnemer minstens één sessie heeft met elk van de super-coaches, zelfs tijdens de activiteiten in de paddock.

De Aprilia RSV4 Factory-motoren die de deelnemers ter beschikking staan, zullen de meest geavanceerde versie zijn van de motor die zeven WorldSBK-titels heeft gewonnen. Ze zullen deze dag zijn uitgerust met Pirelli Diablo Superbike-compound banden.

Er zullen briefings en debriefings zijn vóór en na elke sessie, met analyse van de videobeelden die dankzij camera’s op elke motor zijn gemaakt. Dit exclusieve evenement omvat ook een lunch in het Aprilia-hospitality-gedeelte en een speciale fotoshoot.

Bovendien omvat het exclusieve pakket ook een ronde op het circuit als passagier van een van de Aprilia Racing-rijders op de Aprilia RSV4 two-seater en één sessie waarbij je rechtstreeks vanuit de Aprilia Racing MotoGP-garage het circuit op rijdt. Gedurende de dag zullen de deelnemers ook de Aprilia RS-GP-prototype zien opstarten, de hoofdrolspeler in het 2024 MotoGP Wereldkampioenschap.

De Aprilia Pro Experience in Misano is beschikbaar voor een prijs van €2.950.

Check de officiële site voor alle informatie over hoe je kunt boeken en deelnemen.

René naar de Homecoming 120 in Milwaukee

0

In oktober 2022 ontving René een mail van het totaal onbekende Merkle.com. Je kent het wel; ‘Congratulations pricewinner!’, met de mededeling dat hij een prijswinnaar was in de Homecoming-actie van Harley-Davidson. De hoofdprijs was een reis voor twee personen naar dit evenement in juli 2023 in Milwaukee, compleet met overnachtingen en vluchten. Veel te mooi om waar te zijn. Of zou het toch…?

René vertelt zijn verhaal: “Ja ‘tuurlijk, ik win eventjes een compleet verzorgde reis naar Milwaukee. Hup, die mail de virtuele prullenbak in. Maar twee dagen later ontvang ik weer een mail met de opmerking dat ik nog niets had laten horen. Na 10 dagen zou deze prijs naar een ander gaan! Hmmm… Toch maar even een belletje naar Harley-Davidson Benelux. Na enige tijd kreeg ik van hen te horen: ‘Nou gefeliciteerd, ik zou het toch maar invullen!’ Zou het dan toch? Dus alsnog maar gereageerd op de mail van Merkle en mijn gegevens ingevuld. Na een aantal weken, waarin wij meer en meer dachten ‘Zie je wel, toch nep’, kwam er een mail van het reisbureau met de vraag wanneer wij wilden vliegen en met welke maatschappij. Wow, het gaat toch echt door! Ik ben echt een van de 120 winnaars wereldwijd!

Vier vrienden op Himalayans door Nepal: naar het Dak van de Wereld

ONGELOOF

Op donderdag 13 juli was het dan eindelijk zover! Na een goede vlucht aangekomen in Milwaukee en vanaf het vliegveld opgehaald met een bus. Met meerdere prijswinnaars naar het hotel gebracht, waar een goodiebag voor ons klaar lag met allerlei dingetjes en de kaarten voor het festival, het museum en de pendelbus. Super geregeld. Er bleken meerdere Nederlanders bij te zijn, altijd gezellig! Alle prijswinnaars waren in hetzelfde hotel ondergebracht en bij iedereen dezelfde reactie en dezelfde mate van ongeloof op het gezicht; het is geen droom, we zijn er echt bij! Voor ons was het inmiddels een hele lange dag en na een paar biertjes en hamburger in de bar was het niet moeilijk om supersnel in slaap te vallen.

POWERTRAIN OPERATIONS

De vrijdagochtend natuurlijk vroeg wakker en na een heerlijk ontbijt alvast een klein rondje gelopen in downtown Milwaukee. Om 10 uur konden wij mee met de pendelbus naar de ‘Powertrain Operations’ net buiten Milwaukee. Het is de afdeling waar de motorblokken gemaakt worden, tegenwoordig de Milwaukee-Eight. We krijgen een rondleiding door de fabriek, prachtig. Diverse blokken werden geshowd, van 107 tot en met 131 cubic inch. Er worden per week 700 blokken gebouwd, die daarna naar Pennsylvania gaan om daar met de frames samengevoegd te worden. Super om dit eens echt te kunnen zien. Buiten de fabriek was er de mogelijkheid om op alle modellen te rijden en er waren demonstraties van de Police op hun Harleys. Die mannen kunnen dus echt wel rijden. De parkeerplaatsen rondom de fabriek stonden helemaal vol en ook daar was meer dan genoeg te zien. Vrijdagavond was onze eerste avond in Veterans Park met diverse artiesten, het fameuze Nitro Circus en een steile wand. Heerlijk genieten van een biertje met de Cult en daarna de hoofd-act van de vrijdag; Green Day.

THE VAULT

Zaterdagochtend weer vroeg wakker en deze dag stond in het teken van het Harley-Davidson museum. Wij hadden zelf een ticket geboekt voor koffie en gebak met Bill Davidson, de zoon van Wille G.. Wat kan deze man prachtig vertellen over de geschiedenis! Geweldig om te zien hoe gepassioneerd hij praat over Harley-Davidson en zijn vader. Tijdens het verhaal over het bijna-faillissement werd hij zelfs nog emotioneel. Uit zijn verhaal bleek dat het echt niet veel heeft gescheeld of het merk zou niet meer bestaan! Na dit gesprek konden we mee met een privé tour door het museum, inclusief bezoek aan ‘The Vault’. De kluis met alle speciale motoren en modellen die ooit zijn gemaakt. Het valt niet mee om te beschrijven wat je in het museum allemaal ziet. Van Model 1, waar het allemaal mee begon, tot en met de nieuwste modellen en alles wat daar tussenin zit. De eerste dirt trackers, de board trackers en van Sportster tot big twin. Een hele wand met alle tank designs, alle motortypes op een wand en de befaamde ‘Tsunami-Harley’ die in een container bij Japan in zee verdween en 14 maanden later in Canada weer aanspoelde.

DUIZENDEN HARLEYS

Buiten op het museumterrein was de Mama Tried custombike show met fraaie creaties. Ook zijn er verschillende coureurs aanwezig van de King of the Baggers raceserie. Bij de museumshop een lange rij wachtenden, maar genoeg eten en drinken voor iedereen. De C.E.O. van Harley-Davidson, Jochen Seitz, liep ook met een grote lach op zijn gezicht tussen de mensen en ging met vele bezoekers op de foto. De parkeerterreinen van het museum liepen al snel vol met de duizenden Harleys en daarna werden de zijstraten en toegangswegen naar het museum ook gebruikt als parkeerplaats. Wat een prachtig gezicht al die duizenden Harleys bij elkaar.

Op zaterdagavond weer richting Veterans Park voor de optredens van onder andere Joan Jet & the Black Hearts en daarna de Foo Fighters als hoofd-act. Het hele veld was uitverkocht en toch stond je nergens in de rij voor bier, eten of toilet. Dat kunnen ze daar wel, een feestje organiseren!

GELUKSVOGELS

Zondag was alweer de afsluitende dag en we besloten om vroeg naar de museumshop te gaan om wat shirts te scoren. Nu was het nog heerlijk rustig en konden wij zonder wachten zo naar binnen. Hierna nog even snel naar ‘House of Harley’, een dealer verderop in Milwaukee, om daar nog even te kijken en een shirt te scoren. Net op tijd terug bij het hotel om de parade bij te wonen, die voor ons hotel langs zou rijden. Vele mensen stonden klaar om de rijders te begroeten en onder begeleiding van de politie kwam de parade langs. Na bijna een uur, twee soms drie rijen dik naast elkaar. Kippenvel van onder tot boven, wow! Wat een geluksvogels zijn wij om dit mee te maken. Maandag stond in het teken van de terugreis en in het vliegtuig de vele foto’s en filmpjes terugkijken. Samen met de andere Nederlanders hebben wij super genoten van de hele reis en dit vergeten wij nooit meer. Harley-Davidson, bedankt!”

Tekst & foto’s: René van Harskamp